Golden
week staat voor ons in het teken van vakantie vieren met Debra en
Will uit Canada. Debra is mijn middelbare schoolvriendin uit 1975,
dat is al bijzonder en dat ze nu hier komen om samen met ons in Japan
te zeilen helemaal. Eerder waren ze ook al in Buenos Aires aan boord.
We
hebben een plan gemaakt om van Onomichi naar Hiroshima te zeilen. Nou
ja, met ons ijzeren zeil dan... als de wind zo blijft.
Het
is heerlijk weer als ze aankomen op Hiroshima airport. Op de terugweg
naar de boot. maken we een wandeling door het park van Onomichi De
azalea's staan volop in bloei, een feestelijk gevoel. In Onomichi is
een wandeling langs 25 tempels, maar dat is een beetje veel om mee te
beginnen. We lopen naar beneden, langs het pad komen we al meerdere
tempels tegen en dan met de kabelbaan weer naar boven. Vanaf het
uitzichtpunt kijken we uit over de stad, met links en rechts de
scheepswerven en daarachter de eerste eilanden. Tara kunnen we net
niet zien liggen.
Vanuit
Onomichi is een populair fietstraject uitgezet van 70 kilometer over
verschillende eilanden met prachtige bruggen naar Imibari op Shikoku
aan de overkant van de Seto Naikai. Wij gaan de eilanden langs met
Tara. Onze eerste traject gaat via Setoda naar Omishima. In Setoda
leggen we een paar uur aan voor het Hirayama Ikuo museum, een lokale
schilder die het ver geschopt heeft en langs de zijderoute en in
India gereisd en geschilderd heeft. Hij moet een bijzondere moeder
gehad hebben, want er is erg veel werk uit zijn kindertijd bewaard
gebleven. Al vroeg zie je bijzondere tekeningen en schilderijtjes en
zo kunnen we zijn ontwikkeling volgen. Zijn latere schilderijen zijn
vooral weer de eilanden waar hij opgegroeid is en de bruggen die zo
belangrijk zijn voor de eilanden.
Citrusfruit
is de specialiteit hier en we nemen citroennoodles mee voor het
avondeten.
We
hebben vooraf gereserveerd in Mynoura op Omishima want het is ten
slotte Golden Week. We mogen komen, maar het is druk dus we moeten de
eerste nacht aan een klein ponton liggen. In Zierikzee is het druk
als je 9 of 10 dik ligt. Hier is het druk als er aan het grote ponton
4 jachten liggen, met daartussen plaats langs de kant voor zeker nog
10! Maar goed, wij gaan aan de overkant liggen. Afspraak is hier
afspraak! En de rekening liegt er niet om: 76 Yen (58 cent) voor 2
nachten.
Het
dorpje lijkt te draaien om de belangrijke Oyamazumi Shrine, die
bewaren we voor later, want er is net een kleine micro-brouwerij
geopend. Een jong stel uit Osaka heeft de stap gewaagd en het ziet er
leuk uit. Ze brouwen o.a. een licht bier met toevoeging van het
speciale citrusfruit. Lekker en de sfeer is prima in de
huiskamerachtige bar. De lokale fotoclub van de junior highschool
komt langs, we blijken gewilde foto-objecten. Als we ze mee nemen
naar de boot wordt het helemaal leuk. Ze zijn zo enthousiast en we
gaan met z'n vieren op 100 manieren op de foto, op de boot, zonder
boot, serieus, gek. Ze steken ons aan en wij maken ook 100 foto's van
hen. We staan nog helemaal te glimmen als we gaan koken en dan komen
ze terug, ze hebben de leukste foto van ons vieren afgedrukt voor ons
allemaal. Ze staan met z'n vijven op de kant te buigen en te
bedanken. Daar zijn wij dan weer even stil van.
We
lopen 2 dagen lang wat af op Omishima, door de blauwe regen
pergola's, door het bos via een sashimi lunch naar de onsen en de
micro-brouwerij, naar de tempel, naar het samoerai-wapenmuseum en de
micro-brouwerij, nu met een tv ploeg van de lokale omroep. We
ontmoeten er mede zeilers waar we een biertje mee drinken. We blijken
naar hetzelfde restaurant te gaan en gaan samen. Ze bestellen de hele
avond voor ons hapjes van de Japanse kaart, zowel voor als achter de
toonbank heeft iedereen er veel lol in. We ontmoeten Zander, een
leuke gast uit Vancouver die de fietsroute volgt, hij gaat nog even
naar de micro-brouwerij, maar wij gaan naar de boot. Wijsheid komt
met de jaren ;-)
Van
Omishima naar Kure hebben we een pittige wind op kop. Maar als we om
het eiland heen zijn kunnen we eindelijk een paar uur zeilen. Een
beetje overtuigd maar met een prima snelheid scheuren we door het
water. In Kure is het Yamamoto Maritiem museum en één over
onderzeeboten. Het is er erg druk, maar ook interessant. Hier
ontkomen we niet aan de beelden van de tweede wereldoorlog, Kure was
een belangrijke scheepswerf in die tijd. Zwaar gebombardeerd aan het
eind en daarna weer actief in de ontmanteling van schepen. Tijdens de
Amerikaanse bezetting betrokken in scheepsbouw voor de Koreaanse
oorlog. Nu worden er o.a. schepen en onderzeeërs gebouwd voor de defensie
van Japan. Als we het goed begrijpen zijn er overeenkomsten dat Japan
alleen defensief materieel mag maken.
Het
lijkt een opmaat voor onze volgende stop: Hiroshima. We zijn er met
het bloemen festival, wat samenvalt met "Boys Day" nu “kinderdag” genoemd op 5 mei. De binnenstad is afgezet en het is druk!
We
gaan eerst naar het A-bom museum, de atoombom die op 6 augustus 1945
in één klap een einde maakte aan het leven van 90.000 mensen en
voor het eind van het jaar was dat opgelopen tot 140.000. De
presentatie in het museum is indrukwekkend, van groot en algemeen tot
hartverscheurende persoonlijke herinneringen aan kinderen die zijn
omgekomen. Wat me bijzonder wrang trof was dat jaren na de bom
kinderen van een jaar of 10 plotseling overleden aan leukemie en een
aantal jaren later waren het jong volwassenen en nog een derde golf
van dertigers nog weer een paar jaar later. Dat naast alle andere
kanker en misvormingen, het leed van de Koreaanse dwangarbeiders die
er werkten, het is bijna niet te bevatten.
Al
snel na de bom begon de wederopbouw van de stad en onvermoeibaar
zetten bewoners zich nog steeds in voor een kernwapenvrije wereld.
Nooit meer een A bom! Het is ingewikkeld, Japan was ten tijde van de
A-bom “de vijand” en veel mensen hebben onder andere in
Nederlands Indië geleden onder de bezetting. Rechtvaardigt dat
vernietiging op deze schaal? Als we hier rondlopen en op ons in laten
werken hoe desastreus het was, hoe groot het gebied was, hoe
onmenselijk oorlog is.......
We
laten het bezinken bij een kop koffie en gaan dan naar de optocht van het
bloemenfestival. De inwoners van Hiroshima kiezen voor een
levenslustige houding. Het contrast is dan ook groot. We kijken met
enige verbazing naar de deelnemende groepen die allemaal een dans
ingestudeerd hebben. We zien het kinderdagverblijf, kinderen in de
schoolleeftijd, verschillende bedrijven, de oma's, de circusschool,
alles wat maar kan lopen doet mee in de dansoptocht. Soms een beetje
knullig, anderen met ingenieuze kostuums die in een handomdraai van
kleur wisselen. Dat is toch cultureel bepaald, wij zien de
havenwerkers uit Rotterdam of het personeel van de MegaMarkt niet zo
snel dansend in een optocht. Debra en Will hebben ook hun twijfels
over dansende Canadese bedrijven. Zo zien we weer een heel andere kant van
Japan.
Er
zijn overal eettentjes maar ons is aangeraden om een Okonomiyaki te
proberen als lunch. Op een bakplaat wordt een pannenkoek
uitgestreken, daarop een berg fijne kool, spekreepjes en iets anders,
vis, nog wat dingen die we niet snel thuis kunnen brengen, een rauw
ei. Het wordt omgedraaid, doorbakken en geserveerd met een soort
ketchup maar dan van soja. Je eet het met een soort spateltje of
stokjes. Vullend, dat is het zeker en niet duur, dus als backpacker
zou ik het wel weten. Het is grappig om het te zien, maar ons
favoriete eten zal het niet worden.
We
bezoeken nog de herdenkingsplaats voor de slachtoffers en de
duizenden origami kraanvogeltjes bij het kindermonument, allemaal in
één lijn met de de A-dome, een van de weinige gebouwen die niet
ingestort is bij de ontploffing en nu langzaam vergaat in de tijd.
Eromheen de activiteiten van het bloemenfestival, het leven gaat
door, het leven gaat door....
De
laatste dag vieren we de verjaardag van Debra met een bezoek aan
Miyajima. Een heilig eilandje vlakbij Hiroshima met de wereldberoemde
rode “drijvende” torii in het water die leidt naar de Itsukushima shrine. Er zijn geschriften uit de 6e eeuw
waarin de shrine al genoemd werd. In vroeger tijden moesten alle
stervelingen die de shrine wilden bezoeken aankomen over water onder
de torii door, maar gelukkig mogen we nu met een veerboot over. Ons
plan om met Tara deze tocht te maken valt letterlijk in het water
want er wordt veel regen voorspeld. We zijn in goed gezelschap, of in
ieder geval van veel gezelschap want het is er enorm druk. De Shrine
is zeer uitgebreid en alle vertrekken zijn boven het getijde water
gebouwd, als je komt varen lijkt ook de tempel op het water te
drijven. Vanaf het houten voorplein kijk je onder de rode tori door
en zie je pas hoe groot hij is. De palen zijn 10 meter in omtrek en
16 meter hoog! In het dorpje zijn verschillende tempels en shrines,
verbonden door straatjes met enorme souvenirwinkels en
eetgelegenheden. Tussen alle mensen door scharrelen de heilige
herten, als ze eten zien worden ze iets minder heilig en deinzen ze
er niet voor terug om dat hoe dan ook te bemachtigen. We eten de
lokale specialiteit:oesters, zo groot hebben we ze nog nooit gezien,
maar wel veilig op de eerste verdieping. Dan slaat het weer om en in
de stromende regen gaan we terug naar de boot.
De
dagen zijn voorbijgevlogen! Veel gezien, gepraat en fijn gehad samen.
De volgende keer misschien in Canada? Debra en Will gaan door naar
Kyoto en Tokyo. Wij vliegen noodgedwongen naar Zuid Korea voor 1 dag
om bij terugkomst – hopelijk – een nieuw toeristenvisum te
krijgen zodat we de Japanse tocht kunnen afmaken.