vrijdag 29 juni 2012

22-27 juni fietsen Morecambe-Bridlington

Op weg naar de bus begint het licht te regenen. Tegen de tijd dat we aan de andere kant van de baai in Morecambe aankomen giet het en waaien we van de boulevard. We wachten op de rest van onze fietsgroep in een klein cafetje. De eigenaar heeft het druk, vandaag is de dag dat de Olympische Fakkel door Morecambe en Lancaster komt. Iedereen schuilt in het cafe. Jeroen vertelde vorige week dat  de Fakkel in heel de UK maximaal 30 km van 90% van de bevolking komt. Onze hele reis zijn we de fakkel net misgelopen maar nu gaat het gebeuren. Ik heb medelijden met de rijen langs de kant: honderden schoolkinderen staan er (niet geheel vrijwillig?), een groepje zwaar gehandicapten in een rolstoel wordt ruim anderhalf uur van te voren in de kou en regen geparkeerd (mishandeling?), een groep peuters van het kinderdagverblijf in 10 buggy's (letterlijk zoetgehouden) en vele vele anderen wachten vol verwachting.

Als ik koffie bestel maakt de baas een opmerking over het weer, ik vertel hem dat wij vandaag de Way of the Roses kust tot kust fietstocht gaan beginnen. In een flits zie ik verrassing, ongeloof, bewondering en afgrijzen op zijn gezicht verschijnen. Dan komt het finale oordeel: "Mental" (gestoord) zegt hij uit de grond van zijn hart en doet een stap achteruit voor het geval het besmettelijk is. Als ik naar buiten kijk vind ik eigenlijk wel dat dit een kernachtige samenvatting is van het geheel, zowel onze fietstocht als de fakkeloptocht.
ons fietsgroepje deze week
Na wat vertaging door de optocht komt het busje met de fietsen en de rest van de groep. 4 vrienden van ons uit Australie en twee jonge vrouwen uit Nieuw Zeeland die al jaren in Londen werken. Pete is onze gids en verzorger deze week en opgewekt geeft hij ons instructies voor het eerste gedeelte van de tocht.
Het opgewekte gevoel duurt bij mij niet zo heel lang. Het is echt vreselijk slecht weer en "waterdicht"  lijkt een betrekkelijk begrip. In mijn hoofd gaat een stemmetje tekeer: wat een belachelijk idee om nu te fietsen, kunnen we niet in die bus, is er geen plan B, wie heeft dit bedacht en nog wat dingen die niet een blog passen, maar iedereen die Astrix en Obelix gelezen heeft weet hoe zo'n balonnetje eruit ziet. Als de Fakkel voorbij komt zie ik dat die zelfs in een bus zit inplaats van rondgelopen te worden! Dat maakt het er allemaal niet beter op. De lunch is echt het dieptepunt: een picknick, waar we een half uur op moeten wachten in de stromende regen. We staan met z'n achten onder een klein afdakje te kleumen, de thermoskan geeft koud water en er is echt geen plan B.
Dan gaan we de heuvels in van de Yorkshire Dales en is er zelfs geen ruimte meer voor gemopper in mijn hoofd. Alle aandacht gaat naar de volgende meter, de volgende ademhaling en mijn huurfiets komt af en toe een paar versnellingen tekort voor de steile beklimming: lopen naar boven dus.
De Yorkshire Dales

Dan gebeurt er iets wonderlijks, opeens is er rust in mijn hoofd. Acceptatie? Overgave? Mijn aandacht gaat naar buiten en ik geniet van de omgeving, de kleuren en geuren, zelfs de regen. Gelukkig heb ik nog 25 kilometer te gaan met dit gevoel. De weiden op de heuvels zijn omgeven door stenen muurtjes van gestapelde stenen zonder cement (dry stone walls) die eeuwen geleden gemaakt zijn. We hebben ze ook vanuit de auto gezien, maar dan lijken ze gewoon muurtjes en nu ik erlangs fiets zie ik hoe verschillend ze zijn. Sommigen zijn heel harmonisch, ze kloppen helemaal zonder opvulstukjes. Anderen zijn echt beginnersmuurtjes of juist heel precies met keurige rijtjes even grote stenen. Op de bovenkant ligt een randje platte stenen als een afwerkrandje. Ik zie steeds meer verschillen en verbeeld mij dat ik iets lees van de zielen van de mensen die ze gemaakt hebben. Honderden kilometers lang, duizenden kilometers lang. Wat een geduld en vakmanschap en hoeveel generaties hebben hier niet aan gewerkt. Het weer wordt steeds woester en ik ben dankbaar voor de wind in de rug (windkracht 8 en uitschieters naar 10) en ervaar met ontzag het natuurgeweld. De riviertjes om ons heen lopen steeds vaker ook over de weg, in de dalen fietsen we door de overlopende riviertjes heen. De dieren schuilen achter de muurtjes, kont in de wind, lammeren en kalfjes tussen moeders voorpoten.
Net als ik voel dat er haarscheurtjes komen in mijn verlichte staat waardoor wind en regen alsnog naar binnen sijpelen, staan we boven op een heuvel met alleen nog de afdaling naar Settle. Het B&B waar we logeren verandert in een poel druipende kleren als we binnen zijn, maar we zijn er!
Later op het nieuws zien we waar we doorheen gegaaan zijn: 100 ml water in 24 uur, overstromende rivieren, 450 huizen ondergelopen....
De Yorkshire Wolds

De 4 dagen erna fietsen we heerlijk (droog!) via York naar Bridlington aan de Noordzeekust. 275 km in totaal. Door de Yorkshire Dales, heuvelachtig met veel schapen en vee en dus die mooie muurtjes. De prachtige stad York en Fountains Abbey, de laatste is verwoest door Henry de 8e maar de ruines zijn erg indrukwekkend. York is tijdens de Romeinse tijd zo belangrijk dat Constantijn (klopt, die van Constantinopel) er tot 5e Romeinse keizer gekroond wordt. Ook begrijpen we dat in 1066 de slag bij Fulford (Noorman Harold tegen zijn broer), bij Stamford Bridge (Engelsen tegen de Noormannen) en bij Hastings (Engelsen tegen de Fransen) binnen een tijdsbestek van een maand zich afgespeeld hebben. De Engelsen liepen met meer dan 10.000 man de bijna 1.000 km heen en weer in minder dan een maand. Geen wonder dat ze bij Hastings verloren.
Dan door de Yorkshire Wolds, glooiend open landschap met veel landbouw, hier en daar bos en veel welvarender dan de Dales. Als laatste de krijtrotsen van de kust en de Noordzee.
De eindstreep van de Way of the Roses

We hebben heerlijk gefietst, gezellig in de groep en veel gezien. Helemaal bijgetankd gaan we weer naar ons boothuis.

Jacomine

donderdag 21 juni 2012

16-21 juni Whitehaven-Lancaster

Whitehaven was ooit de haven die de wijde omgeving van kolen voorzag, inclusief 80% van de kolen toevoer voor Ierland. De mijnen gingen diep het land in en liepen ook onder de zeespiegel. Zwaar en gevaarlijk werk waar heel Whitehaven zijn boterham aan verdiende. De mijnen zijn gesloten eind jaren '80 van de vorige eeuw en nu probeert het stadje te profiteren van de toeristen en de ligging aan de westkant van het populaire Lakedistrict.
De oude havens zijn omgevormd tot marina en nog een paar vissersboten. Het stadje ligt mooi tussen twee hogere gedeeltes in en komt verzorgd over. We zijn in Engeland: hanging baskets, overal bloemen en bordjes waarop staat wat je wel maar vooral ook niet moet of mag doen en dat de eigenaar nergens voor aansprakelijk is.

Een auto huren op zondag blijkt onmogelijk, maar wandelen niet. We lopen met Jeroen naar St Bee's Head, een puntje rots wat net ten zuiden van Whitehaven ligt. In afwachting van de bus naar huis even in de locale pub: een waar familiegebeuren vindt daar plaats. Twee dames van mijn leeftijd en tweemaal mijn omvang hangen in een hoekje, een klein meisje hangt in een een rolloopwagentje en de moeder ertegenover op de bank. Zoonlief staat achter de bar, de enorme tatouages zijn omgekeerd evenredig met de snelheid waarmee hij reageert op onze bestelling. Pa geeft commentaar vanaf de zijlijn. Later blijkt de "moeder" van het kleintje de oma te zijn, want haar dochter van 17 heeft zich inmiddels over haar dochterje ontfermd. We trekken ons terug in de beergarden om de familie hun zondag-gevoel te laten.
's Avonds eten we in de Waterfront, een pub aan de haven uiteraard. Er komt live music en een half uur later stroomt het vol met dames van alle leeftijden op hoge hakken en in cocktail jurkjes, kleurig, bloot en kort. Terwijl de thermometer rond de 10 graden is blijven steken. De heren zijn ook goed gekleed en wij vallen een beetje uit de toon. Optutten is gebruikelijk op zondag wordt ons verteld, dus er is nog hoop voor al mijn cocktailjurkjes in het vooronder.
De band is erg goed - rock uit de jaren '60 en '70, al halen de bandleden de 18 jaar maar net – en de sfeer is dito. We raken in gesprek met een Engels stel en dat is een grappige ontmoeting. Roel zal daar later nog eens over schrijven. Ik leer Engels drinken: een fles wijn schenk je uit in 2! glazen en als je water vraagt krijg je met moeite een half glaasje. Het is maar goed dat de taxi ons bijtijds ophaalt.
De volgende dag zeilen we naar Lancaster en is het voor ons alledrie prettig dat er niet te veel wind staat..... Dinsdag gaat Jeroen weer naar huis.

We huren een auto en woensdag verkennen we het Lake district. Ook hier heeft de ijstijd 10.000 jaar geleden het landschap gevormd. Hoge heuvels/bergen en daartussen prachtige meren. De heuvels zijn vrijwel kaal op mos en gras na, in de dalen volop bomen en struiken. Het is ongelofelijk mooi! Sommige dorpjes zijn erg toeristisch, maar het kost weinig moeite om daarvan weg te komen. We rijden over de Kirkstonepas en daarna langs meer na meer. De ah en oh's klinken alom. De wegen zijn erg smal en Roel maakt dankbaar gebruik van een nieuw instrument: de samengeknepen billen indicator, voor als we te dicht aan de linkerkant van de weg komen.

We fietsen op de vouwfietsjes door de mooie Newlands Valley (gaat net!) en aan het eind van de dag de grootste verrassing: Castlerigg Stone Cirkel. Een Stonehenge van het Noorden. Op een ronde heuvel staat een ring van enorme stenen, 4.500 jaar geleden gemaakt. Om de heuvel, aan alle zijden dalen en dan een ring van hoge heuvels. Het is alsof de stenen zich herhalen in de heuvels erom heen. Het is een magische plek, zo bijzonder en de ondergaande zon versterkt dat gevoel. Het is 20 juni en zonnewende, de eerste mensen komen om de nacht door te brengen op de heuvel. Dat gaat ons wat ver, maar als ik er nu over schrijf ervaar ik weer dat hele bijzondere gevoel van deze prachtige plek.
Vandaag regen en storm dus we doen het even rustig aan. Morgen ook regen en storm maar dan gaan we fietsen en de komende dagen zijn we onderweg naar de andere kant van Engeland.
foto's volgen later.
Groetjes Jacomine

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

woensdag 20 juni 2012

6-15 juni laatste stukje Schotland

De pilot van de Schotse Westkust is net een schatkist. De laatste ijstijd heeft in haar terugtrekkende beweging alles vermalen wat er op haar pad kwam, alleen wat te hard was bleef liggen. Alsof er met een grove kam doorheen gekamd is. Het water vulde de gaten en het resultaat is – nu nog steeds – een prachtig landschap.
Eilanden, honderden ankerplekjes, baaien en langerekte lochs diep het land in. Ik proef de Celtische namen: Sailean Mor – goede beschutting bij alle winden; Loch Droma na Buidhe – perfect beschutte ankerplek; Kilchoan – aantrekkelijk dorpje aan de zuid kant van Ardnamurchan schiereiland. En dan zijn we nog niet verder dan het eiland Mull. Hier missen we de week, die we later weg gegaan zijn uit Nederland. We kunnen maar een paar van deze juweeltjes zien.

We genieten van de tocht van Loch Linnhe richting het eiland Mull, waar we liggen in Tobermory. Een mooie plaats met gekleurde huizen op de kade aan de baai. We lopen naar de vuurtoren, onze eerste zomerse dag in korte broek en shirtje. Lunchen in het Western Isles hotel, oude Engelse chic hoog op de heuvel met uitzicht over de baai en onze eigen boot.
De nacht liggen we voor anker in Loch Droma na Buidhe. Erg beschut en dat is niet voor niets, want er komt een klap wind over van een lage drukgebied. Ons nieuwe anker houdt zich goed, maar we zetten het ankeralarm en gaan er 's nachts toch een paar keer uit om te kijken of we nog vastliggen.
Op naar het zuiden: Loch Aline, wat loodrecht het land in loopt. Aan het eind staat wel een sprookjeskasteel, maar de locale pub is (te) ver lopen. Het loch is een kraamkamer voor duizenden kwallen en we verwonderen ons over de kleuren, de soorten en de elegante manier van voortbewegen. Ook scharrelen we voor onszelf een maaltje mosselen bij elkaar.
Een heerlijke dag zeilen we naar Crinan, waar we het kanaal ingaan door de hals van het schiereiland Kintyre. De 15 sluizen én sluisdeuren uit de 18e eeuw worden nog met mankracht bediend. Waar het kan, helpen we een handje mee, weer een rondje fitness en het wordt erg op prijs gesteld.
Links Arran, rechts Forth of Clyde
Het verhaal gaat dat de Vikingen rond 1095 van de toenmalige Schotse koning al het land mochten hebben waar zij met hun schip om heen konden. Magnus Barefoot liet zich op zijn schip door de hals van Kintyre trekken en voegde zo het waardevolle eiland toe aan zijn rijk. Dat waren nog eens tijden en ik zie het voor mij als we er varen.
We varen Loch Fyne op en ankeren een nacht in Tarbert, een visserplaatsje op Kintyre. Bij het ophalen zit er een oude krabbenkooi om het anker – lagen we vannacht wel goed vast? Het zit vol zeeleven, net een kunstwerk, maar het gaat direct terug naar de bodem want de rotsen komen wel erg dichtbij.
Top van Holy Island met uitzicht op Arran
We hebben behoefte aan een paar dagen op dezelfde plaats en dat wordt het eiland Arran. We ankeren in de baai naast het kleine Holy Island, eigendom van een Tibetaanse gemeenschap maar wel voor iedereen toegankelijk. Op Holy Island staat maar 1 heuvel, 320 meter hoog met 1 pad, dat is goed te doen. We lopen met het mooie weer mee en als we boven zijn hebben we een prachtig uitzicht over Arran aan de ene kant en de Fyrth of Clyde aan de andere kant.
Flora, een vriendin van Anouk, studeert in Glasgow en komt een dag naar ons toe in Brodick. Erg gezellig en we bezoeken het jachtkasteel van de Dukes of Hamilton. Een kasteel met een doorleefd interieur, waar je je zo thuis zou kunnen voelen. De tuinen zijn prachtig en vol voorjaars- en vroege zomerbloemen.
de eerste orchidee op Holy Island

Echt een weekje vakantie was dit....nu krijgen we ander weer. Een "unseasonable low" is een beleefde Engelse manier om te zeggen dat er een herfststorm aankomt. We zeilen net voor de storm naar Portpatrick, het uiterste zuidwest-puntje van Schotland en belanden in een piepklein haventje zonder voorzieningen en wel een enorm tijverschil. De paar boten die erin passen liggen langs een hoge kade aan lange lijnen. Met eb staan de lijnen strak, met vloed drijven we alle kanten op. Van de buren krijgen we nog wat extra tips, want vanaf een laddertje in de kademuur 2 boten een paar meter naar je toetrekken bij windkracht 8 is niet echt gemakkelijk.
In de pub brandt een haardvuur en is het erg gezellig, niemand heeft haast vandaag.

We hebben ons wel in de nesten gewerkt. Jeroen komt een weekend langs en we worden de zaterdag in Whitehaven verwacht. Maar met deze storm en de waarschuwingen die we van de kustwacht ieder uur binnenkrijgen zit dat er niet in. Totdat we eindelijk weer eens een fatsoenlijke internetverbinding hebben en zien dat het oog van de depressie – met minder wind – juist die nacht onze route over de Ierse zee passeert. We besluiten alsnog te gaan varen, al geeft dat bij alle ''severe gale warnings'' en de verwonderde blikken van de mede-zeilers wel een dubbel gevoel. Het gaat prima, we kunnen diverse malen oefenen in het aanpassen van de hoeveelheid zeil die we voeren (reven) en gelukkig is de golfhoogte beperkt. Want op zich is veel wind niet zo erg, zolang je maar de hoeveelheid zeil op tijd aanpast. Maar al te vaak is de golfhoogte het probleem, want boot (en wijzelf) moeten iedere golf op en weer af en dan lijkt het meer op een hobbelpaard.
Zeer vroeg in de morgen en in de stromende regen varen we het dok in Whitehaven binnen. Slapen!

Jacomine en Roel

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

donderdag 7 juni 2012

5 juni Glen Coe

Ons plan om drie dagen de West Highland Way te lopen wordt om zeep geholpen door een vakantieweek in de UK, het prachtige weer en onze gebrekkige planning ver vooruit: er is geen accomodatie meer te krijgen! Het kost mij even om te hergroeperen (chagerijnig) én we willen toch iets proeven van dit gebied. Vroeg met de bus naar Glen Coe dus, een rivierdal omzoomd door indrukwekkende bergen en in de winter ook een skigebied. Hier en daar ligt nog sneeuw. De bergen worden Munro's genoemd als ze boven de 3.000 voet (900 meter) zijn. Er zijn er 100 in Schotland en 40 daarvan liggen in de omgeving van Glen Coe. Een populair tijdverdrijf is hier Munro bagging, het 'verzamelen' van beklommen munro's. Als ze niet te ver uit elkaar liggen kan je er twee of zelfs drie op één dag lopen. Als je Schot bent tenminste. Er zijn websites waar je publiekelijk bij kunt houden hoever je bent, anderen doen het voor zichzelf. De enthousiastelingen tellen hoe vaak ze alle honderd gelopen hebben.
Glen Coe
Een “moderate hill walk” is met dit referentie kader iets heel anders dan wat wij een gemiddelde heuvel wandeling zouden noemen, in Rotterdam vinden we de Erasmusbrug al steil. De meeste munro's heten toch wel moderate.......

Van het visitorcentre krijgen wij uitleg: er is een makkelijk pukkeltje in het landschap wat goed te doen moet zijn, of willen we liever iets met echte hoogte? Nee, doet u ons dat pukkeltje maar,
de Pap of Glen Coe is nog altijd 743 meter hoog en dat lijkt ons wel wat voor een eerste dag.
Uitzicht over Loch Leven in westelijke richting
We hebben 2 gps'en, een kompas, een zeer getailleerde kaart én een routebeschrijving naar de top. Het weerhoudt ons er niet van om toch het verkeerde pad te kiezen en na dik een uur vragen we ons af waar het steile stuk toch gaat beginnen. De pukkel ligt dan schuin achter ons, we lopen erom heen. Gelukkig lopen we in Schotland en als het niet uitmaakt waar je uitkomt, maakt het ook niet uit waar je loopt. Het is namelijk een prachtige wandeling hoog boven Loch Leven met geweldig uitzicht en heerlijk weer.

Na drie uur zijn we terug bij het begin en de bus gaat nog lang niet terug, dus we lopen ook nog een stuk van de wandeling naar de top. En dat is STEIL! Na 1/3 zijn we al veel hoger dan de wandeling hiervoor en aardig wat zweetdruppeltjes verder. Ik merk aan alles dat mijn wortels op of onder zeeniveau liggen en vind het knap (in)spannend. Een vader en zijn 9 jarige dochter zijn 'even' naar de top geweest en lopen zonder 1 zweetdruppel weer naar beneden. Bemoedigend zegt hij dat het nog heel lang daglicht is (tot 11 uur 's avonds) en dat het wel meevalt. Alleen naar de col toe is het even steil, dan om de top heenlopen, het laatste stuk is wel erg steil en je moet goed uitkijken waar je loopt met losse stenen en zonder duidelijk pad. Hij ziet ons er wel toe in staat.
Rodondendrons in overvloed

Wij laten het allemaal even op ons inwerken en besluiten toch maar naar beneden te lopen. Dat gaat dan weer erg goed en we zijn er zo. We hebben duidelijk meer talent voor varen dan voor bergwandelen. Als we over Loch Leven kijken en we zien de bootjes voor anker liggen, zeggen we tegen elkaar “daar hadden wij ook kunnen liggen...” Ik denk dat we morgen weer varen.

Jacomine






woensdag 6 juni 2012

30 mei - 5 juni 2012 Caledonian Canal



De zeesluis bij Inverness in totaal 9 sluizen
Altijd een hele overgang van zee naar binnenwater, al scheelt het maar één sluis. Is de zee vooral ruig en wijds, binnenwater is veel gemoedelijker. Zelfs de natuur op binnenwater loopt 3 tot 4 weken voor ten opzichte van de kust. We moeten wel lachen om de Schotten, 13 graden is ''a warm day'' en 17 graden is ''to hot to walk''. Het is maar net wat je referentiekader is. Wij kennen Schotland vooral van wandelingen met Jeroen in zijn Edinburgh-tijd. Meerdere malen beklommen we kale heuvels – de Schotten zelf noemen het bergen – die in de 18e eeuw zorgvuldig door de mensheid ontbost zijn en wat sindsdien door schapen cq herten in stand gehouden wordt. Langs het kanaal is het anders en waar je zou verwachten dat de natuur door het klimaat wat gematigd is, is het tegenovergestelde het geval. Het lijkt wel of de natuur in een paar maanden wil doen, waar in Nederland de gehele lente en de zomer voor gebruikt wordt. Je ziet het groeien en het woekert flink, mede omdat de wind af en toe flink huishoudt en een deel der bomen zich – al dan niet levend – in horizontale positie bevindt. Een bijzondere rol is weggelegd voor de rhodondendron. Deze van oorsprong uitheemse plant doet het hier in het wild heel goed en bloeit volop en dan moet je niet denken aan die mooie bolletjes zoals we die in Nederland kennen. De echte natuurliefhebber is er niet zo blij mee, we zullen ze de tip aan de hand doen om feuten bij wijze van ontgroening Rhodondrendons te laten trekken in plaats van prunussen.
Tara voor anker bij Dores op Loch Ness

In 8 dagen passeren we het kanaal, onderweg genietend van zowel een enkel stadje, een kasteel of ruïne en mooie ankerplekken en pontoons. We wandelen steeds grotere afstanden en laten de rust en het ruige landschap over ons komen. Het weer blijft op onze hand, tot nu toe nog geen dag met regen, mist of storm! We hebben zelfs het eerste kampvuur met 2 andere Schotse boten. Het vuur is dan wel vele malen groter, de sfeer is zoals we die kennen van de Grevelingen en nodige consumpties doen de rest. Diep in de nacht komt een Schot in plat dialect tot de opmerkelijke conclusie dat Schotland voor de slag bij Culloden in 1746 – waar de Engelsen onder aanvoering van onze koning Willem I op bloedige wijze een einde maakten aan de Schotse ambities op zelfstandigheid - niet zoveel verschilde van het huidige Afganistan. Tijd om te gaan slapen.

Urquhart Castle, verwoest na de slag bij Culloden 1746
Ook onze emotionale roller coaster raast verder. Het afwerken van allerlei lijstjes in maart en april hebben we snel afgeleerd en we denken met veel plezier terug aan alle contacten, bezoeken, diners en het afscheid zelf. We komen in een nieuwe fase en zijn nog zoekende. Enerzijds omdat blijkt dat er te veel bijzondere en mooie dingen zijn, of misschien wel dat we te veel leuk vinden. We komen dus nog steeds tijd tekort! Anderzijds ook omdat we de balans zoeken tussen het hier en nu en het voorbereiden van wat we de komende weken gaan doen. Dat komt natuurlijk mede omdat de informatie beperkt is. Wifi is schaars, slecht en duur of zijn wij er meer aan verslaafd dan we willen toegeven. De Lonely Plannets houden nauwelijks rekening met boaties en de Engelse watersportalmanakken beperken zich strikt tot vaaraanwijzingen en verlagen zich niet tot toeristische tips. We moeten nog even het juiste gevoel hiervoor ontwikkelen en onze eigen weg hierin bepalen. En in de tussentijd varen we door prachtig Schotland met prima voorzieningen en zeer vriendelijke mensen.
Voorjaar in Schotland
De boot houdt zich prima, al merken we wel dat we de laatste 2 jaar veel veranderd hebben. Kinderziektes, op zijn minst omdat we zelf merken dat het tijd kost om informatie op te nemen en vooral vast te houden. En we hebben niet veel aandacht geschonken aan het lopende onderhoud. Tijd dus om de normale routine weer op te pakken en de kitspuit weer af en toe ter hand te nemen.
Roel

zondag 3 juni 2012

30 mei Findhorn

Vandaag ga ik alleen op stap naar Findhorn, een klein plaatsje iets ten oosten van Inverness. Te ondiep om in te varen, maar met de trein en fiets kom ik er ook.

Ik ga naar de Findhorn Community, een spirituele gemeenschap die 50 jaar geleden gestart is door Eileen en Peter Caddy en Dorothy Maclean. Ik heb verschillende keren over Findhorn gelezen en ben nieuwsgierig hoe het er is. Door de Findhorn community lopen drie "rode draden": liefde en bewustzijn in wat je doet in het gewone dagelijkse leven, positieve kijk op het leven/de toekomst en leven in evenwicht met de natuur. De oprichters hebben zich in de loop van de jaren meer en meer teruggetrokken en zo heeft de gemeenschap haar eigen voortbestaan verder opgebouwd onafhankelijk van de initiatiefnemers. Er wonen zo'n 400 mensen en jaarlijks komen er duizenden mensen op bezoek. Voor een dag, zoals ik, of voor langere tijd. Er zijn cursussen, workshops etc. Tot zover de introductie.

Ik fiets langs de droogvallende Findhornbay, het is heerlijk weer en de natuur is geweldig mooi. Voor mij uit jogt een vrouw met rugzak op. Ik maak een praatje en ze blijkt al 12 jaar in de Findhorn Community te wonen. De rest van de weg gaan we samen op en praten we over haar leven in Findhorn en mijn leven op de boot. Het toeval wil dat ze Nederlandse is (dat schept een band) en we hebben een fijn gesprek. Een goed begin!

Als ik aankom en oppervlakkig kijk, zie ik een stacaravanpark met daarom heen wat huizen. Als ik eerlijk ben had ik iets anders verwacht, iets meer gepolijst. Het neemt even tijd om daar doorheen te kijken. De tijd tot de rondleiding breng ik door op het park. Tussen de huizen zijn mooie stille plekken, bomen of stenen in cirkels. Mensen zijn de maat en niet de auto's. Overal bloemen en vogels. Tijdens een koffie op het terras zitten er twee merels, een roodborst en een vinkje vlakbij me aan de rand van het vijvertje. Moeilijker in woorden uit te drukken is hoe het voelt om daar te zijn. Alles, de mensen in de eerste plaats, maar ook de omgeving stralen rust en openheid uit. Ik voel mij welkom en ontspannen.

's Middags bezoek ik met een groepje de openbare gebouwen die de verschillende bewoners door de jaren heen gebouwd hebben. Architecten, kunstenaars en idealisten hebben samen, in een organisch proces, mooie ruimtes gemaakt. Om te mediteren, zingen, dansen, kunst te maken en samen te eten. We zitten in de Taizé ruimte waar 's morgens vroeg gezongen wordt. Een soort “Hobbit” achtig huis met een prachtige regenboog vloer en allemaal natuurlijke materialen uit de omgeving. Het nodigt uit om afstand te nemen en stil te zijn, of te zingen.
Op het Field of Dreams mogen huizen gebouwd worden en de bewoners worden uitgenodigd om zo creatief en duurzaam mogelijk te bouwen. Er is een huis wat per jaar 60 pond uitgeeft aan stookkosten en er zijn huizen gemaakt van enorme oude Whiskeyvaten. Het park heeft twee windmolens gebouwd en is vrijwel zelfvoorzienend in zijn energiebehoefte. Er is een “livingmachine” die van rioolwater energie maakt en die de openbare ruimtes en een tiental huizen verwarmd. Ze verbouwen zoveel mogelijk hun eigen eten en er zijn tal van kleine bedrijfjes ontstaan. De totale energie behoefte van de Findhorn cummunity is de helft van een vergelijkbaar dorp in England.

Misschien is deze combinatie wel zo indrukwekkend. De liefde waarmee alles bedacht en gedaan wordt en het innovatieve karakter. Er is veel ruimte om te experimenteren, het is niet “af”.
Dat blijkt ook uit de ruimte die mensen krijgen om op hun eigen manier invulling te geven aan hoe ze een bijdrage willen leveren. Sommigen leven en werken in en voor de community (en dat is meer dan 40 uur per week), krijgen onderdak en eten en een toelage van 200 pond per maand. Sommigen wonen op of om het park in de dorpjes, hebben een baan en doen mee met de activiteiten en werkzaamheden binnen de community. Weer anderen leven elders en komen voor enkele weken per jaar om te werken en deel te nemen aan de community.

Ieder wordt gevraagd om op zijn eigen manier invulling te geven aan de waarden waar Findhorn voor staat. “Be the change you want to see in the world”. Wees zelf de verandering die je in de wereld zou willen zien. De uitspraak is van Ghandi en ik ervaar het hier om mij heen. Ik mijn eigen leven is er nog werk te doen op dit vlak. Ik neem een boekje mee met 365 meditaties/stukjes in de hoop dat ik iets kan laten groeien van wat ik vandaag ervaren heb.

Jacomine

voor wie meer wil weten: www.findhorn.org