dinsdag 28 april 2020

Eilandjes varen Baja California - april

Het was een productieve ochtend: brood gebakken, yoghurt gemaakt, hummus en croutons gemaakt voor de lunch met Griekse salade en het versgebakken brood. Zelfs na 2,5 week onderweg hebben we nog ruim voldoende vers eten. Intussen zeilt Roel van het ene mooie baaitje naar het andere mooie baaitje! Het uitroepteken is van pure vreugde, omdat we hier meestal op de motor varen. De heersende wind is noord tot noordwest – en daar willen we naar toe - maar meestal is er helemaal geen wind. Vandaag net genoeg wind uit het noordwest om te kunnen kruisen en voor een mijl of 10 is dat heerlijk.
Ik houd de productieve stand nog even vast om een blog te schrijven over ons toch wat geïsoleerde leven aan boord.

Espirito Santo, het onbewoonde prachtige eiland waar we eerder waren, is inmiddels afgesloten. Het is een natuurreservaat met parkwachters, dus ze kunnen het landelijke verbod handhaven. Op de onbewoonde eilanden meer noordelijk – ook natuurreservaat, maar zonder parkwachters – mogen we nog wel liggen. Alhoewel, soms is het een zegen als je niet alles kunt begrijpen wat ze over de marifoon zeggen in het Spaans, want dan zou het kunnen dat ze bedoelen dat je ook daar niet aan land mag.... Aangezien er niemand woont en alle medezeilers afstand van elkaar houden, gaan we minstens 1x per dag van boord om te lopen. Onze binnenruimte van bed tot buitentrap is 4,5 meter lang en 50 cm breed, te weinig om dat lopen te noemen, dus zonder 'buitenruimte' zou isolatie echt behelpen zijn.
Alle zeilers zijn voorzichtig om de bewegingsruimte die we hebben niet kwijt te raken. We blijven weg uit dorpjes waar we niet welkom zijn en houden ons aan de regels voor afstand. Iedere ochtend is er een “netje”op de kortegolfzender met informatie en weer. De Amerikaanse zeilers zijn er echt heel goed in om dat gestructureerd en gedisciplineerd te doen. Alle vragen gaan over waar kan je nog naar toe, waar je boodschappen kan doen, welke havens zijn open of dicht. Het houdt ons allemaal bezig. De Amerikanen die normaal gesproken terug gaan voor de zomer zitten in een lastig parket, de situatie is daar wat Corona betreft veel slechter dan hier in dit gedeelte van Mexico. Ook wij zijn bezig met wat te doen als het orkaan-seizoen in juni start en Tara op de kant staat. Komt tijd, komt raad.

De natuur is onveranderlijk mooi om ons heen. Op sommige eilanden ontstaat een lagune achter een rug van grind, zoals op Isla San Jose het Amortejada lagoon. We varen erin met de dinghy en komen in een uitgestrekt mangrove bos met talloze vissen in het ondiepe water en langs de kant witte en gekleurde reigers, enkele ibissen en tal van kleinere vogels. Een van de reigers lijkt een paringsdans te doen, maar er is geen soortgenoot. Het blijkt een aanbiddingsdans voor de vissen, want na iedere dans wordt er flink geschrokt.

De afgelopen dagen lagen we alleen in de meest mooie, afgelegen baaitjes die je je in kunt denken. Langs dit stuk van de kust van Baja California ligt de bergrug van de Sierra de la Gigante, prachtige hoge bergen met allemaal verschillende lagen en kleuren. Ook de baaien zijn omgeven door hoge rotsen. Het lijkt alsof de steenlagen een eigen karakter hebben. In de Los Gatos baai zijn de rotsen diep donker rood en op de waterlijn afgesleten in vloeiende bolle ronde vormen, hoger uitgehold door
regen en zon tot mooie sculpturen. In Ballena baai zijn de rotsen torenhoog in verschillende kleuren. Witte kalksteen lagen, grijze rots, hard en onbuigzaam, groenige rots in strakke pilaren tegen elkaar geklemd, bovenop rode rotsen in hoekige kantelen. Op de waterlijn zijn er interessante rotsholen ontstaan, in het dak meestal sporen van water, iets moet dan wijken. Aan de voet liggen reusachtige stenen die naar beneden gevallen zijn en stranden van grof grind in een eeuwigdurende beweging van erosie en de vorming van nieuwe lagen. Op het strand staat een eenzaam palmboompje, eerder zagen we bij de verspreid liggende Rancho's langs de kust ook al palmbomen staan. Verder is de natuur nog steeds ruig en woestijnachtig. We lopen tussen de rotsen en cactussen met wandelstokken in de hoop de ratelslangen op afstand te houden door het geluid en de spinnenwebben van de Black Widows weg te halen voor we erdoor lopen. We hebben beiden nog niet gezien, dus het werkt.

Natuurlijk vragen we ons af of we last hebben van het Stockholmsyndroom. Gegijzeld in de woestijn en er steeds meer van gaan houden.....

Aan boord werken we aan onze “nog te doen” lijstjes en gelukkig zijn die aardig geslonken de afgelopen weken. Roel komt eindelijk toe aan gitaarspelen wat al jaren op zijn lijstje staat. Hij oefent trouw iedere avond uit het boek “Leer je zelf gitaar spelen in 10 lessen”, maar een leraar zou welkom zijn, zegt hijzelf. Onder aan ons lijstje bungelde al een poosje minder alcohol en nu onze sociale contacten tot een minimum beperkt zijn hebben we dat gelijk ingevoerd: 4 dagen per week niets, het bevalt goed. Ik ben aan het oefenen met een natuur journaal en probeer te tekenen wat we onderweg tegen komen, wat is dat moeilijk en tegelijk leuk om te doen.

Hebben we niet allemaal dit soort dingen, waar we ook zijn op dit moment? We lezen de boeken die al jaren naast ons bed liggen: “Hoe Proust je leven kan veranderen” en dat soort titels. Zonder internet lezen we altijd al veel, maar deze weken zijn we extra blij met onze stapel e-boeken. Ik lees van alles over Mexico, geschiedenis, politiek, narco-oorlog, indianen, wat ik maar kan vinden. Erg goed vond ik “Nacht van de Schreeuw” van Marjon van Royen.



Een vriend stuurde ons het “Log of the Sea of Cortez” van Jonh Steinbeck en Ed Ricketts. De eerste is schrijver en de laatste bioloog, met een verslag van hun boottocht in 1941 voor het verzamelen van alles wat leeft op de grens van water en land. Er gaat een wereld voor me open aan kleine diertjes en het is erg leuk om te lezen door alle gesprekken en overpeinzingen die erin voorkomen. Ook de beschrijvingen van Baja California uit die tijd zijn interessant. Heel afgelegen woonden hier en daar vissers en indianen aan zandwegen. Alleen La Paz was al een plaatsje met enige charme en ze doen veel baaien aan waar wij ook komen, niets is leuker dan daarover te lezen.

Nou ja, misschien zijn foto's wel het leukste een filmpje van de dansende reiger volgt zodra we weer in bewoond gebied zijn.

Bizarre rotsformaties en volle maan in Ensenada la Gallina, Espirito Santo




Espirito Santo, Caleta Partida. De Aloe plant gaat dood nadat hij gebloeid heeft. Hier de bloemknoppen en de zaaddozen van vorig jaar, ze groeie aan meters hoge stengels.



Het volgende eiland is Isla San Frnasisco, een prachtige baat waar we met zo'n 15 boten liggen na de sluiting van Espirito Santo. Er zijn moiie wandelingen, over een bergrug langs de baai. Een cactus staat al in bloei, met alle stadia van knop tot bloem tot vrucht.


Isla San Jose met het Amortejada Lagoon met de reigers, ibis (denk ik) en pelikanen. Op de punt van het eiland is San Isidro, voorheen een zoutwinning. De gebouwtjes en machines worden aan de natuur overgelaten. In het noorden is een Cardon Cactus bos, met enorme cactus bomen. Op de stranden zijn her en der viskampen, waar de vissers ovenachten als ze te ver van hun afzetgebied vissen. Ze zijn nu verlaten.




Los Gatos Baai, aan het schiereiland Baja California. De blikvanger hier zijn de rode rotsen en de krabben. De kale groene stengels die we eerder zagen heeft een bloem hier, net zo afwijkend als de plant zelf. Een cactus hug, maar héél voorzichtig ;-)


De rotsformaties van Ballena Baai. De hermemiet krabben en ik hebben dezelfde smaak voor schelpen, bijna alle torentjes die ik oppak hebben al een bewoner, deze is heel fotogeniek.




maandag 13 april 2020

Playa Bonanza paradijsje - maart

We liggen dagen alleen in de baai bij Playa Bonanza, aan de zuidoostkant van Espirito Santo. Het is zo mooi en ruig hier, dat je gewoon even vergeet dat de wereld op zijn kop staat. De baai heeft de vorm van een halve maan en langs de hele binnenkant is een prachtig wit strand. Heen en terug loop je twee uur, zo lang is het. Op de achtergrond links en rechts de gelaagde heuvels met rode en aardetinten en hun spaarzame begroeiing van cactussen en andere stekelige struiken in vele soorten en vormen. Tussen de heuvels is een pad naar de Gabriel baai aan andere kant van het eiland. We lopen volgens ons gidsje door het dichtst begroeide gedeelte van het eiland, voor woestijn begrippen dan. We zien bijzondere bomen. Helemaal kaal, geen blaadje te zien maar aan één van de takken bloeit dan opeens een bloem.
Of een bos gladde groene stengels, alsof de plant vergeten is de klus af te maken. De struiken en bomen zijn klein en de meesten zijn ruim voorzien van stekels om belagers op afstand te houden. Een ervan heeft een knap verdedigings- en verspreidingswapen. Een onooglijk klein plantje, wat op een onschuldig verdord graspolletje lijkt, maar zaadbolletjes heeft met aan alle kanten vlijmscherpe stekels met weerhaakjes. Bij voorkeur breken ze af in je voet, als je ze eraf plukt zitten ze aan je vingers en ook losmaken van je sokken is gevaarlijk werk. Je leert er snel van en we lopen met één oog op de grond om ze te omzeilen. We vragen ons af of later dit jaar, met de tropische regenbuien, alles ineens groen wordt en zal groeien en bloeien? Of de droge sloten die door het vlakke deel meanderen dan veranderen in snelstromende beken?

We lezen dat hier zwarte hazen zijn, ja, daar gaat er één. Ze zien ons echter altijd eerder en het zijn dan ook maar flitsen. Eentje is er nieuwsgierig en blijft achter een bosje naar ons zitten kijken, die gaat natuurlijk gelijk op de foto voor jullie, toch nog gelukt.
De doorgang van de ene baai naar de andere is 4 kilometer. In het midden is een soort zandvlakte met resten versteende koralen en oeroude schelpen, nu 20 meter boven de zee, ooit meters onder water! De Gabriel baai is erg ondiep, aan de oever, bij de droge rivier, groeit mangrove en het ziet er zwart van de fregat vogels. Aan de linkerkant van de baai zijn rotsen met een lagune erachter, een fregatvogel broedplaats. Ik zie een paar van de jonkies met nog veel wit in hun veren in de bomen zitten. In het het ondiepe water staan verschillende witte reigers te vissen.
We zitten op een hoger zandstrandje en zien een krab in zijn holletje. De zandkrabben maken tunnels in het zand, aan de buitenkant zie je alleen een rond gaatje in het zand. Deze was nog niet zover gekomen, dus we kunnen hem goed bekijken. Zo zien we iedere dag nieuwe dingen. Een egelvis die verdroogd op het strand ligt, later zien we ze ook vanuit de bijboot, levend en wel, door het ondiepe water scharrelen. De egelvissen zijn familie van de puffervissen, die zich op kunnen blazen. We zien zo'n stekelbolletje langs de boot drijven, duidelijk niet meer levend, dus die vissen we er even uit. Het lijkt op een grote witte tennisbal met een paar gele vlekjes en vol (giftige) stekels. Zou dit een jonkie zijn? Of een andere soort, hij is zo mooi wit. Het bekje lijkt wel op die van een vogel.
's Avonds zien we de zon ondergaan tussen de heuvels en lijkt het of de rode rotsen tot leven komen en gloeien in de laatste zonnestralen. Op een nacht hoor ik gemurmel om de boot en ga even kijken. Er zit een school vissen om de boot en er is luminescent plankton in het water, zo'n wonderlijk schouwspel. Ik zie de vissen niet, maar slechts de 'schaduw' van hun beweging in de vorm van oplichtend plankton. Er lijkt een belager in de buurt want soms schieten alle vissen tegelijk weg, als een vuurpijl die onderwater uiteenspat. Dan zwemmen ze weer rustig terug naar de boot met hun lange staarten van oplichtend water. De nachten zijn donker zonder maan, aan de hemel is het vuurwerk van miljoenen sterren te zien. Het voelt alsof we heel dichtbij zijn en tegelijkertijd lichtjaren overal vandaan zijn.

Onze twee weken zelf isolatie zijn voorbij en we gaan naar La Paz om vers eten, diesel en benzine te halen. Onderweg horen we dat de haven misschien wel dicht is/gaat. Gelijk zitten we in de Corona stress en varen direct door. We mogen er gelukkig nog in om te bevoorraden, maar ook hier gelden strenge maatregelen om verspreiding te voorkomen. Het is zo'n overgang van ons paradijselijke eiland naar de stad die zucht onder de beperkingen. Veel mensen krijgen niet betaald als ze niet werken en als ze wel werken krijgen ze ook al niet veel. De was mevrouw mag eigenlijk onze was niet meer doen, maar waar leeft ze dan van? We laten haar toch wassen en betalen haar ruim. Het is uitgestorven op de haven en in de straten. De supermarkt is goed gevuld en iedereen houdt afstand. De enige beperking is die op alcoholica, (3 flessen wijn of pakken bier p.p.) want de Mexicaanse regering heeft in haar wijsheid besloten dat het geen essentiële producten zijn, dus de productie is stilgelegd.We zijn benieuwd hoe dat zal uitpakken voor een uitgesproken bier-land als Mexico als dit maanden gaat duren.
Roel blijft op de boot, zo halveren we de kans op besmetting. Het bizarre is dat er volgens de cijfers nog nauwelijks Corona gevallen zijn in La Paz, maar het voelt toch "bedreigend" om er rond te lopen. We horen dit natuurlijk al weken van onze familie en vrienden en nu ervaren we het hier zelf. We zijn blij als we de volgende ochtend weer voor weken kunnen vertrekken. Alle mail van vrienden gelezen, de familie gesproken, de appjes gezien, gelukkig is iedereen nog gezond, of weer goed na Corona.

Met de beperkingen in acht genomen proberen we er het beste van te maken en we realiseren ons dat we geluk hebben om hier te zijn. We zijn dankbaar dat we in Mexico nog steeds rond mogen varen en verkennen nu een zeilgebied waar we anders niet toe gekomen waren......

We wensen jullie sterkte en lichtpuntjes.