donderdag 8 november 2012

Zeilen van Ayamonte naar Cadiz


"Wel leuk hoor dat blog van jullie, maar we lezen nooit iets over het zeilen. Hoe gaat dat nu?" waren een paar reacties. Wij denken altijd dat zeezeilen vrij saai is, je fietst sneller dan je zeilt en wie zit er nu op zo'n verhaal te wachten? In gesprekken komen we erachter dat wat voor ons gesneden koek is, voor anderen echt een andere wereld is. Dus voor de zeilers onder de bloglezers weinig nieuws, maar hier een indruk van wat er nu allemaal bij komt kijken, verweven met het verslag van de tocht van Ayamonte aan de grensrivier van Portugal en Spanje naar Cadiz, net voor de trechter van Gibraltar.

Bladzijde uit de pilot met de Baai van Cadiz
We beginnen altijd met de grote lijnen en we hanteren een planning voor de komende 6-8 weken. Die planning wordt vooral gevoed door de weersystemen: orkaanseizoen, regentijd, extreme warmte of koude e.d. worden vermeden. Nu zijn planningen er om af te wijken - en dat gebeurt ook regelmatig - maar het einddoel staat en de uitdaging is toch om zo af en toe weer een stukje op te schuiven op de kaart. In de basis zijn daarvoor 2 benaderingen: kleine stappen - lees: dagtochten - of grote stappen - een of meer dagen achter elkaar. Wat we ook in het verleden ervaren hebben, is dat het met dagtochten niet erg opschiet en dat het erg vermoeiend en onrustig is.
Dan volgt de stap welke plekken we wel en niet gaan bezoeken. Dat begint meestal met Lonely Plannets, internet, ''horen zeggen'' en ook de scheepvaartpilots geven sappig commentaar - sommigen met heerlijke droge Engelse humor - over zowel de bevaarbaarheid als de aantrekkelijkheid.
Hoe ver is het? Ayamonte - Cadiz is dik 60 mijl en we rekenen door ervaring wijs geworden nu met 3 varianten kwa snelheid: gemiddeld 5 mijl per uur, 6 mijl of 7 mijl. Dus dik 12 uur varen in de ''pessimistische'' variant, 10 uur in de ''realistische'' en 8,5 uur in de ''optimistische'' variant.
Hoe ziet de haven eruit waar we heen gaan, kunnen we 's nachts aanlopen, moeten we met hoog water naar binnen, of kan het altijd, hoe zit het met golfslag, swell, harde wind uit een bepaalde richting, ondieptes, boeien, meldplicht bij de verkeercentrale etc. Cadiz kunnen we altijd binnenvaren, het ligt in een baai, en er is wel ''veel'' commercieel verkeer (want als je Rotterdam een paar keer bent ingevaren, weet je pas echt wat ''veel'' is).
Kunnen we uit deze haven altijd weg? Ayamonte ligt aan een rivier, handig met afgaand tij en dus vertrekken we net na hoog water. 
De traditionele zeekaarten zijn inmiddels vervangen door electronische. Wij gebruiken zowel een plotter - TomTom's e.d. komen oorspronkelijk uit de scheepvaart - als kaarten op de PC.
Hoe ziet het traject eruit? Wat zijn uitvalshavens voor onderweg. Komen we langs een ankergebied voor grote schepen, langs fishfarms, door oefengebied van de marine, een windfarm, wordt er gewerkt, over een kabel op de bodem en is het water diep. Dat laatste is allemaal prettig, want dan zijn er waarschijnlijk geen visnetten en -potjes. 
Na zoveel tochten zonder wind is een ding duidelijk, we gaan alleen als er wind is. Dus we wachten tot de weerkaarten wind laten zien. De weerkaarten komen van internet en als dat niet lukt via onze eigen zend/ontvangstinstallatie. Nu we een cursus gevolgd hebben gebruiken we de zgn. Bracknell kaarten waarop de hoge en lage drukgebieden, isobaren en fronten te zien zijn. 

Bracknell weerkaart - slecht weer op komst

Een serie bestaat uit een analyse van de huidige situatie en +24, +36, +48 etc tot +120 uurs verwachtingen. Hieruit kunnen wij de windsterkte, windrichting en eventuele verstoringen door fronten destilleren. Grib-files zijn een tweede bron en eigenlijk een afgeleide van de Bracknells. Deze laatste kaarten zetten de drukverschillen om in windverwachtingen en die kan je dan als animatie afspelen. Dat is overigens niet altijd wat je krijgt, zoals ieder model is het een simplificatie van de werkelijkheid en laten ze gemakshalve de fronten, de overgang van zee naar land of de effecten van opwarming van het land maar even buiten beschouwing. En door extrapolatie geven ze meer details dan de Bracknells, schijnnauwkeurigheid dus. 

We volgen het weer eigenlijk altijd, omdat je dan pas goed ziet hoe snel het weer verandert, of er rare dingen in zitten of er veel wind op de oceaan geweest is, want dan heb je aan de Atlantische kust vaak meer of heel verwarde golfslag. Zondagavond/nacht wordt een prettige wind eerst windkracht 4 later 3 voorspeld, gaandeweg draaiend van west naar noordwest uit. We hebben vanaf 15 uur stroom mee op de rivier. 
Klaarmaken voor vertrek: accu's vol, water vol, diesel getankt, routine check van de motor en het schip, alles opgeruimd en vastgezet en de eerste maaltijden staan klaar. We varen uit met zon en wat bewolking aan de horizon, de wind is inderdaad 4, maar wel uit het zuidwesten. Op de motor varen we de rivier af en zetten alvast het grootzeil en later de grote genua erbij. Het eerste stuk op zee is lastig door grote aantallen vispotten, die zijn slecht te zien, het is vaak niet meer dan een klein drijvertje en een versleten vlaggetje, maar we willen ze liever niet in de schroef. Op zee is de beloofde windkracht 4 toch een dikke 5 uit zuidwesten en met een zuidoostelijke koers betekent dat voor ons halve wind. Dan is Tara op haar best, de snelheid ligt tussen de 7 en 8 knopen met uitschieters naar 9. De zee is bokkig, dat is jammer, want het verlaagt het comfort aanzienlijk, de bewegingen zijn schokkerig en vooral onverwacht. 


We vinden het heerlijk om weer eens te zeilen en sturen met de hand, want de krachten zijn voor de stuurautomaat te groot. Die kan alleen aan het werk als we reven (zeil minderen), maar dat gaat weer ten koste van de snelheid en dat willen we niet. Vlak voor donker reven we wel, de ervaring leert dat niets zo vervelend is als 's nachts je kooi uit moeten om te reven en dat in het donker iets minder zee- en windgeweld wel prettig is.


AIS signalen van andere schepen - druk hier!
Andere schepen zien we weinig. Sinds een paar jaar is er een verplicht identificatie-systeem voor de beroepsvaart en inmiddels is ook menig zeilschip hiermee uitgerust. Het laat op onze plotter de positie, koers en snelheid, maar ook de naam, bestemming, maten, lading van ieder schip zien. Gekscherend zeggen we wel eens dat ook de geboortedatum van de vrouw van de kapitein nu zichtbaar is. Dit systeem - AIS - is een hele verbetering tov radar, want het beestje heeft nu een naam, is daarmee via de marifoon goed oproepbaar en al diverse malen hebben we zeereuzen gevraag voor ons uit te wijken. En het aardige is dat ze dat ook met plezier doen en waar nodig ook nog hun collega's informeren over ons als dwerg en wat zij doen om ruimte te maken. Best imposant als een flatgebouw van dik 3 voetbalvelden en 10 verdiepingen hoogte voor ons soepeltjes opzij gaat en even later zijn oorspronkelijke koers weer hervat. De posities van alle schepen die met dit systeem zijn uitgerust, zijn ook via Internet te volgen: marinetraffic.com. Tara is daar helaas nog niet te zien, maar dat zal niet lang meer duren.


Details van een de Pacific Wisdom - een kleintje!
Gaandeweg neemt de wind en ook de bewolking toe, maar het zicht blijft goed. De Baai van Cadiz is te zien, maar door alle verlichting op de wal is het best lastig de diverse stadjes en kapen/ondieptes te onderscheiden. Gelukkig helpen de vuurtorens en de diverse boeien. Die knipperen ieder met een eigen frequentie en met de hulp van de kaart kan je dan achterhalen waar ze staan/liggen. De aanloop is goed beboeid, maar wel aan lagerwal met Cadiz aan de zuidkant, een grote ondiepte aan de noordkant en daardoor een opbouwende golfslag. Extra complicatie is ook nog dat we pal voor de wind en dus op gijpkoers varen (dan komt met veel geweld de giek - dat is die dikke horizontale pijp van 5 meter lang en dik 40 kg zwaar onderaan het grootzeil - opeens van de ene naar de andere kant zetten). 

De invaart gaat prima, de rode en groene boeien zijn goed te zien, terwijl de eerst boei (de zgn. uiterton) met een klein wit lampje dat maar heel kort brand, slecht te zien is tegen de hel verlichte achtergrond van de stad. In de haven laten we het zeil zakken en zoeken we de ingang van de jachthaven. Dat valt tegen, want ipv de gebruikelijk groene en rode lichten hebben ze hier allen maar groene aan beide kanten van het vaarwater. We roepen de havenmeester op via de marifoon, want gelukkig zijn alle havens hier 24 uur per dag bemand. De havenmeester is zo vriendelijk om met een schijnwerper naar de invaart te komen, onze box aan te wijzen en de landvasten aan te pakken. Een uur s'nachts liggen we vast, gelukkig hebben we weer eens heerlijk gezeild en met gemiddeld dik 7 knopen in een record-tijd deze afstand overbrugd. Veel sneller dan we zelf gedacht hadden.
Van de buren krijgen we de volgende dag een compliment dat we het aanleggen zo zachtjes gedaan hebben.

Roel

2 opmerkingen:

  1. Niet alleen interessant voor de niet-zeilers! De link naar de live AIS kaarten is overigens www.marinetraffic.com (twee ff en) maar daar zie je Tara nog niet denk ik omdat die alleen ontvangen. Afrika wordt spannender want daar hebben ze nog niet veel AIS. Dank Roel en goede vaart.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat is toch wel iets anders dan overvaren naar Jonen, alhoewel we ook daarvoor de weerkaarten bestuderen.
    mvg
    Pieter

    BeantwoordenVerwijderen