De volgende dag worden de kruisers opgehaald om over de zandbank de ingang van de rivier Bahia del Sol ingelootst worden. Bill, de Pilot vraagt of wij ook mee willen, maar wij gaan door. “Jammer, ik had jullie graag op de rivier gehad” zegt hij. Het lijkt mij ook wel aantrekkelijk daar op de rivier, maar ons plan is Costa Rica. We varen een halve dag verder, de wind trekt weer aan pal op de neus en zelfs met de motor bij komen we geen klap vooruit. Roel voelt zich niet lekker en we moeten het moeilijkste stuk van de tocht nog in. We besluiten om te keren en voor de wind zeilen we heerlijk terug naar de riviermonding van Bahia del Sol. De zandbank over kan alleen met hoog water bij daglicht, dus we moeten weer een nacht rollend voor anker tot we over “the bar” kunnen. \
Een kleine panga gaat ons vooruit, links en rechts grote brekers maar we komen zonder kleerscheuren door de branding, ik denk dat we maar 1 meter water onder de kiel over hadden. Pfft. Binnen is alles rustig, alsof je een oase invaart. Bill en Jean zijn Amerikanen die hier al jaren wonen na hun zeilend leven en ze doen er alles aan om El Slavador te promoten bij zeilers. Er is een kleine marina bij het hotel en voor een klein bedrag als lid mogen we gebruik maken van de faciliteiten. Immigratie en capitania zitten al te wachten op ons voor het inklaren, binnen 30 minuten en voor 70 dollar is alles gepiept! Wat een verschil! El Salvador stond niet op onze lijst, maar blijkt erg aantrekkelijk te zijn om tochten te maken, horen we van anderen. Zelfs om van hieruit naar Guatemala/Antigua te gaan is heel goed te doen. Hadden we dat maar eerder ontdekt...
We ontmoeten hier ook een tiental andere boten die langs de kust varen, erg gezellig. Naast alle gezelligheid ben ik ook bezorgd. Mijn zelfvertrouwen heeft een deuk opgelopen de afgelopen dagen. Ik ben het heftige, aan de windse zeilen ontwend en we hebben het weersysteem van de Papagallo winden niet goed in de vingers. Samenhangend met de eerdere Tehantepec wind blaast over het zuiden van Nicaragua een Papagallo wind. Ook deze is gekoppeld aan hoge druk in de Carrieb in combinatie met laagland en een groot meer in Nicaragua waar de wind vrij spel heeft. In tegenstelling tot de Tehantepec waait de Papagallo meer als een thermale wind, versterkt of verzwakt met de dagelijkse opwarming van afwisselend het water en land. Op de weerkaarten ziet het er dan ook uit als een soort ademhaling, in en uit. Door de kust van Coast Rica wordt de wind daar versterkt en kan zomaar 40 knopen of meer zijn. Kaartjes zonder Papagallo zien we eigenlijk niet de komende week. We laten het even bezinken en genieten van het zwembad en een bezoek aan Bill en Jean. We merken dat andere zeilers met hetzelfde probleem worstelen en veel gesprekken gaan dan ook over een vertrek strategie. Een optie is om tussentijds in te klaren in Nicaragua, waardoor je de etappes verkleint, maar wel een PCR test nodig hebt waarvoor je naar El Salvador stad moet. Ook niet aantrekkelijk. Wel duidelijk is dat we aan de windse koersen krijgen op het traject en we halen de grote genua eraf voor de high aspect fok, veel handzamer en beter aan de wind. Wel gaan of niet gaan, iedere dag hebben we het erover. Zondag vertrekken lijkt het beste dan is de Papagallo wind als we in dat gedeelte zijn iets minder sterk dan de dagen ervoor of erna. Ik vind het heel spannend, alsof ik nog nooit gezeild heb bijna, echt heel raar.Op zaterdagavond komen alle zeilers bij Bill en Jean voor de lokale specialiteit Pupusa's. Een soort deeg pannenkoekje met vulling en ondanks het fletse uiterlijk erg smakelijk met groenten in het zuur. Het is zo gezellig dat ik het vertrek gewoon even wegduw. Zondagmorgen de laatste weerkaarten ophalen, ik ben al een appje aan Bill aan het maken dat we niet gaan als we toch besluiten wel te gaan. Ik heb echt stress, heel vervelend, maar ik vertrouw ook op de beslissingen van Roel die hier veel koeler onder blijft. De zandbank weer over en we hebben een goede wind en kunnen zeilen! We varen langs hoge vulkanen en brede riviermondingen. In de nacht is de wind het hardst en willen we hoog aan de wind dicht onder de kust blijven om de hoge golven te ontlopen, om dan overdag met iets minder ruime wind de baai over te steken.
De tweede avond zijn we voor de kust van Nicaragua en als het donker wordt lijkt het net of er een kerstboom aangestoken wordt op het water: overal lichtjes van vissende panga's. Dat ze vissen is niet zo erg, maar dat ze dat doen met honderden meters lange drijflijnen, waarvan de uiteinden niet verlicht zijn, is wel erg. Het duurt niet lang of we hebben een drijflijn opgepikt, de vissers zijn boos en wij zijn ook niet blij. Volgens ons komt de lijn ongeschonden onder de boot vandaan, maar het zijn goede toneelspelers en ze willen geld. We geven ze 20 dollar voor een nieuw tuig en dan gaan ze weg, opgelost. Ze wijzen ons ook waar te varen, buiten alle panga lichtjes om. Dat gaat wel lijnrecht in tegen de papagallo adviezen om zo dicht mogelijk langs de kust te varen met minder golfslag, maar door zo'n vislijnenveld varen is ook heel vervelend. Tara kan het goed aan en mijn stress is ook verdwenen, wij kunnen het ook nog! De wind trekt steeds veder aan, uiteindelijk varen we met drie keer gereefd grootzeil en de stormfok en nog steeds 6 knopen. We pikken nog een vislijn op en slepen een paar honderd meter een panga mee. We schrikken ons allemaal een hoedje, maar de lijn komt weer vrij en er lijkt geen schade.
Tegen de ochtend, op de grens van Nicaragua en Costa Rica, is de wind opeens even weg en drijft de stroming ons langs de kust. We steken de baai over met ruime wind en dat is ondanks windkracht 7 en flinke golven makkelijk varen. Bij Helena Kaap trekt de wind verder aan en als we na 51 uur varen bij Marina Papagayo komen waait het stevig. We hadden de aankomst op een dag later gezet, maar kunnen dezelfde dag nog inklaren, de beambten zijn er toch voor 4 andere boten, echt een meevaller. Ook Costa Rica is een land waar je fors betaald voor inklaren, agent en een vergunning voor 3 maanden, kennelijk hoort het bij deze omgeving. We liggen aan de steiger van een luxe marina, dus we maken daar maar goed gebruik van: zwembad, wasmachines, snel internet in een kantoor met airco, zoet water om de boot af te spoelen en veel sociaal contact met andere boten.
We ontmoeten hier ook een tiental andere boten die langs de kust varen, erg gezellig. Naast alle gezelligheid ben ik ook bezorgd. Mijn zelfvertrouwen heeft een deuk opgelopen de afgelopen dagen. Ik ben het heftige, aan de windse zeilen ontwend en we hebben het weersysteem van de Papagallo winden niet goed in de vingers. Samenhangend met de eerdere Tehantepec wind blaast over het zuiden van Nicaragua een Papagallo wind. Ook deze is gekoppeld aan hoge druk in de Carrieb in combinatie met laagland en een groot meer in Nicaragua waar de wind vrij spel heeft. In tegenstelling tot de Tehantepec waait de Papagallo meer als een thermale wind, versterkt of verzwakt met de dagelijkse opwarming van afwisselend het water en land. Op de weerkaarten ziet het er dan ook uit als een soort ademhaling, in en uit. Door de kust van Coast Rica wordt de wind daar versterkt en kan zomaar 40 knopen of meer zijn. Kaartjes zonder Papagallo zien we eigenlijk niet de komende week. We laten het even bezinken en genieten van het zwembad en een bezoek aan Bill en Jean. We merken dat andere zeilers met hetzelfde probleem worstelen en veel gesprekken gaan dan ook over een vertrek strategie. Een optie is om tussentijds in te klaren in Nicaragua, waardoor je de etappes verkleint, maar wel een PCR test nodig hebt waarvoor je naar El Salvador stad moet. Ook niet aantrekkelijk. Wel duidelijk is dat we aan de windse koersen krijgen op het traject en we halen de grote genua eraf voor de high aspect fok, veel handzamer en beter aan de wind. Wel gaan of niet gaan, iedere dag hebben we het erover. Zondag vertrekken lijkt het beste dan is de Papagallo wind als we in dat gedeelte zijn iets minder sterk dan de dagen ervoor of erna. Ik vind het heel spannend, alsof ik nog nooit gezeild heb bijna, echt heel raar.Op zaterdagavond komen alle zeilers bij Bill en Jean voor de lokale specialiteit Pupusa's. Een soort deeg pannenkoekje met vulling en ondanks het fletse uiterlijk erg smakelijk met groenten in het zuur. Het is zo gezellig dat ik het vertrek gewoon even wegduw. Zondagmorgen de laatste weerkaarten ophalen, ik ben al een appje aan Bill aan het maken dat we niet gaan als we toch besluiten wel te gaan. Ik heb echt stress, heel vervelend, maar ik vertrouw ook op de beslissingen van Roel die hier veel koeler onder blijft. De zandbank weer over en we hebben een goede wind en kunnen zeilen! We varen langs hoge vulkanen en brede riviermondingen. In de nacht is de wind het hardst en willen we hoog aan de wind dicht onder de kust blijven om de hoge golven te ontlopen, om dan overdag met iets minder ruime wind de baai over te steken.
De tweede avond zijn we voor de kust van Nicaragua en als het donker wordt lijkt het net of er een kerstboom aangestoken wordt op het water: overal lichtjes van vissende panga's. Dat ze vissen is niet zo erg, maar dat ze dat doen met honderden meters lange drijflijnen, waarvan de uiteinden niet verlicht zijn, is wel erg. Het duurt niet lang of we hebben een drijflijn opgepikt, de vissers zijn boos en wij zijn ook niet blij. Volgens ons komt de lijn ongeschonden onder de boot vandaan, maar het zijn goede toneelspelers en ze willen geld. We geven ze 20 dollar voor een nieuw tuig en dan gaan ze weg, opgelost. Ze wijzen ons ook waar te varen, buiten alle panga lichtjes om. Dat gaat wel lijnrecht in tegen de papagallo adviezen om zo dicht mogelijk langs de kust te varen met minder golfslag, maar door zo'n vislijnenveld varen is ook heel vervelend. Tara kan het goed aan en mijn stress is ook verdwenen, wij kunnen het ook nog! De wind trekt steeds veder aan, uiteindelijk varen we met drie keer gereefd grootzeil en de stormfok en nog steeds 6 knopen. We pikken nog een vislijn op en slepen een paar honderd meter een panga mee. We schrikken ons allemaal een hoedje, maar de lijn komt weer vrij en er lijkt geen schade.
Tegen de ochtend, op de grens van Nicaragua en Costa Rica, is de wind opeens even weg en drijft de stroming ons langs de kust. We steken de baai over met ruime wind en dat is ondanks windkracht 7 en flinke golven makkelijk varen. Bij Helena Kaap trekt de wind verder aan en als we na 51 uur varen bij Marina Papagayo komen waait het stevig. We hadden de aankomst op een dag later gezet, maar kunnen dezelfde dag nog inklaren, de beambten zijn er toch voor 4 andere boten, echt een meevaller. Ook Costa Rica is een land waar je fors betaald voor inklaren, agent en een vergunning voor 3 maanden, kennelijk hoort het bij deze omgeving. We liggen aan de steiger van een luxe marina, dus we maken daar maar goed gebruik van: zwembad, wasmachines, snel internet in een kantoor met airco, zoet water om de boot af te spoelen en veel sociaal contact met andere boten.
Ik krijg een lift van een leuke familie uit Sitka om boodschappen doen, ik ben er erg blij mee want dat is 20 km ver weg. 's Morgens heel vroeg worden we wakker van de brulapen in het bos vlakbij de marina. We maken vroege wandelingen daar, maar het blijft moeilijk om ze te zien. 's Middags is het erg warm en doen we het liefst niets. De marina is onderdeel van een resort met golfbaan en luxe all inclusive hotels, alles ziet er picobello uit, zelfs de dode blaadjes worden iedere dag aangeharkt, en het gras gesproeid, maar ik vind het ook steriel aandoen. Het is geen straf om weer uit te varen en een ankerplek te zoeken, wij zijn geloof ik liever in de natuur, benieuwd wat we verder van Costa Rica gaan zien.
Panga bootjes en palapa restaurants aan het strand, heel eenvoudig, met rieten daken en veel open luchtIn de marina zijn twee tamme Macaws, een groene en deze prachtige scarlet macaw
Zonsopkomst over de Rio DulceEen greep uit de toeristische routes die er te maken zijn in El Salvadorde kust van El Salvador met hoge vulkanen en brede rivieren
Costa Rica vlag en erachter vast de Panamese vlag
Zaaddoos van de Ceiba oftewel de kapok boom, vroeger gebruik voor de eerste zwemvesten
Ik heb nog nooit een half miljoen aan boodschappen uit gegeven, maar in Costa Rica kan dat in de munteenheid Colones
zwarte gieren
Zaaddoos van de Ceiba oftewel de kapok boom, vroeger gebruik voor de eerste zwemvesten
Ik heb nog nooit een half miljoen aan boodschappen uit gegeven, maar in Costa Rica kan dat in de munteenheid Colones
zwarte gieren
Prachtige zaadlobben, van de ?? boom vol met rode vliegjes en andere insecten op de zwarte zaden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten