Ons plan is een rondreis door Guatemala te maken, levensgevaarlijk met openbaar vervoer volgens de taxichauffeur, hij wil ons wel naar Antigua brengen en weer halen voor 240 dollar. Het openbaar vervoer kost iets meer tijd en 45 Quetzal pp enkele reis: iets meer dan 5 dollar. Antigua is pas het begin van de reis en we vinden het wel leuk om het zelf uit te puzzelen, dus we gaan toch gewoon met de bussen. Net zoals in Zuid Amerika ervaren we hier ook dat iedereen probeert te helpen met de juiste verbindingen en vaak worden we aan de hand meegenomen naar de volgende bus. Onveilig voelen we ons overdag zeker niet en op drukke punten lopen of rijden vaak bewapende agenten en beveiligers.
Antigua is de oude hoofdstad, in haar hoogtij dagen telde ze 38 kerken, kloosters, markten en was het een rijk en bruisend middelpunt van het koloniale Guatemala. In 1773 maakte een grote aardbeving een eind aan de voorspoed en werd besloten de hoofdstad te verplaatsen naar wat nu Guatemala Stad heet. In de loop van de eeuwen keerden mensen terug naar Antigua en in de 20e eeuw werd er grootscheeps gerestaureerd. In 1976 maakte een volgende aardbeving veel slachtoffers en schade. Maar haar faam als toeristenstad was toen al gevestigd en weer werd er opgebouwd. Het oude centrum is prachtig en trekt van over de hele wereld mensen. Taalscholen zijn enorm populair, er zijn talloze excursies mogelijk, waaronder het beklimmen van de drie vulkanen die rondom Antigua uit toornen. De temperatuur is door de hogere ligging mediterraan, het is er heerlijk! We lopen de wandeling langs oude hoogtepunten. Kloosters en oude kerken, gedeeltelijk ruïnes, het centrale plein met haar gerestaureerde gebouwen. Overal restaurantjes, maar wel veel westers eten en zelfs een micro brewery. McDonald's en KFC zitten in een in stijl gerestaureerd pand, ook qua interieur. Op zondag is het druk met mensen die een dagje uit Guatemala Stad komen, verder zijn er vooral jonge backpackers in de stad. Aan het eind van de rondreis komen we hier terug voor we weer naar de boot gaan, zo'n fijne plek.
De volgende stop is Puerto Barrio aan de Caribische kant van het land. Het is 332 kilometer, maar kost bijna een volle dag om daar te komen. De Uber die ons naar het busstation in Guatemala stad brengt doet er twee keer zo lang over als we 's avonds gezien hadden, het is namelijk een werkdag. Hij rijdt creatief om de files heen en we zien heel wat van de voorsteden. Soms heel primitief, dan weer een mooie wijk met huizen met tuinen en hoge muren.
De bus gaat ieder uur, maar die van 9.00 opeens niet en die van 10.00 doet er geen 5 maar 7 uur over. We zitten op super de luxe stoelen, lunchen met z'n allen onderweg en rijden langs de bergen van Sierra de las Minas tot het land steeds vlakker wordt en we uitkomen bij de zee. Vanuit Puerto Barrio hebben we nog een boottocht naar Livingston. Half 6 gaat de laatste, het zal er om spannen of we die gaan halen. Maar wij rekenen buiten de commerciële flexibiliteit, want natuurlijk wacht de boot tot de mensen van de bus er ook zijn. Een taxi bij het busstation brengt ons in een wip daarheen. Het is een open boot, tassen voorin, zeker 25 passagiers en dan een half uur op volle snelheid de baai over. We waaien even lekker uit.In Livingston nemen we een tuktuk naar het hotel, want we hebben geen idee waar het zit en inmiddels is het donker. Livingston geeft me gelijk een goed gevoel. Iedereen is aardig en ontspannen, het is bekend door de Garifunda cultuur, een beetje Reggae met iets lokaals. In het weekend schijnen er grote danspartijen te zijn. De baai bij Livingston was een berucht piratennest in vroeger tijden en iets van dat ongeregelde vrijbuiter achtige lijkt gebleven te zijn. Ons hotel ligt aan zee en we slapen in een klein houten huisje met palmblad dak. Het is tropisch, zeker als er die avond ook nog een stortbui valt, de planten en bloemen overal om ons heen profiteren daar van, het is weelderig groen.
Vanuit het hotel gaan we met een panga (klein bootje) naar de 7 Altaren, een terrassen waterval en Playa Blanca om een paar uur lekker te luieren. Mooi en heel ontspannen! 's Middags lopen we het stadje in, het is levendig en een beetje rommelig. Opvallend vind ik de wasplaats. Een groot bassin met 14 kleine stenen wasbekkens aan de rand waar even zoveel vrouwen met de hand de was staan te doen. Schoon water schep je uit het bassin in het kleine bekken. Erboven een hoog palmblad dak voor de schaduw. Gezellig? Veel werk? Ik heb geen idee hoe de vrouwen het ervaren. De mensen zijn heel divers, Creools, Caraïbisch, Guatemalteeks, Spaans en we worden verschillende keren op een warme manier aangesproken waar we vandaan komen, wat we van de stad vinden en hoe lang we blijven. Te kort vinden we zelf, maar er is nog veel te zien.
De volgende etappe is een boottocht over de Rio Dulce naar de stad Rio Dulce. De rivier is enorm en gaat diep landinwaarts. We varen langs hoge kliffen, een natuurlijke heet water bron, dorpjes met huizen op palen met velden bloeiende waterlelies voor de deur, een vogeleiland en door een breder stuk tot we bij het stadje aankomen. Onderweg zien wij verschillende plekken waar zeilboten gestald liggen, dit blijkt een goede schuilplek te zijn voor het orkaanseizoen in de Carrieb. Sommige eigenaren lijken vergeten dat hun boot hier ligt en de boot ziet er erbarmelijk uit: “life is what happens when you make other plans”. Misschien komt het ook door Covid, want sommige grenzen zijn bijna 1,5 jaar dicht geweest en als je boot in de tropen ligt zonder zorg gaat het hard denk ik.
We maken een rondje bij Fort Felipe gebouwd door de Spanjaarden om het achterland te beschermen, maar erg succesvol was het niet en het fort is meerdere keren ingenomen.
In Rio Dulce wacht het busje naar Flores. Nee, dat is niet het goede verhaal, in Rio Dulce wachten wíj op de bus die ons naar Flores zal brengen en dat duurt uren. De busrit ook, wat een slechte wegen, slechte vering en de stoelen in de bus maken het er niet beter op! Maar we komen 's avonds in Flores, al zijn we wel een beetje geradbraakt. Flores is een oude stad gebouwd op een eiland in het Petén Itzá meer. We kunnen het eiland bijna helemaal rondlopen als avondwandeling, het is toeristisch, veel hotels en restaurants, maar ook wel erg leuk. De huizen zijn allemaal in zachte kleuren geschilderd en de straatjes zijn sfeervol. Heerlijk na de lange busrit en het hotel heeft airco, ook heerlijk want het is goed warm hier. Morgen wacht een nieuw avontuur, maar nu eerst slapen.
Foto's van onderweg. De vogels zijn Townsend Shearwaters, erg mooi in zwart en wit. Langs de kust van Guatemala zien we grote branden, het blijkt het afbranden van suikerrietvelden te zijn. We ruiken het op zee.
Antigua, het centrale plein met Maya koopvrouwen, El Arco met rechts de tuktuks, eigenlijk gewoon brommers met taxi uitbouw, de "kippen"bus die het vervoer tussen de steden doet,de vulkanen Fuego (links) met een rookpluim en Acatenango(rechts)
Livingston, de veerboot, Tapado oftewel Garifunda Soep, een vissoep met banaan, kerrie en kokosmelk: yam!
37 jaar getrouwd, Playa Blanca, De beheerder van de 7 altaren waterval, maar ook een heilige plek, de panga's, overal is het voorjaar hier met prachtige bloemen, het stadje Livingston.
De reis op de Rio Dulce, onder de rotsen door met een schone zoetwaterbron, een drijvende tandartspraktijk die de afgelegen dorpen bezoekt (schenking van de Rotary), heet water bron, het bloemen dorp en de kano van souvenierverkopers, purple gallinule
Sjonge jonge Guatemala. Die bestemming kies je niet zo snel voor een vakantie realiseer ik me opeens. Jullie varen er zomaar langs en wippen even aan. Weer een land waar grote verschillen in rijkdom te zien zijn zie ik. In gedachten reizen en kijken we mee via het blog. Voor jullie zo hier en daar forse ontberingen op het gebied van comfort, knap hoor die onophoudelijke wilskracht om die plaatsen die bezienswaardig zijn ook te bezoeken. Geniet ervan.
BeantwoordenVerwijderen