In de eilandengroep van Bimini is in Alicetown van de overdadige rijkdom niets te zien. Hemelsbreed minder dan 50 mijl van de kust van Florida, maar het verschil kon niet groter zijn. Kleine, felgekleurde houten huisjes type ‘doe het zelf’ met houten luiken in plaats van ramen. Bij de dichtstbijzijnde bar schalt de muziek vrolijk over straat, later op de avond zit het vol met locals. De straat is onverhard en de weinige auto’s die er rijden doen dat links, voor zover er ruimte is voor links of rechts, het is tenslotte een Engelse kolonie geweest tot 1973. Er rijden overigens meer golfkarretjes rond dan auto’s. De enige overeenkomst tussen Cuba, Florida én Bahama’s is dat we op de kant als eerste foto’s tegenkomen van Ernest Hemingway! Weer met een nieuwe vrouw en verwijzingen naar de enorme vissen die hij ving en de bars waar hij aan de toog hing, al zijn die laatsten hier inmiddels vergaan tot stof. Zowel bij de immigratiedienst als bij de douane worden we tegen zes uur heel relaxed nog even geholpen. Dit was onze snelste inklaring ooit! Het scheelt dat je alle gegevens voor de de douane van te voren op de computer invoert en alvast ook je 300 dollar betaalt voor je cruising permit. Gratis bestaat niet in de Bahama’s vertelt een zeiler ons later, ze kunnen goed rekenen. Alles gaat verder op eiland tijd hier: relaxed. De telefoonmaatschappij gaat pas om 11.30 open, daarentegen werkt de dame in het havenkantoor van Marina Blue Water van zeven ‘s morgens tot zes ‘s avonds. De bank doet onderhoud aan de flappentap, dus geen Bahama dollars voor ons. Nu, bijna 2 weken later, zijn we nog steeds geen bank tegen gekomen, USA dollars doen het ook.
We motoren de Grand Bahama Bank over bij gebrek aan wind. Een enorme ondiepe pannenkoek in zee, groter dan Nederland, met bijna overal een waterdiepte tussen de 4 en 6 meter en een koraalrandje eromheen waar af en toe doorgangen in zitten. Daardoor verloopt het getij heel onregelmatig, Bij Bimini is zo’n doorgang en 90 mijl ten noorden zit er weer één waardoor je in de buurt komt van de volgende eilanden groep, de Berry eilanden. We halen het op geen stukken na in daglicht dus ankeren we op de bank om te slapen en proberen uit de doorgaande routes te blijven van de bevoorradingsschepen van en naar de USA. Dat is les nummer 1 hier: de afstanden zijn enorm. Les nummer 2 is dat er weliswaar navigatie boeien en lichten op de kaart staan, maar dat ze in werkelijkheid ontbreken of geen licht meer hebben, maar soms staat de fundering er nog wel, een gevaar op zich. De 3e les is dat het hier 5 dagen per week hard waait, de zesde dag stormt en dan heb je 1 dag windstil weer en begint het weer van voren af aan.
Na de bank ankeren we bij Chubb Cay (eiland), de ankergrond is niet ideaal maar de wind is uit de gunstige hoek dus het kan. Er is een prachtig resort met marina op de kop van het eiland, liggeld voor onze boot minimaal 160 dollar per nacht. Het strand aan de andere kant van de bordjes privé terrein is net zo mooi en het weer is heerlijk om te lopen en te zwemmen. Er zijn opvallend weinig vogels, vissen en leven op de bodem in het kraak heldere water. Daar waar de oceaan tussen de eilanden doordringt komen de grote vissen en genieten de vissers op supersnelle motorboten. Maar aan onze hengel helaas geen vis...
De Berry eilanden hebben weinig beschutte ankermogelijkheden en er komt een front aan met veel wind. We zeilen naar Providence Eiland en ankeren in Cliftonbaai aan de westkant. Nassau ligt aan de andere kant, maar er is geen vervoer naar de hoofdstad. Het zijn 3 saaie dagen, 2 keer kunnen we naar het strandje om te lopen, maar verder is er niets te doen. We zijn dan ook blij als de wind zo draait dat we door kunnen varen naar de Exuma eilanden, een langgerekte sliert lage eilanden waarover de gids lyrisch is.
We vertrekken om 3 uur ‘s nachts want we hebben de route van het invaren bewaard om de baai weer uit te varen en durven zo in het donker tussen de rotsen door te gaan. We varen eerst met motor en zeil. Ik omzeil onzichtbare ankerballen die op de kaart staan en schrik me te pletter als er een half uur later ineens een enorme onverlichte groene ton naast de boot langs schiet. Het blijkt een piepklein stipje in de kaart waar je na lang inzoomen op kunt klikken. Les nummer 4: er zijn dus ook navigatie boeien die je bijna niet ziet! Het engeltje op de mast heeft gelukkig haar werk gedaan, dank! Tegen de ochtend draait de wind in 5 minuten van zuid naar noord en kunnen we eindelijk voluit zeilen. Het gaat als een speer en kwart over 4 ‘s middags liggen we voor anker op Cambridge Cay, in het Exuma Land en Sea Park, een groot natuurpark. We hebben weer een paar dagen windkracht 5, goed voor strandwandelingen met zon en heerlijk weer om het eiland te verkennen, maar om te snorkelen moeten we iets langer wachten. Alle begroeiing is hier een soort bonsai versie van de werkelijke grootte. De Palmen zijn 2 meter hoog en ook de andere planten en struiken blijven gedrongen. Het regent hier regelmatig, dus het is wel groen en we komen overal bloemetjes tegen.
Inmiddels zijn zeilvrienden uit de Sea of Cortez (Mexico) hier ook aangekomen, erg leuk om bij te praten. De wind neemt wat af en we snorkelen twee dagen in het “Aquarium”en de naam klopt precies. (Video is van You Tube) Een klein eilandje met talloze prachtige koralen in uiteenlopende vormen en alle kleuren van de regenboog tegen het eilandje aan. Er om heen honderden kleurige vissen en een schildpad. De vissen worden kennelijk soms gevoerd want ze zwemmen gelijk op ons af, bij gebrek aan eten gaan ze al snel hun eigen gang weer. Het voordeel van een beschermd park is dat de vissen niet bang zijn van de snorkelaars en zich goed laten bekijken. Het is echt een feest om hier te snorkelen!
Aan de andere kant van de ankerplaats is Rachel’s Bubblebath. Een lagune achter de rotsen waar bij hoogwater en hoge golven (geen probleem met deze oostenwind) het water over de rotsen spuit en inderdaad een belletjesbad maakt in de lagune. Zo grappig en lekker om te zwemmen. Af en toe komt de parkwacht langs of iedereen zijn dagbijdrage wil betalen in een postbusje op het eilandje en dat je niets mee mag nemen of mag vissen. Het gaat erg relaxed.
En zo voelen wij ons ook.......
Foto's: Op de eilanden leeft iedereen buiten, de haven van Bimini, zonsondergang op de Grand Bahama Bank 4 á 6 meter diep, niets te zien, Strandje in Clifton Baai op Providence Eiland.
Na de harde wind gaan veel boten op pad van a naar b, ook de Exuma bank waar we hier varen is maar een paar meter diep, dicht bij de eilanden is het navigeren op zicht want de zandbanken verschuiven, gedrongen begroeiing, bloemen en wandelingen op Cambridge Cay met onder andere veel fossiel koraal.
Panoramafoto van Cambridge Cay, links de Exuma Sound, honderden meter diep als je door de doorgang vaart, rechts het ankergebied in het rustige, ondiepe water van de Exuma bank.
Wat een verhaal weer. Op iedere plek is het weer anders. Bij de douane: dan lastig en dan weer heel makkelijk. Een ligplek van 160 dollar per nacht is ook niet niks. Ook wel bijzonder: Zomaar op het strand van de Bahamas te wandelen. Doen en beleven. Dat doen jullie al lange tijd met plezier. Indrukwekkend !!!
BeantwoordenVerwijderenHi Jacomien en Roel, prachtig verslag. Super leuk. Dank voor de gezellige borrel met heerlijk gemaakte verse pizza. Enjoy Herco & Elvira / Morgane of Sark
BeantwoordenVerwijderen