woensdag 20 juni 2012

6-15 juni laatste stukje Schotland

De pilot van de Schotse Westkust is net een schatkist. De laatste ijstijd heeft in haar terugtrekkende beweging alles vermalen wat er op haar pad kwam, alleen wat te hard was bleef liggen. Alsof er met een grove kam doorheen gekamd is. Het water vulde de gaten en het resultaat is – nu nog steeds – een prachtig landschap.
Eilanden, honderden ankerplekjes, baaien en langerekte lochs diep het land in. Ik proef de Celtische namen: Sailean Mor – goede beschutting bij alle winden; Loch Droma na Buidhe – perfect beschutte ankerplek; Kilchoan – aantrekkelijk dorpje aan de zuid kant van Ardnamurchan schiereiland. En dan zijn we nog niet verder dan het eiland Mull. Hier missen we de week, die we later weg gegaan zijn uit Nederland. We kunnen maar een paar van deze juweeltjes zien.

We genieten van de tocht van Loch Linnhe richting het eiland Mull, waar we liggen in Tobermory. Een mooie plaats met gekleurde huizen op de kade aan de baai. We lopen naar de vuurtoren, onze eerste zomerse dag in korte broek en shirtje. Lunchen in het Western Isles hotel, oude Engelse chic hoog op de heuvel met uitzicht over de baai en onze eigen boot.
De nacht liggen we voor anker in Loch Droma na Buidhe. Erg beschut en dat is niet voor niets, want er komt een klap wind over van een lage drukgebied. Ons nieuwe anker houdt zich goed, maar we zetten het ankeralarm en gaan er 's nachts toch een paar keer uit om te kijken of we nog vastliggen.
Op naar het zuiden: Loch Aline, wat loodrecht het land in loopt. Aan het eind staat wel een sprookjeskasteel, maar de locale pub is (te) ver lopen. Het loch is een kraamkamer voor duizenden kwallen en we verwonderen ons over de kleuren, de soorten en de elegante manier van voortbewegen. Ook scharrelen we voor onszelf een maaltje mosselen bij elkaar.
Een heerlijke dag zeilen we naar Crinan, waar we het kanaal ingaan door de hals van het schiereiland Kintyre. De 15 sluizen én sluisdeuren uit de 18e eeuw worden nog met mankracht bediend. Waar het kan, helpen we een handje mee, weer een rondje fitness en het wordt erg op prijs gesteld.
Links Arran, rechts Forth of Clyde
Het verhaal gaat dat de Vikingen rond 1095 van de toenmalige Schotse koning al het land mochten hebben waar zij met hun schip om heen konden. Magnus Barefoot liet zich op zijn schip door de hals van Kintyre trekken en voegde zo het waardevolle eiland toe aan zijn rijk. Dat waren nog eens tijden en ik zie het voor mij als we er varen.
We varen Loch Fyne op en ankeren een nacht in Tarbert, een visserplaatsje op Kintyre. Bij het ophalen zit er een oude krabbenkooi om het anker – lagen we vannacht wel goed vast? Het zit vol zeeleven, net een kunstwerk, maar het gaat direct terug naar de bodem want de rotsen komen wel erg dichtbij.
Top van Holy Island met uitzicht op Arran
We hebben behoefte aan een paar dagen op dezelfde plaats en dat wordt het eiland Arran. We ankeren in de baai naast het kleine Holy Island, eigendom van een Tibetaanse gemeenschap maar wel voor iedereen toegankelijk. Op Holy Island staat maar 1 heuvel, 320 meter hoog met 1 pad, dat is goed te doen. We lopen met het mooie weer mee en als we boven zijn hebben we een prachtig uitzicht over Arran aan de ene kant en de Fyrth of Clyde aan de andere kant.
Flora, een vriendin van Anouk, studeert in Glasgow en komt een dag naar ons toe in Brodick. Erg gezellig en we bezoeken het jachtkasteel van de Dukes of Hamilton. Een kasteel met een doorleefd interieur, waar je je zo thuis zou kunnen voelen. De tuinen zijn prachtig en vol voorjaars- en vroege zomerbloemen.
de eerste orchidee op Holy Island

Echt een weekje vakantie was dit....nu krijgen we ander weer. Een "unseasonable low" is een beleefde Engelse manier om te zeggen dat er een herfststorm aankomt. We zeilen net voor de storm naar Portpatrick, het uiterste zuidwest-puntje van Schotland en belanden in een piepklein haventje zonder voorzieningen en wel een enorm tijverschil. De paar boten die erin passen liggen langs een hoge kade aan lange lijnen. Met eb staan de lijnen strak, met vloed drijven we alle kanten op. Van de buren krijgen we nog wat extra tips, want vanaf een laddertje in de kademuur 2 boten een paar meter naar je toetrekken bij windkracht 8 is niet echt gemakkelijk.
In de pub brandt een haardvuur en is het erg gezellig, niemand heeft haast vandaag.

We hebben ons wel in de nesten gewerkt. Jeroen komt een weekend langs en we worden de zaterdag in Whitehaven verwacht. Maar met deze storm en de waarschuwingen die we van de kustwacht ieder uur binnenkrijgen zit dat er niet in. Totdat we eindelijk weer eens een fatsoenlijke internetverbinding hebben en zien dat het oog van de depressie – met minder wind – juist die nacht onze route over de Ierse zee passeert. We besluiten alsnog te gaan varen, al geeft dat bij alle ''severe gale warnings'' en de verwonderde blikken van de mede-zeilers wel een dubbel gevoel. Het gaat prima, we kunnen diverse malen oefenen in het aanpassen van de hoeveelheid zeil die we voeren (reven) en gelukkig is de golfhoogte beperkt. Want op zich is veel wind niet zo erg, zolang je maar de hoeveelheid zeil op tijd aanpast. Maar al te vaak is de golfhoogte het probleem, want boot (en wijzelf) moeten iedere golf op en weer af en dan lijkt het meer op een hobbelpaard.
Zeer vroeg in de morgen en in de stromende regen varen we het dok in Whitehaven binnen. Slapen!

Jacomine en Roel

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

1 opmerking:

  1. Arran is misschien wel één van de mooiste eilanden van Europa! Echt een aanrader ook met de boot!

    Bezienswaardigheden Arran

    BeantwoordenVerwijderen