dinsdag 11 december 2018

Seattle - november


We zitten in een “ergens wonen” ritme en de boot winterklaar maken gaat rustig aan. In Sitka valt het met vorst meestal mee, maar met de watermaker en de motoren nemen we geen risico. Vocht is er des te meer, dus vochtvreters en vacuüm zakken voor kleding en dergelijke moeten het ergste buiten houden. We helpen Erik met klussen rondom de werkplaats, afgewisseld met etentjes en een biertje bij de lokale micro brouwerij.
Vlak voor we vertrekken uit Sitka krijgen we nog een cadeautje van de weergoden. Een prachtige dag met zon. De sneeuw is laat dit jaar dus de Mount Verstovia wandeling is nog goed te doen. Erik en Frances nemen ons mee. Het is een pittige wandeling, soms pad, soms brokken steen naar Picnic Rock op zo'n 800 meter hoog. Daar hebben we wel eerste klas uitzicht over de baai, de havens van Sitka en vulkaan Mount Edgecombe op een eilandje er tegenover.

We vliegen een paar dagen later naar Seattle, we gaan er op bezoek bij Justin uit Adak en Elaine die we ontmoet hebben in Puerto Mont in Chili. We krijgen vast een vertekend beeld van Seattle want we hebben 3 dagen prachtig zonnig weer en helderblauwe luchten, in plaats van dagen regen waar de stad berucht door is.
Seattle ligt aan de Puget Sound, tegen de grens met Canada. Aan de Canadese zijde ligt Vancouver aan dezelfde waterweg. Aan de oceaan kant is een bergrug, de Olympic Mountains en aan de landkant ligt ook een bergrug de Cascades. Seattle nestelt zich op ieder bebouwbaar stukje grond op de eilandjes en tussen het water en de bergen.
Honderd jaar geleden was Seattle booming door alle goudzoekers die hier vandaan vertrokken naar Alaska en de enkeling die beladen met goud weer terugkeerde. Amerikaanse rederijen hadden een monopolie op de vaart naar Alaska en Seattle boerde daar goed bij.
Nu is Seattle nog steeds booming maar met andere markten. Microsoft, Boeing, Amazon en Starbucks hebben in Seattle hun basis dus er is veel werk. Voor mensen met lagerbetaalde banen is huisvesting een enorm probleem op de krappe m2, sommigen kamperen permanent tussen de snelwegen. Anderen wonen ver weg en hebben dagelijks uren reistijd om op het werk te komen. Huisvestingsplannen van de stad stranden op weerstand van buurtbewoners die geen flats in hun wijk willen. Zo heeft iedere stad toch zijn eigen problemen.

We zijn eerst bij Justin en zijn vrouw Erika, waar we gastvrij ontvangen worden. Het is altijd even schakelen als je elkaar heel ergens anders ontmoet hebt en dan ineens in iemands woonkamer staat. Maar al snel hebben we het gezamenlijke enthousiasme weer gevonden en gaan op pad naar Hurricane Ridge in de Olympic Mountains. De weg er naar toe is voor ons al een feestje, langs de Puget Sound en door kleine dorpjes. Over een brug waarachter de grootste onderzeeboot haven van het Amerikaanse leger zit. Het middengedeelte van de brug wordt afgezonken als de onderzeeërs erdoor varen, maar vandaag is het gewoon autoverkeer wat er gebruik van maakt. 
We klimmen met de auto bocht na bocht tot we vlak bij de Hurricane Ridge zijn. We kunnen Mount Olympus zien liggen in de zon (2500 meter hoog) die heeft zelfs Justin nog niet vaak gezien. We lopen in de omgeving en zien Vancouver Eiland aan de overkant van de sound liggen. Het blijft een vreemd idee dat we daar de komende zomer met Tara doorheen zullen varen. Ik had me ook nooit gerealiseerd dat Vancouver en Seattle zó dicht bij elkaar lagen.
De volgende dag varen we over met de veerboot naar het centrum en hebben zo een prachtige introductie van Seattle bij daglicht. Helaas geen orka's rond de boot, ze waren er eerder deze morgen wel. Het geeft aan hoe dicht we bij het grote water zitten.
Het centrum ziet er modern uit met veel hoogbouw en mooie gebouwen. Oude gebouwen zijn er bijna niet. Er werd veel in hout gebouwd en begin 1900 heeft een enorme brand het centrum bijna helemaal in de as gelegd. Maar Seattle is er weer bovenop gekomen en hoe.
Elaine hebben we drie jaar geleden ontmoet in Puerto Mont toen ze met haar man rond Zuid Amerika zeilde. Er is veel verandert in haar leven en we hebben even tijd nodig om bij te praten. Daarna verkennen we Seattle. We hadden ons geen betere gids voor kunnen stellen. Hoogtepunten zijn Pike's Market en het glasmuseum van Dale Chihuly. De Market is een langgerekt gebouw met veel glas aan het water.
Er zijn lunch tentjes, groente, bloemen en – natuurlijk – veel vis en wat je ook maar zoekt op een markt. We staan even bij de beroemde viskraam waar op commando de vissen aangegooid worden naar de fileer tafel. Bordjes in het Engels en het Japans geven aan wat de gewenste, of veilige, afstand is voor de fotografen. We kijken even binnen bij het cafeetje uit de film Sleepless in Seattle, maar kiezen een Franse bakker voor de lunch.
Het glasmuseum met werken van kunstenaar en meester glasblazer Chihuly is sprookjesachtig. Hij maakt met zijn team enorme bouwwerken van glas: kroonluchters, plafonds, stellages, vazen met geschulpte randen van zeker een meter doorsnee. Zelfs de tuin is bezaaid met glassculpturen die perfect passen bij de gekozen beplanting.

Om van de markt bij het museum te komen nemen we een verhoogd metrobaantje wat slechts twee haltes heeft, het begin- en eindpunt. De oorspronkelijke plannen gingen veel verder, maar een groot winkelcentrum werd nét te dicht op een ander gebouw geplaatst zodat de lijn niet verlengd kon worden. Hoe zou dat nu toch kunnen? De tegenstanders van het lijntje waren in ieder geval tevreden en de bezoekers van de stad moeten nu iets meer moeite doen om van a naar b te komen.
We vertrekken met stralend weer naar Europa voor onze winterstop. We hebben geluk want een dag later doet Seattle zijn naam weer eer aan, honderden vluchten zijn vertraagd of geannuleerd vanwege dichte mist.

Als de foto's van het glasmuseum naar meer smaken, werken van Chihuly zijn nog tot begin mei 2019 te zien in het Groninger Museum in een grote tentoonstelling.