donderdag 22 mei 2014

Golfo de Penas of Peinas? - 10-21 mei

Tara bij de Pio de 11e gletsjer
Nu moet ik een blog schrijven, want de weken zijn voorbij gevlogen! Eerst met wachten en dagen met regen, sneeuw en hagel. Maar gelukkig hebben we regelmatig gezelschap van andere boten. Een zondagslunch met de Illawong bemanning duurt zomaar van 12 tot 6 uur. Zij varen al 22 jaar en er is dus genoeg gespreksstof. We liggen op de prachtigste plekken, Caleta Otter en Caleta Kolibri, maar we zien er niets van! We beginnen een beetje op van die bleke, gerimpelde appeltjes te lijken. Toch varen we zodra het maar even kan, want na de 50e breedtegraad moet het beter worden. We worstelen ons dapper door de mijlen heen en op 13 mei gaan we de magische grens over. Dág Screaming Fifties!
Varen bij dageraad, de dagen zijn kort
Het geluk is met ons, we krijgen inderdaad rustiger weer. Het is een stralende dag als we de Pio de 11e gletsjer bezoeken. Volgens een man uit Puerto Edèn is dat de grootste van Zuid Amerika en de één na grootste ter wereld. We kunnen het niet nazoeken, maar groot is hij: 3,5 km breed waar hij het water raakt en de ijswand is zeker 50 meter hoog. Verder is het een saaie gletsjer, er valt geen ijs af, geen geluid, niets. De zonsondergang kleurt het plaatje wel mooi in.
De volgende stop is Puerto Edèn. 40 jaar geleden gesticht als indianenreservaat voor de Alacuf indianen. Ver van de bewoonde wereld en of het echt Edèn was betwijfel ik.
Puerto Eden op een zonnige dag
Nu wonen er nog 4 Alacuf indianen en 96 andere mensen, vooral 'imigranten' van het eiland Chiloe. Alle huizen van het dropje staan op houten palen en worden met elkaar verbonden door houten steigers of boardwalks, de straten zeg maar. Dat is niet voor niets merken we want het regent er nogal vaak en zo lopen de straten in ieder geval niet onder. De mensen leven van de visvangst, in de zomer van koningskrab en nu, in de winter, van zee-egels. Iedere zee-egel wordt met de hand uit het water geplukt door duikers die 5 tot 7 uur onder water zijn (!) op een diepte van 10 meter. En ondanks de watertemperatuur van onder de 10 graden gebruiken ze geen droogpakken.
Zee egels leegschepen, werk voor velen 
De zee-egels zien er niet echt smakelijk uit! In het fabriekje worden de blubberige zee-egels leeg geschept en uit iedere egel komt een klein oranje sliertje. In Japan en de laatste jaren ook in China betalen ze er grif voor.

Waar we ook lopen hebben mensen tijd voor een praatje en worden we uitgenodigd om binnen te komen. De huizen zijn simpel, geen Ikea interieur gezien, maar wel grote houtgestookte fornuizen en er is altijd een cafecito en brood. We ontmoeten Anselmo, hij is scheepsbouwer en laat ons de boot zien waar hij nu aan werkt. Een vissersschip voor zijn zoon: 12 meter lang, 4 meter breed. Alles doet hij zelf en met de hand, van het hout uit het bos tot het eindproduct. Een klein jaar werkt hij eraan, geen bouwtekening te zien.
Anselmo in zijn werkplaats
Hij heeft in zijn leven zo'n 15 nieuwe gebouwd en verder veel onderhoud aan bestaande schepen. De rust waarmee hij over zijn werk praat en tijd voor ons heeft maakt indruk. De geldt eigenlijk voor het hele dorp.
De moeder van Julia helpt ons  in de winkel
De dag dat we verder gaan is het stralend weer en we maken nog een laatste rondje door het dorp. Iedereen zegt ons gedag en wenst ons een goede reis, we krijgen de groeten mee voor een van de parkwachters bij de volgende gletsjer. Wat is dit een fijne plek! Deze rust is iets wat graag mee zouden willen nemen naar Nederland.
De houten straten van Puerto Eden

Er is ook iets bijzonders met het weer, op onze weerkaarten varen we een groot hoge druk gebied in wat we hier nog niet eerder gezien hebben. We kunnen ons geluk niet op. De laatste dagen van de Chileense kanalen ziet er het zó mooi uit. We varen en lopen bij de Bernardo Gletsjer, een prachtige tocht door een kloof met hoge granietrotsen. Het is onderdeel van het Bernardo O'Higgins natuurpark met een oppervlakte groter dan Nederland. We varen dagen van zonsopgang tot zonsondergang, dit is het mooiste wat we ooit gevaren hebben.
De Bernardo Gletsjer
We hebben weer gezelschap van de Petit Prince, een Frans gezin met twee jonge kinderen en gaandeweg groeit het contact, erg fijn! Bij de uitgang van de kanalen naar de Golfo de Penas hebben we nog zoveel dagen mooi weer voor de boeg, dat we kunnen kiezen wanneer we oversteken. Ongekend! We varen gelijk verder, het is een buitenkans om zo over te steken. Penas staat voor lijden & smart, de diepte loopt in korte tijd terug van 3000 meter naar minder dan 100. Met de wind meestal vanuit het westen of noordwesten maakt dat een heftig geheel, maar vandaag niet! Bij de vuurtoren van San Pedro hijsen we de zeilen vlak voor zonsondergang. Zuidoost 15 knopen, we varen voor de wind.
Seno Iceberg bij Bernardo Gletsjer parchtig wandelweer
We zeilen voor het eerst sinds vier maanden, we hebben weer een horizon en zien de zon ondergaan op zee. Ik heb de eerste wacht en zit buiten tot het teveel afkoelt. Heerlijk, alleen maar te genieten van het gevoel om weer op zee te zijn, de sterren te zien en het geluid van de wind en de golven te horen. Van de Golf de Penas zien we niets, voor zonsopgang zijn we al aan de overkant. De Petit Prince doopt de Golfo om in Peinas, wat een "makkie" betekent en dat is het ook. We varen in één keer door naar Bahia Anna Pink, 235 mijl in 36 uur.
Ons zog bij windstil weer
Dat we weer in de bewoonde wereld komen blijkt als we in het donker op de radar de caleta in willen varen. Een visser en veel gele knipperende lichtjes. Ik roep op en de doorgang van het kanaaltje waaraan de caleta ligt is gestremd door een grote zalmkwekerij. Het marifoon-Spaans kost moeite, maar we komen erachter dat we om kunnen varen. In Caleta Giuanìn ligt ook de Franse Tangaroa weer, samen met twee grote werkschepen van de vissers en dito generatoren aan een meerboei . We leggen aan langszij, maar van een borreltje op de goede afloop onder de prachtige sterrenhemel zien we af door het generator geluid.
We zijn erg tevreden over onze oversteek. We hadden speling gehouden om te wachten op goed weer voor de Golfo de Penas en nu hebben we ineens nog 4 weken voor dat kleine stukje naar Puerto Montt. We hebben vakantie!
Bahia Pink doet haar naam eer aan

ankerplaatsen:
teveel voor 1 blog...onder andere:
Caleta Colibri 50 13 S 74 38,6 W prachtige kleine caleta, erg beschut, anker drie lijnen
Estero Dock 49 56,7 S 74 27,9 W op alleen op het anker bij de waterval, dolfijnen in de baai
Caleta Sally bij de Pio de 11e Gletsjer 49 13,5 S 74 05,5 W anker 2 lijnen
Puerto Edèn 49 07,7 S 74 24,8 W voor anker
Caleta Yvonne 48 39,8 S 74 19,3 W twee otters bij binnenvaren! anker 2 lijnen
Caleta Giuanìn 45 49 S 74 41,6 W aan mooring van de vissers
Kaartje van Pio de 11e gletsjer en de ijsvlekte van de Andes

Maria in haar huis waar we koffie drinken

De Navimeg zorgt voor verbinding

De boor die Anslemo bouwt voor zijn zoon

IJskleuren


zaterdag 10 mei 2014

Uit de pas & Nederlands onderonsje - 1-9 mei

Seno Union met sneeuw en tegenwind....
We zijn de laatste dagen in Natales uit de pas. Alles gaat onhandig! Het internet-cafe is dicht, de bank heeft geen geld en we lopen van hot naar haar. Als we onze visa willen verlengen blijkt 1 mei een vrije dag, de volgende dag komen we te laat en uiteindelijk moeten we toch met een taxi naar de grens voor een nieuw visum. De waterslang op de visserspier is zoek, we mogen wel water inemen maar lopen 20x met een jerrycan heen en weer. Voor diesel moet een tankwagentje komen en pas de derde leverancier heeft tijd. De gasflessen vullen is moeilijk omdat ze Argentijns zijn en ga zo maar door. Als we eindelijk met een dinghy vol boodschappen weer naar de boot varen, is de wind opgestoken en de 15 minuten durende overtocht levert twee natte pakken en natte boodschappen op omdat de tassen in het water staan. De meeste dingen zijn zo weer schoon, maar de pakken meel voor 6 weken brood zijn nat en kapot. We verdelen de inhoud over zakjes met verschillende codes droog en minder droog, nu maar hopen dat het broodbakken de schimmel voor blijft.
Uitzicht op de Andes, adembenemend!
De volgende ochtend vertrekken we vroeg want tegenover Puerto Natales liggen we aardig te stuiteren op de wind en er komt storm. "De haven is gesloten wegens de wind" horen we als we ons afmelden. Gelukkig hebben we ons anker al opgehaald en varen we voor het havenkantoor. We zijn écht niet van plan om terug te gaan. Dus ik leg uit dat we in ieders belang naar een beschutte ligplaats moeten voor de storm en vraag braaf toestemming hiervoor. We mogen doorvaren naar Calata Fog. Zo hebben we nog een paar dagen dat het niet echt meezit. Dieptepunt is dat we de skibrillen tevoorschijn moeten halen om een sneeuwbui te weerstaan en alsnog naar de ankerplaats terug moeten omdat de wind ons terug blaast in de Seno Union. We komen er niet tegenin.

Getekend landschap door  ijs, regen en wind
Het enige voordeel van uit de pas zijn is, dat als je dan weer in de pas bent het zo ontzettend lekker gaat. We vertrekken uit Caleta Jaime en kunnen de eerste uren met zonsopkomst prachtig zeilen in dezelfde Seno Union met een atypische wind uit het oosten. Die hele dag hebben we mooi weer en schieten we super goed op. Tussen de eilanden door hebben we zicht op de pieken van de Andes met sneeuw en gletsjertongen van de Campo Hielo del Sur (eeuwige ijsvlakte in het zuiden), tegen de blauwe lucht een indrukwekkend gezicht. De eilanden waar we tussen varen zijn van oud vulkanisch gesteente, afgekloven door de ruim een kilometer dikke gletsjer die zich hier 10.000 jaar geleden overheen perste. Daarna zijn de eilanden getekend door weer en wind met diepe groeven waarin hier en daar bomen in groeien. Oerlandschap!
Lunchen in de zon op weg naar Moonlight Shadow

Ons doel is Caleta Moonlight Shadow, begin 1992 zo genoemd naar het gelijknamige schip van Ingrid en Marcel Adriaans. Dat was de tijd dat de zeilers nog Caleta's ontdekten en beschreven voor de jachten na hen. Het boek over hun reis is denk ik het eerste wat ik las over zeilen in deze wateren en zo begon een droom. Onze andere inspiratiebronnen Thalassa 2 en Duende hebben hier gelegen en pasgeleden nog Finisterre en Lyra uit Nederland. Het voelt dan ook een beetje als thuiskomen als we ons anker laten zakken in een van de mooiste caleta's waar we deze reis gelegen hebben.
Mos "kunst" bij Cta Moonlight Shadow
Bij het invaren van het riviertje naar de ankerplek zijn er 5 dikke dolfijnen, ze springen en duiken om ons heen als welkom: nog steeds het mooiste wat er is en het verveelt nooit. Als we naar boven lopen om uit te kijken over de rivier praten we over onze voorgangers hier en hoe het onze reisplannen gevormd heeft. Het geeft een intens gevoel van voldoening en dankbaarheid dat we hier nu uitkijken op Tara in Caleta Moonlight Shadow.

De volgende dag is het weer "business as usual": wind uit het noorden, maar gelukkig niet teveel zodat we op de motor verder kunnen en natuurlijk regen. We varen zoveel mogelijk mijlen want we willen uit de screaming 50ties op zoek naar beter weer. Vandaag zit het er nog niet in, maar als we Puerto Bueno invaren worden we enthousiast verwelkomd door de bemanning van de Petit Prince. Wat een verrassing en samen eten is erg gezellig. Dat maakt veel goed! Vandaag een stormdag, morgen verder?
De Petit Princejes maken zelf pizza: feest!
De Natuur verandert, de eerste varen bomen

Waterval wandeling in Puerto Bueno

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

donderdag 1 mei 2014

Puerto Natales & Torres del Paine - 20-30 april

Zeilen! en in de zon zitten op Smyth Kanaal
De eerste dagen door de Chileense kanalen zijn ons goed bevallen, het weer is er veel beter nu we de Straat van Magalanes achter ons gelaten hebben. Soms kunnen we zelfs zeilen en de caleta's waar we met de Lojan liggen zijn prachtig. We varen samen op tot Paso Victoria, waar zij direct richting Puerto Eden gaan en wij de omweg nemen naar Puerto Natales. Het was fijn samen te varen en hopelijk zien we ze later nog weer.
De route naar Natales gaat door de Paso Kirke waar, als het tegen zit, 10 knopen stroom tegen kan staan. Niet alleen tij, maar ook wind, regenval, smeltwater en nog veel meer kan hierop van invloed zijn volgens de pilot. 
Paso Kirke, de toegang tot binnenmeer Natales
We zien het dus wel en varen richting de pas, als het té hard stroomt stoppen we wel voor de nacht. Het geluk is met ons, er vaart een visser langs die ons vertelt dat we er wel door kunnen. We varen strak achter hem aan en de stroom is niet meer dan 1,5 knoop tegen.
Dan komt Caleta Fog is zicht. De Beagle lag hier noodgedwongen in april 1830 (de reis vóór die met Darwin) toen ze verrast werden door plotselinge mist en zodoende Caleta Fog. Als we het baaitje invaren loopt er een vos over het strand en neemt ons nieuwsgierig op. Als we aan land gaan voor de lijn naar de bomen is dat toch té dichtbij en verdwijnt hij in het struikgewas. Het is een mooie plek en 's morgens blijven we een poosje liggen. 
Ringed Kingfisher/IJsvogel
Dolfijnen komen even langs, er zweeft een rover over de baai en op de zaling zit een geringde ijsvogel, die even later achter ons in de boom gaat zitten voor een foto.
Het vissersplaatsje Puerto Natales is uitgegroeid tot een stadje. De laatste jaren steeds meer gericht op het toerisme rond natuurpark Torres del Paine. Goretex city wordt het ook wel genoemd, maar dat vinden we overdreven. Vergeleken bij Ushuaia is dit nog een authentieke plaats met veel gebouwen uit begin 20e eeuw en een onveranderd stratenplan. Aan de rand staat wat 'nieuwbouw' ook hier gaat de tijd verder, maar het ritme is nog erg rustig. De vissers vissen overigens nu op zee-egels die allemaal geëxporteerd worden naar Japan. Echt smakelijk ziet het er niet uit!
De eerste nacht in Puerto Natales slapen we slecht. We liggen een paar honderd meter uit de kant, maar zijn niet meer gewend aan langsvarende schepen, verkeerslawaai en blaffende honden.


Ja zó krijgen ze het anker wel los, gelukkig maar!
Verder is alleen vermeldenswaardig dat ons anker muurvast komt te zitten onder de dikke ketting van een niet meer gebruikte mooring en we een duiker nodig hebben om ons te ontzetten. Die komt met een compleet bergingsvaartuig, het is zo gepiept, maar kost ons toch bijna 1,5 dag met regelen en wachten. De kosten vallen mee, gegeven het materieel en de 6 man waar ze mee aan het werk gaan. Het is natuurlijk een beetje kinderachtig dat we het niet zelf gedaan hebben, maar met deze watertemperatuur en stroming zijn we allang blij dat er een duiker in de buurt was.


Naar Torres del Paine, we zijn alleen op de weg
Als we met de auto naar Torres del Paine gaan is er dikke mist in Natales. Eenmaal voorbij het stadje breekt de zon door. Het is bijna alsof ik een geestverruimend middel ingenomen heb. Een uitgestrekte babyblauwe lucht, felle zon en vlaktes met geel gras zonder eind. Mijn ogen hebben moeite met scherpstellen op de horizon. Na maanden van alleen zeilen en lopen is 80 kilometer per uur supersonisch. 10 minuten later is het allemaal weer normaal, maar een grappige ervaring is het wel. Wat wel opvalt na 800 km ongerepte natuur is de enorme invloed van de mens: al het bos op bruikbaar land is platgebrand en omgezet in weiland. Een maatje groter dan Nederland, dat wel!
De Torres in het midden, vooraan Lake Sarmiento
Na een uur doemen de bergen van Torres del Paine op. Hoge granieten pilaren steken omhoog uit het landschap. Daaromheen lagere bergen en pieken van verschillende steensoorten. Verscholen tussen de bergen liggen meren en watervallen. Sommige meren worden wel gevoed met water maar hebben geen uitgang, anders dan verdamping. Het geeft een bijzonder microklimaat met een Ph 9 waar Cyano bacteriën (blauwgroen alg) grote witte koraalachtige bollen maken van calciumcarbonaat aan de randen van het meer. De kleuren van de meren zijn turkoois, groen of blauw, afhankelijk van de route van het water en de lichtval. 
De Cuernos pieken  (hoorns) met gletsjermeer
Sommige meren hebben wel een uitgang die ze benutten met spectaculaire watervallen. Er is ook nog een gletsjer die uitkomt in het park en af en toe schuift er een ijsbergje voorbij. Het park is veel kaler dan we verwacht hadden, de rotsen laten weinig ruimte voor bomen. Aan de rand van het park waar de rotsen overgaan in rivierdelta's is er wel bos. De inheemse beukenbomen zijn herfstig en de kleuren spetteren er vanaf: alles tussen geel, oranje, rood, bruin, paars en zwart.
De eerste dag is het bijna zomers, de twee andere dagen hebben we 4 seizoenen in een dag. We lopen en “klimmen” wel iedere dag. We mogen niet helemaal tot het uitkijkpunt Mirador Ferrier op 700 meter hoogte vanwege de harde wind.
Herfst in Torres del Paine
Het is knap steil en onze spieren mopperen dat ze na weken op de boot luieren opeens zo hard moeten werken en vinden het allang best dat we op 500 meter stoppen. Het uitzicht is er niet minder om! We zien een vrouwtjes Huemil (met zender), een bedreigde hertensoort uit deze omgeving.
De laatste dag lopen we naar de Mirador Condor en we maken onderweg grapjes of die condors het wel weten dat we komen. Tot onze verrassing zit er inderdaad een condor boven en mevrouw laat zich uitgebreid fotograferen op zo'n 20 meter bij ons vandaan. Er lopen overal Guanaco's, we zien roofvogels en Rhea's (enorme loopvogels).
De Condor van de Mirador, echt enorm!
De Torres hebben we de laatste dagen niet gezien, daar verzamelen de wolken uit de omgeving zich en het is een buitenkansje als je ze helemaal kunt zien. Het park is er niet minder indrukwekkend om, al is het met 100 bij 100 km een klein park.
Op de terugweg moeten we wachten voor een kudde van 3500 (!) schapen die naar een estancia moet. De moderne gaucho heeft een 4x4, maar deze eigenaar rijdt nog gewoon zijn paard. Vol van alle indrukken gaan we terug naar de boot. Genoten van het park en het ligbad (haha), internet viel tegen, dat wil nog niet in het zuiden van Chili.

De schapenboer in Torres del Paine
We liggen nu vlakbij Puerto Natales in een beschutte kreek bij de Estancia Eberhard. Die naam kom je hier overal tegen want de overgrootvader van de huidige generatie Eberhard heeft dit gebied ontgonnen en is er een schapenbedrijf begonnen, de eerste in de omgeving. We hebben het dan over 1893. Nu houden ze koeien, want er verdwenen teveel schapen. “We zitten te dicht bij de stad”, aldus de huidige eigenaar. Eberhard is een kleine estancia met ''slechts'' 5.000 hectaren, de gemiddelde boer in Nederland heeft er 30. De taxichauffeur vertelt dat de prijs van schapenvlees, vroeger het goedkoopste eten voor de bevolking, nu zo hoog is dat bijna niemand het zich kan veroorloven. Alle schapen gaan naar het noorden van Chili of de export. Als wij er zijn gaat de ''oogst'' van dit jaar van ruim 200 kalveren naar de slacht.
Carancho, 60+cm, de grootste Caracara die er is
Estancia Eberhard blijkt vlak bij de Torres del Paine te zijn als je over water zou gaan. De Rio Serrano die door het park stroom komt hier langs en vindt zo zijn weg naar zee. Ook hier is het prachtig wandelen en paardrijden, nog even nagenieten dus. Wij naar wintertijd, jullie naar zomertijd, het verschil is nu 6 uur!

We gaan de boot klaarmaken voor de komende weken in de kanalen: gas, diesel, water, boodschappen en foto's bij het blog, dan kunnen we er weer even tegen.
De Lojan in Caleta Victoria, tot ziens, goede vaart!

Plaid van bont, Tehuelche indianen (Museum)

Stinkdier in Eberhard, filmpje volgt nog!
De Ijsvogel op de zaling, mooie uitkijk
Huemil, arm beest met zo'n grote zender!

Rhea, prachtige loopvogel in het park