zondag 28 maart 2021

De "Grote Vijf" van Isla Carmen - februari/maart 2021

Op safari in Afrika zoek je naar de 'Big Five': leeuw, nijlpaard, giraf, olifant en neushoorn, ten minste ik denk dat ze dat zijn. Wij zijn op zee safari maar zoeken net zo goed naar onze “Grote 5”. Deze week staat in het teken van onze zoektocht naar de grootste van alle dieren die leeft, of ooit geleefd heeft op aarde, de blauwe vinvis. Denk maat onderzeeër of vliegtuig: ze zijn meestal 20 tot 25 meter lang, de langste ooit gemeten was 33,5 meter. De tong van een volwassen dier is zo groot als een olifant, het hart zo groot als een VW kever, het hele dier weegt vele tonnen. De blauwe vinvis is een baleinwalvis, met zijn enorme uitvouwbare mond schept hij zeewater op en perst dan het zeewater met zijn tong door de baleinen weer naar buiten. De kleine zeediertjes die blijven hangen daar gaat het om en dan in de herhaling tot het dier 2 tot 3 ton vis (!) per dag binnen heeft gekregen.

De blauwe vinvis is zeldzaam en leeft in de grote oceanen, behalve als er kalfjes geboren moeten worden, dan zoeken ze een warme, rustige en voedselrijke plek, zoals hier de Zee van Cortez. Ze zijn tamelijk voorspelbaar want tussen half februari en half maart houden ze zich op rondom Loreto. De kalfjes zijn geboren, er is opnieuw gepaard en ze wachten op het voorjaarsseintje om weer naar open water te gaan. Ik droom er al weken van om de blauwe vinvis te zien, als het niet op eigen kracht lukt dan met een tourboot. Maar het eerste natuurlijk het liefst.

Tussen Loreto, het langgerekte eiland Isla Carmen en twee kleinere eilanden noord en zuid bevind zich een beschermde binnenzee. Iedere dag dat het rustig weer is trekken we erop uit, we kruisen zomaar een beetje heen en weer. We worden uitbundig begroet door een grote groep dolfijnen. Ze vermaken zich heerlijk rondom de boeg van Tara en blijven zeker een half uur mee zwemmen. Op een hele rustige avond ankeren we aan de zuidpunt van Isla Carmen. Ik hoor een walvis puf, gauw de verrekijker, maar nee, een 'gewone' bultrug. Nou ja, sinds wanneer is een bultrug in je voortuin “gewoon”? De walvis puft en duikt rustig verder, vlakbij de boot twee zeeschildpadden die hetzelfde doen.

Storm verwacht, dus naar een beschutte ankerplek, Bahia Balandra. Op dit eiland zijn vrijwel uitgestorven woestijn bighorn schapen uitgezet in de hoop dat ze hier overleven, maar om die te zien moet je geluk hebben. We proberen het natuurlijk wel en maken verschillende wandelingen in de heuvels. Eerste vinden we een dood dier, zo licht als een veertje, leeggegeten door de gieren en kleiner spul en daarna gedroogd in de zomerse hitte. Dan zien we twee levende dieren, vrouwtjes denk ik, wat een prachtige tekening. Later zien we een groepje van 8 jonge mannetjes, zij zijn minder bang en wij heel stil dus we kunnen ze goed bekijken tot ook zij de bergen in lopen. De schutkleur is zo perfect dat we ze alleen kunnen zien als ze bewegen. We vinden ook sporen op het strand, dus we hebben 'geluk' dat ze regelmatig rondom deze baai te zien zijn. Telt dit al als 3 grote?

We gaan eens even buurten in Loreto. Bij een touroperator informeer ik naar de walvis tours. Ze vertellen net genoeg om ons een nieuw idee te geven waar de walvissen te gaan zoeken: aan de andere kant van Isla Carmen. Als dat niet lukt kunnen we altijd nog een tochtje bespreken. We hebben beet! Het is alleen geen blauwe vinvis maar een sei walvis (of misschien een fin walvis?) , ook een baleinwalvis, tussen de 13 en 18 meter lang, de snelste van alle walvissen. De sei duikt af en aan rondom de boot, zelfs zo dichtbij dat het me benauwd! Maar gelukkig is hij de verstandigste en wijkt voor ons uit. Het dier is prachtig, glanzend zwart met een mooie puntige rugvin.
We drijven een hele tijd als ik verder weg een walvispuf zie die vrijwel zeker bij een blauwe vinvis hoort, kaarsrecht en meters hoog. We varen erheen, evenals het tourbootje in de buurt. Hij blijft ver weg voor ons, we kunnen niet zo snel varen, maar we krijgen een redelijke indruk van het dier. Het grootste verschil met andere walvissen is dat bij het duiken het zeker drie keer zolang duurt voor de walvis echt onder gaat. Het is bijna niet te bevatten hoe lang het dier is.

We ankeren in de buurt op Isla Carmen bij Salinas, want morgen gaan we het weer proberen. Een prachtige windstille dag. Eerst wandelen we door de zoutmeren waar tot 1985 zout geproduceerd werd wat over de hele wereld verkocht werd. Van het dorpje voor de werkers zijn de meeste gebouwen vervallen. Het kleine kerkje wordt door de beheerder wel liefdevol onderhouden. In het midden is een lodge waar jagers welkom zijn om..... op de bighorn schapen te jagen, dat kan alleen in Mexico denk ik. Voor veel geld hoop ik, want daar wordt het programma gedeeltelijk van betaald. Het is een aparte plek, je voelt en ziet het verval overal, maar het heeft ook iets wilds en onaards over zich. Van het weggetje achter de lodge maken ze een landingsbaan voor kleine vliegtuigen. Toeristen kunnen dan makkelijker komen, met de boot ben je hier wel erg weersafhankelijk. We zijn benieuwd of het veel mensen zal trekken.


Wij gaan weer op walvisjacht met onze camera. Dit keer zien we een blauwe vinvis die rondom de boot rustig zijn rondjes zwemt, geen spectaculaire duiken, maar een soort relax zwemmen met af en toe een hapje kril. Het is een prachtig dier, zijn huid gevlekt grijs, zilver en lichtblauw, zijn adempuf tot wel 10 meter hoog en de lengte ongelofelijk, meer dan 2 keer zo lang als Tara. Zijn rugvinnetje is dan weer erg klein in vergelijking met de anderen. Ik kan er geen genoeg van krijgen. De sei (of fin) walvis zien we in de verte ook nog een paar keer opduiken, wat een dag! We varen terug naar Salinas voor de nacht als we nog een onverwachte super show krijgen van enkele Bultrugwalvissen. Ze doen staartplonsen, ik tel een serie van 19 keer achter elkaar! Dan nog enkele breach's, waar de walvis helemaal uit het water springt, nog wat staart plonsen en dan duiken ze met een hun mooie staarten uit het water naar de diepte. Ze mogen dan niet zo lang zijn als de blauwe, maar qua acrobatiek zijn ze de meesters van alle walvissen.


Bultrug, dolfijn, bighorn, sei, en blauwe vinvis, onze 'grote vijf' van Isla Carmen, dagen met een gouden randje.

In de Zee van Cortez hebben we de Dappere Dodo ontmoet, een catamaran met een leuk jong Nederlands gezin aan boord. Zij hebben een drone opname gepost van een blauwe vinvis, echt spectaculair, dus die link voegen we graag toe, zo zien wij hem in het water nooit!




dolfijnen
De zuidpunt van Isla Carmen, fijn om te wandelen
vrouwtje desert bighorn

Zoek het bighorn schaap tussen de struiken
Dierenpaadjes nabij Bahia Balandra
Het kerkje van Salinas
Wilde passievrucht

Visarend in Salinas

Weer een dinghy regie foutje, de vloed kwam snel op en golven slaan in de dinghy. Net op tijd!



zondag 21 maart 2021

De Speeltuin "Baja California" - februari 2021

Niet alleen voor ons is Baja California een mooie plek om op verkenning uit te gaan. Onderweg komen we allerlei mensen tegen die hier de woeste natuur en de uitdagingen zoeken. De groep Amerikanen die met stoere 4x4 campers rondtrekken is het grootst. Op afgelegen stranden zijn er mini campings met een strodak waar je de camper onder kunt zetten, palapa's genoemd. Geen overbodige luxe als de zon lekker staat te schijnen. Sommige stranden hebben zelfs dat niet. Op het dak worden de speeltjes gestouwd: kajak's, mountainbikes, surf- of paddleboards. Natuurlijk zijn er ook de campers met het formaat van een flinke touringcar, maar die zien we eigenlijk weinig op de stranden waar wij komen. Omdat we dit jaar in de dorpjes mogen komen zoals Agua Verde, Timbabiche en San Evaristo komen we ook andere sporters tegen.
Off road motoren met de berijders helemaal in shockproof pakken, ze overnachten in het wild of in de dorpjes en rijden honderden kilometers door zand en steen woestijnen. Indrukwekkend vond ik een stel Californians die met hun mountainbike en mini tentjes het 1200 kilometer lange schiereiland door fietsten. Dat doe je niet op de weg, want zelfs voor twee auto's is die al smal en de berm is vaak steil en afgebrokkeld. Dan moet je toch wel aardig wat doorzettingsvermogen hebben, want buiten de grote weg is er vrijwel geen wegennet. Deze twee corona jaren is er geen “Ensenada 1000”, een soort Parijs-Dakar maar dan in 1 etmaal. Een super rit voor motoren, 4x4's en een soort tank auto's die per stuk rustig een half miljoen dollar kosten. Het levert stoere verhalen op en faam als je wint. Dit jaar zijn er weinig toeristen die voor een weekje komen, maar in andere jaren komen van heinde en verre vissers voor de tonijn en zwaardvis vangst en gasten om walvissen te kijken. Er zijn kite- en board surfers aan de buitenkant van het schiereiland, duikers, bergwandelaars en zonaanbidders. Zoveel ruimte om ongestoord te doen waar je zin in hebt.

In Timbabiche komen we Salvador tegen op het strand . Hij liep met een groepje dagen lang langs de bergachtige kust. In de tijd van de eerste missies werd er een muilezel route onderhouden waarmee de missie posten bevoorraad werden vanuit onder andere La Paz. Door de snelle boten is het pad in onbruik geraakt maar met een beetje goede wil toch te lopen. De grootste uitdaging is het vinden van water onderweg. De afgelegen rancho's zijn dan onontbeerlijk, want zij kennen het gebied als geen ander. Om de bron vervolgens te vinden was nog knap lastig vertelt Salvador. Hij zoekt een lift terug naar AguaVerde waar zijn auto staat. Wij gaan die kant op dus we hebben een leuke ochtend met het uitwisselen van verhalen. Salvador heeft jaren op superjachten gewerkt (lees: veel gepoetst) en daar zijn vrouw ontmoet voor hij zich weer vestigde in de US. Hij is timmerman en bouwt huizen volgens oude principes waarbij er in de hele constructie geen enkele spijker voorkomt, een echte vakman. Werken in de zomer, met de camper in de winter naar Baja California, zo doen velen dat.


Wij vervolgen langzaam onze weg naar het noorden. De Tocht van San Evaristo naar Timbabiche varen we door het San José kanaal, we kijken de hele dag uit naar walvissen, maar zien er geen. Eenmaal uit het kanaal varen we langs een prachtig stuk kust met bergen in de mooiste kleuren en vormen. Roze, rood, wit, groen, okergeel, zwart en gestreept door de verschillende lagen. Op foto's komt het niet zo tot uitdrukking, maar in Timbabiche vind ik stenen van alle kleuren, onze dagtocht in één hand. Het vissen wil bij ons nog niet echt lukken, maar met enige regelmaat komen we visserskampen tegen waar we een verse yellowtail kunnen kopen. In Timbabiche komt Miguel naar ons toe of en zin hebben in crayfish, een soort kreeft zonder grote scharen. Hij gaat ze even vers voor ons duiken en die avond smullen we in de kajuit van verse kreeft in de ondergaande zon.... 
De lagune bij Timbabiche. Met springtij loopt het vol en is een bron van leven voor allerlei vogels. We zagen ijsvogels, en veel verschillende reigers en kleine zangers die we alleen konden horen. Deze cactus heet heel toepasselijk "oude man". Voor de schildpad was het springtij het einde


In Timbabiche staat het "Roze Huis" Een arme visser vond begin 1900 een reuzen parel en verkocht die voor vissers begrippen voor enorm veel geld. Genoeg om een paar vissersboten van te kopen en dit prachtige huis te bouwen. Ik denk dat hij geen onderhoudsfonds voorzien heeft, want de erfgenamen konden het niet onderhouden en alles wat herbruikbaar was is eruit gehaald. Nu staat het statig te zijn, tot de natuur het weer overneemt. Maar ik kan me zo voorstellen wat een prachtig gezicht het was toen het net gebouwd was. In de verre omtrek is namelijk niets. 


                                           Een Heermann's meeuw, mooi he?





zondag 14 maart 2021

Espiritu Santo - februari 2021


De baaien van Espirtu Santo blijven aan ons trekken. Op de luchtfoto kan je goed zien hoeveel plekken er zijn aan de westkant om het anker te laten zakken. Iedere baai heeft een rivierbedding waar je in kunt wandelen, al zijn sommigen beter begaanbaar dan anderen. We hebben regelmatig dagen met veel noordenwind en er zijn maar een paar plekken waar je dan goed kan liggen. In Caleta Partida bijvoorbeeld. Daar is ook de mooie maar inspannende wandeling door een steile kloof El Rincon. We liepen deze eerder maar nu is het één en al bloemen wat we tegenkomen. Uit de wind is het heerlijk koel stralend zomerweer, hier noemen ze dat voorjaar. We lopen met Paul en Sharon van Sundance en Sharon is net zo van de bloemen als ik. Dat is erg leuk en Roel heeft dan in ieder geval gezelschap van Paul. Op de terugweg blijkt onze dinghy drooggevallen in de ondiepe baai, zeker 100 meter van het water vandaan. We tillen hem er wel even uit denken we. Mooi niet! Het is allemaal dood koraal en vreselijk scherp. We bietsen een ritje terug naar de boot bij Paul en Sharon. Later de dinghy maar halen als het weer hoog water is. Regie foutje! Wandelen op het strand, bloemen kijken, vogels kijken, samen wat drinken en eten, toekomstplannen, de dagen vliegen voorbij in een aangenaam ritme.

Overlevingsstrategie: deze Kleinblad Olifantsboom, hier in Bonsai formaat van zo'n 15 cm, kan meters hoog worden. De stam lijkt op een ei waar de eerste takjes uit groeien, de bast schilfert langzaam af bij het groeien.

Een Chipmunk, de grootte van een eekhoorn, ze wonen in holletjes tussen de stenen en we horen ze vaak, maar zien ze zelden!




Door de kloof naar boven klauteren, over rotsblokken en door droge watervallen

Een natuurlijke rotstuin met in ieder bewoonbaar hoekje een plantje, de halve dag in de schaduw.






Sharon vindt deze prachtige naaktslak in de baai




zondag 7 maart 2021

Buiten spelen - februari 2021


Heerlijk om weer buiten te zijn. De ruimte en vrijheid voelt zó goed. We maken lange wandelingen in de baaien vlakbij La Paz die we aandoen. Spannende verhalen maken we niet mee, dus ons oog valt op steeds kleinere dingen om ons heen in de natuur. De vogels natuurlijk, de ene nog mooier dan de andere. We hebben geluk want in de broedkolonie van de Magnificent Fregatvogels in Gabriel Baai zien we mannetjes in broed- verenkleed. Onder hun keel is een zakje met felrode veertjes die ze mooi op kunnen blazen om de vrouwtjes te imponeren, als ze vliegen zit het netjes opgevouwen, maar nog steeds mooi. We vinden allerlei zandhoopjes van schelpen onder het zand en mooie figuren van schelpen die op het zand rond kruipen en intussen voeding uit het zand filteren. Een enkele keer sprint een grote krab voor ons weg of duikt er een rog op in de golven. Door het voorjaarsweer en de regen van een paar weken geleden zijn er ook meer bloemen te vinden. Alles profiteert van iedere druppel die er valt.

We zeilen een paar dagen met Gina en Kevin van Raven, gezellig samen wandelen en een drankje aan het eind van de middag. Er is altijd genoeg uit te wisselen over de wederzijdse zeilavonturen, boot onderhoud en niet te vergeten lekkere hapjes uit de keuken....

De foto's zeggen denk ik genoeg.