vrijdag 26 oktober 2018

Glacier Bay voor onszelf - oktober


Glacier Bay is een prachtig natuurgebied in Oost-Alaska. Toen Captain Cook hier in 1778 rond voer was er nog niets van te zien. Een enorme gletsjer had zich in de kleine ijstijd zover naar buiten gewerkt dat een ijstong uitstak in Icy Strait. Eind 1800 kwam Muir, een Amerikaanse onderzoeker, voor het eerst in Glacier Bay. De verschillende gletsjers hadden zich al ettelijke mijlen teruggetrokken, de 100 jaar erna ging het hard. Nu moeten we 65 mijl de baai invaren voor we de restanten van de gletsjers kunnen bewonderen. Glacier Bay is een bekende bestemming van cruiseschepen in Oost-Alaska, er mogen er maximaal twee per dag invaren. Ook voor pleziervaart uit bijvoorbeeld Vancouver en Seattle is het een aantrekkelijke bestemming en aan strenge regels gebonden.
Wij zijn buiten het seizoen en hoeven geen vergunning aan te vragen. We gaan wel langs bij de rangers voor informatie, wifi en een dag regen. We krijgen een instructie, met film en aanvullende aandachtspunten van Mike. Naast de waarschuwingen horen we wat de mooie plekken zijn en waar speciale dieren zitten. Een kolonie Steller zeeleeuwen, een blauwe beer, de berggeiten en misschien nog een walvis of twee zijn te zien.
Er zijn leuke wandelmogelijkheden rondom het (gesloten) bezoekercentrum en daar maken we graag gebruik van. Mike loopt een ochtend met ons mee, een pittige maar prachtige wandeling naar de Bartlett rivier. Hij werkte hier eind 1970 als ranger, heeft daarna een andere carrière gehad, nu is het zijn pensioen baan in de zomermaanden. Hij weet ongelofelijk veel van het gebied en wij luisteren graag, het park komt nu al tot leven voor ons.

Met opkomend tij gaan we met 11 knopen naar binnen door de Sitakaday pas, dat gaat snel! Daarna is het ook snel afgelopen en varen we rustig verder. Bij de South Marble Eilanden zitten honderden Steller zeeleeuwen. De mannetjes, beschermend tussen hun harem, de jongen stoeien in het water. We drijven een poosje om ze goed te kunnen bewonderen. We zien een paar walvis pufjes, maar ze blijven ver weg. We zijn de enigen in Glacier Bay, dus we hebben alle ruimte.
De dagen erna hebben we prachtig weer, zon, geen wind, alles is rustig. We zoeken naar de blauwe beer in een van de baaien, maar hij/zij laat zich niet zien. We wandelen waar we geen beren zien en genieten van de stilte en de herfst kleuren. Bij Reid gletsjer liggen we twee nachten. We lopen naar de voet van de gletsjer, waar een rivier van smeltwater grind en vermalen steenstof afvoert. Door het smelten van de gletsjer komen er steeds meer stenen bloot, op sommige plekken lijkt het eerder op een grindmuur dan op ijs, wat er zeker nog wel onder zit. Bij een beekje uit de bergen zien we beerepoot afdrukken en poep, maar verder niet. Wel veel vogels. De puffins en andere zomer vogels zijn vertrokken. Nu zijn het zee-eenden die zomers broeden in het binnenland en de loons van de meren die hier overwinteren.
Tussendoor varen we naar de John Hopkins Gletsjer. Er ligt veel ijs in het water van de Lampuch gletsjer waar we langs varen. Voorzichtig tussen de brokken door “Tara on the rocks”. Bij John Hopkins is veel klein ijs en we zetten de motor uit en drijven een paar uur voor de gletsjer. Het is erg stil, af en toe een knal hoger in de gletsjer, maar geen vallend ijs. Het is prachtig en we voelen ons bevoorrecht dat we hier zo ongestoord kunnen liggen. Dan weer behoedzaam terug naar Reid Gletsjer.

Op de kaartjes kunnen we de terugtrekking van de gletsjer volgen. De John Hopkins is de afgelopen jaren iets gegroeid, de anderen zijn alleen maar verder terug getrokken. Het gebeurt wereldwijd. Vanuit John Hopkins reizen we terug door de tijd. Waar de gletsjer net vertrokken is zijn de rotsen kaal en hard. Verder naar buiten beginnen de korstmossen de rotsen te kleuren. Na zo'n 140 jaar zijn er struikjes en daarna beginnen de eerste boompjes te verschijnen, wilg en els. Vooral de laatste is belangrijk als stikstof binder, hij maakt de weg vrij voor de Sitka sparren die het bos gaande weg invullen.
Dichterbij de uitgang is het een en al Sitka sparrenbos. In 1974 woedde er een enorme windstorm in het gebied. Het bos rondom het bezoekerscentrum – het oudste uit het gebied- kreeg de volle laag. Veel bomen gingen om in het jonge bos, en nu bijna 50 jaar later, is het een gevarieerd bos met veel kenmerken van een volwassen bos. Op de open plekken is nieuwe aangroei, de oude bomen hangen vol met sliertmossen en op de grond is een warboel van vermolmde bomen en zachte kussens van mossoorten. Overal hoor je water. Hier en daar liggen enorme stenen, achtergelaten door de gletsjer. Tussen de omgevallen bomen is een rijkdom aan paddenstoelen, waar we graag gebruik van maken. Oesterzwammen, cantharellen en “hedgehogs”, ze gaan lekker in de quiche.
De laatste ochtend in Reid wordt ik wakker van ijs tegen de romp, het is nog donker. Mmm, de watertemperatuur was gisteren nog 6ºC. Het gekras wordt erger, Roel gaat even kijken. Er liggen wat plaatjes ijs in de baai die eruit drijven, geen zorgen dus. Een uur later ligt de baai bijna dicht met een dunne laag ijs, de plaatjes groeien snel aan elkaar. We gaan er toch maar uit. De ankerketting trekt door een 3mm laagje ijs en wij spelen zo zachtjes mogelijk voor ijsbreker. We denken dat het een combinatie is van zoet smeltwater wat op het zoute water blijft drijven, een prachtige heldere nacht en een lucht beweging van het Brady ijsveld boven de gletsjer naar de baai. Zo varen we iets na 7 uur alweer rond en drijven uren bij Gloomy Knob (Naargeestige bult). Zo ziet hij er wel uit, zwart graniet, gegroefd door de gletsjers van eeuwen geleden, maar zo steil en hard dat er niet veel groeit. Daar houden berggeiten van.
Op de heenweg heb ik na uren eindelijk de eerste dieren gezien, dus nu weten we waar we moeten kijken. We zijn zo vroeg dat ze nog in hun weitje liggen. Maar met zon op de rots komt alles tot leven. We kunnen tot vlak onder de rots komen, nog honderden meters bij de geiten vandaan, maar ze zijn goed te zien. Ik volg ze met de verrekijker en camera, dat worden weer 500 foto's ;-) Twee moeders met kleintjes scharrelen van bosje naar bosje. Ze lopen over onwaarschijnlijk kleine richeltjes van de ene plek naar de andere. De bokken doen het rustig aan en liggen veel om zich heen te kijken. Ik zie er steeds meer en heb er uiteindelijk 11. Ik hoor een adem puf en kijk om ons heen waar het vandaan komt. Drie orka's zwemmen een paar honderd meter voor de boot, twee volwassen dieren en een kleine. Ze zwemmen van ons weg, maar we kunnen ze nog een hele tijd volgen met de verrekijker. “Nu nog een beer”, zeg ik tegen Roel.
We gaan naar Blue Mouse Cove voor de nacht en om even te wandelen. Voor het anker erin gaat zien we een grizzly moeder beer met 3 grote jongen op het strand scharrelen! Het is niet te geloven.
Ze gaan het bos in voor we vast liggen, het wandelen laten we maar even schieten. We hebben otters om de boot en tegen de avond komt een groepje zeeleeuwen spelen in het baaitje waar we liggen, een arend vliegt over, zijn partner schreeuwt in het bosje. De zonsondergang is prachtig het is doodstil en we kijken uit op een gletsjer hoog in de bergen. Wat een prachtig gebied, wat zijn we een geluksvogels.
De volgende morgen wachten we in de hoop dat de beren terug komen. Intussen hebben we harbor porpoises in de baai, kleine schuwe dolfijntjes, we blijven doodstil en ze komen steeds weer boven. We geven de beren om half elf op, Roel loopt met de dinghy naar voren en... ziet moeder beer uit het bos komen. Ander plan. We kijken hoe ze met z'n vieren langs het strand scharrelen en stappen heel stil in dinghy en roeien door de baai om ze vanaf het water te volgen. We roeien pas terug naar de boot als ze aan de andere kant het bos in verdwijnen. Deze dag kan niet meer stuk.
We varen weer langs de zeeleeuwen op hun rots, het is hoog water, dus ze zitten hutje mutje op elkaar. We zoeken de walvissen, maar vinden ze niet. Zo scharrelen we terug naar Bartlett Cove. Er komen dagen met veel regen en daar is dan meer te beleven dan in de baai.
Als ik het blog bijwerk aan de kampeertafel buiten met wifi van de rangers, waarschuwt iemand dat er een zwarte beer achter me op het houten dek loopt. Er wordt geroepen en gezwaaid en de beer voelt aan dat hij niet welkom is en verdwijnt snel in het bos. Mijn eerste wilde zwarte beer, maar wel iets te dichtbij en geen foto's. We verplaatsen de tafel zodat ik met mijn rug tegen het wc huisje zit, dan zie ik ze in ieder geval komen. We maken mooie wandelingen in de droge uren, het lijkt 's nachts veel meer te regenen dan overdag. We zien een porcupine, een stekeldier zo groot als een middelmaat hond. Ze hummen zangerig terwijl ze knabbelend door gras en struikjes scharrelen. Behalve neus en ogen zitten ze helemaal vol met lange stekels, die laat iedereen wel met rust. Hij is ook niet erg onder de indruk van ons, en poseert op zijn achterpootjes voor de camera.

Mike en Karen nodigen ons uit voor een dagje in Gustavus. Gustavus ligt op de grindvlakte die de gletsjers achter gelaten hebben, het eerste vlakke stuk wat we zien in Alaska. Het is een piepklein dorpje en dat willen ze ook graag zo houden. Geen wegen, geen cruiseschepen, alleen wat mensen met een cabin in het bos. Mike en Karen wonen ook in het bos op een groot stuk land. Ze hebben het al meer dan 40 jaar, eerst als cabin en nu – na de pensionering- als huis. Karen is Japanse literatuur prof en Mike heeft voor haar twee bibliotheekjes gebouwd in het bos om. Een is er Japans ingericht, erg mooi en een prachtige werkplek. We wandelen samen en eten 's avonds bij hun vriend Jim. Hij woont ook al jaren in het gebied en heeft veel onderzoek gedaan naar visserij en zelf een een topkwaliteit visverwerking gehad. Interessante gesprekken aan tafel, tot we onderbroken worden door een zwarte beer die opspringt tegen het raam, een halve meter achter ons. De hond jaagt hem weg en het gesprek gaat nu even over lastige beren zo eind van de herfst. Niemand, behalve wij, is erg onder de indruk, business as usual.

We ontmoeten ook Ingrid en Kevin in Bartlett Cove. Ingrid is werkzaam op het park en Kevin organiseert bijzondere outdoor reizen. Ingrid gaat vaak mee als naturalist om de gasten van alles te vertellen over wat ze tegen komen. We eten samen op de boot en wisselen reisverhalen uit, een gezellige avond over bijzondere bestemmingen. Wat is er toch veel te zien op de wereld!

foto's: Steller Gaai, "Levende" route markering van de Huna Tlingit native bewoners, zonsopkomst over de Fairweather range, Gemeenschapshuis van de Huna Tlingit in Glacier Bay, Zwarte Cantharel, laatste foto een Blauw Korhoen, de rest spreekt voor zich.





















vrijdag 19 oktober 2018

Elfin Cove - september


In Alaska lijkt er een september deadline te zijn voor bezoekers. Tot 15 september is alles in bedrijf, daarna worden restaurants, giftshops, rondvaart boten, informatie centra, lodges en guesthouses ingepakt en afgesloten. Het personeel vertrekt naar andere – meestal warmere – plekken. “Outside” als het buiten Alaska is, naar de “Lower 48” de andere staten van de USA, maar ook veel naar andere landen. Ruim na 15 september, dus in Elfin Cove is bijna alles verlaten als we er gaan verkennen.

Elfin Cove was en is een vissersdorpje, alleen is de focus verschoven van full time vissers naar sportvissers. Er zijn grote vis lodges gebouwd en die business floreert. In de zomermaanden is er een watervliegtuig dienstregeling die drie keer per dag van Juneau naar Elfin Cove vliegt met toeristen, op drukke dagen zijn er extra vluchten.
Wij liggen aan de pier waar ook het ''vliegveld'' is: de baai met een ponton aan de kopse kant van de steiger. In de wintertijd zijn er – als je geluk hebt – 2 vliegtuigen per week. We liggen drie dagen in Elfin Cove en er wordt een vliegtuig verwacht, maar wij zien er niet één. Eerst is het mistig in Juneau, dan is er slecht zicht in Elfin Cove, dan staat er te veel wind. 's Winters gaat alles bij het weer. Wacht even winter? Het is toch nog maar september? Herfst en voorjaar bestaan hier nauwelijks. Zomer temperaturen gaan binnen een paar dagen om in winter en noordelijker in sneeuw. In Oost Alaska in regen of sneeuw, afhankelijk van de windrichting. Wij treffen regen, veel regen!
Het dorpje is gebouwd op een kleine landtong en ligt beschut achter een paar eilandjes en tussen bergen. Met hoog water kan je om het dorpje heen varen en kom je in een veilige binnenhaven. 
Wij liggen in de buitenhaven, met weinig wind een prima plek én uitzicht op de bergen van Glacier Bay. We zijn aangeland in regenwoud en het dorp is daarop ingericht. De straten zijn boardwalks met veel anti slip en de huizen staan op palen. We lopen de boardwalks onder mossige bomen tot we niet verder kunnen door een landslide. Het pad is bedolven onder een grote berg aarde en bomen. Het zou me niet verbazen als ze het in het voorjaar pas opruimen. We zien stoere huizen, rookhuisjes voor de vis, lodges met snelle alu boten, tuinkaboutertjes maar geen mensen.

In de binnenhaven is wat leven en we maken we een praatje met Bill, Cathy en Matt die hun visboot klaarmaken voor de laatste heilbot-tocht van het jaar. Ze hebben nog duizend pound te gaan in hun quota en op 10 oktober sluit het seizoen. 8 grote tonnen met lange lijnen en haken met gezouten vis staan klaar om uitgezet te worden. 
Ze hebben geen haast vandaag want ze moeten wachten op een observer van het Ministerie van Fish en Game voor ze uit kunnen varen. Iedere tocht moet aangemeld worden en steekproef-gewijs worden er observers meegestuurd die de vispraktijk controleren. Matt is echt verbaasd dat we komen kletsen, meestal lopen toeristen met een boog om de vissers heen. Hij haalt als bedankje zelfs twee potten ingemaakte zalm voor ons.
We vragen of ze wat komen drinken aan het eind van de middag, want wij hebben wel plezier in hun verhalen. Ze komen. We eten “Tara” huisgerookte zalm en drinken een glaasje of wat. Mijn bosbessen likeur uit Kitoi Bay is gerijpt en smaakt uitstekend. Met de glaasjes komen ook de verhalen. Over het vissen in Elfin Cove en de prijzen van de visvergunningen. Voor iedere vissoort moet je een aparte vergunning hebben, de bedragen die ze noemen om er nu een aan te schaffen zijn enorm. Bill komt hier vandaan en heeft nog visvergunningen uit de tijd dat ze bijna niets kosten, die zijn nu veel geld waard. In het seizoen vissen ze zalm, krabben en heilbot. Zalm maken ze in om 's winters te eten, aangevuld met zelf geschoten hert.
De ogen beginnen te glimmen als het hert ter sprake komt, het verhaal van de drie herten met 1 kogel wordt met smaak verteld. Bill en Matt gingen jagen op een eilandje in de buurt. Mat kan goed jagen en schiet een hert met één zuiver schot. Als ze gaan kijken blijkt dat er nog een hert achter stond en de kogel is dwars door beide dieren gegaan. Twee herten met één kogel dat is echt geluk hebben. Ze brengen de herten naar de boot en gaan verder. Achter een rots stuiten ze op een “3 point bull” (mannetje van 2 of 3 jaar) die ligt te rusten. Ze zijn alle drie verrast. Voor het hert op kan staan is Matt er bovenop gesprongen er volgt een worsteling, Matt voorkomt met een beenklem dat het hert op kan staan en met zijn mes snijdt hij de hals slagader door. Maar voor zo'n dier opgeeft! Uiteindelijk is Matt de sterkste. De ervaring heeft veel indruk op hem gemaakt, Bill zegt dat hij nog uren daarna stil was. Ook nu in het vertellen voel ik de emotie in het verhaal, de worsteling, het bloed, de kracht die het vraagt, de angst dat de kansen keren, de overwinning. Jagen is hier doodgewoon, je doet het om in de winter je voorraadkast en vriezer vol te hebben. Voor ons, supermarkt AH types die nog nooit een geweer in handen hebben gehad, zijn het stoere verhalen uit een andere wereld.
Cathy is Iñupiat (Eskimo) uit Point Hope, in het Noorden aan de Bering zee. Haar vader was Umialik, kapitein van zijn umiak, een open boot gemaakt van walrushuid voor de walvisvangst. Zij vertelt over de walvisvangst in het late voorjaar en hoe belangrijk die was (en is) voor haar dorp. Hoe gevaarlijk de vangst is in de kleine bootjes van minder dan 6 meter en hoeveel aanzien de kapitein van de boot heeft die als eerste de walvis weet te raken met spies en drijver. Alle boten helpen daarna het dier te vangen en naar het landijs te brengen. Het hele dorp loopt uit, scholen gaan dicht en iedereen helpt mee het spek en vlees naar het dorp te krijgen. Daar wordt het in kelders, uitgehakt in het ijzige perma frost, bewaard tot de komende winter. Zonder walvis geen eten.
In Alaska mogen de oorspronkelijke bewoners nog jagen op de traditionele manier, al zijn de boten van huiden vervangen door alu boten met buitenboordmotor. Ieder dorp krijgt een quota aan walvis en walrus wat gevangen mag worden. Je moet de dieren opeten die je vangt en mag het vlees niet uitvoeren of verkopen, maar wel ruilen. Zo zijn er afspraken over netten voor de zalmvisserij, ottervangst voor kleding en nog veel meer. Ik vertel Cathy dat ik niet uit Alaska weg ga voor ik een keer muktuk gegeten heb (walvis spek). Ze begint te lachen, “dat heb ik in de vriezer, dus morgen krijg je muktuk”. We krijgen een proeverijtje van rauwe muktuk en gekookte stukjes. Ze smaken eerder naar vlees dan vis, vooral de gekookte stukjes zijn erg smakelijk. Het is duidelijk hoe voedzaam het is.
We zien ze nog een paar keer de dagen erna, geen vliegtuig is ook geen observer. Het is leuk om met ze op te trekken. Uiteindelijk mogen ze uitvaren zonder, want de tijd tikt door en het aas gaat achteruit.

In het dorp is een winkeltje, wat een paar uur open is, een postkantoor wat ook een paar uur open is, en zo ontmoeten we Jenny, haar man en zoontje. Ze zijn deze zomer begonnen hier.  Jenny handelt de vliegtuigen af, haar man zorgt voor de dieselpomp en elektriciteit generator. In de winter doen ze ook de winkel en het postkantoor erbij. Zomers' keihard werken en nu wordt het erg stil. Jenny is personal trainer en doet iedere morgen een workout voor zichzelf, ik doe twee ochtenden mee, heerlijk. Ik vind ze moedig stel om zo afgelegen te wonen en werken.
Dat is misschien wel het voordeel als je hier buiten het seizoen komt, iedereen heeft tijd en wij vallen op, de contacten zijn zo gelegd. Al zijn we er maar een paar dagen geweest we varen Elfin Cove uit met een wam gevoel, het was fijn hier!











vrijdag 12 oktober 2018

Oversteek Golf van Alaska - september


Met de scenic bus terug naar Seward, maar de buschauffeur is iets minder “scenic”. Hij vindt stoppen voor de Beluga walvissen die we onderweg zien in de Cook Inlet niet bij de “tour” horen. We mogen er al uit in het wildlife centrum en daar moeten we tevreden mee zijn. De rit is gelukkig wel scenic, het blijft verbazen: de ruimte, bergen, meren, sneeuw en gletsjers in de verte.
In Seward zien we de bemanning van Dione, Sagata en Wings & Strings weer, allemaal vrienden uit Tannowa en met dezelfde agenda onderweg. Eerder zagen we Brother Wind en Arpatas al hier. Ook al varen we in hetzelfde gebied, we zijn elkaar nauwelijks meer tegengekomen de afgelopen zomer. We pakken moeiteloos de draad weer op in veel gezellige uren. Drie boten blijven aan boord in Seward, de anderen gaan naar huis en wij hebben nog een etappe te gaan voor onze winterstop. Tussen de sociale afspraken door is het even hard werken. Gas, diesel, boodschappen, was, achterstallige internet zaken en blogs bijwerken in de bibliotheek. We zijn aan onze derde telefoon-maatschappij toe, hebben inmiddels twee nieuwe telefoons en als we geluk hebben doet nu één van de 3 telefoons het waar we een simkaart van hebben. Met de nadruk op 'als', de uitdagingen die we in ieder nieuw land hebben, lijken hier extra lastig.

We varen uit met een weerbericht zonder wind de eerste dagen en iets teveel wind – maar geen storm - aan de andere kant van de Golf van Alaska. We slaan helaas Prince William Sound over. De weerberichten voor de komende weken laten steeds sneller opeenvolgende depressies zien waardoor de golven niet meer tot rust komen en we willen onze oversteek niet in zulk weer varen. De herfststormen naderen en we zijn met nadruk gewaarschuwd voor de Golf van Alaska door lokale vissers. Het lijkt een beetje op de Golf van Biskaje, lagerwal bij veel wind, diep water die in een korte tijd oploopt van kilometers naar honderd meter of minder diepte en bij de kust zorgt voor enorme golven en grondzeeën bij de ingangen van de sounds.

Nu is er geen vuiltje aan de lucht. We varen nog een keer door de Eldorado passage, horen de tour boten in de buurt over “big fins” oftewel orka's, een laatste blik op de prachtige Bear Gletsjer en dan zijn we de Ressurection baai uit. Nog uren daarna zien we de puntige, besneeuwde bergtoppen en daartussen het Harding ijsveld glinsteren. Het Harding ijsveld voedt alle gletsjers van het Kenai schiereiland en aan de andere kant in de Cook Inlet. Dit ene ijsveld is al bijna 10.000 km2 groot, ter vergelijking Nederland is 33.000 km2. Alaska heeft bij benadering 10.000 gletsjers, getallen die bijna niet te bevatten zijn.

Yan(mar motor) en Ray (de autopilot) zijn een ijzersterk, zij het een lawaaierig team en we varen over een spiegelgladde zee. Wij spelen “alleen op de wereld”, de zon en de maan verstoppertje en kiekeboe achter de wolken. Als de maan het opgeeft is er vrij spel voor de sterren. We verwonderen ons dat we in het oosten het sterrenbeeld Orion zien. Op onze oversteken in de Zuid Pacific zagen we Orion aan de westelijke hemel, maar wel in een ander jaargetijde en misschien ook op een andere tijd. We varen nu onder de Poolster, Seward is het noordelijkste punt van onze reis met 60º noorderbreedte.

Midden in de golf ligt een verraderlijk laag eilandje: “Middleton”. Met onze kaarten geen probleem, maar juist afleiding. We moeten opletten en overdag zijn er tientallen zeevogels om ons heen. Een paar keer zien we een Black Footed Albatros, met een spanwijdte van 2 meter scheert hij over het water.

Na bijna twee dagen op de motor komt eindelijk de beloofde wind. Ik maak Roel wakker om 05.00 om te hijsen. Lekker, zo uit bed in het donker de regen in. Het grootzeil gaat redelijk vlot omhoog, maar toch nog 1 binder vergeten. De genua wil niet uitrollen, slipsteek in de reeflijn vergeten, nog niet uitrollen, te veel spanning op de val, nee? We kunnen het even niet oplossen. Dan de kotter maar bij tot daglicht. Wil ook niet uitrollen, weer de slipsteek vergeten. Nog niet uitrollen, zit het bandje er nog om? Ja, bandje eraf. Ik trek aan de schoot en de kotter rolt uit terwijl Roel nog op het voordek staat. Niet fijn. Dan blijkt dat op de genua ook nog het bandje zit, even vergeten, het zit er zelden of nooit om. Dus de kotter weer in en de genua uit. Als alles staat kijken we elkaar aan, we hoeven het al niet meer te zeggen, dit was gepruts! Te weinig gezeild de laatste maanden. Tara en Sara (de windvaan) trekken zich er niets van aan en vinden moeiteloos het ritme tussen de golven en de wind. Roel kruipt snel terug voor een laatste uur slaap en nu zijn het de dames die genieten van de stilte, het eerste daglicht en de snelheid die we maken, ons zeilende bestaan.

De wind draait gaandeweg meer naar het westen, bijna voor de wind. De harde wind is wat vertraagd, we houden zo rond kracht 4, heerlijk zeilen. De laatste dag op zee met steeds meer blauw en zon. De wolken boven land trekken langzaam weg. Eerste zien we een paar puntjes uitsteken en langzaam aan komen de hoge toppen van de Fairweather range een voor een te voorschijn. Aan de besneeuwde toppen te zien hebben zij de regen als sneeuw ontvangen. Het is prachtig om ze dichterbij te zien komen, we zien zelfs La Perouse gletsjer door de bewolking verschijnen, een enorme rivier van ijs helemaal tot het water. Een prachtige zonsondergang kleurt de avond, mooi op de zee en de besneeuwde bergen. 

We hebben Cape Spencer al in het zicht, maar het zal toch net donker zijn voor we de zeer beschutte Elfin Cove in gaan lopen. We zijn rond doodtij bij de ingang van Cross Sound en surfen met dik 7 knopen naar binnen. Daar krijgen we toch een poosje aardig hoge, onverwachte rollers. Dat is niet fijn voor de wind en we kunnen hier ook niet strijken. Op de hand sturen we erdoor heen en dan wordt het rustiger. We strijken het grootzeil en op de motor varen we verder. Met radar en digitale kaarten komen we veilig in Elfin Cove. Ze hebben gelukkig de verlichting op de pier en om kwart over negen liggen we vast. Dit was een goede oversteek, nu hebben we opeens drie weken vakantie in Oost Alaska waar de beroemde Glacier Bay ligt en andere prachtige plekken. Morgen eerst Elfin Cove verkennen.

foto's van dieren uit het Wildlife Conservation Centre: zwarte & bruine beer en muskos, Seward haven met Holland America line cruise schip, rest spreekt voor zich.