Bergen betekent ook stijgen, bochtige weggetjes, rivieren en natuurlijk de talloze verkeersdrempels in de dorpjes waarvoor je bijna stil moet staan om er rustig overheen te rijden. Kortom de gemiddelde snelheid is laag. Ik verbaas mij weer over van alles. Het is regenachtig en vochtig maar de huisjes lijken niet gemaakt op dit weer. Houten bouwsels, waar vaak een rand vrijgehouden is tussen de muur en het dak om de rook van de open kookvuren te laten ontsnappen.
Tussen de huisjes wat gaas en soms dieren. Als het gezin het wat ruimer heeft wordt er een huisje gebouwd van betonblokken, de volgende fase is het huis geschilderd in warme kleuren, soms alleen de voorkant, soms alles, maar dan ook alles, de muurtjes om het land, de veranda de muren en ramen. De oude Maya´s hadden geen wielen en het lijkt nog steeds een ongebruikelijk concept. We zien mannen sjouwen met ladingen stookhout op de rug met een hoofdband, bouwers met emmers cement en balken op de rug, moeders die met grote kinderen sjouwen en mensen met draagdoeken vol boodschappen of handelswaar. Daar staat tegenover dat als er een auto is daar ongelofelijk goed voor gezorgd wordt. Ieder gehucht heeft zeker 2 autowas 'straten' waar de jongens al klaar staan met emmers en poetsdoeken. Ook het transportbusje wordt iedere avond afgespoeld en droog gemaakt. Onderweg is er gelukkig ook tijd voor korte stops. De eerste keer dat we stoppen schrik ik me een ongeluk als ik een stelling van het winkeltje omloop en oog in oog sta met een forse man met machinegeweer. Hij is van de beveiliging en heeft geen kwaad in de zin, maar dat het nodig is geeft toch een vreemd gevoel. Later zie ik dat er een bankagentschap in het winkeltje is, misschien daarom? Hij gaat buiten staan bij de deur, dat is duidelijker. De lunchstop is in Cobán bij: Mc Donalds, gewoon een big mac met frietjes! Waar je na maanden rimboe al niet gelukkig van wordt....van Mc Donalds in ieder geval niet.
De chauffeur wordt onderweg onophoudelijk gebeld en praat uren met Jan en alleman, intussen behendig manoeuvrerend over de wegen tussen drempels, kuilen en langzaam rijdend verkeer. Het is ook een prachtige tocht, langs valleien, mooie wolkenpartijen, door dorpjes en bossen, maar we zijn toch blij als we na 9 uur in Lanquin aankomen. Het laatste uur rijden we door stromende regen, een serieuze wolkbreuk. Alle gasten worden opgehaald door hun hotel, maar ons hotel Pachamaya verschijnt niet. Het ligt een half uur rijden met een 4x4 van het dorpje af, langs de rivier en heeft geen telefoonbereik. Ook op mijn berichtjes reageren ze niet. De regen stroomt naar beneden en het wordt donker, tijd voor plan B. Er rijdt een tuktuk langs en we laten ons naar het dichtstbijzijnde niet erg leuke hotel brengen. We zijn zo moe dat we na het eten als een blok in slaap vallen, leuk of niet, we liggen droog. Naar aanleiding van onze berichtjes heeft het hotel onze reservering geannuleerd zien we de volgende morgen, geen sorry of niets.
We vinden een andere mooie plek. We slapen in een klein houten huisje en worden 's morgens gewekt door vogels en bosgeluiden. Het is er erg fijn en koel. Dit hotel ligt ook langs de rivier, maar wel vlakbij het dorpje. De regen is namelijk zo heftig geweest dat de rivier woest stroomt, het natuurpark bij de watervallen van Semuc Champey is dicht, de rivier staat te hoog. Ook hier pan B dan maar. Maandag is marktdag in Lanquin en dan komen mensen uit de omliggende dorpen naar de markt. We zien prachtige Maya klederdrachten bij de vrouwen, maar ze vinden foto's vreselijk, dus dat laat ik achterwege. Ze brengen groeten en fruit om te verkopen en kopen weer andere dingen om mee te nemen. Het is een drukte van belang in het smalle straatje, alles modderig van de regen, maar wel een leuke sfeer. Ik leer een paar woorden Ki-ché, Goedendag, dank u wel, dat breekt het ijs een beetje, want veel Maya's spreken geen Spaans.
Tijd voor een chocolade tour hebben we nu ook. We gaan naar het huis van een lokale familie die cacao bonen verwerkt van omliggende boeren en dat in een goed product omzet. Vooralsnog voor binnenlandse markt, maar ze hebben grotere plannen. Ze verbouwen ook kardemom, een export product naar het Midden Oosten en willen top kwaliteit chocolade daar aan toe voegen. Hun oudste zoons studeren beiden, een in techniek de ander in economie en marketing. Met hen hopen ze het bedrijf verder uit te bouwen, ze willen vooruit in het leven. Het bewerken van de cacao is een heel proces. De bonen worden met de hand uit de grote vruchten gehaald, 3 x 3 dagen gefermenteerd, dan roosteren ze de bonen en drukken de binnenste boontjes nog warm en wel uit de schil. We rollen de boontjes op een granieten plaat met een rol tot er poeder en de olie vrijkomt, het ruikt heerlijk en dan gaat het echt op cacao lijken. De chocoladedrank is zo puur als hele donkere chocolade, bijna té intens. De letterlijke vertaling van chocolate is dan ook “bitter water”. Met iets honing smaakt het een stuk beter! Vroeger mochten alleen koningen en hoge priesters chocoladedrank drinken, echt een privilege. We nemen een torentje pure chocolade mee om later te experimenteren.
De waterstand in de rivier is wat gezakt en we kunnen de volgende dag toch naar Semuc Champey. Een half uur in de open laadbak van een truck steil omhoog en dan lopen naar de watervallen. De rivier gaat normaal gesproken een stuk ondergronds en daarboven, op een soort stenen brug, zijn verschillende prachtige water bassins die in elkaar overlopen met kleine watervallen, gevoed met heldere bosstroompjes. Het is nog een beetje modderig van de overstroming, maar de bovenste bassins hebben alweer hun karakteristieke turkooisblauwe kleur en zijn helder genoeg om in te zwemmen. Er omheen hoge rotsen en oerwoud, het is een van de mooiste plekken waar ik ooit gezwommen heb!
We hebben ons enorm verkeken op de busrit van Lanquin naar Antigua. Die duurt geen 5 maar 8 uur en het wordt uiteindelijk 12 uur door enorme verkeersopstoppingen op de grote wegen rondom Guatemala Stad. We zien twee vreselijke ongelukken dus ik ben erg blij met onze rustig rijdende chauffeur en bewonder zijn concentratie om ons heelhuids af te leveren in Antigua.
Antigua is heerlijk om een paar dagen rond te wandelen. Roel had eerder last van opstandige darmen en nu heb ik een off-dag. De mogelijke vulkaan beklimming hadden we al geschrapt, we zijn er niet fit genoeg voor. We vragen ons af of dit toch nog naweeën zijn van de Covid, maar het kan ook goed zijn dat we gewoon te weinig gelopen hebben de afgelopen maanden. Via via horen we van het koffie project “De la Gente” (van de mensen), lokale boeren die samen werken in een coöperatie en tours en kleinschalige export doen om hun leefomstandigheden te verbeteren. Het is een hele leuke ervaring om bij Juan Carlos en zijn vrouw thuis te komen. Zijn familie woont al generaties lang op deze plek in het dorp. Juan Carlos heeft het houten huis vervangen door een stenen huis van twee verdiepingen, met een schaduwrijke binnenplaats waar het heerlijk koel is. Vanaf de straatkant zie je alleen de grote metalen deuren naast het huis, maar binnen is het echt ruim! We gaan naar zijn koffie velden aan de voet van de Agua vulkaan waar het net oogsttijd is. Juan Carlos heeft 3,5 hectare grond en verbouwt drie soorten Arabica koffie die samen een heerlijke koffie maken. Roel en ik plukken de rode bessen, het is maar goed dat we hier niet van hoeven leven want onze pluksnelheid is zeer laag. We nemen de bessen mee terug, waar de schil en de boontjes gescheiden worden in een eenvoudige machine. De schillen zijn nat van de suiker die erin zit en gaan allemaal terug naar de velden voor bemesting. 600 kilo bessen levert 100 kilo bonen op. De bonen worden gefermenteerd en dan 5 tot 7 dagen te drogen gelegd op de grond. Het harde schilletje er nog af en dan met de hand uitgezocht op kwaliteit A (export) en B (lokaal) en opgeslagen. Ongeroosterde bonen kan je lang bewaren, geroosterd tot 3 maanden, gemalen 14 dagen. Wij gaan verder met bonen die al geroosterd zijn en net als de cacao worden ze fijn gemalen op een granieten plaat. De koffie is pittig en heerlijk, we eten er de traditionele koeken bij, een soort knapperige eierkoek. Juan Carlos vertelt dat door het werk van de boeren en de coöperatie de mensen in de gemeenschap meer mogelijkheden hebben om werk te vinden en door hun eigen export de inkomsten direct naar de coöperatie gaan. De la Gente zet zich als organisatie in om de bekendheid van het product en de boeren te vergroten en exportkanalen te zoeken. De export is nu alleen naar de VS en Canada, en we bevelen de koffie van harte aan en hopen dat ze ook naar Europa wegen vinden. (For Guatemala coffee delivered at home in US & Canada: dlgcoffee.org)
Na veel zoeken vinden we ook een restaurantje waar Guamaltees eten te krijgen is: El Rincon Tipico. Geroosterde kip met rijst en bonen of kip stoofschotel met rijst en bonen. Die laatste twee zitten geloof ik in iedere maaltijd hier, van ontbijt tot avondeten. Het is smakelijk, maar de landelijke culinaire genoegens lijken toch wel wat beperkt. We doen nog een laatste rondje door de stad, wat een fijne plaats. Ik kan het niet laten om ook een paar stoffen van de Maya dames op het plein te kopen, een mooi souvenir.
De bus terug gaat snel maar Tara ziet er verschrikkelijk uit, een dikke laag stof en gruis ligt over de hele boot. De twee grote stootwillen zijn afgebroken door de swell, gelukkig hebben de kleintjes vanaf de voetrail het goed gehouden. Naast ons meert die nacht een kolenschip af die 5 dagen lang zijn lading aan land gaat brengen. We weten niet hoe snel we weg moeten komen uit deze haven! De bureaucratie helpt niet erg mee, het uitklaren duurt ook ruim een dag en kost weer de nodige dollars. Guatemala was prachtig, maar per boot in Puerto Quetzal niet aan te raden! Nog weken later komen we kolengruis tegen op de boot.
Foto's van de reis, de veerboot hierboven is een houten trekschuit die werd aangedreven door 4 buitenboord motoren, simpel en effectief.
De markt in Lanquin, watervallen van Semuc Champey, kaarsje in de kerk, Chocolade tour.
Kleurige straatjes