dinsdag 27 november 2012

Video Marokko en bericht van de ouderhoudsploeg

De video van Marokko staat weer op de site:


Voor meer video's, kijk onder de tab ''video's''

Nog een bericht van de Blog onderhoudsploeg:
reacties
Als het goed is kan iedereen nu reacties achterlaten zonder registratie of wat dan ook
waar zijn wij nu ?
Op veler verzoek: er is nu een tab toegevoegd waar een wereldkaart opstaat en je kunt zien waar we zijn.
wordt nog uitgebreid in de toekomst
Lezers Bedankt!
we hebben nu ruim 11.000 'pageviews' van het blog gehad. Dank voor alle reacties en het meelezen. Het motiveert om te blijven schrijven.

waar een dagje verwaaid in Marina Rubicon op Lanzarote al niet goed voor is ;-))
Groetjes van Jacomine en Roel

maandag 19 november 2012

28 oktober-10 november Marokko

De medina "taxi" vervoert letterlijk alles

De oversteek van Cadiz naar Rabat duurt 24 uur. Het is een prachtige nacht met heldere maan en een goede wind om te zeilen. We passeren de shipping lanes van de zeeschepen van en naar Gibraltar. We zien op de plotter dat de Maersk Svendborg ( 347 meter lang en 45 meter breed) heel aardig om ons heen vaart. Muis tegen Olifant: "wat stampen we lekker samen". We hebben het reven voor de nacht nu beter door en hoeven in het donker niet meer uit onze slaap gehaald te worden. Het grootzeil reven we standaard en dan kunnen we met de genua spelen door meer of minder uit te rollen afhankelijk van de sterkte van de wind. Toch is het slapen zo'n eerste nacht matig. We moeten ook erg wennen aan de hele lange nachten, van 6 uur 's avonds tot 7 uur 's morgen is het donker. Gelukkig is de tempertuur wel lekker! Ik ben deze reis voor het eerst sinds lang zeeziek en overleef op een pak rijstwafels en water, maar kan gelukkig wel mijn wachten lopen. Vlak voor Rabat valt de wind pas weg, wat een mooie oversteek was dit!
Straatje in de Kasba van Rabat (ommuurd fort)

Vroeg in de middag varen we achter de havendienstsloep de Oued (rivier)Bouregreg op naar de marina. De oproep tot gebed klinkt vanaf de minaret die boven de stad uittorent, daarna ook van de andere moskeen. We zijn in een ander werelddeel. De Marina ziet er luxe uit, maar wij moeten eerst aan de aanmeldsteiger voor de formaliteiten. We krijgen anderhalf uur de volle aandacht: Police, douane, gendarmerie en de haven zelf. Allen met hun eigen invulformulieren met steeds dezelfde gegevens. Er komt zelfs een snuffelhond aanboord, minder fijn dat hij ook over het bed in de achterkooi loopt, maar vinden doet hij niets. Wij dachten dat ze dat pas zouden doen als we weer gingen vertrekken?
Binnentuin in de Kasba

We moeten wennen aan het leven hier. Enerzijds is er Rabat, modern, metro, grote gebouwen en internationale organisaties. Aan de andere kant van de rivier (waar wij liggen) is Sale, een veel traditionelere stad. Het is net offerfeest geweest en er liggen veel huiden en (slacht)afval op de deels onverharde wegen. Dat het plenst helpt niet om een fijne indruk te krijgen van de stad. De geuren, kleuren en geluid zijn even te veel en we gaan snel weer terug naar de boot. De dagen daarna haal ik de paar woordjes Arabisch die ik ken weer op en steevast krijgen we een grote glimlach als we groeten of bedanken in het Arabisch. Het vuilnis is opgeruimd en de zon schijnt regelmatig. Het begint weer herkenbaar te worden. We doen boodschappen in de medina van Rabat, een wirwar van kleine straatjes met kleine winkeltjes binnen de oude stadsmuren. Veelal verkopen ze dezelfde producten met de prijs als enige concurrentiemiddel, zouden ze daar nu van kunnen leven? Maar wel 7 dagen per week minstens 16 uur op hun stek.
Uitzicht op de Medina van Fez

We gaan met de trein naar Fez met de grootste medina van Marokko. Een van de moskeen staat tegenover de Riad (huis met binnenplaats) waar we logeren. 's Morgens om 5 uur is de eerste oproep tot gebed, extra lang om iedereen goed wakker te maken. Het klinkt mooi in de ochtendstilte. Naast onze Riad zit ook Cafe Clock, waar veel buitenlanders komen. Het is een prettig soort Fez light. Kamelenburger (of Falafel) met frietjes in een traditionele omgeving en op zondagavond optredens. We lopen kilometers door de straatjes, kijken onze ogen uit en eten lekker Marrokaans. De gastvrouw van de Riad raadt ons een hamman aan in het nieuwe gedeelte van Fez, heerlijk! Roel bij de mannen en ik bij de vrouwen. We vinden het allebei een fijne sfeer en komen schoongeboend weer buiten.
Ingang van de grote moskee

 Rabat mogen wij pas verlaten als de golven voor de haveningang minder zijn dan 2 meter. Er liggen boten al een paar weken te wacht om verder naar het zuiden te gaan. Soms is de haven weken gesloten vanwege de golven (swell). Ook zit de wind al anderhalve week in het Zuidwesten, pal tegen dus en dat is geen pretje om dagen achter elkaar te zeilen. Maandagmorgen kunnen we eruit en draait de wind naar Noordelijke richtingen. Er vertrekken wel 20 schepen. Bijna allemaal naar de Canarische Eilanden, alleen wij blijven nog een poosje aan de Marokkanse kust. De oversteek naar Essaouira is 48 uur zeilen. De maan is nu in haar laatste kwartier en verschijnt pas ver na middernacht. Het is erg donker, want er is veel bewolking. Er komen zware buien langs, gelukkig krijgen wij maar weinig regen en aan de horizon is het een en al onweersflitsen. Roel denkt dat ze wel 100 km ver kunnen zijn, pfff. Ik heb het niet op onweer op zee. De wind is wisslend, dus veel zeilveranderingen, poosje motor bij, stuk voor de wind met voor- en grootzeil uit als een vlinder. Dit keer is Roel niet fit, dus we wisselen elkaar lekker af. Onderweg experimenteer ik met brood bakken in de snelkookpan: 20 minuten stomen, klaar. Het is vaster dan brood van de Echte Bakker, maar erg lekker. Het scheelt een hoop gas ten opzichte van de oven.
Het eerste snelkookbrood!

 Essaouira is een klein traditioneel vissersplaatsje aan de kust. We liggen een half uur buiten de haven te wachten op daglicht en zien in het eerste ochtendgloren de kleine blauwe visserbootjes naar buiten komen. Het is stil en prachtig. Dat serene gevoel duurt niet lang. Als we de haven binnenvaren belanden we in een heksenketel. Duizend meeuwen rond de visserboten, waar van alles aan wal gebracht en schoongemaakt wordt: het horen, zien en ruiken! vergaat je. Er is aan de ponton 1 plaats voor jachten en we meren af naast een Marrokaans jacht. Aan boord is een bewaker en samen drinken we koffie. Hij loodst ons door de formaliteiten heen en is een fijne buurman de volgende dagen. Dat wij 's morgens koffie zetten onthoudt hij goed en iedere morgen drinkt hij een petit cafe met ons mee. Het dorpje staat bekend als pittoresk en een beetje hippieachtig. Naast de gewone souvenirs wordt er dan ook kunst verkocht in alle maten en soorten. Leuk schilderij? Helaas te groot voor op de boot. Er zijn twee hoofdstraten in de medina, een vooral voor toeristen en een waar de inwoners zelf hun boodschappen doen.
Uitzicht vanuit de kuip op de vissers en de meeuwen 

Er zijn zoveel toeristen dat in de eerste de prijzen in euro's aangegeven worden. Sommige dingen blijven vreemd voor ons. Vanuit een internetcafe kijken we uit op een waterkraan waar vrouwen en kinderen water komen halen in flessen en emmers. In de huizen is geen stromend water. In het cafe wel. Dat moet toch op te lossen zijn, denk ik met Nederlandse regelzucht. Er is vast een reden waarom dat hier niet gebeurt, maar daar komen we niet achter. In de haven gaat het werk dag en nacht door. We denken dat het een zwaar leven is op de boten. Met drie of vier man in een klein, open bootje drie dagen op zee voor de vangst op haaien en tonijn. Die laatste zijn er bijna niet meer hier, maar een enkeling heeft geluk. Op de grotere schepen zijn er heel veel mannen aan boord, maar ook daar: bijna alles gaat met de hand. Na drie dagen en nachten is het voor ons genoeg. We nemen afscheid van de buurman met een laatste koffie en vertekken voor een dagtocht naar Agadir.
Modern Agadir aan het strand

Agadir is na de aardbeving van 1974 opnieuw opgebouwd en een moderne badplaats, ook voor de Marrokaanse touristen. Hier is het weer een en al luxe. Wat een tegenstellingen. Het is eindelijk weer echt lekker zonnig en warm hier. We genieten er even van en bereiden ons voor op de oversteek naar de Canarische eilanden. Zoon Jeroen komt aan boord om een weekje mee te zeilen, gezellig.



Handgemaakt filodeeg, wat een werk!
Haaien en tonijn (nog in de boot) vangst van de dag Essaouira

nog een mooi straatje in Rabat



Paleizen hebben ze ook in de Medina van Fez





donderdag 8 november 2012

Zeilen van Ayamonte naar Cadiz


"Wel leuk hoor dat blog van jullie, maar we lezen nooit iets over het zeilen. Hoe gaat dat nu?" waren een paar reacties. Wij denken altijd dat zeezeilen vrij saai is, je fietst sneller dan je zeilt en wie zit er nu op zo'n verhaal te wachten? In gesprekken komen we erachter dat wat voor ons gesneden koek is, voor anderen echt een andere wereld is. Dus voor de zeilers onder de bloglezers weinig nieuws, maar hier een indruk van wat er nu allemaal bij komt kijken, verweven met het verslag van de tocht van Ayamonte aan de grensrivier van Portugal en Spanje naar Cadiz, net voor de trechter van Gibraltar.

Bladzijde uit de pilot met de Baai van Cadiz
We beginnen altijd met de grote lijnen en we hanteren een planning voor de komende 6-8 weken. Die planning wordt vooral gevoed door de weersystemen: orkaanseizoen, regentijd, extreme warmte of koude e.d. worden vermeden. Nu zijn planningen er om af te wijken - en dat gebeurt ook regelmatig - maar het einddoel staat en de uitdaging is toch om zo af en toe weer een stukje op te schuiven op de kaart. In de basis zijn daarvoor 2 benaderingen: kleine stappen - lees: dagtochten - of grote stappen - een of meer dagen achter elkaar. Wat we ook in het verleden ervaren hebben, is dat het met dagtochten niet erg opschiet en dat het erg vermoeiend en onrustig is.
Dan volgt de stap welke plekken we wel en niet gaan bezoeken. Dat begint meestal met Lonely Plannets, internet, ''horen zeggen'' en ook de scheepvaartpilots geven sappig commentaar - sommigen met heerlijke droge Engelse humor - over zowel de bevaarbaarheid als de aantrekkelijkheid.
Hoe ver is het? Ayamonte - Cadiz is dik 60 mijl en we rekenen door ervaring wijs geworden nu met 3 varianten kwa snelheid: gemiddeld 5 mijl per uur, 6 mijl of 7 mijl. Dus dik 12 uur varen in de ''pessimistische'' variant, 10 uur in de ''realistische'' en 8,5 uur in de ''optimistische'' variant.
Hoe ziet de haven eruit waar we heen gaan, kunnen we 's nachts aanlopen, moeten we met hoog water naar binnen, of kan het altijd, hoe zit het met golfslag, swell, harde wind uit een bepaalde richting, ondieptes, boeien, meldplicht bij de verkeercentrale etc. Cadiz kunnen we altijd binnenvaren, het ligt in een baai, en er is wel ''veel'' commercieel verkeer (want als je Rotterdam een paar keer bent ingevaren, weet je pas echt wat ''veel'' is).
Kunnen we uit deze haven altijd weg? Ayamonte ligt aan een rivier, handig met afgaand tij en dus vertrekken we net na hoog water. 
De traditionele zeekaarten zijn inmiddels vervangen door electronische. Wij gebruiken zowel een plotter - TomTom's e.d. komen oorspronkelijk uit de scheepvaart - als kaarten op de PC.
Hoe ziet het traject eruit? Wat zijn uitvalshavens voor onderweg. Komen we langs een ankergebied voor grote schepen, langs fishfarms, door oefengebied van de marine, een windfarm, wordt er gewerkt, over een kabel op de bodem en is het water diep. Dat laatste is allemaal prettig, want dan zijn er waarschijnlijk geen visnetten en -potjes. 
Na zoveel tochten zonder wind is een ding duidelijk, we gaan alleen als er wind is. Dus we wachten tot de weerkaarten wind laten zien. De weerkaarten komen van internet en als dat niet lukt via onze eigen zend/ontvangstinstallatie. Nu we een cursus gevolgd hebben gebruiken we de zgn. Bracknell kaarten waarop de hoge en lage drukgebieden, isobaren en fronten te zien zijn. 

Bracknell weerkaart - slecht weer op komst

Een serie bestaat uit een analyse van de huidige situatie en +24, +36, +48 etc tot +120 uurs verwachtingen. Hieruit kunnen wij de windsterkte, windrichting en eventuele verstoringen door fronten destilleren. Grib-files zijn een tweede bron en eigenlijk een afgeleide van de Bracknells. Deze laatste kaarten zetten de drukverschillen om in windverwachtingen en die kan je dan als animatie afspelen. Dat is overigens niet altijd wat je krijgt, zoals ieder model is het een simplificatie van de werkelijkheid en laten ze gemakshalve de fronten, de overgang van zee naar land of de effecten van opwarming van het land maar even buiten beschouwing. En door extrapolatie geven ze meer details dan de Bracknells, schijnnauwkeurigheid dus. 

We volgen het weer eigenlijk altijd, omdat je dan pas goed ziet hoe snel het weer verandert, of er rare dingen in zitten of er veel wind op de oceaan geweest is, want dan heb je aan de Atlantische kust vaak meer of heel verwarde golfslag. Zondagavond/nacht wordt een prettige wind eerst windkracht 4 later 3 voorspeld, gaandeweg draaiend van west naar noordwest uit. We hebben vanaf 15 uur stroom mee op de rivier. 
Klaarmaken voor vertrek: accu's vol, water vol, diesel getankt, routine check van de motor en het schip, alles opgeruimd en vastgezet en de eerste maaltijden staan klaar. We varen uit met zon en wat bewolking aan de horizon, de wind is inderdaad 4, maar wel uit het zuidwesten. Op de motor varen we de rivier af en zetten alvast het grootzeil en later de grote genua erbij. Het eerste stuk op zee is lastig door grote aantallen vispotten, die zijn slecht te zien, het is vaak niet meer dan een klein drijvertje en een versleten vlaggetje, maar we willen ze liever niet in de schroef. Op zee is de beloofde windkracht 4 toch een dikke 5 uit zuidwesten en met een zuidoostelijke koers betekent dat voor ons halve wind. Dan is Tara op haar best, de snelheid ligt tussen de 7 en 8 knopen met uitschieters naar 9. De zee is bokkig, dat is jammer, want het verlaagt het comfort aanzienlijk, de bewegingen zijn schokkerig en vooral onverwacht. 


We vinden het heerlijk om weer eens te zeilen en sturen met de hand, want de krachten zijn voor de stuurautomaat te groot. Die kan alleen aan het werk als we reven (zeil minderen), maar dat gaat weer ten koste van de snelheid en dat willen we niet. Vlak voor donker reven we wel, de ervaring leert dat niets zo vervelend is als 's nachts je kooi uit moeten om te reven en dat in het donker iets minder zee- en windgeweld wel prettig is.


AIS signalen van andere schepen - druk hier!
Andere schepen zien we weinig. Sinds een paar jaar is er een verplicht identificatie-systeem voor de beroepsvaart en inmiddels is ook menig zeilschip hiermee uitgerust. Het laat op onze plotter de positie, koers en snelheid, maar ook de naam, bestemming, maten, lading van ieder schip zien. Gekscherend zeggen we wel eens dat ook de geboortedatum van de vrouw van de kapitein nu zichtbaar is. Dit systeem - AIS - is een hele verbetering tov radar, want het beestje heeft nu een naam, is daarmee via de marifoon goed oproepbaar en al diverse malen hebben we zeereuzen gevraag voor ons uit te wijken. En het aardige is dat ze dat ook met plezier doen en waar nodig ook nog hun collega's informeren over ons als dwerg en wat zij doen om ruimte te maken. Best imposant als een flatgebouw van dik 3 voetbalvelden en 10 verdiepingen hoogte voor ons soepeltjes opzij gaat en even later zijn oorspronkelijke koers weer hervat. De posities van alle schepen die met dit systeem zijn uitgerust, zijn ook via Internet te volgen: marinetraffic.com. Tara is daar helaas nog niet te zien, maar dat zal niet lang meer duren.


Details van een de Pacific Wisdom - een kleintje!
Gaandeweg neemt de wind en ook de bewolking toe, maar het zicht blijft goed. De Baai van Cadiz is te zien, maar door alle verlichting op de wal is het best lastig de diverse stadjes en kapen/ondieptes te onderscheiden. Gelukkig helpen de vuurtorens en de diverse boeien. Die knipperen ieder met een eigen frequentie en met de hulp van de kaart kan je dan achterhalen waar ze staan/liggen. De aanloop is goed beboeid, maar wel aan lagerwal met Cadiz aan de zuidkant, een grote ondiepte aan de noordkant en daardoor een opbouwende golfslag. Extra complicatie is ook nog dat we pal voor de wind en dus op gijpkoers varen (dan komt met veel geweld de giek - dat is die dikke horizontale pijp van 5 meter lang en dik 40 kg zwaar onderaan het grootzeil - opeens van de ene naar de andere kant zetten). 

De invaart gaat prima, de rode en groene boeien zijn goed te zien, terwijl de eerst boei (de zgn. uiterton) met een klein wit lampje dat maar heel kort brand, slecht te zien is tegen de hel verlichte achtergrond van de stad. In de haven laten we het zeil zakken en zoeken we de ingang van de jachthaven. Dat valt tegen, want ipv de gebruikelijk groene en rode lichten hebben ze hier allen maar groene aan beide kanten van het vaarwater. We roepen de havenmeester op via de marifoon, want gelukkig zijn alle havens hier 24 uur per dag bemand. De havenmeester is zo vriendelijk om met een schijnwerper naar de invaart te komen, onze box aan te wijzen en de landvasten aan te pakken. Een uur s'nachts liggen we vast, gelukkig hebben we weer eens heerlijk gezeild en met gemiddeld dik 7 knopen in een record-tijd deze afstand overbrugd. Veel sneller dan we zelf gedacht hadden.
Van de buren krijgen we de volgende dag een compliment dat we het aanleggen zo zachtjes gedaan hebben.

Roel

donderdag 1 november 2012

17-27 oktober Andalusië



Zie ik al iets komen? Toch anders dan Scheveningen
Van Cádiz hebben we ons niets voorgesteld. Uitvalsbasis..... Het blijkt een verrassende stad te zijn. Vol geschiedenis, stadswallen aan zee met boulevard, poorten, pleinen, mercado en flamenco. Het ligt op een uitstekend puntje land aan de baai van Cádiz en ziet er aan de buitenkant uit als een fort. Als zodanig is het ook gebruikt, o.a. tijdens de Napoleontische invasie rond 1800. Cádiz was onneembaar. Het oudste gedeelte is Middeleeuws, maar de charme van de stad zit voor ons in het gedeelte wat in de 18e eeuw gebouwd is. Smalle straten, prachtige hoge huizen met met patio's en kleine, uitstekende balkonnetjes, waarvan sommigen op serres lijken. Mooie pleinen met oude bomen, terrasjes en gratis wifi. We hebben Nederlandse buren en zij vertellen dat de stad doet denken aan Havanna op Cuba. Dat is mooi meegenomen en scheelt heel wat mijlen. Samen gaan we naar een Flamenco ballet in het sfeervolle Falla theater. Er wordt gedanst en gezongen. Ik val voor de prima donna van de Flamenco – een leeftijdsgenote – wat een power! De buurvrouw voor het zingen “ vooral een tweezang was ongelofelijk doordringend, intens en bijna te pijnlijk om aan te horen. Het leed van de hele wereld leek erin terug te komen en dat is veel...... “ schrijft zij op haar blog. Met alle emoties een erg fijne avond.
Binnentuin van het Alcazar

De dagen daarna trekken wij door Andalusië. Via Jerez naar Sevilla. Daar kunnen we onze draai niet vinden, we zijn er te kort, de stad is enorm en het aantal toeristen ook. Voor het Alcazar en kathedraal zijn zulke lange wachtrijen dat we alleen het Alcazar kunnen bezoeken. Dat is wel erg mooi en indrukwekkend! De toeristische Flamenco shows die aangeboden worden slaan we over, nog helemaal in de ban van de voorstelling in Cádiz. Het leukste vinden we nog het cafeetje Rodrigues vlakbij het hotel, waar de baas achter de bar de bestellingen in het Gregoriaans doorzingt aan de keuken. “Een gebakken broodje met kaahaas” klinkt dan opeens heel anders. Er zitten alleen mensen uit de buurt en sommigen komen binnen en krijgen gelijk hun koffie zonder te hoeven bestellen.
De dagen daarna bezoeken we in de buurt van Marbella/Malaga twee stellen vrienden die verhuisd zijn naar Spanje. Ton en Helga hebben in Ojén “La posada del Angel” een super leuk hotelletje in de bergen. Het is maar 8 km bij Marbella vandaan, maar een wereld van verschil. Een plek om tot rust te komen en de omgeving te ontdekken.
Dorpsplein in Ojén, de luifeltjes zijn van Diego

's Avonds eten we op het pleintje van Ojén wat er die dag gekookt is bij Diego. Spaanser kan je het bijna niet krijgen. We drinken nog een zelfgemaakte Limoncello op de patio van het hotel, onder de citroenboom en varens. Ton geeft me het recept voor de Limoncello en ik zie eindelijk een zonnige toekomst voor de liters Vodka die we nog aan boord hebben van onze reis naar Rusland vorig jaar. Er komen nog meer oude bekenden uit onze studietijd en gezamenlijk we vieren Roel's verjaardag, mét appeltaart en visrestaurant in oud Marbella. Dat is dan weer erg Nederlands gezellig. Een heerlijke mix dus.
olijven voorbereiden in de buitenkeuken

Onze andere vrienden wonen in een Finca (buitenhuis) verderop. Erheen rijdend zien we van dichtbij hoeveel hectare bos er verwoest is door de branden van een maand geleden. Ton vertelde dat er hier en daar al weer groene blaadjes aan de bomen komen, gelukkig maar: Wat een woestenij laat zo'n brand achter. Op de Finca genieten we van elkaars gezelschap, heerlijk eten, tuin met zwembad en uitzicht op het berglandschap. In de olijfgaard om het huis staan ook tafel-olijven en ik pluk een mandje vol en leer ze zelf inmaken. Mijn eerste brouwsels staan nu op de boot te rijpen, minstens een maand wachten voor de eerste proefjes. Ik ben zo benieuwd!

Op de terugweg rijden we door de bergen van de Sierra de las Nievas en de Sierra de Cádiz. Adembenemend, soms letterlijk, wat een prachtig stuk van het land. We stoppen in Ronda, waar we het Casa dom Bosco bezoeken, het terras heeft een spectaculair uitzicht op de kloof en de bergen. Op weg naar Arcos nemen we een verkeerde afslag en komen we via een bloedstollend weggetje in Montejaque. Als je niet gevonden wilt worden zou ik daar gaan wonen. Er zit niets anders op dan dezelfde weg terug te nemen: het loopt dood.
Sierra de las Nievas

We zijn nu toch laat, een bezoek aan Ikea en de bouwmarkt van Jerez kunnen er nog wel bij. Het leven moet ook gewoon doorgaan, maar wat kost het veel energie vergeleken met de natuur en het rijden door de bergen.

In Cádiz hebben we problemen met het vinden van de goede medicijnen. De ziekenhuis apotheker is ronduit weigerachtig om ons te helpen. We hebben een verschillende aanpak hoe daar mee om te gaan en het geeft stress. Gecombineerd met vermoeidheid? Irritaties die we hebben laten liggen? Het leven op een paar vierkante meter? Het spettert even behoorlijk en we zijn allebei van slag. We blijven een paar dagen in Cádiz om weer tot onszelf en elkaar te komen. Veel ruimte, sms-jes en afspraakjes op terrasjes in de stad later, zijn we weer waar we waren, misschien wel iets verder dan dat, gelukkig! Met de medicijnen is het ook goed gekomen, zij het helemaal op eigen kracht.
Het gezelschap wat optreedt in Merced

Verderop aan de steiger ligt een boot uit Argentinië waarmee het klikt en samen gaan we op de laatste avond naar een voorstelling in Merced, het Flamenco centrum van de gemeente. Erg moderne, kunstzinnige Flamenco dans en muziek. Ik heb vooral plezier in de gezichten van de Spaanse dames om ons heen, die volgens mij meer gesteld zijn op een traditioneler voorstelling. Als er na een Senegalese djembé een didjerido aanschuift met de bekende winderige geluiden op Flamenco ritme hébben ze het niet meer. 
Een afzakkertje met dans in de Pena de Flamenca La Perla de Cádiz – een soort clubhuis van een locale flamenco vereniging – maakt de avond compleet. 
Tussendoor vertellen onze buren over Argentinië, het leven, corruptie, hun kinderen die er een toekomst opbouwen ( niet makkelijk) en prachtige natuur. Dat krijgen we allemaal nog. Volgend jaar gaan zij de zelfde route varen als wij de komende maanden dus we houden contact.

Al met al een fijne afsluiting van onze weken in Cádiz. De wind staat goed voor Marokko, het is tijd dat we het vasteland van Europa gaan verlaten.

Bijzondere architectuur in Sevilla

Met uitzicht op de koninklijke slaapkamer

entree naar de ontvangstruimte voor de ambassadeurs Alcazar
Café Rodrigues "drie tapas van de daa-ag"

Lekker vis eten in Marbella


de entree la Posada del Angel
 
Bijzondere gast op de Finca



Uitzicht van Casa Dom Bosco, Ronda ligt rechts

ook "dagelijks" werk: plastic in de buitenwater aanvoer

Traditionele Flamenco in Cadiz

Spaanse ham als tapas, zo van 't bot