|
De medina "taxi" vervoert letterlijk alles |
De oversteek van Cadiz naar Rabat duurt 24 uur. Het is een prachtige nacht met heldere maan en een goede wind om te zeilen. We passeren de shipping lanes van de zeeschepen van en naar Gibraltar. We zien op de plotter dat de Maersk Svendborg ( 347 meter lang en 45 meter breed) heel aardig om ons heen vaart. Muis tegen Olifant: "wat stampen we lekker samen".
We hebben het reven voor de nacht nu beter door en hoeven in het donker niet meer uit onze slaap gehaald te worden. Het grootzeil reven we standaard en dan kunnen we met de genua spelen door meer of minder uit te rollen afhankelijk van de sterkte van de wind. Toch is het slapen zo'n eerste nacht matig. We moeten ook erg wennen aan de hele lange nachten, van 6 uur 's avonds tot 7 uur 's morgen is het donker. Gelukkig is de tempertuur wel lekker! Ik ben deze reis voor het eerst sinds lang zeeziek en overleef op een pak rijstwafels en water, maar kan gelukkig wel mijn wachten lopen. Vlak voor Rabat valt de wind pas weg, wat een mooie oversteek was dit!
|
Straatje in de Kasba van Rabat (ommuurd fort) |
Vroeg in de middag varen we achter de havendienstsloep de Oued (rivier)Bouregreg op naar de marina. De oproep tot gebed klinkt vanaf de minaret die boven de stad uittorent, daarna ook van de andere moskeen. We zijn in een ander werelddeel.
De Marina ziet er luxe uit, maar wij moeten eerst aan de aanmeldsteiger voor de formaliteiten. We krijgen anderhalf uur de volle aandacht: Police, douane, gendarmerie en de haven zelf. Allen met hun eigen invulformulieren met steeds dezelfde gegevens. Er komt zelfs een snuffelhond aanboord, minder fijn dat hij ook over het bed in de achterkooi loopt, maar vinden doet hij niets. Wij dachten dat ze dat pas zouden doen als we weer gingen vertrekken?
|
Binnentuin in de Kasba |
We moeten wennen aan het leven hier. Enerzijds is er Rabat, modern, metro, grote gebouwen en internationale organisaties. Aan de andere kant van de rivier (waar wij liggen) is Sale, een veel traditionelere stad. Het is net offerfeest geweest en er liggen veel huiden en (slacht)afval op de deels onverharde wegen. Dat het plenst helpt niet om een fijne indruk te krijgen van de stad. De geuren, kleuren en geluid zijn even te veel en we gaan snel weer terug naar de boot.
De dagen daarna haal ik de paar woordjes Arabisch die ik ken weer op en steevast krijgen we een grote glimlach als we groeten of bedanken in het Arabisch. Het vuilnis is opgeruimd en de zon schijnt regelmatig. Het begint weer herkenbaar te worden. We doen boodschappen in de medina van Rabat, een wirwar van kleine straatjes met kleine winkeltjes binnen de oude stadsmuren. Veelal verkopen ze dezelfde producten met de prijs als enige concurrentiemiddel, zouden ze daar nu van kunnen leven? Maar wel 7 dagen per week minstens 16 uur op hun stek.
|
Uitzicht op de Medina van Fez |
We gaan met de trein naar Fez met de grootste medina van Marokko. Een van de moskeen staat tegenover de Riad (huis met binnenplaats) waar we logeren. 's Morgens om 5 uur is de eerste oproep tot gebed, extra lang om iedereen goed wakker te maken. Het klinkt mooi in de ochtendstilte. Naast onze Riad zit ook Cafe Clock, waar veel buitenlanders komen. Het is een prettig soort Fez light. Kamelenburger (of Falafel) met frietjes in een traditionele omgeving en op zondagavond optredens. We lopen kilometers door de straatjes, kijken onze ogen uit en eten lekker Marrokaans. De gastvrouw van de Riad raadt ons een hamman aan in het nieuwe gedeelte van Fez, heerlijk! Roel bij de mannen en ik bij de vrouwen. We vinden het allebei een fijne sfeer en komen schoongeboend weer buiten.
|
Ingang van de grote moskee |
Rabat mogen wij pas verlaten als de golven voor de haveningang minder zijn dan 2 meter. Er liggen boten al een paar weken te wacht om verder naar het zuiden te gaan. Soms is de haven weken gesloten vanwege de golven (swell). Ook zit de wind al anderhalve week in het Zuidwesten, pal tegen dus en dat is geen pretje om dagen achter elkaar te zeilen.
Maandagmorgen kunnen we eruit en draait de wind naar Noordelijke richtingen. Er vertrekken wel 20 schepen. Bijna allemaal naar de Canarische Eilanden, alleen wij blijven nog een poosje aan de Marokkanse kust. De oversteek naar Essaouira is 48 uur zeilen. De maan is nu in haar laatste kwartier en verschijnt pas ver na middernacht. Het is erg donker, want er is veel bewolking. Er komen zware buien langs, gelukkig krijgen wij maar weinig regen en aan de horizon is het een en al onweersflitsen. Roel denkt dat ze wel 100 km ver kunnen zijn, pfff. Ik heb het niet op onweer op zee. De wind is wisslend, dus veel zeilveranderingen, poosje motor bij, stuk voor de wind met voor- en grootzeil uit als een vlinder. Dit keer is Roel niet fit, dus we wisselen elkaar lekker af. Onderweg experimenteer ik met brood bakken in de snelkookpan: 20 minuten stomen, klaar. Het is vaster dan brood van de Echte Bakker, maar erg lekker.
Het scheelt een hoop gas ten opzichte van de oven.
|
Het eerste snelkookbrood! |
Essaouira is een klein traditioneel vissersplaatsje aan de kust. We liggen een half uur buiten de haven te wachten op daglicht en zien in het eerste ochtendgloren de kleine blauwe visserbootjes naar buiten komen. Het is stil en prachtig. Dat serene gevoel duurt niet lang. Als we de haven binnenvaren belanden we in een heksenketel. Duizend meeuwen rond de visserboten, waar van alles aan wal gebracht en schoongemaakt wordt: het horen, zien en ruiken! vergaat je.
Er is aan de ponton 1 plaats voor jachten en we meren af naast een Marrokaans jacht. Aan boord is een bewaker en samen drinken we koffie. Hij loodst ons door de formaliteiten heen en is een fijne buurman de volgende dagen. Dat wij 's morgens koffie zetten onthoudt hij goed en iedere morgen drinkt hij een petit cafe met ons mee.
Het dorpje staat bekend als pittoresk en een beetje hippieachtig. Naast de gewone souvenirs wordt er dan ook kunst verkocht in alle maten en soorten. Leuk schilderij? Helaas te groot voor op de boot. Er zijn twee hoofdstraten in de medina, een vooral voor toeristen en een waar de inwoners zelf hun boodschappen doen.
|
Uitzicht vanuit de kuip op de vissers en de meeuwen |
Er zijn zoveel toeristen dat in de eerste de prijzen in euro's aangegeven worden.
Sommige dingen blijven vreemd voor ons. Vanuit een internetcafe kijken we uit op een waterkraan waar vrouwen en kinderen water komen halen in flessen en emmers. In de huizen is geen stromend water. In het cafe wel. Dat moet toch op te lossen zijn, denk ik met Nederlandse regelzucht. Er is vast een reden waarom dat hier niet gebeurt, maar daar komen we niet achter.
In de haven gaat het werk dag en nacht door. We denken dat het een zwaar leven is op de boten. Met drie of vier man in een klein, open bootje drie dagen op zee voor de vangst op haaien en tonijn. Die laatste zijn er bijna niet meer hier, maar een enkeling heeft geluk. Op de grotere schepen zijn er heel veel mannen aan boord, maar ook daar: bijna alles gaat met de hand. Na drie dagen en nachten is het voor ons genoeg. We nemen afscheid van de buurman met een laatste koffie en vertekken voor een dagtocht naar Agadir.
|
Modern Agadir aan het strand |
Agadir is na de aardbeving van 1974 opnieuw opgebouwd en een moderne badplaats, ook voor de Marrokaanse touristen. Hier is het weer een en al luxe. Wat een tegenstellingen. Het is eindelijk weer echt lekker zonnig en warm hier. We genieten er even van en bereiden ons voor op de oversteek naar de Canarische eilanden.
Zoon Jeroen komt aan boord om een weekje mee te zeilen, gezellig.
|
Handgemaakt filodeeg, wat een werk! |
|
Haaien en tonijn (nog in de boot) vangst van de dag Essaouira |
|
nog een mooi straatje in Rabat
|
|
Paleizen hebben ze ook in de Medina van Fez
|