donderdag 1 augustus 2019

Sunshine Coast Vakantieland - juli


Het leuke van gasten aan boord, naast de gezelligheid, is dat wij ons dagelijks leven door de ogen van een ander zien: de verrassingen van het dierenleven om de boot, de natuur op de vaste wal, het ongewone van het boot leven wat voor ons zo vanzelfsprekend is geworden. Niet weten waar we morgen zullen liggen, de invloed van het weer, zuinig doen met water, leven van wat je bij je hebt. We genieten daardoor extra van ons bezoek en van ons leven aan boord, een win win! Het was een leuke week met Zander en we sluiten af met een mooie wandeling naar de Elk Falls net buiten Campbell river en een kopje koffie.

Na de Seymour Narrows zijn we opeens in vakantieland aangekomen. We varen in de Georgia Strait, een binnenzee met aan de ene kant Vancouver eiland en aan de andere kant het vaste land. Het gebied aan de oost kant heeft de toepasselijke naam “Sunshine Coast”, een soort groot uitgevallen Grevelingen. Voor Vancouveriten is dit het gebied wat in een doorsnee vakantie goed bereikbaar is, een waterparadijs met talloze eilandjes en ankermogelijkheden. De watertemperatuur is met 7 ºC gestegen tot boven de 20ºC en ook de bovenlucht lijkt boven de 25ºC te komen. Overal om ons heen zien we bootjes. Meestal motorboten, maar ook zeilers met de zeilen bij gebrek aan wind - net als bij ons - netjes weggeborgen onder de huik. Op een van de eerste ankerplaatsen liggen we opeens met 40 andere boten! Iedereen lijkt te genieten, maar voor ons is het wennen, we zien veel minder dieren en overal is het druk. In coves (kleine baaitjes tussen de rotsen) liggen de boten met het anker in het midden en een lijn naar de rotsen aan de achterkant.
Na een paar nachten ankeren kan ik mij er bij neer leggen. Dit is een mooi gebied en ja, dat delen we met heel veel anderen. Het voordeel is dat er overal wandelpaden zijn en daar zien we een stuk minder mensen.

Op verschillende plaatsen zijn er kleine buurtgemeenschappen met een general store zoals in Refuge Cove en vaak een koffie- of eettentje. In de verhalen hoor je hoe het vroeger het kloppend hart was van een gebied, met een boerderij in de buurt voor de aanvoer van verse producten, de brievenbus, een vis inkoper en een café met dansvloertje. Nu zijn het toeristen die in de zomer bediend worden, in de winter is alles gesloten en de boer is niet meer. Sfeervol is het nog steeds met de houten gebouwen en uithangborden, de ietwat gammele steigers en trappen.

Op weg naar Vancouver horen we iedere dag oproepen op de radio aan de Coast Guard voor assistentie van boten in nood. Zoveel dat we ons afvragen of dat in Nederland ook zo is? We kunnen ons dat niet herinneren. Zou het te maken hebben met de hoeveelheid kleinere boten die we dagelijks zien, vooral snelle motorbootjes? Of gebrek aan ervaring of onderhoud?
De volgende dag wordt een deel van het mysterie opgelost. Als we tussen twee eilandjes door varen valt opeens onze motor stil. Paar keer starten, geen succes. Er staat stroming dus we rollen snel een voorzeil uit om tussen de eilanden vandaan te komen. Roel heeft gisteren de diesel voorfilters vervangen en de leidingen ingekort, daar zal het aan liggen. Ik zeil heen en weer en Roel probeert van alles, maar komt er niet uit. Ik bedenk dat we niet zoveel diesel in de dagtank hebben en gooi er twee jerrycans bij, nog steeds geen soelaas. Het wordt later op de middag en de wind neemt af. Vancouver halen we zeker niet tegen de wind in, dus terug naar de ankerplek van de vorige nacht. Met het laatste restje stroom en wind mee komen we een heel eind, maar niet ver genoeg. De kustwacht oproepen zal wel het laatste zijn wat we gaan doen na onze discussie van gisteren. Roel probeert Tara te trekken met de dinghy, onmogelijk, maar duwen gaat verrassend goed. Zo komen we veilig aan om eens rustig alles na te lopen. Na uren sleutelen en uitproberen loopt de motor nog steeds niet! De volgende ochtend is het bladstil en duwt de dinghy Tara naar Gibson, twee mijl verder aan de vaste wal. Monteur gebeld, druk druk druk, maar er komt iemand kijken. Hij draait een injector los en snuffelt boven de motor en ruikt....benzine!
Lang verhaal kort, in Ketchican hebben we diesel getankt en de jerrycans - onze noodvoorraad - aangevuld, met benzine blijkt nu! Waarschijnlijk een misverstand met de tankbediende en wij hebben niet goed opgelet. Kennelijk zaten we zo op het spoor van de voorfilters en iets in de leidingen dat we geen van tweeën de benzine geroken hebben... We zijn de hele middag bezig om de benzine uit de dagtank en de motor te krijgen en weer te vullen met diesel. De volgende ochtend start de motor zonder grote problemen, pfff dat loopt met een sisser af. Stel je voor dat het op Haida Gwaii gebeurd was of in het verlaten noorden.
Opgelucht tanken we de hoofdtank en de dagtank gelijk vol met diesel, we kunnen weer vooruit. Maar een vergissing zit dus in een klein hoekje, ook op Tara weten we nu en een beetje meer bescheiden varen we alsnog richting Vancouver.

Wespennest, kunstig gemaakt van vliesdunne reepjes materiaal

Toch nog zeehonden gezien

Bijzondere boom: Arbutus een bladhoudende boom die wel ieder jaar zijn bast vernieuwd


Squirrel Cove



Smugglers Cove

Weer een nieuwe specht, de hairy woodpecker denken wij




Drijvende huizen in Gibson haven, Flora is het zeker



2 opmerkingen:

  1. Ja, ja. Ik hoorde het al van Lia. Benzine in de dieseltank. Reeds velen gingen u voor. Niet zo zeer op een boot, meer bij auto's. Hoewel een klein beetje benzine in de diesel mengen niet erg is. Dat wordt s' winters vaak gedaan om ijsvlokvorming tegen te gaan. Maar voor jullie toch weer even schrikken. Zo zie je: Ook bij een routineklusje blijft het oppassen. Het is goed dat jullie alle ervaringen opschrijven. Zo komt dat boek:Zeezeilervaringen er vast en zeker. Groetjes vanaf het vasteland.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Evert,
    je hebt gelijk ook met dit soort zaken moet je je hoofd erbij houden. Dat boek weet ik niet, we zullen zien! Dank voor je reacties, erg leuk, Jacomine

    BeantwoordenVerwijderen