Het blog loopt
achter, maar de tijd niet! Een heel goed 2020 gewenst, ruimte,
gezondheid en wind in de rug...
en...jullie hebben
nog een staartje van de auto trip door 'ons' stukje van de VS tegoed.
Ik neem mij voor mijn blog leven te beteren ;-)
Van Bryce Canyon is
het maar een paar uur rijden naar Zion National Park, nummer drie op
de lijst van meest populaire parken in de US. Het is eigenlijk een
vrij klein park, een spleet in de hoogvlaktes waar ook Bryce deel van
uitmaakt. In de verste hoek van de kloof stroomt de Virgin rivier
naar beneden. De rotsen zijn daar zo hard dat de rivier een smalle
spleet gevormd heeft van 800 meter diep waarna de rivier uitmondt in
de vallei van Zion. De rotsen links en rechts van de vallei zijn wit
en rood en hebben de meest mooie vormen.
Mukuntuweap noemen de lokale
Paiute indianen het, een vruchtbare en heilige plek. Toen de mormonen
zich hier vestigden rond 1850 dachten ze aangekomen te zijn in het
beloofde land, zo mooi, groen en vruchtbaar was het en ze noemden het
Zion. Ook de rotsformaties kregen Bijbelse namen. De Virgin rivier,
die leven brengt in de vallei, bleek alleen een onbetrouwbare
bondgenoot voor boeren. Door de manier waarop het land gevormd is,
kan regenval in de wijde omgeving zorgen voor een pijlsnelle,
metershoge vloed. De rivier sleurt dan alles mee in haar pad. Het
aantal Mormonen nam af en de betekenis van Zion voor de toerist nam
na 1900 langzaam toe. In een groot werkgelegenheids-project in 1930
werd aan de oost kant een lange tunnel gemaakt door de bergen die een
aansluiting mogelijk maakt naar de wegen daar, Zion was nu van twee
kanten bereikbaar.
Wij komen uit het
oosten en na grasvlaktes met een kudde Bizons kronkelt de weg
langzaam tussen de bergen door. En wat een vreemde bergen! Ze zijn
spierwit en het lijkt of iemand er met een liniaal een ruitjes
patroon op heeft getekend. We zien versteende duinen uit van
miljoenen jaar geleden. De kruisende winden legden het zand neer in
verschillende richtingen, water trok de verticale lijnen en wij zien
een bijzonder natuurfenomeen. Dat doen we vanuit de file en het is
hier erg warm in vergelijking met Bryce. Snel eruit voor de eerste
wandeling, het canyon overlook trail. Een korte, maar wel met een
prachtig uitzicht op deze kant van he park. We klauteren over
rotsblokken en ruwe stenen trappen naar boven. Aan de linkerkant zien
we de auto's de kilometerslange tunnel in verdwijnen en diep beneden
ons er weer uitkomen, waar ze als mieren achter elkaar aan rijden.
Het zou zomaar kunnen dat de National Parks ooit aan hun eigen succes
ten onder gaan, teveel mensen op te weinig natuur. De camping is
prima en in de vallei biedt een uitstekende busservice om de 10
minuten een aansluiting, auto's moet je hier thuislaten. De
ondergaande zon is prachtig op de rotswanden, de dagtoeristen zijn
naar huis, het kampvuur brandt en 's nachts horen we huilende coyotes
langs de rivier trekken op zoek naar voedsel.
Zion heeft twee
wandelingen die boven aan ieders lijstje staan. The Narrows, waar je
in de rivier stroomopwaarts loopt door het smalle pad wat ze
uitgesleten heeft. Links en rechts torenhoge gladde stenen wanden. De
andere super wandeling is Angels Landing, een pad zigzagt naar boven
en het laatste deel loop je langs kettingen over een smalle “brug”
met aan weerszijden honderden meters afgrond naar een klein plateau
van waaruit je rondom zicht hebt op de vallei.
Het water in de
rivier is rond de 8 ºC, de wandeling duurt rond de 5 uur, mmm. Zo
stoer zijn we echt niet, maar de verhuur outdoor winkel biedt
uitkomst. Gewapend met neopreen schoenen, een waterdichte tuinbroek
en een lange stok staan we 's morgens vroeg klaar bij de bus. Iedere
keer dat we de vallei doorrijden met de bus zien we nieuwe dingen,
herten, vogels, bergbeklimmers, na een keer of 10 kunnen we zelfs het
geluidsbandje dromen, maar het uitzicht op de rotsformaties zelf
blijft onveranderlijk spectaculair.
De Narrows delen we
met een paar voege vogels, de meeste bezoekers lopen trouwens toch
niet verder dan een paar honderd meter in de rivier voor ze
omdraaien. Aan het begin zien we een soort hangende tuinen die zich
vastgeklampt hebben aan de rotsen. Sierlijke varens en ander teer
groen. Snel daarna worden de wanden glad en loodrecht. Het is een
bijzondere en pittige wandeling omdat we steeds tegen de stroom
inlopen over grind en gladde stenen onder water. Soms enkel diep soms
bijna tot het middel, de lange stok bewijst ons goede diensten om het
evenwicht te bewaren. Op een paar plekken schijnt de zon de smalle
spleet in tussen de rotsen, een prachtig schouwspel. We keren na een
paar uur om als het water niveau boven de rand van mijn broek dreigt
te komen.
Stroomafwaarts loopt nu zo ontspannen. Ik heb zelfs tijd om
vogels te kijken en ben helemaal blij als ik een waterspreeuw
(American Dipper) zie die half onderwater op zoek is naar eten. Zo'n
grappig gezicht. In de bus vertelt de buschauffeur dat er bij “de
grote bocht” een echtpaar Californische Condors hun jong heeft
uitgebroed, ik kijk al weken uit naar de condor en ze zitten hier op
een randje! Omgekleed, opgewarmd en met verrekijker ga ik terug. Een
vrijwilliger houdt iedere dag vanaf de busstop de wacht over het jong
aan de overkant van de rivier. De condors waren 1987 bijna
uitgestorven, door een broedprogramma met de laatste 22 exemplaren
leven er nu weer enkele tientallen in het wild. Dit condor echtpaar
in Zion heeft al twee keer eerder een jong gehad, beiden keren is het
neergestort bij de eerste vliegpogingen. Het (derde) jong heeft de
eerste keer vliegen overleefd, maar het blijft een kritieke fase in
zijn of haar leven.
Het is al laat in de middag en ik kan nog net
moeder en jong naast elkaar zien zitten op het randje hoog in de
rotsen, ver bij de coyotes vandaan. Het is steenkoud bij de busstop
en ik heb bewondering voor de vrijwilligster die hier de hele dag
gestaan heeft met de telescoop om bezoekers mee te laten genieten van
dit schouwspel. Ze blijven dat doen tot het jong uitgevlogen is en
kan cirkelen, al wordt het daarna nog maanden ondersteunt door de
ouders met voedsel.
Zonsondergang, maan
en coyotes, zonsopkomst met tere kleuren en een vroege wandeling
vanaf de camping door een kloof naar boven. We lopen letterlijk door
verschillende klimaten, met steeds andere planten, struiken en
bloemen. Het is heerlijk weer om te lopen en een wandeling die in
geen enkele top voorkomt heeft ook voordelen merken we, de rust
straalt er vanaf.
Nu dan Angels
Landing? Ik heb een Youtube-fimpje bekeken als voorbereiding,
misschien had ik dat beter niet kunnen doen. De wandeling naar boven
is geen enkel probleem, de conditie is prima. Maar bij de ketting
gaat mijn lijf in verzet, “ben je gek”, “heb je wel gezien hoe
smal het pad, hoe diep de afgrond” klinkt het in mijn hoofd. Ik ga
toch een stukje verder naar boven, maar als Roel over het randje
klimt laat ik mij weer naar beneden glijden. Scout uitkijkpunt is
voor mij ver genoeg, ook mooi uitzicht toch? Roel loopt ook niet
helemaal naar Angels Landing, het is erg druk op het één richting
stukje en hij wil mij niet zo lang laten wachten. Ik heb natuurlijk
toch spijt dat ik niet verder gekomen ben, maar voor hoogtes zal ik
moeten oefenen, daar ben ik nu wel achter. Zelfs fit en sterk wil
niet zeggen dat het stemmetje in mijn hoofd mijn spieren niet kan
verslappen en mijn hart op hol doet slaan.
De volgende dag, na
het opbreken van de tent, ga ik nog een keer terug om de Condors te
zien. Ze zitten nu alle drie op het randje en jong krijgt vleugel
training, keer op keer wappert hij op het randje met zijn enorme
vleugels. Pa en moe stappen wat heen en weer om hun kind. Hoe zouden
ze hun jong toespreken? Moeder vliegt naar een rots verderop, “kijk
zo moet dat”. Maar ik krijg het vliegende jong niet te zien, hij
of zij oefent nog even verder. Een verstandig dier, want het leeft
nu, maanden later, nog steeds. De grootste vogel van Noord Amerika,
een spanwijdte van 3 meter, bijna verdwenen van de aarde, wat een
buitenkans om die in het wild te zien! Roel heeft de krant uit als ik terugkom. We stappen in op weg naar het volgende
avontuur: Las Vegas, here we come!