Vanuit Bahia
Concepcion steken we in een nacht over naar San Carlos op het vaste
land, afwisselend zeilend en motorzeilend. Het is stil op het water,
alleen een paar kleine vissersboten kruisen ons pad. Een blauwvoet
booby vaart de hele nacht met ons mee op de preekstoel. We gaan
verschillende keren overstag om de wind te volgen, rollen het zeil in
en uit, maar hij of zij blijft stoïcijns zitten, vastgeklemd op de
roestvrijstalen buis. We vragen ons af of de vogel de volgende dag
gedesoriënteerd is als hij opeens wakker wordt op het vaste land.
We zien daar geen blauwvoet boobys. We zullen het niet weten. Na enig
aandringen van onze kant vlieg hij weg en we hebben hem niet meer
gezien.
San Carlos is een “resort” plaatsje. Rijke Canadezen en
Amerikanen hebben hier prachtige huizen gebouwd voor vakanties in de
koude donkere winters van het noorden. Het is nu rustig op enkele
Mexicaanse families na die een huis hebben, of er een huren. We
liggen een paar dagen in de baai, heerlijk om te zwemmen en te
snorkelen, want het begint al flink warm te worden. Vlakbij ligt de
industrie stad Guaymas. De verlichting van beide stadjes zorg ervoor
dat er 's avonds bijna geen ster meer te zien is, dus we zijn
duidelijk weer in de bewoonde wereld. Iedereen houdt zich redelijk
netjes aan de corona protocollen: afstand houden, extra hygiëne
maatregelen en mondkapjes worden veelvuldig gedragen. In de winkels
en restaurants zijn mondkapjes verplicht, zeker voor het personeel.
Koks hebben zelfs schermen voor.
Onze gedachten zijn
echter niet meer op de omgeving gericht, maar op het vertrek naar
Nederland. We konden probleemloos tickets boeken van Guaymas naar
Mexico City en direct door naar Amsterdam, maar het blijft spannend.
Het aantal Corona gevallen in Mexico is aan het oplopen, als we maar
geen code rood krijgen. We maken Tara schoon en varen naar Guaymas om
haar op de kant te zetten. Het is een groot terrein met muren erom
heen en we komen meerdere bekende boten tegen. Eenmaal op de kant
blijkt dat een van de singels de verf van de romp beschadigd heeft.
Ik heb net getekend dat we alle schade accepteren bij het in en uit
het water halen, dus ook deze tegenvaller moeten we zelf oplossen.
Het is ongelofelijk
heet op de boot en het terrein is een en al stof. In de kajuit is het
om 10 uur 's morgens al boven de 35 graden. We dekken alle ramen af
met zonwerend folie, prepareren 3 motoren en de watermaker voor
langdurig verblijf in de tropen en ruimen alles zo goed mogelijk op.
Hoe bereid je een boot voor op zomerse temperaturen waarbij we in
Nederland in hittegolf stand gaan? Wij weten het ook niet precies. De
laatste nachten slapen we in een hotel aan de kust en zijn 's morgens
om 6 uur op de boot om te werken tot het middaguur. Het boten
'parkeerterrein' ziet er veilig uit, er is bewaking die een oogje in
het zeil houdt, maar dit is de minst fijne plaats waar we Tara ooit
achter gelaten hebben. Dat gevoel wordt denk ik versterkt omdat we
niet weten wanneer we weer terug kunnen komen, we hopen op het eind
van het jaar.
Onze vluchten worden
een dag verschoven, maar lijken dan wel door te gaan. De luchthavens
zijn uitgestorven. Iedereen is super voorzichtig en houdt afstand, we
worden keer op keer gecontroleerd op temperatuur en vullen talloze
vragenlijsten in over onze gezondheid. Een leuke bijkomstigheid is
dat wij - bij gebrek aan businessclass passagiers - een zeer
aantrekkelijk aanbod krijgen voor een lounge om de uren wachttijd
tussen de vluchten door te brengen. Drankjes, lekkere hapjes,
heerlijke stoelen en een voetmassage, daar zou ik zó aan kunnen
wennen.
Onze KLM vlucht naar
huis zit voor een derde vol, dus we hebben per persoon drie
zitplaatsen voor een redelijke nachtrust. Ieder krijgt een plastic
zak met een klef broodje, repen en water, stewardessen hebben we
vrijwel niet gezien. Ik kan ze geen ongelijk geven en ook hier houdt
iedereen zich rustig. Na het slechtste ontbijt ooit, vlak voor de
landing op Schiphol, staan we na bijna 5 maanden weer op Nederlandse
bodem. De GGD drukt ons bij het verlaten van het toestel nog eens op
het hart om in zelf quarantaine te gaan bij thuiskomst, maar dat
voelt hier meer ontspannen dan in Mexico.
Onze dochter Anouk
heeft haar auto gebracht – en gaat zelf terug met de trein –
zodat we in een keer naar ons quarantaine adres kunnen rijden. De
eerste weken zijn heel vreemd. We zien (bijna) niemand, blijven
binnen en hebben geen plan. Ik lig iedere nacht wakker van zorgen om
Tara in het hete, vochtige Mexico. De aantallen zieken lopen snel op
in Mexico, dus in dat opzicht zijn we erg gelukkig dat we nu hier
zijn. In Nederland gaat het de goede kant op en is er weer meer
mogelijk met de nodige voorzorgsmaatregelen. We verheugen ons op het weerzien
met familie en vrienden. De natuur is prachtig en
we hebben onze fietsen uit de stalling gehaald, voor een time out is
een zomer in Nederland geen straf.
Hoe het verder gaat?
Geen idee. We durven nog geen plannen te maken nu er zoveel onzeker
is en dat is lastig. De afgelopen jaren hebben we steeds van etappe
naar etappe geleefd en nu staat alles op losse schroeven. We doen dus
wat veel mensen lijken te doen: dankbaar dat wij en onze naasten
gezond zijn en genieten van wat dichtbij huis is. Een herijking van
het leven zoals we dat de afgelopen decennia kenden, waarin we
(bijna) alles onder controle hadden en we konden doen wat we wilden.
Waar dat ons brengt zullen we zien.....
Wordt vervolgd dus,
maar we weten niet wanneer (-:
Foto's:
Ik zie overal vogeltjes, zelfs in de wolken.
In de tuin van het hotel staat een hele bijzondere catus, een Saguaro Crestado, een catus met een afwijkingtje, maar wel een hele mooie!
Mexico stad bijna zonder smog!