donderdag 7 mei 2020

Rotsschilderingen en verborgen haven - april

Broodbakken en bloggen gaat kennelijk goed samen, het ruikt lekker naar het brood in de oven, maar voor de temperatuur hoeven we het niet te doen. De afgelopen week is het ineens zomer geworden in Baja California. Overdag dik boven de dertig graden en 's nachts meestal iets koeler, helaas soms ook niet. Voor ons iets te warm, maar zwemmen brengt afkoeling.


We varen naar Agua Verde, een beschutte baai met een leuk dorpje. Jammer genoeg is het dorpje een dag voor wij binnen varen dicht gegaan en we ankeren zover mogelijk in de noordelijke kant van de baai. De strategie tegen Corona van veel dropjes hier is om zich af te sluiten van de buitenwereld, ze maken een wegblokkade op de enige weg in of uit en vreemde boten worden geweerd. Op de korte termijn helpt dat, op de langere termijn misschien niet. We snappen het wel, er is geen medische zorg in de buurt – zo ze die al kunnen betalen - en het dichtstbijzijnde ziekenhuis is in La Paz. Voor ons geldt het zelfde en ook wij zijn erg voorzichtig.
De bodem van de baai bestaat uit wit zand en het water kleurt daardoor inderdaad prachtig groen. De gebruikelijke blauw witte vissersbootjes ontbreken op het strand en dus geen vis voor ons. We mogen hier wel lopen en op zo'n twee uur van de ankerplek is een rotshol waar muurschilderingen zijn. We krijgen aanwijzingen van een andere zeilboot en gaan 's morgens om 7 uur op pad. We lopen vanaf het strand door een rots overgang, aan de voet is een begraafplaats die betere tijden gekend heeft. Het zijn vooral de kindergrafjes die indruk op me maken. Handgemaakt uit cement met een laatste boodschap van de ouders. Voor ons strekt een vlakte uit met hier en daar huisjes en veel bomen. Aan de overkant een lage bergrug. We lopen door een oase met palmbomen, kardinaal vogels en loslopende koeien.

De aanwijzingen zijn een beetje vaag, maar uiteindelijk vinden we de in elkaar geknutselde "ANWB paddenstoel" die richting een bergpad omhoog wijst. De grot bestaat uit twee kamers en heeft een prachtig uitzicht over de zee en een gedeelte van het land. Het is er koel en fijn om te genieten van het uitzicht. In de grot hangen her en der kleine vleermuizen, maar de schilderingen? Uiteindelijk vinden we de muurschildering aan de buitenkant tussen de twee kamers in. Een lichtgekleurd vlak van natuurlijke kalkafzetting op de stenen wand met daarop tientallen handen in rode en oker kleurige verf. We hebben verder geen informatie, het zou 50 jaar oud kunnen zijn, 500 of 5.000 jaar? Later vind ik dat de muurschilderingen in Baja California tussen de 7.000 en 10.000 jaar oud zijn! Er zijn er tientallen, de mooiste in de vallei van San Francisco bij Loreto, die zetten we op ons verlanglijstje. Moe en warm zijn we om 12 uur weer terug bij de boot, een heerlijke wandeling.

De Candeleros baai heeft, naast honderden vissende pelikanen, een geheel andere verrassing. Er is een groot hotel wat er prachtig uitziet, maar leeg is, mét een telecom mast en voor het eerst in weken hebben we internet! Heerlijk! Het is tijd om knopen door te hakken. We boeken een KLM vlucht voor begin juni naar huis, terugreis flexibel, we zijn nergens zeker van. Als Tara veilig is en wij ook, hoeven we daar nu geen beslissingen over te nemen. Het geeft rust en we kunnen een plan maken voor de komende weken.

De eilanden bij Loreto, waar we nu komen, zijn een nationaal park en allemaal gesloten voor recreatie. We mogen ankeren op weg naar het noorden maar niet aan wal komen. Loreto zelf lijkt een erg leuk stadje volgens de gidsen. De afgelopen week mochten jacht bemanning er wel in/niet in/wel in/niet in. Het laatste bericht is niemand meer erin. Op zo'n 15 mijl voor Loreto is Puerto Escondido, de verborgen haven, waar we boodschappen uit Loreto kunnen laten bezorgen. Daar gaan we bevoorraden voor de komende weken, de dorpjes ten noorden daarvan zijn allemaal dicht volgens de berichten.

We kunnen nog wel een nachtje zonder boodschappen en ankeren in Honeymoon Bay op Isla Danzante, het dansende eiland. Misschien door de vorm of de golvende bergen, een plaatje is het in ieder geval. Dofijnen komen twee keer per dag in de baai om te vissen en te spelen, snorkelend is er van alles te zien langs de rotsen, kleine roggen, zee-egels, zeesterren, koralen, tientallen vissen, scholen gestreepte sergeant majors samen met roze/zilverachtige visjes, het is net of we in een aquarium zwemmen. Roel vindt niet aan land kunnen erg vervelend en 's morgens vroeg maken we toch een wandeling. Ik ben erg gevoelig voor "het mag niet" dus ik vind het stressvol. Roel heeft dat veel minder, maar lekker uitgebreid lopen is het niet. We komen wel een grote spin tegen, het is denk ik een bruine weduwe, het minder gevaarlijke nichtje van de zwarte, maar we blijven zoeken naar de black widow.

Puerto Escondido is echt "verborgen", niets is er te zien vanaf het water behalve een klein licht op de kant. Door een kronkel ingang vaar je achter een bergruggetje een prachtig beschutte baai in. De marina heeft zo'n 25 ligplaatsen en in de baai ruim 100 ankerboeien. Het is een modern complex en uitstekend georganiseerd. Iedereen houdt afstand en draagt een mondkapje. Waar Roel het lopen en de krant mist, mis ik deze weken mensen, verhalen, geschiedenis. Zelfs met alle beperkingen geniet ik van de mensen om ons heen, het winkeltje, de wasmachines, een glas wijn en een houtoven pizza uit het afhaal restaurant. De "wat nu" vraag is onderdeel van ieder gesprek. Er zijn in mei weer vluchten van Loreto naar Los Angeles en een groep zeilers gaan terug naar de VS.

Wij halen het beste uit de haven. We mogen hier – samen – buiten het terrein komen en gaan twee keer in alle vroegte op pad. We lopen door droge watervallen en klimmen over de rotsblokken in de Tabor Canyon tot we niet verder kunnen. Torenhoge steile wanden waar in de zomer het water metershoog doorheen moet razen en enorme rotsblokken mee sleurt van de bergen erboven. Hier en daar staat nog een poeltje water en ook de bomen en struiken lijken groener dan elders, sommigen bloeien. De andere dag lopen we bijna 4 uur in de Tripui heuvels, klimmen en dalen tussen de rotsen en cactussen met uitzicht op de eilanden van het Loreto National Park. We zien zwermen slanke bijen bij de bloeiende bomen en de wilde honingraten in aanbouw hangen onder de palmbladeren. Op de terugweg kijken we uit over de haven. In de bergrug lijken twee 'ramen' te zitten waardoor je vanaf de moorings uit kunt kijken over de zee buiten. Wat een prachtige plek! Er vloeien talrijke zweetdruppeltjes, maar
we zijn
tevreden als we in de haven aankomen. We kunnen weer verder naar het noorden.

De foto's van Agua Verde


Isla Danzante, een bloeiende aloe, en onderzijde van de bruine weduwe

Puerto Escondido, met een Hooded Oriole m&v, de bijen (of toch wespen? bouwen wespen ook een honingraat?) De wandeling naar de Tabor Kloof , geen verkeer op de weg, maar wél pizza op de haven, wandeling in de Tripui heuvels.
  
 

dinsdag 28 april 2020

Eilandjes varen Baja California - april

Het was een productieve ochtend: brood gebakken, yoghurt gemaakt, hummus en croutons gemaakt voor de lunch met Griekse salade en het versgebakken brood. Zelfs na 2,5 week onderweg hebben we nog ruim voldoende vers eten. Intussen zeilt Roel van het ene mooie baaitje naar het andere mooie baaitje! Het uitroepteken is van pure vreugde, omdat we hier meestal op de motor varen. De heersende wind is noord tot noordwest – en daar willen we naar toe - maar meestal is er helemaal geen wind. Vandaag net genoeg wind uit het noordwest om te kunnen kruisen en voor een mijl of 10 is dat heerlijk.
Ik houd de productieve stand nog even vast om een blog te schrijven over ons toch wat geïsoleerde leven aan boord.

Espirito Santo, het onbewoonde prachtige eiland waar we eerder waren, is inmiddels afgesloten. Het is een natuurreservaat met parkwachters, dus ze kunnen het landelijke verbod handhaven. Op de onbewoonde eilanden meer noordelijk – ook natuurreservaat, maar zonder parkwachters – mogen we nog wel liggen. Alhoewel, soms is het een zegen als je niet alles kunt begrijpen wat ze over de marifoon zeggen in het Spaans, want dan zou het kunnen dat ze bedoelen dat je ook daar niet aan land mag.... Aangezien er niemand woont en alle medezeilers afstand van elkaar houden, gaan we minstens 1x per dag van boord om te lopen. Onze binnenruimte van bed tot buitentrap is 4,5 meter lang en 50 cm breed, te weinig om dat lopen te noemen, dus zonder 'buitenruimte' zou isolatie echt behelpen zijn.
Alle zeilers zijn voorzichtig om de bewegingsruimte die we hebben niet kwijt te raken. We blijven weg uit dorpjes waar we niet welkom zijn en houden ons aan de regels voor afstand. Iedere ochtend is er een “netje”op de kortegolfzender met informatie en weer. De Amerikaanse zeilers zijn er echt heel goed in om dat gestructureerd en gedisciplineerd te doen. Alle vragen gaan over waar kan je nog naar toe, waar je boodschappen kan doen, welke havens zijn open of dicht. Het houdt ons allemaal bezig. De Amerikanen die normaal gesproken terug gaan voor de zomer zitten in een lastig parket, de situatie is daar wat Corona betreft veel slechter dan hier in dit gedeelte van Mexico. Ook wij zijn bezig met wat te doen als het orkaan-seizoen in juni start en Tara op de kant staat. Komt tijd, komt raad.

De natuur is onveranderlijk mooi om ons heen. Op sommige eilanden ontstaat een lagune achter een rug van grind, zoals op Isla San Jose het Amortejada lagoon. We varen erin met de dinghy en komen in een uitgestrekt mangrove bos met talloze vissen in het ondiepe water en langs de kant witte en gekleurde reigers, enkele ibissen en tal van kleinere vogels. Een van de reigers lijkt een paringsdans te doen, maar er is geen soortgenoot. Het blijkt een aanbiddingsdans voor de vissen, want na iedere dans wordt er flink geschrokt.

De afgelopen dagen lagen we alleen in de meest mooie, afgelegen baaitjes die je je in kunt denken. Langs dit stuk van de kust van Baja California ligt de bergrug van de Sierra de la Gigante, prachtige hoge bergen met allemaal verschillende lagen en kleuren. Ook de baaien zijn omgeven door hoge rotsen. Het lijkt alsof de steenlagen een eigen karakter hebben. In de Los Gatos baai zijn de rotsen diep donker rood en op de waterlijn afgesleten in vloeiende bolle ronde vormen, hoger uitgehold door
regen en zon tot mooie sculpturen. In Ballena baai zijn de rotsen torenhoog in verschillende kleuren. Witte kalksteen lagen, grijze rots, hard en onbuigzaam, groenige rots in strakke pilaren tegen elkaar geklemd, bovenop rode rotsen in hoekige kantelen. Op de waterlijn zijn er interessante rotsholen ontstaan, in het dak meestal sporen van water, iets moet dan wijken. Aan de voet liggen reusachtige stenen die naar beneden gevallen zijn en stranden van grof grind in een eeuwigdurende beweging van erosie en de vorming van nieuwe lagen. Op het strand staat een eenzaam palmboompje, eerder zagen we bij de verspreid liggende Rancho's langs de kust ook al palmbomen staan. Verder is de natuur nog steeds ruig en woestijnachtig. We lopen tussen de rotsen en cactussen met wandelstokken in de hoop de ratelslangen op afstand te houden door het geluid en de spinnenwebben van de Black Widows weg te halen voor we erdoor lopen. We hebben beiden nog niet gezien, dus het werkt.

Natuurlijk vragen we ons af of we last hebben van het Stockholmsyndroom. Gegijzeld in de woestijn en er steeds meer van gaan houden.....

Aan boord werken we aan onze “nog te doen” lijstjes en gelukkig zijn die aardig geslonken de afgelopen weken. Roel komt eindelijk toe aan gitaarspelen wat al jaren op zijn lijstje staat. Hij oefent trouw iedere avond uit het boek “Leer je zelf gitaar spelen in 10 lessen”, maar een leraar zou welkom zijn, zegt hijzelf. Onder aan ons lijstje bungelde al een poosje minder alcohol en nu onze sociale contacten tot een minimum beperkt zijn hebben we dat gelijk ingevoerd: 4 dagen per week niets, het bevalt goed. Ik ben aan het oefenen met een natuur journaal en probeer te tekenen wat we onderweg tegen komen, wat is dat moeilijk en tegelijk leuk om te doen.

Hebben we niet allemaal dit soort dingen, waar we ook zijn op dit moment? We lezen de boeken die al jaren naast ons bed liggen: “Hoe Proust je leven kan veranderen” en dat soort titels. Zonder internet lezen we altijd al veel, maar deze weken zijn we extra blij met onze stapel e-boeken. Ik lees van alles over Mexico, geschiedenis, politiek, narco-oorlog, indianen, wat ik maar kan vinden. Erg goed vond ik “Nacht van de Schreeuw” van Marjon van Royen.



Een vriend stuurde ons het “Log of the Sea of Cortez” van Jonh Steinbeck en Ed Ricketts. De eerste is schrijver en de laatste bioloog, met een verslag van hun boottocht in 1941 voor het verzamelen van alles wat leeft op de grens van water en land. Er gaat een wereld voor me open aan kleine diertjes en het is erg leuk om te lezen door alle gesprekken en overpeinzingen die erin voorkomen. Ook de beschrijvingen van Baja California uit die tijd zijn interessant. Heel afgelegen woonden hier en daar vissers en indianen aan zandwegen. Alleen La Paz was al een plaatsje met enige charme en ze doen veel baaien aan waar wij ook komen, niets is leuker dan daarover te lezen.

Nou ja, misschien zijn foto's wel het leukste een filmpje van de dansende reiger volgt zodra we weer in bewoond gebied zijn.

Bizarre rotsformaties en volle maan in Ensenada la Gallina, Espirito Santo




Espirito Santo, Caleta Partida. De Aloe plant gaat dood nadat hij gebloeid heeft. Hier de bloemknoppen en de zaaddozen van vorig jaar, ze groeie aan meters hoge stengels.



Het volgende eiland is Isla San Frnasisco, een prachtige baat waar we met zo'n 15 boten liggen na de sluiting van Espirito Santo. Er zijn moiie wandelingen, over een bergrug langs de baai. Een cactus staat al in bloei, met alle stadia van knop tot bloem tot vrucht.


Isla San Jose met het Amortejada Lagoon met de reigers, ibis (denk ik) en pelikanen. Op de punt van het eiland is San Isidro, voorheen een zoutwinning. De gebouwtjes en machines worden aan de natuur overgelaten. In het noorden is een Cardon Cactus bos, met enorme cactus bomen. Op de stranden zijn her en der viskampen, waar de vissers ovenachten als ze te ver van hun afzetgebied vissen. Ze zijn nu verlaten.




Los Gatos Baai, aan het schiereiland Baja California. De blikvanger hier zijn de rode rotsen en de krabben. De kale groene stengels die we eerder zagen heeft een bloem hier, net zo afwijkend als de plant zelf. Een cactus hug, maar héél voorzichtig ;-)


De rotsformaties van Ballena Baai. De hermemiet krabben en ik hebben dezelfde smaak voor schelpen, bijna alle torentjes die ik oppak hebben al een bewoner, deze is heel fotogeniek.