Na het vertrek van Madzy en Pieter is
het moeilijk de draad weer op te pakken. We missen de gezelligheid,
het vakantiegevoel en de boerenbridge en nu is er niets meer wat ons
afhoudt van de dingen die we onder ogen moeten zien.
Bier in de wijnkoeler, zou dit een teken zijn? |
- Gaan we naar het noorden met zon en groen Suriname of naar het zuiden met kou en geweldig Patagonië? De beslissing hebben we uitgesteld tot na onze Atlantische oversteek. Noord kunnen we nu, maar als we naar het zuiden willen moeten we wachten tot november, voorjaar in Argentinië.
- De kitnaden in ons teakdek zijn harder achteruit gegaan dan we hoopten en moeten dringend vervangen worden voor er meer schade aan ons dek ontstaat. Maar waar en door wie?
- Ons plan om 6 maanden in Brazilië te blijven en lekker rond te reizen wordt gedwarsboomd door nieuwe visumregels: na drie maanden moeten we eruit.
Dat laatste zet alles onder druk.
We maken kennis met Marcello van Bahia
Boats die ons teakdek zou kunnen doen: zeker 1 maand werk en een hoop
geld. Dat was voorzien, maar hoe stel je nu vast of de kwaliteit
voldoet? We praten dagen over noord of zuid en piekeren over het
visumverhaal. Er lijkt ook hier een “tweede weg” om de
bureaucratie heen, maar hoe zeker dat is kan niemand ons natuurlijk
vertellen. Dat hangt weer af van welke beambte je treft, hoe goed die
geslapen heeft, wie je meeneemt als regelneef en gewoon de timing.
Salvador bij nacht |
Ik heb er buikpijn en slapeloze nachten
van en in mijn dromen worden we als ongewenste illegalen over de
grens gezet met achterlating van Tara aan een of andere mooring. De
vragen hangen ook met elkaar samen wat het erg ingewikkeld maakt. Op
het ene moment zeggen we: OK, dan maar noord en zijn we binnen drie
maanden weg. Ik voel even een opluchting dat ik op die manier niet
hoef na te denken over de tocht langs Argentinië, het weer en
mogelijke stormen. Maar het is te gemakkelijk om ons daarbij neer te
leggen. De kaart van Patagonië hing al jaren geleden in de gang van
ons huis en het trekt nog steeds om daarheen te gaan. Het is nu of
nooit.
Ik leer deze week weer over mijzelf en
hoe gezagsgetrouw ik ben. Het idee dat we overgeleverd zijn aan de
bureaucratie en geen poot hebben om op te staan roept (te) veel
spanning op.
Het visum verhaal moet geregeld worden
en we kunnen dat niet laten liggen tot ons huidige visum verstreken
is. Stel dat het niet lukt om aansluitend verlenging te krijgen zou
dat betekenen dat we overhaast naar het noorden moeten en dat willen
we geen van beiden. We willen zelf kunnen beslissen welke kant we
opgaan.
Mooi straatje in het oude centrum |
Ik denk dat het versterkt wordt door
het benauwende gevoel, maar ik heb heimwee naar Nederland, familie en
vrienden. Deze weken zijn er gebeurtenissen waar we bij hadden willen
zijn: een promotie, verjaardagen, een vriendin die ziek is waar we
heen willen.
Wat vond ik hier ook alweer zo leuk? Ik
heb moeite met het rommelige op straat, dat we de taal niet spreken,
het constant op je hoede zijn en de kakkerlakken die voor ons
wegschieten als we het plein overlopen. Tot overmaat van ramp regent
het dagen achter elkaar met enorme buien en temperaturen boven de 25
graden: vermoeiend, warm en veel binnen zitten.
Alles tegelijk oplossen lijk
onmogelijk.
We bekijken een teakdek wat Marcello
heeft gekit en dat ziet er goed uit. Roel maakt een beschrijving van
de werkzaamheden met materiaal, mm teak, diepte van de naden et
cetera. In het verhaal van Marcello bij de “offerte” kwam te vaak
het zinnetje voor “dat zien we op dat moment wel”. We komen eruit
en kunnen zelfs een maand op de kant, wat de kwaliteit van het werk
zeker ten goede zal komen.
We hakken deze knoop door, we moeten
ergens beginnen: we gaan op de kant en het teakdek wordt onderhanden
genomen inclusief alle verf ''bovendeks''. We kunnen in een klein
appartementje onder het huis van Marcello bivakkeren als de boot uit
het water is. Het is maar goed ook, want wat een klus wordt dit. Tara
is bij de bouw eerst voorzien van al het beslag op het dek
(zeereling, genua- en kotterrails, klampen etc) en is daarna
onderdeks helemaal afgeschuimd met een dikke laag schuim ter
isolatie. Nu is het dus een zoekplaatje in het harde schuim waar de
120 bouten zijn waar alles mee vastzit. Roel heeft nu ook
rechts last van een tenniselleboog dus boren zit er voor hem niet in.
Met de klepelboor gaat het bij mij best goed en ik heb er eigenlijk
wel plezier in. Ik hoef me niet af te vragen wat ik moet doen en vind
het wel lekker om aan het werk te zijn, al is het daarna een rotzooi
aan boord. We doen de binnenkant liever zelf omdat we eerst ook de
betimmering moeten demonteren voor we bij het schuim kunnen komen.
Eerst de betimmering demonteren |
We moeten wel wennen aan het ritme van
onze Braziliaanse werkmannen die buiten alles loshalen. De eerste dag
gaan ze na 2 uur werken om half twaalf lunchen en komen niet meer
opdagen, terwijl alles open ligt en het hoost. De tweede dag hebben
ze “maar” een lunchpauze van bijna drie uur nodig en de derde dag
komt een van beiden pas om 11 uur aanzetten, maar om 12 uur is het
toch echt lunchpauze en het is nu 3 uur 's middag en we hebben ze nog
niet terug gezien. De batterij van de boormachine leeg? Ze zijn een
uur weg om een nieuwe te halen. Wij zijn om 8 uur al begonnen en
moeten uitkijken dat wij niet aan het werk zijn terwijl zij
toekijken. We lachen er een beetje om, maar het zet ons ook aan het
denken over hoe anders onze culturen zijn.
Dan de moeren zoeken in het schuim |
De eerste dag zijn we zo lekker aan het
werk dat ik denk: als we dit kunnen, kunnen we ook wel naar het
zuiden varen. Stap voor stap. Roel is het daar mee eens en we
besluiten om eerst de hele route naar het zuiden uit te werken. Dan
gaan we er nog een keer goed over slapen voor we definitief besluiten
dat we dat gaan doen, maar in principe gaan we die kant op.
Het visum is nog niet rond maar we
weten nu wel hoe lang we hier willen/moeten blijven. Desnoods met een
onderbreking van ons verblijf in Brazilië. We hebben alle tijd als
we moeten wachten op het voorjaar hier. We gaan eerst maar eens
praten met het Nederlandse Consulaat in Salvador of het alternatieve
visumplannetje wat we bedacht hebben kans van slagen heeft.
We snuiven hier en daar wel wat cultuur
op tussen de bedrijven door. Marcello neemt ons mee naar een
boekpresentatie van een wereldzeiler die al 4 x rond geweest is.
Alles in het Portugees, maar dat kan de pret niet drukken. De presentatie
is in de Bahia Yacht Club, de chique-ste van allemaal. De entourage
is prachtig, uitzicht over de baai, de champagne vloeit rijkelijk, de
sterke drank ook maar die laten we voorbij gaan. We kijken onze ogen
uit naar de Salvadoriaanse bootbezitters. Over het algemeen hebben
ze supersnelle motorjachten, sommigen erg groot en bijna allemaal met
bemanning, al was het maar om schoon te maken. Hakken waar ik
hoogtevrees van krijg, prachtige jurkjes en pakken en bijna allemaal
blank. Verder zijn ze gewoon gezellig een avondje onder elkaar zoals
op iedere vereniging. We proberen een paar keer in het Engels contact
te maken, maar dat gaat niet zo vlot. We houden het maar bij kijken
en hebben een leuke avond.
Bloggen in het appartement |
Een andere avond belanden we via via
bij een Candomblé ceremonie. Eerst rijden we door een sloppenwijk
die ons een heel andere kant van de grote stad laat zien: wat een
armoede. De Candomblé bijeenkomst is net buiten de stad en in de
stromende regen komen we bij een klein gebouwtje wat achteraf tussen
de huisjes en modderige straatjes staat: het Casa de Santo. Binnen is
het strak wit geschilderd, liggen er groene blaadjes op de grond en
hangt er gras voor het raam. De leden van de gemeenschap hebben allen
een Afrikaanse achtergrond, dragen mooie witte kleding en zingen en
dansen om de centrale paal in het midden. Soms raakt iemand even in
een soort trance met schudden en trillen. Het duurt erg lang en is
voor ons onbegrijpelijk. De gids legt later uit dat de Candomblé
meegenomen is uit Afrika door de vele slaven die in Salvador aan land
gebracht zijn. De verschillende goden worden vereerd en de ceremonie
wordt nog steeds gehouden in de Yoruba taal. Vroeger waren de
ceremonies -begrijpelijk- heel geheim en ontoegankelijk voor
buitenstaanders. Pas sinds een jaar of 15 is daar verandering in
gekomen en vindt het meer openlijk plaats. Het aantal bezoekers is
nog erg gelimiteerd, wij zijn met 6 en we mogen geen foto's
maken. Als we na uren weggaan gaat de gemeenschap samen eten en het
lijkt nog uren door te gaan. We krijgen bij het afscheid een
aandenken en een handje witte mais. De dagen erna denk ik nog
regelmatig aan het versteende ritueel waar we getuige van waren. Wat
zou er omgaan in de mensen die het nu uitvoeren? Hoe ziet hun leven
eruit in het alledaagse leven van Salvador?
Vragen waar we waarschijnlijk geen
antwoord op krijgen.
We gaan weer aan het werk, vandaag de
tweede dag dat Josh kitnaden verwijdert. Dat gaat heel goed en nu we
de dagindeling onder knie hebben kunnen we er beter mee uit de
voeten. Het is ongelofelijk warm midden op de dag en we hebben
bewondering voor het precieze werk wat hij verricht. Zijn jonge
hulpje is begonnen met het met de hand naschuren van alle gootjes in
het teak. We komen er wel.
Werk in uitvoering dus. We hopen
tussendoor ook nog wat van de omgeving te zien, want een maand in
deze drukke, onoverzichtelijk stad is niet erg aanlokkelijk.