Als opstapper bij Roel en Jacomine heb
je slechts één plicht: het schrijven van een blog.
Pieter achter het roer in Bahia os Santos |
Even voorstellen: wij zijn Pieter en
Madzy en kennen R&J uit onze studietijd, maar voornamelijk van ´t
Stockpaert. Bij het afscheid vorig jaar vroegen we waar R&J een
jaar later zouden zijn en toen ze monter opmerkten dat dat Brazilië
zou zijn, beloofden we graag om hen daar op te zoeken. Niet alleen
had ik, Pieter, goede zakelijke herinneringen aan Brazilië, maar het
was ook voor Madzy een extra stimulans om haar zaken in Brazilië uit
te breiden. Zo verbleven we eerst een aantal dagen in Rio de Janeiro
en vlogen daarna door naar Salvador de Bahía. Hoewel een
beschrijving van Rio buiten het bestek van dit blog valt, moet het
ons toch van het hart dat we met angst en beven de WK14 en OS16 in
Rio afwachten. De inefficiënte chaos van deze stad tart vooralsnog
ons voorstellingsvermogen. Maar niet gewanhoopt, Brazilianen zijn
parallele denkers en doeners en op het laatste moment komt alles vaak
toch nog goed.
Binnenvaren van Salvador de Bahia in de regen |
Op maandagavond 6 mei zagen we
de Tara de haven van SdB binnenvaren. Het vrolijk weerzien met een
minder bruine J&B dan ik had verwacht, zetten we voort in
Pelourinho, het kleurrijke centrum, vol barokke kerken en bewaard
gebleven verval. SdB was ooit de hoofdstad van koloniaal Brazilië en
een belangrijk knooppunt in de slavenhandel die pas 125 jaar geleden
werd afgeschaft. Dat laatste is aan de huidige bevolking goed te
zien. Op de kobbelstenen pleinen wordt capoeira beoefend, een
Afrikaanse versie van Kung Fu die de slaven gebruikten om zich tegen
hun meesters te beschermen, overal klinkt reggae muziek, kleurrijke
vrouwen accentueren hun overgewicht door in enorme hoepelrokken hun
waar aan te prijzen en het bier vloeit de hele dag rijkelijk. Achter
de vervallen gevels wordt de mysterieuze candoblé uitgeoefend. Wie
meer over Pelourinho wil lezen, raad ik van harte een boek aan van
Jorge Amado, maar ik denk dat R&J hier in een volgend blog wel
verder op in zullen gaan, want ze zijn van plan hier nog een tijdje
te verblijven.
Itaparica, met de kerk die overal boven uitsteekt |
Wij scheepten ons dinsdag 7 mei
in, nadat Jacomine de halve stad doorkruist had op zoek naar een
supermarkt. De Allerheiligenbaai (Bahía de Todos os Santos) is de
helft zo groot als het IJsselmeer en bezaaid met eilandjes. Het weer
was prachtig, 29 graden, maar tegenwind. R&J zijn minder
fanatieke zeilers dan verwacht, dus de motor ging aan. Ik kreeg mijn
eerste stuurproef.
Interieur van de kerk, houten dak en versieringen |
De Pilot was gemaakt met de Franse slag
en terwijl SdB in de namiddag achter ons verdween, zochten we druk
naar ´waypoints´ en boeien die soms wel en soms niet verlicht waren
of onverwacht voor ons in het donker (18.00u) opdoken. Het verval in
deze baai is een meter of 3-4, dus bij afnemend tij ankeren vergt
enige peilmanskunst, zo merkten we. We gingen voor anker bij
Itaparica en de fles ging open. We genoten op het achterdek van een
voedzame pastaschotel en praatten bij over het nabije verleden. R&J
hadden hun kooi voor ons opgeofferd, zodat we nog wat vleugjes wind
konden oppikken, maar het was een warm nachtje. Dat betekent om half
zeven de volgende morgen in de kuip genieten van de morgenzon.
Woensdag 8 mei. Zolang je niet
zeilt, heb je weinig aan boord te doen en toch vliegt de lange morgen
voorbij. Waarschijnlijk komt dat omdat je de hele tijd naar iets
loopt te zoeken met het gevaar je hoofd of iets anders te stoten.
Voor mij als ongeoefende kajuitzeiler, is het leven aan boord er dan
ook een van ´au´ en ´waar is mijn .... ?´
Itaparica heeft een paar oude kerkjes
(prachtig houten booggewelf) en een statig huis van de militaire
commandant dat dateert uit de XVIe eeuw. Wij streken neer op een
schaduwrijk pleintje, waar enkele bars en restaurants amechtig
wachten op hun klanten. Een auto met een luidspreker komt voorbij,
een vrouw zit op een muurtje te kletsen met wat andere vrouwen en
ondertussen haar kind te ontluizen. Een officieel uitziende snormans
gebruikt de lunch en de passagiers van de andere boot die hier voor
anker ligt en wij, drinken ons bier. Bier wordt in Brazilië
geschonken uit 600cc flessen, die altijd in een koeler worden
geserveerd.
Tara vanaf een droomstrandje aan de Rio Paraguaçu |
De prijzen vallen in Brazilië tegen,
zelfs in een dorpje als dit, maar aangezien de porties voor onze
magen veel te groot zijn, valt het uiteindelijk wel mee: € 10 pp.
Terug naar de Tara, anker lichten en
zeilen hijsen. De lucht is dreigend, maar er valt geen spat. Tegen
vijf uur ankeren we vlak bij een strandje aan de monding van de
Paraguaçu, wat Jacomine al visioenen voor de volgende dag bezorgt.
Donderdag 9 mei. Geen bereik met
de GSM of internet. Hoe heerlijk rustig kan het leven zijn, maar voor
R&J is communicatie met de buitenwereld toch belangrijk, dus
stuur hen af en toe een mailtje, daar kijken ze naar uit. R&J
verkennen het strand en we varen met de nieuwe dingy naar het strand.
In de schaduw van een onduidelijke boom worden de meegenomen kranten
met het kroningsnieuws gelezen. Roel verhangt een slot in de boot,
zodat de kans op hoofdbeschadigingen minder wordt en Jacomine vindt
dat we op het strand moeten picknicken. Met cava en een voorraad
tapas die op moeten, maken we het ons uiterst aangenaam.
Lekker picknicken op het srrand |
Jacomine wil douchen onder een waterval
waar we langs varen, maar de wind is te sterk aanlandig om
betrouwbaar te kunnen ankeren. Met een heerlijke zuidenwind zeilen we
verder de rivier op langs een landschap zoals Frans Post dat
schilderde, in het gevolg van Maurits van Nassau (1635-1650). Dat wil
zeggen: groene heuvels tot in het water met mangrove aan de onderkant
en bossage en palmen hogerop. Verder af en toe een weide met
onduidelijke beesten en witte huisjes.
We ankeren in de schijnbare wildernis,
maar in de verte horen we het geluid van een onzichtbare werf voor
boorplatformen. De avonden zijn aangenaam en op het achterdek leggen
we een boerenbridge. We zijn blij dat iedereen thuis een vrije dag
heeft, want anders zouden we ons in deze gelukzaligheid wel erg
beklemd voelen.
hoezo niet bruin genoeg??? |
Vrijdag 10 mei. De weerman
schuift zijn voorspelling van regen opnieuw een dagje op, maar het
prikkende blauw wordt afgewisseld door donkere wolken. Weer zo´n o,
zo lange morgen, waarin we haren wassen met zout water, lezen en
kletsen. Jacomine maakt pannenkoeken met spek en banaan en we voelen
ons weer kleine kinderen.
We varen verder de Paraguaçu op, nog
steeds begunstigd door een ruime wind. Het doel is Marigojipe, waar
op zaterdagmorgen een lokale markt zou zijn.
Vooralsnog is daar weinig van te zien.
De wegen van de haven naar het centrum voeren ons langs haveloze
huizen met hekken er voor, kleine
Marigojipe, deze gebouwen zien er nog (of weer?) goed uit |
Wij zoeken naar een restaurant, maar
vinden er pas eentje bij de inmiddels drooggevallen haven, waar de
wijn zoet is of versneden met açaisap en de kok een voedzame
maaltijd bereidt. Net voor de bui zijn we binnen en Jacomine wint met
het boerenbridge.
Lokale vrachtschepen op het droge |
Zaterdag 11 mei. De markt is
inderdaad kleurig en uitgebreid. Onderweg komen we wat ezelwagentjes
tegen met koopwaar, maar de transportfunctie is vooral overgenomen
door jongetjes met een kruiwagen. Het is vooral een groente- en
fruitmarkt. Het merendeel herkennen we wel, maar Jacomine is niet te
beroerd om ook onbekende waar te kopen. De prijzen lopen sterk
uiteen: 10 kleine mango´s voor 4 cent per stuk, maar ook een kilo
uien voor € 1,20 of een kilo aardappelen voor € 1,60. De
dagelijkse vruchtenvoorraad (wat zijn die ananassen toch lekker in
Brazilië) wordt aangevuld voor de ontbijtyoghurt. Vanavond eten we
boeuf Bourgignon en bij de minst onsmakelijke slager kopen we een
stuk vlees dat vers wordt afgesneden en niet al een dagje bezoek
heeft gehad van de vliegen.
De koopwaar ligt merendeels op
schragen, maar de oogst van afgelopen week lijkt beperkt. Elke vrucht
of groente wordt uitgebreid betast voor het tot een koop komt.
Strooien hoeden op verweerde gezichten, variërend van bruin tot
zwart, grijnzen zonder tanden (suikerriet is een welkom tussendoortje
voor jong en oud), ongegeneerd
De markt van Marigojipe |
uitpuilende buiken bij man en vrouw;
Madzy zag iemand een riem passen van wie het vet tussen de gesp door
naar buiten kwam. Giebelende meisjes die hun haar uit de kroes
proberen te krijgen, jongens die indruk proberen te maken en bijna
altijd lachen. In al hun armoe blijft het een vrolijk volk.
Maar waar zijn de GSM´s? Waar zijn de
brommers? Ze zijn er nog niet, ze moeten allemaal nog komen. Nog veel
straattelefoons. Zelfs het aantal televisies lijkt beperkt. Onze
blikjes en flessen worden uit de recyclebak gehaald. Kennelijk zit er
statiegeld op.
Na de lunch aan boord willen we weg,
maar het weer begint te veranderen. Na een half uurtje (op de motor),
sta ik in zwembroek aan het roer in de
Vervoer naar de haven, de jongens rechts brengen onze tassen |
gutsende regen, dankbaar dat
ik niet rond Kaap Hoorn hoef te varen. We ankeren weer in de buurt
van onze ligplaats van donderdag. Het is niet aangenaam om buiten te
zitten, we eten en boerenbridgen binnen.
Zondag 12 mei. Madzy merkt dat
zwemmen tegen de stroom niet zo makkelijk is en na enig geploeter
komt er een klein kreetje om hulp uit het water. Ik vervul mijn
plicht en zo krijgt Moederdag een apart tintje.
Buiig, zo kunnen we de afgelopen nacht
en deze morgen wel noemen. Geen wind. We moeten terug naar SdB.
Vanavond treedt daar Vanessa op, die R&J in Recife hebben
ontmoet, alleen weten we nog niet waar ze optreedt. Dat probleem
lossen we op zijn Braziliaans op, dat wil zeggen; we zien wel.
Skyline van Salvador de Bahia gezien vanaf zee |
De gezagsstructuur aan boord is
onduidelijk. R&J zijn zo op elkaar ingespeeld, dat een vraag van
Jacomine meestal op zijn Roeliaans wordt afgedaan met een nuchter
antwoord, waar ze niets aan heeft. De vragen van Roel hebben meer
iets weg van een opmerking en vaak geeft hij dan zelf het antwoord.
Ze hebben het afgelopen jaar een eigen code ontwikkeld, die op
buitenstaanders laconiek overkomt. Op die manier kun je nog jaren
vooruit. Tot in Valdivia of Valparaiso.Behouden vaart!
Let op de twee wielen eronder: mobiel café? of verhuizing?? |
de slager op de markt |
Zeer goed geselecteerde opstappers alleen al door de schrijvers kwaliteiten! Wel erg bleek, dus voortaan een extra verplichting voor opstappers: voorbruinen.
BeantwoordenVerwijderen