dinsdag 14 mei 2013

Salvador de Bahia - 6-12 mei


Als opstapper bij Roel en Jacomine heb je slechts één plicht: het schrijven van een blog.
Pieter achter het roer in Bahia os Santos
Even voorstellen: wij zijn Pieter en Madzy en kennen R&J uit onze studietijd, maar voornamelijk van ´t Stockpaert. Bij het afscheid vorig jaar vroegen we waar R&J een jaar later zouden zijn en toen ze monter opmerkten dat dat Brazilië zou zijn, beloofden we graag om hen daar op te zoeken. Niet alleen had ik, Pieter, goede zakelijke herinneringen aan Brazilië, maar het was ook voor Madzy een extra stimulans om haar zaken in Brazilië uit te breiden. Zo verbleven we eerst een aantal dagen in Rio de Janeiro en vlogen daarna door naar Salvador de Bahía. Hoewel een beschrijving van Rio buiten het bestek van dit blog valt, moet het ons toch van het hart dat we met angst en beven de WK14 en OS16 in Rio afwachten. De inefficiënte chaos van deze stad tart vooralsnog ons voorstellingsvermogen. Maar niet gewanhoopt, Brazilianen zijn parallele denkers en doeners en op het laatste moment komt alles vaak toch nog goed.

Binnenvaren van Salvador de Bahia in de regen
Op maandagavond 6 mei zagen we de Tara de haven van SdB binnenvaren. Het vrolijk weerzien met een minder bruine J&B dan ik had verwacht, zetten we voort in Pelourinho, het kleurrijke centrum, vol barokke kerken en bewaard gebleven verval. SdB was ooit de hoofdstad van koloniaal Brazilië en een belangrijk knooppunt in de slavenhandel die pas 125 jaar geleden werd afgeschaft. Dat laatste is aan de huidige bevolking goed te zien. Op de kobbelstenen pleinen wordt capoeira beoefend, een Afrikaanse versie van Kung Fu die de slaven gebruikten om zich tegen hun meesters te beschermen, overal klinkt reggae muziek, kleurrijke vrouwen accentueren hun overgewicht door in enorme hoepelrokken hun waar aan te prijzen en het bier vloeit de hele dag rijkelijk. Achter de vervallen gevels wordt de mysterieuze candoblé uitgeoefend. Wie meer over Pelourinho wil lezen, raad ik van harte een boek aan van Jorge Amado, maar ik denk dat R&J hier in een volgend blog wel verder op in zullen gaan, want ze zijn van plan hier nog een tijdje te verblijven.
Itaparica, met de kerk die overal boven uitsteekt

Wij scheepten ons dinsdag 7 mei in, nadat Jacomine de halve stad doorkruist had op zoek naar een supermarkt. De Allerheiligenbaai (Bahía de Todos os Santos) is de helft zo groot als het IJsselmeer en bezaaid met eilandjes. Het weer was prachtig, 29 graden, maar tegenwind. R&J zijn minder fanatieke zeilers dan verwacht, dus de motor ging aan. Ik kreeg mijn eerste stuurproef.
Interieur van de kerk, houten dak en versieringen
De Pilot was gemaakt met de Franse slag en terwijl SdB in de namiddag achter ons verdween, zochten we druk naar ´waypoints´ en boeien die soms wel en soms niet verlicht waren of onverwacht voor ons in het donker (18.00u) opdoken. Het verval in deze baai is een meter of 3-4, dus bij afnemend tij ankeren vergt enige peilmanskunst, zo merkten we. We gingen voor anker bij Itaparica en de fles ging open. We genoten op het achterdek van een voedzame pastaschotel en praatten bij over het nabije verleden. R&J hadden hun kooi voor ons opgeofferd, zodat we nog wat vleugjes wind konden oppikken, maar het was een warm nachtje. Dat betekent om half zeven de volgende morgen in de kuip genieten van de morgenzon.

Woensdag 8 mei. Zolang je niet zeilt, heb je weinig aan boord te doen en toch vliegt de lange morgen voorbij. Waarschijnlijk komt dat omdat je de hele tijd naar iets loopt te zoeken met het gevaar je hoofd of iets anders te stoten. Voor mij als ongeoefende kajuitzeiler, is het leven aan boord er dan ook een van ´au´ en ´waar is mijn .... ?´
Itaparica heeft een paar oude kerkjes (prachtig houten booggewelf) en een statig huis van de militaire commandant dat dateert uit de XVIe eeuw. Wij streken neer op een schaduwrijk pleintje, waar enkele bars en restaurants amechtig wachten op hun klanten. Een auto met een luidspreker komt voorbij, een vrouw zit op een muurtje te kletsen met wat andere vrouwen en ondertussen haar kind te ontluizen. Een officieel uitziende snormans gebruikt de lunch en de passagiers van de andere boot die hier voor anker ligt en wij, drinken ons bier. Bier wordt in Brazilië geschonken uit 600cc flessen, die altijd in een koeler worden geserveerd.
Tara vanaf een droomstrandje aan de Rio Paraguaçu
De prijzen vallen in Brazilië tegen, zelfs in een dorpje als dit, maar aangezien de porties voor onze magen veel te groot zijn, valt het uiteindelijk wel mee: € 10 pp.
Terug naar de Tara, anker lichten en zeilen hijsen. De lucht is dreigend, maar er valt geen spat. Tegen vijf uur ankeren we vlak bij een strandje aan de monding van de Paraguaçu, wat Jacomine al visioenen voor de volgende dag bezorgt.

Donderdag 9 mei. Geen bereik met de GSM of internet. Hoe heerlijk rustig kan het leven zijn, maar voor R&J is communicatie met de buitenwereld toch belangrijk, dus stuur hen af en toe een mailtje, daar kijken ze naar uit. R&J verkennen het strand en we varen met de nieuwe dingy naar het strand. In de schaduw van een onduidelijke boom worden de meegenomen kranten met het kroningsnieuws gelezen. Roel verhangt een slot in de boot, zodat de kans op hoofdbeschadigingen minder wordt en Jacomine vindt dat we op het strand moeten picknicken. Met cava en een voorraad tapas die op moeten, maken we het ons uiterst aangenaam.
Lekker picknicken op het srrand
Jacomine wil douchen onder een waterval waar we langs varen, maar de wind is te sterk aanlandig om betrouwbaar te kunnen ankeren. Met een heerlijke zuidenwind zeilen we verder de rivier op langs een landschap zoals Frans Post dat schilderde, in het gevolg van Maurits van Nassau (1635-1650). Dat wil zeggen: groene heuvels tot in het water met mangrove aan de onderkant en bossage en palmen hogerop. Verder af en toe een weide met onduidelijke beesten en witte huisjes.
We ankeren in de schijnbare wildernis, maar in de verte horen we het geluid van een onzichtbare werf voor boorplatformen. De avonden zijn aangenaam en op het achterdek leggen we een boerenbridge. We zijn blij dat iedereen thuis een vrije dag heeft, want anders zouden we ons in deze gelukzaligheid wel erg beklemd voelen.
hoezo niet bruin genoeg??? 


Vrijdag 10 mei. De weerman schuift zijn voorspelling van regen opnieuw een dagje op, maar het prikkende blauw wordt afgewisseld door donkere wolken. Weer zo´n o, zo lange morgen, waarin we haren wassen met zout water, lezen en kletsen. Jacomine maakt pannenkoeken met spek en banaan en we voelen ons weer kleine kinderen.
We varen verder de Paraguaçu op, nog steeds begunstigd door een ruime wind. Het doel is Marigojipe, waar op zaterdagmorgen een lokale markt zou zijn.
Vooralsnog is daar weinig van te zien. De wegen van de haven naar het centrum voeren ons langs haveloze huizen met hekken er voor, kleine
Marigojipe, deze gebouwen zien er nog (of weer?) goed uit
huiskamerbarretjes, waar men elkaars bier drinkt, dikke vrouwen op de stoep, oude mannen achter de tralies van hun eigen huis en datgene wat hier ooit het centrum van nijverheid was, de fabriek van Fernando Suerdieck uit 1928, die tientallen jaren geleden is uitgebrand. In de buurt van het stadsplein krijgen sommige huizen een kleurtje, maar ook hier staan er veel huizen te koop. Op het plein wemelt het van de vrolijke scholieren die in uniform wachten op de bus. Er is zowaar ooit een Philharmonie gebouwd en een spandoek verklaart dat Marigojipe al 165 jaar een centrum van cultuur is. Bij de kerk roept een ander spandoek de jeugd op tot geloof in het kader van het Pausbezoek aan Rio in juli.
Wij zoeken naar een restaurant, maar vinden er pas eentje bij de inmiddels drooggevallen haven, waar de wijn zoet is of versneden met açaisap en de kok een voedzame maaltijd bereidt. Net voor de bui zijn we binnen en Jacomine wint met het boerenbridge.
Lokale vrachtschepen op het droge


Zaterdag 11 mei. De markt is inderdaad kleurig en uitgebreid. Onderweg komen we wat ezelwagentjes tegen met koopwaar, maar de transportfunctie is vooral overgenomen door jongetjes met een kruiwagen. Het is vooral een groente- en fruitmarkt. Het merendeel herkennen we wel, maar Jacomine is niet te beroerd om ook onbekende waar te kopen. De prijzen lopen sterk uiteen: 10 kleine mango´s voor 4 cent per stuk, maar ook een kilo uien voor € 1,20 of een kilo aardappelen voor € 1,60. De dagelijkse vruchtenvoorraad (wat zijn die ananassen toch lekker in Brazilië) wordt aangevuld voor de ontbijtyoghurt. Vanavond eten we boeuf Bourgignon en bij de minst onsmakelijke slager kopen we een stuk vlees dat vers wordt afgesneden en niet al een dagje bezoek heeft gehad van de vliegen.
De koopwaar ligt merendeels op schragen, maar de oogst van afgelopen week lijkt beperkt. Elke vrucht of groente wordt uitgebreid betast voor het tot een koop komt. Strooien hoeden op verweerde gezichten, variërend van bruin tot zwart, grijnzen zonder tanden (suikerriet is een welkom tussendoortje voor jong en oud), ongegeneerd 
De markt van Marigojipe
uitpuilende buiken bij man en vrouw; Madzy zag iemand een riem passen van wie het vet tussen de gesp door naar buiten kwam. Giebelende meisjes die hun haar uit de kroes proberen te krijgen, jongens die indruk proberen te maken en bijna altijd lachen. In al hun armoe blijft het een vrolijk volk.
Maar waar zijn de GSM´s? Waar zijn de brommers? Ze zijn er nog niet, ze moeten allemaal nog komen. Nog veel straattelefoons. Zelfs het aantal televisies lijkt beperkt. Onze blikjes en flessen worden uit de recyclebak gehaald. Kennelijk zit er statiegeld op.
Na de lunch aan boord willen we weg, maar het weer begint te veranderen. Na een half uurtje (op de motor), sta ik in zwembroek aan het roer in de 
Vervoer naar de haven, de jongens rechts brengen onze tassen
gutsende regen, dankbaar dat ik niet rond Kaap Hoorn hoef te varen. We ankeren weer in de buurt van onze ligplaats van donderdag. Het is niet aangenaam om buiten te zitten, we eten en boerenbridgen binnen.

Zondag 12 mei. Madzy merkt dat zwemmen tegen de stroom niet zo makkelijk is en na enig geploeter komt er een klein kreetje om hulp uit het water. Ik vervul mijn plicht en zo krijgt Moederdag een apart tintje.
Buiig, zo kunnen we de afgelopen nacht en deze morgen wel noemen. Geen wind. We moeten terug naar SdB. Vanavond treedt daar Vanessa op, die R&J in Recife hebben ontmoet, alleen weten we nog niet waar ze optreedt. Dat probleem lossen we op zijn Braziliaans op, dat wil zeggen; we zien wel.
Skyline van Salvador de Bahia gezien vanaf zee


De gezagsstructuur aan boord is onduidelijk. R&J zijn zo op elkaar ingespeeld, dat een vraag van Jacomine meestal op zijn Roeliaans wordt afgedaan met een nuchter antwoord, waar ze niets aan heeft. De vragen van Roel hebben meer iets weg van een opmerking en vaak geeft hij dan zelf het antwoord. Ze hebben het afgelopen jaar een eigen code ontwikkeld, die op buitenstaanders laconiek overkomt. Op die manier kun je nog jaren vooruit. Tot in Valdivia of Valparaiso.Behouden vaart!
Let op de twee wielen eronder: mobiel café? of verhuizing??
de slager op de markt

1 opmerking:

  1. Zeer goed geselecteerde opstappers alleen al door de schrijvers kwaliteiten! Wel erg bleek, dus voortaan een extra verplichting voor opstappers: voorbruinen.

    BeantwoordenVerwijderen