zondag 31 december 2017

Rondreis Kyushu - december

Met de trein gaan we naar Kagoshima, maar daar blijven we kort. Het doel is Yakushima eiland. Yakushima hoort al bij de Okinawa eilanden, maar de veerboot vertrekt hier. Het eiland is tamelijk geïsoleerd geweest met een lokaal bestuur tot het in rond 1600 onder de strenge heerschappij van heren van Kagoshima kwam. Het eiland was rijk aan oeroude cedar bomen, de zogenaamde yakusugi, en dat was een geliefde houtsoort om bijvoorbeeld houten shingles voor daken van te maken. Er werd op grote schaal hout gekapt om de zogenaamde belasting te betalen, eigenlijk werd het eiland leeggehaald. Nu zijn er nog een paar van die eeuwenoude bomen over en vormen ze een toeristische trekpleister. De overblijvers zijn krom en vreemd gevormd, dat was hun redding want daardoor waren ze niet geschikt voor de kap. Streng beschermd worden ze nu. In het yakusugi museum ligt een afgewaaide tak van zo'n oude boom, 400 jaarringen en een gewicht van ruin 1,5 ton! Het eiland is onherbergzaam met dorpjes langs de kust en veel wild en bergachtig binnenland. We slapen in een lodge in het bos en maken een rondrit met gids over het eiland. Er leven veel herten en makake's (apen) op het eiland. Bijzonder, maar zonder foto: een Onsen op de grens van de oceaan. Met laag water kan je gebruik maken van de onsen, het hete vulkaan water borrelt uit de grond in de granieten bekkens uitgesleten door het water. Met hoog water loopt het vol met zeewater. Nog nooit heb ik in zo'n prachtig buitenbad gezeten met uitzicht op de oceaangolven! Er zijn citrusboomgaarden en een nieuwe cultuur is thee. Het bos is grillig en mossig. We lopen over een pad wat al honderden jaren geleden gebruikt werd door de houthakkers. Wat voel je als je bij een boom staat van zo'n 3000 jaar oud? Ontzag, besef van hoe klein we zijn en hoeveel we toch van onze omgeving vragen.






















In Kagoshima is het prachtig weer en gaan we met de veerboot een halve dag naar Sakurajima om in de buurt van de stomende vulkaan Naka Dake op het eilandje te lopen.



We reizen door naar Kumamoto, waar het beroemde kasteel van de Kato familie staat. Het standbeeld is van Kato Kiyomasa die leefde rond 1600. Het kasteel is in 2016 helaas getroffen door een zware aardbeving, maar dat maakt het des te indrukwekkender. We zijn al veel tempels en andere gebouwen tegen gekomen die getroffen zijn door een vulkaan uitbarsting, aardbeving of brand en steeds weer opgebouwd worden. Het zegt iets over de veerkracht van de mensen in Japan, zij leven met deze  bijzondere natuur, het hoort bij hun leven. Zoals de zee en de dijken bij Nederland horen. Het kasteel staat al in de steigers maar het herstel gaat nog wel een paar jaar duren. Een paar torens van de buitenmuur staan nog overeind. Bij de Shinto Shrine staan vaten sake buiten en wordt een nieuwe taxi gezegend voor probleemloze kilometers.








Om lekker bij te komen reizen we door naar het Onsen dorp Kurokawa. Er zijn 24 onsen in dit dorpje en je loopt van het ene bad naar het andere als je hier verblijft. De meeste baden horen bij een Ryokan, een  Japanse herberg, en het gaat hier traditioneel aan toe. Kamers met tatami (rijststro) matten, slippertjes bij de deur en 's avonds is je futon om op te slapen al uitgerold. Hoe attent Japanse gasthuizen zijn merken we bij aankomst. In onze Ryokan spreekt niemand Engels, maar onze naam staat keurig op het bord bij de ingang en ze hebben een jonge vrouw geregeld die ons in het Engels uitlegt waar de baden zijn, onze kamers en het ontbijt. De vrouw zien we daarna niet meer, maar we weten de weg. Als je meerdere nachten blijft kan je in je kamerjas en slippertjes van bad naar bad door het dorp, wij gebruiken ze binnenshuis. De kamers hebben een privé buitenplaatsje in de tuin met een vijver en vissen. Een beetje fris in deze maand maar het geeft toch een luxueus gevoel. We bezoeken verschillende onsen, een ligt aan de rivier en we kijken uit over het bos en de rivier vanuit het buiten bad. Een andere heeft de onsen in een grot. Geen foto's in de onsen en het was bewolkt toen we daar waren, maar de sfeer was bijzonder. Zo was er een klein afdakje waar je een vulkaan gekookte eitje kon eten voor een kwartje en de rivier die door het dorp stroomt stoomde van het warme water. Het was zeker ook toeristisch, maar geef al die andere mensen eens ongelijk!





Op de terugweg van Kurokawa Onsen stoppen we in Aso, in de gelijknamige Aso krater van een oude vulkaan, De krater is 128 kilometer in omtrek, het duurt even voor je doorhebt waar je eigenlijk bent als je er doorheen rijdt. Vanuit Kurokawa rijden we door een bergachtig gebied, dalen af en daarna opent zich een vruchtbare vlakte, de vloer van de oude vulkaan. In het midden is de nog actieve vulkaan Aso San waar in 2016 een grote uitbarsting was en  de bijbehorende aardbevingen voor grote schade zorgden in de omtrek. De treinverbinding is nog niet hersteld en tijdelijk vervangen door een buslijn. We bezoeken het Aso volcano museum in de dichte mist, maar het kan verkeren. Na het museum trekt de mist ineens op en maken we een winterse wandeling naar Eboshi Dake, een van de kleinere bergen in de grote krater van waaruit we zicht hebben op de rokende Aso San. Het is een bijzondere wandeling, het weer verandert zo snel en de uitzichten zijn zo ongewoon, het maakt echt indruk op ons. In de bus op te terugweg naar Kumamoto klimmen we aan de andere kant weer over de kraterwand uit de oude vulkaan. De omvang van de krater is surrealistisch groot en wij zijn stipjes in de vlakte.




Robbert en Chantal gaan door naar Kyoto en Tokyo, bedankt voor een heerlijke tijd samen! Wij keren terug naar Tara, onze winterslaap kan beginnen ;-)




zaterdag 30 december 2017

Osaka, Nara en Himeiji - december



De boot mag dan winter klaar zijn, wij nog niet. Neef Robbert en zijn vrouw Chantal komen naar Japan en we gaan samen twee weken rondreizen met de trein. De keus is gevallen op Kyushu in de hoop daar nog zacht najaarsweer te treffen. Door ervaring wijs geworden hebben we gemaild toch maar warme kleding mee te nemen, al ligt het vrij zuidelijk, het najaar is hier koud.

Samen reizen is leuk. Andere inbreng zorgt ervoor dat wij ook weer andere dingen doen en zien. Roel laat het voorbereiden van het landreizen meestal aan mij over, maar Robbert is net zo uitzoekerig en zo komen we samen tot een afwisselende reis. Er is zoveel te zien!

We zullen Robbert en Chantal ontmoeten bij het metrostation Honmachi in het centrum van Osaka. Maar.... dat metrostation blijkt meer dan 40 uitgangen te hebben! En waar zit hun hotel precies? Na enig heen en weer gezoek blijkt dat Robbert de uitgang in de whatsapp erbij gezet heeft, dat scheelt, we komen 'maar' een half uur te laat. Zo verbazen we ons dagelijks over de omvang van van alles. We verkennen eerst de bekende wijk Dotonbori in Osaka met zijn vele enorme winkels, tig kleine winkeltjes en talloze restaurants. De markt is even uitgebreid. De Tako Yaki, bolle poffertjes met een inktvisje erin, doet het niet bij iedereen even goed, maar voor de liefhebbers zijn ze zeer smakelijk. Er is voldoende te koop en voor ieder wat wils. Midden tussen al die drukte zit dan opeens een oud straatje van kleine restaurantjes met zwarte houten voorgevels waar ouderwetse lampionnen aan hangen. Verderop komen we bij de kleine Hozen-ji tempel die ook uit oude tijden lijkt weggerukt. Het beeld onder de canapé is dik overgroeid met mossen en de bezoekers gooien er een schepje water overheen voor ze buigen.

's Avonds zijn de grote winkelstraten verlicht in felle kleuren, de winkels hangen vol met knipperende kerstversieringen en zoete kerstmuziek blèrt onophoudelijk uit de speakers van winkels, metrostations en zo meer. De eerste restaurants lijken vol te zijn (in ieder geval voor ons) maar we komen op een leuke plek terecht waar we door een klein deurtje in onze “cabine” klimmen en aan een lage tafel zitten, gelukkig met plaats voor onze benen daaronder. We bestellen maar wat bij de knielende serveerster en het is smakelijk. Chantal is redelijk bekend met het Japanse eten en dat scheelt een hoop, maar zonder Engelse vertaling....



We bezoeken Nara wat in de 8e eeuw de hoofdstad was. En waar de hoofdstad is zijn tempels, véél tempels. We bezichtigen er meerdere met een vrijwilliger/gids die ons van alles laat zien en uitlegt in het Engels. Dat maakt het begrijpelijker én we zien meer. Ieder beeld of schildering heeft een betekenis. Bijna alle tempels zijn meerdere keren herbouwd na brand of aardbeving en ook nu wordt er nog dagelijks gewerkt. Buiten de tempels houden hertjes ons gezelschap en hopen op een lekker hapje. De herten zijn zo tam dat ze zelfs wachten voor het stoplicht bij de zebra. Een bewoner van Nara raadt ons aan naar de Isui-en tuin te gaan, inderdaad prachtig zelfs nu het bijna winter is. De vormen van de vijvers, bomen, houten gebouwtjes en de bergen op de achtergrond vallen mooi samen. Maar het topstuk van ons bezoek is de Todai-ji tempel waarvan de grote hal het grootste houten gebouw ter wereld is. Daarin staat de Daibutsu, de grote Boeddha, een bronzen beeld van 16 meter hoog en verguld met 130 kilo goud. Om de grote Boeddha is een waaier van kleinere beelden, de een nog mooier dan de ander. Het is echt een indrukwekkend gezicht en mensen zijn van heinde en verre gekomen om het te zien net zoals wij.

Robbert en Chantal hebben een Japan Railpas voor ons meegenomen (in het buitenland te koop voor toeristen) en we reizen met de snelle shinkansen treinen. Het voordeel van reizen met de trein is dat we ons snel en makkelijk kunnen verplaatsen. Treinen rijden op tijd en er zijn er veel. Ze zijn wel prijzig maar door de railpas merken wij dat niet zo. Er is overal veel personeel in Japan, zo ook op de treinen en op de perrons. De conducteur komt binnen, maakt een buiging naar de reizigers, loopt langs, draait zich aan het eind om maakt weer een buiging en sluit zachtjes de deur. De jonge vrouw met het hapjes en drankjes wagentje doet hetzelfde. Niemand belt in de trein (of de metro) praten doe je zachtjes, eten of drinken alleen op lange afstand treinen en geen “opdringerig” voedsel. Afval neem je vanzelfsprekend mee terug naar huis, daarom staan er ook vrijwel nergens afvalbakken. Ook de reizigers zelf zijn uiterst attent, iedereen wacht in de rij aan weerszijden van de plaats waar de deur is aangegeven op het perron. Mensen kunnen zo ongehinderd uitstappen en daarna gaan we pas naar binnen, alles rustig en efficiënt. Als Roel en ik niet naast elkaar kunnen zitten staat er meestal iemand op om van plaats te ruilen. Er zijn dingen waar je zó aan went, die je nooit meer anders zou willen.

Op weg naar Kyushu stappen we uit in Himeiji om het kasteel uit 1580 te bezoeken. Een van de weinige grote kastelen in Japan die niet verwoest is geweest in de afgelopen eeuwen. Het is ook nooit onderdeel geweest van een grote veldslag, dus er is veel te zien. Het witte kasteel torent huizen hoog uit boven de bebouwing en het park erom heen. Zijn bijnaam is dan ook het Witte Reiger kasteel. Zo anders dan onze Europese kastelen! Maar de principes lijken natuurlijk op elkaar. Afschrikken, tegenhouden, vertragen en op het laatst zorgen dat er geen grote groepen naar binnen kunnen. Voor toeristen maken ze een uitzondering en de poorten staan wagenwijd open. We maken er goed gebruik van en klimmen door het kasteel naar de bovenste verdieping. Daar mocht in vroeger tijden alleen de heerser van het kasteel komen, die ene keer per jaar dat hij zijn kasteel in vredestijd bezocht. Maar er is wél een shrine om te bidden voor de goede afloop van een eventuele veldslag. Aan alles is gedacht.

Ondanks dat we nog niet eerder met z'n vieren gereisd hebben gaat het heel makkelijk en is het erg gezellig. Mijn vreselijke gewoonte om de bladzijden van de Lonely Planet voor die dag er uit te scheuren en mee te nemen is letterlijk een zwarte bladzijde maar we krijgen toch de nieuwe versie van de Lonely Planet mee voor verder gebruik, dus de relatie heeft er niet onder geleden ;-) We zien veel, in het volgende blog een fotoverslag van onze rondreis door Kyushu, het is te veel om alles te beschrijven.

Foto's uit Osaka, de markt, een Tako Yaki bakker, Hozen-ji tempel, Kerstversiering in de winkelstraat, Oud straatje met restaurants





Foto's uit Nara. Stempel van een bezochte tempel in mijn tempel "dag"boek, de grote hal, een kleine tempel, de Sui-en tuin en lekker uit eten op te terug weg: Kushikatsu, stokjes met allerlei  gepaneerde hapjes uit de frituur








Foto Himeiji, uitzicht over de stad vanaf het kasteel