Met de trein gaan we naar Kagoshima, maar daar blijven we kort. Het doel is Yakushima eiland. Yakushima hoort al bij de Okinawa eilanden, maar de veerboot vertrekt hier. Het eiland is tamelijk geïsoleerd geweest met een lokaal bestuur tot het in rond 1600 onder de strenge heerschappij van heren van Kagoshima kwam. Het eiland was rijk aan oeroude cedar bomen, de zogenaamde yakusugi, en dat was een geliefde houtsoort om bijvoorbeeld houten shingles voor daken van te maken. Er werd op grote schaal hout gekapt om de zogenaamde belasting te betalen, eigenlijk werd het eiland leeggehaald. Nu zijn er nog een paar van die eeuwenoude bomen over en vormen ze een toeristische trekpleister. De overblijvers zijn krom en vreemd gevormd, dat was hun redding want daardoor waren ze niet geschikt voor de kap. Streng beschermd worden ze nu. In het yakusugi museum ligt een afgewaaide tak van zo'n oude boom, 400 jaarringen en een gewicht van ruin 1,5 ton! Het eiland is onherbergzaam met dorpjes langs de kust en veel wild en bergachtig binnenland. We slapen in een lodge in het bos en maken een rondrit met gids over het eiland. Er leven veel herten en makake's (apen) op het eiland. Bijzonder, maar zonder foto: een Onsen op de grens van de oceaan. Met laag water kan je gebruik maken van de onsen, het hete vulkaan water borrelt uit de grond in de granieten bekkens uitgesleten door het water. Met hoog water loopt het vol met zeewater. Nog nooit heb ik in zo'n prachtig buitenbad gezeten met uitzicht op de oceaangolven! Er zijn citrusboomgaarden en een nieuwe cultuur is thee. Het bos is grillig en mossig. We lopen over een pad wat al honderden jaren geleden gebruikt werd door de houthakkers. Wat voel je als je bij een boom staat van zo'n 3000 jaar oud? Ontzag, besef van hoe klein we zijn en hoeveel we toch van onze omgeving vragen.
In Kagoshima is het prachtig weer en gaan we met de veerboot een halve dag naar Sakurajima om in de buurt van de stomende vulkaan Naka Dake op het eilandje te lopen.
We reizen door naar Kumamoto, waar het beroemde kasteel van de Kato familie staat. Het standbeeld is van Kato Kiyomasa die leefde rond 1600. Het kasteel is in 2016 helaas getroffen door een zware aardbeving, maar dat maakt het des te indrukwekkender. We zijn al veel tempels en andere gebouwen tegen gekomen die getroffen zijn door een vulkaan uitbarsting, aardbeving of brand en steeds weer opgebouwd worden. Het zegt iets over de veerkracht van de mensen in Japan, zij leven met deze bijzondere natuur, het hoort bij hun leven. Zoals de zee en de dijken bij Nederland horen. Het kasteel staat al in de steigers maar het herstel gaat nog wel een paar jaar duren. Een paar torens van de buitenmuur staan nog overeind. Bij de Shinto Shrine staan vaten sake buiten en wordt een nieuwe taxi gezegend voor probleemloze kilometers.
Om lekker bij te komen reizen we door naar het Onsen dorp Kurokawa. Er zijn 24 onsen in dit dorpje en je loopt van het ene bad naar het andere als je hier verblijft. De meeste baden horen bij een Ryokan, een Japanse herberg, en het gaat hier traditioneel aan toe. Kamers met tatami (rijststro) matten, slippertjes bij de deur en 's avonds is je futon om op te slapen al uitgerold. Hoe attent Japanse gasthuizen zijn merken we bij aankomst. In onze Ryokan spreekt niemand Engels, maar onze naam staat keurig op het bord bij de ingang en ze hebben een jonge vrouw geregeld die ons in het Engels uitlegt waar de baden zijn, onze kamers en het ontbijt. De vrouw zien we daarna niet meer, maar we weten de weg. Als je meerdere nachten blijft kan je in je kamerjas en slippertjes van bad naar bad door het dorp, wij gebruiken ze binnenshuis. De kamers hebben een privé buitenplaatsje in de tuin met een vijver en vissen. Een beetje fris in deze maand maar het geeft toch een luxueus gevoel. We bezoeken verschillende onsen, een ligt aan de rivier en we kijken uit over het bos en de rivier vanuit het buiten bad. Een andere heeft de onsen in een grot. Geen foto's in de onsen en het was bewolkt toen we daar waren, maar de sfeer was bijzonder. Zo was er een klein afdakje waar je een vulkaan gekookte eitje kon eten voor een kwartje en de rivier die door het dorp stroomt stoomde van het warme water. Het was zeker ook toeristisch, maar geef al die andere mensen eens ongelijk!
Op de terugweg van Kurokawa Onsen stoppen we in Aso, in de gelijknamige Aso krater van een oude vulkaan, De krater is 128 kilometer in omtrek, het duurt even voor je doorhebt waar je eigenlijk bent als je er doorheen rijdt. Vanuit Kurokawa rijden we door een bergachtig gebied, dalen af en daarna opent zich een vruchtbare vlakte, de vloer van de oude vulkaan. In het midden is de nog actieve vulkaan Aso San waar in 2016 een grote uitbarsting was en de bijbehorende aardbevingen voor grote schade zorgden in de omtrek. De treinverbinding is nog niet hersteld en tijdelijk vervangen door een buslijn. We bezoeken het Aso volcano museum in de dichte mist, maar het kan verkeren. Na het museum trekt de mist ineens op en maken we een winterse wandeling naar Eboshi Dake, een van de kleinere bergen in de grote krater van waaruit we zicht hebben op de rokende Aso San. Het is een bijzondere wandeling, het weer verandert zo snel en de uitzichten zijn zo ongewoon, het maakt echt indruk op ons. In de bus op te terugweg naar Kumamoto klimmen we aan de andere kant weer over de kraterwand uit de oude vulkaan. De omvang van de krater is surrealistisch groot en wij zijn stipjes in de vlakte.
Robbert en Chantal gaan door naar Kyoto en Tokyo, bedankt voor een heerlijke tijd samen! Wij keren terug naar Tara, onze winterslaap kan beginnen ;-)
In Kagoshima is het prachtig weer en gaan we met de veerboot een halve dag naar Sakurajima om in de buurt van de stomende vulkaan Naka Dake op het eilandje te lopen.
We reizen door naar Kumamoto, waar het beroemde kasteel van de Kato familie staat. Het standbeeld is van Kato Kiyomasa die leefde rond 1600. Het kasteel is in 2016 helaas getroffen door een zware aardbeving, maar dat maakt het des te indrukwekkender. We zijn al veel tempels en andere gebouwen tegen gekomen die getroffen zijn door een vulkaan uitbarsting, aardbeving of brand en steeds weer opgebouwd worden. Het zegt iets over de veerkracht van de mensen in Japan, zij leven met deze bijzondere natuur, het hoort bij hun leven. Zoals de zee en de dijken bij Nederland horen. Het kasteel staat al in de steigers maar het herstel gaat nog wel een paar jaar duren. Een paar torens van de buitenmuur staan nog overeind. Bij de Shinto Shrine staan vaten sake buiten en wordt een nieuwe taxi gezegend voor probleemloze kilometers.
Om lekker bij te komen reizen we door naar het Onsen dorp Kurokawa. Er zijn 24 onsen in dit dorpje en je loopt van het ene bad naar het andere als je hier verblijft. De meeste baden horen bij een Ryokan, een Japanse herberg, en het gaat hier traditioneel aan toe. Kamers met tatami (rijststro) matten, slippertjes bij de deur en 's avonds is je futon om op te slapen al uitgerold. Hoe attent Japanse gasthuizen zijn merken we bij aankomst. In onze Ryokan spreekt niemand Engels, maar onze naam staat keurig op het bord bij de ingang en ze hebben een jonge vrouw geregeld die ons in het Engels uitlegt waar de baden zijn, onze kamers en het ontbijt. De vrouw zien we daarna niet meer, maar we weten de weg. Als je meerdere nachten blijft kan je in je kamerjas en slippertjes van bad naar bad door het dorp, wij gebruiken ze binnenshuis. De kamers hebben een privé buitenplaatsje in de tuin met een vijver en vissen. Een beetje fris in deze maand maar het geeft toch een luxueus gevoel. We bezoeken verschillende onsen, een ligt aan de rivier en we kijken uit over het bos en de rivier vanuit het buiten bad. Een andere heeft de onsen in een grot. Geen foto's in de onsen en het was bewolkt toen we daar waren, maar de sfeer was bijzonder. Zo was er een klein afdakje waar je een vulkaan gekookte eitje kon eten voor een kwartje en de rivier die door het dorp stroomt stoomde van het warme water. Het was zeker ook toeristisch, maar geef al die andere mensen eens ongelijk!
Op de terugweg van Kurokawa Onsen stoppen we in Aso, in de gelijknamige Aso krater van een oude vulkaan, De krater is 128 kilometer in omtrek, het duurt even voor je doorhebt waar je eigenlijk bent als je er doorheen rijdt. Vanuit Kurokawa rijden we door een bergachtig gebied, dalen af en daarna opent zich een vruchtbare vlakte, de vloer van de oude vulkaan. In het midden is de nog actieve vulkaan Aso San waar in 2016 een grote uitbarsting was en de bijbehorende aardbevingen voor grote schade zorgden in de omtrek. De treinverbinding is nog niet hersteld en tijdelijk vervangen door een buslijn. We bezoeken het Aso volcano museum in de dichte mist, maar het kan verkeren. Na het museum trekt de mist ineens op en maken we een winterse wandeling naar Eboshi Dake, een van de kleinere bergen in de grote krater van waaruit we zicht hebben op de rokende Aso San. Het is een bijzondere wandeling, het weer verandert zo snel en de uitzichten zijn zo ongewoon, het maakt echt indruk op ons. In de bus op te terugweg naar Kumamoto klimmen we aan de andere kant weer over de kraterwand uit de oude vulkaan. De omvang van de krater is surrealistisch groot en wij zijn stipjes in de vlakte.
Robbert en Chantal gaan door naar Kyoto en Tokyo, bedankt voor een heerlijke tijd samen! Wij keren terug naar Tara, onze winterslaap kan beginnen ;-)