De eerste maand in
de US verkennen we de omgeving van Seattle. In de zomer nemen we
liever de tijd om te varen, maar het is wel leuk om iets van het
binnenland te zien.
We logeren een paar
dagen bij Elaine, waar we erg blij mee zijn. We maken wandelingen
door de parken in en om Seattle, de diversiteit is groot: zee,
eilandjes, bergen, ieder park is anders. Het is nog vroeg in het
voorjaar, maar hier en daar komen er sprietjes boven de grond,
sommige camelia's die beschut staan bloeien al.
De eerste tocht die
we maken is naar Portland en de Columbia rivier. Op de kaart lijkt
het niets, maar we zijn uren onderweg, de afstanden zijn hier groot.
Vlakbij de monding van de Columbia rivier kruisen we de route van
Lewis en Clark. Deze mannen en hun “Corps of Discovery” met nog
37 man en 1 vrouw doorkruisten Amerika als eerste westerlingen begin
1800 van oost naar west. Ze deden er twee jaar en zo'n 1200 km over
om aan de westkust te komen. Het was de vrouw Sacajaweja, een jonge
Indiaanse, die een belangrijke rol had in het contact leggen met de
indianen stammen die ze onderweg tegenkwamen.
Niet iedereen was
vreemdelingen goedgezind en niet zonder reden, zoals de geschiedenis
later leerde. Lewis en Clark waren helden in die tijd en ze maakten
de weg vrij voor kolonisatie van het westen in de decennia daarna.
Wat een opgave om in zo'n enorm land zonder infrastructuur te
trekken! Hoe kwamen ze aan eten, onderdak?
Onze
reisvoorbereiding is nog niet optimaal, want we zijn te laat om Fort
Klawock te bezoeken, waar het Corps de winter doorbracht in
erbarmelijke omstandigheden. Zelfs nu – in maart- is het ijskoud en
guur. De monding van de Columbia zien we vanaf de bijna 6,5 km lange
brug, als we oversteken naar Astoria. Het is een beruchte plek in de
zeevaart vanwege tij, wind, de zandbanken en de enorme uitstroom van
de rivier. Op de 'bar' ligt menig wrak, maar Portland had wel een
groot achterland, dus een haven was belangrijk. Astoria is een
grappig plaatsje met oude gebouwen uit de glorie tijd van eind 1800,
nu maakt het een wat slaperige indruk.
We slapen in
Cathlamet, een piepklein plaatsje 39 mijl verder aan de rivier. We
hebben snel contact met de locals in de plaatselijke mini brouwerij,
hoe kleiner de plaats hoe makkelijker het gaat. Pizza's worden
bezorgd in het proeflokaal en het halve dorp lijkt er gezellig bijeen
te komen. Er zijn weer veel verhalen, over visserij, het leven in
Cathlamet, de gezondheidszorg en een klein beetje politiek.
We rijden verder
naar Portland, een moderne stad aan de Willamette rivier vlak voor
deze de Columbia rivier instroomt. Ons hostel is in een oud pand in
een mooie wijk met dito huizen en oude bomen. De stad is op de
zuidelijke oever gebouwd en we lopen door het centrum en Chinatown
naar de zaterdagmarkt langs de rivier.
Het zijn vooral eettentjes en
souvenirs, dus we zijn snel uitgekeken. Het leukste is de busrit naar
boven vanwaar we uitzicht hebben over de hele stad, de rivier naar
beide kanten en Mount Hood en andere bergen aan de overkant. Het is
een prachtig gezicht en met de kabelbaan zeilen we af naar beneden.
We zien ook een andere kant van de stad, er zijn veel zwervers, we
komen ze overal tegen in de kou. Ook bij Starbucks, waar er
verschillende mensen met een kop koffie in de hand zitten te slapen
in de warmte. Als ze een kop koffie kunnen kopen mogen ze binnen en
met één kop koffie kan je best lang doen als je slaapt. Al het eten
wat niet verkocht wordt bij Starbucks gaat 's avonds naar de
voedselbank, nog een sociaal gebaar. Ik vind het lastig om zoveel
mensen – ook kinderen en ouderen – in zulke erbarmelijke
omstandigheden te zien. Wat kan je doen? Hoe komt het dat ze zo
leven?
Vlakbij Portland is
de Columbia Gorge, waar de rivier zich diep in de rotsen heeft
gesleten. Het waait in de stad, maar in de gorge stormt het. Bij
Vista Point kan ik mijn fototoestel nauwelijks stil houden om foto's
te maken en het is steenkoud. Verderop in de gorge zijn er
verschillende watervallen en we nemen een paar van de minder bekende
om door het bos naar toe te lopen. Natuurlijk stoppen we ook bij
Multnomah Falls, waar we niet de enigen zijn. De paden zijn ijzig,
maar het uitzicht is prachtig, natuur verveelt nooit. We kruisen de
rivier bij de Brug van de Goden, een vernauwing in de gorge, en gaan
richting de bergen. Ik heb een leuk binnendoor weggetje uitgezocht om
naar Mount St Helens te rijden. Een heel eind gaat het goed, maar dan
stopt de sneeuwruimer en is de weg onbegaanbaar, in ieder geval voor
onze huurauto. Een hele tijd later, via de hoofdweg, komen we bij het
bezoekerscentrum van Mount St. Helens, met een erg mooi zicht op de
vulkaankegel met sneeuwhoed. Op 18 mei 1980 is deze vulkaan
uitgebarsten, na maanden onrustig te zijn geweest. Geleerden
voorspelden een uitbarsting, maar na veel waarschuwingen en geen
gevolg wilden de bewoners terug naar hun huizen. Op 17 mei ging de
eerste groep terug en op 18 mei gebeurde het dan toch.
De aardbeving
was maar 5,1 op de schaal van Richter, maar de vulkaan eruptie had
een kracht van 1500 atoombommen!! Onvoorstelbaar zo'n kracht. De
gigantische as en puinwolk verplaatste zich razendsnel naar beneden
en 57 mensen kwamen om. De top van de vulkaan is daarna flink lager
geworden. Na bijna 30 jaar herstelt de natuur zich en ontstaan er
nieuwe bossen, voor Mount St Helens is het maar een hikje in de
tijd, alleen wij tellen de jaren.....
wordt vervolgd.
Foto's: Cascade Mountains vanuit het vliegtuig, Columbia River Gorge, Bruidssluier waterval etc.