Het
was een productieve ochtend: brood gebakken, yoghurt gemaakt, hummus
en croutons gemaakt voor de lunch met Griekse salade en het
versgebakken brood. Zelfs na 2,5 week onderweg hebben we nog ruim
voldoende vers eten. Intussen zeilt Roel van het ene mooie baaitje
naar het andere mooie baaitje! Het uitroepteken is van pure vreugde,
omdat we hier meestal op de motor varen. De heersende wind is noord
tot noordwest – en daar willen we naar toe - maar meestal is er
helemaal geen wind. Vandaag net genoeg wind uit het noordwest om te
kunnen kruisen en voor een mijl of 10 is dat heerlijk.
Ik
houd de productieve stand nog even vast om een blog te schrijven over
ons toch wat geïsoleerde leven aan boord.
Espirito
Santo, het onbewoonde prachtige eiland waar we eerder waren, is
inmiddels afgesloten. Het is een natuurreservaat met parkwachters,
dus ze kunnen het landelijke verbod handhaven. Op de onbewoonde
eilanden meer noordelijk – ook natuurreservaat, maar zonder
parkwachters – mogen we nog wel liggen. Alhoewel, soms is het een
zegen als je niet alles kunt begrijpen wat ze over de marifoon zeggen
in het Spaans, want dan zou het kunnen dat ze bedoelen dat je ook
daar niet aan land mag.... Aangezien er niemand woont en alle
medezeilers afstand van elkaar houden, gaan we minstens 1x per dag
van boord om te lopen. Onze binnenruimte van bed tot buitentrap is
4,5 meter lang en 50 cm breed, te weinig om dat lopen te noemen, dus
zonder 'buitenruimte' zou isolatie echt behelpen zijn.
Alle
zeilers zijn voorzichtig om de bewegingsruimte die we hebben niet
kwijt te raken. We blijven weg uit dorpjes waar we niet welkom zijn
en houden ons aan de regels voor afstand. Iedere ochtend is er een
“netje”op de kortegolfzender met informatie en weer. De
Amerikaanse zeilers zijn er echt heel goed in om dat gestructureerd
en gedisciplineerd te doen. Alle vragen gaan over waar kan je nog
naar toe, waar je boodschappen kan doen, welke havens zijn open of
dicht. Het houdt ons allemaal bezig. De Amerikanen die normaal
gesproken terug gaan voor de zomer zitten in een lastig parket, de
situatie is daar wat Corona betreft veel slechter dan hier in dit
gedeelte van Mexico. Ook wij zijn bezig met wat te doen als het
orkaan-seizoen in juni start en Tara op de kant staat. Komt tijd,
komt raad.
De
natuur is onveranderlijk mooi om ons heen. Op sommige eilanden
ontstaat een lagune achter een rug van grind, zoals op Isla San Jose
het Amortejada lagoon. We varen erin met de dinghy en komen in een
uitgestrekt mangrove bos met talloze vissen in het ondiepe water en
langs de kant witte en gekleurde reigers, enkele ibissen en tal van
kleinere vogels. Een van de reigers lijkt een paringsdans te doen,
maar er is geen soortgenoot. Het blijkt een aanbiddingsdans voor de
vissen, want na iedere dans wordt er flink geschrokt.
De
afgelopen dagen lagen we alleen in de meest mooie, afgelegen baaitjes
die je je in kunt denken. Langs dit stuk van de kust van Baja
California ligt de bergrug van de Sierra de la Gigante, prachtige
hoge bergen met allemaal verschillende lagen en kleuren. Ook de
baaien zijn omgeven door hoge rotsen. Het lijkt alsof de steenlagen
een eigen karakter hebben. In de Los Gatos baai zijn de rotsen diep
donker rood en op de waterlijn afgesleten in vloeiende bolle ronde
vormen, hoger uitgehold door
regen en zon tot mooie sculpturen. In
Ballena baai zijn de rotsen torenhoog in verschillende kleuren. Witte
kalksteen lagen, grijze rots, hard en onbuigzaam, groenige rots in
strakke pilaren tegen elkaar geklemd, bovenop rode rotsen in hoekige
kantelen. Op de waterlijn zijn er interessante rotsholen ontstaan, in
het dak meestal sporen van water, iets moet dan wijken. Aan de voet
liggen reusachtige stenen die naar beneden gevallen zijn en stranden
van grof grind in een eeuwigdurende beweging van erosie en de vorming
van nieuwe lagen. Op het strand staat een eenzaam palmboompje, eerder
zagen we bij de verspreid liggende Rancho's langs de kust ook al
palmbomen staan. Verder is de natuur nog steeds ruig en
woestijnachtig. We lopen tussen de rotsen en cactussen met
wandelstokken in de hoop de ratelslangen op afstand te houden door
het geluid en de spinnenwebben van de Black Widows weg te halen voor
we erdoor lopen. We hebben beiden nog niet gezien, dus het werkt.
Natuurlijk
vragen we ons af of we last hebben van het Stockholmsyndroom.
Gegijzeld in de woestijn en er steeds meer van gaan houden.....
Aan
boord werken we aan onze “nog te doen” lijstjes en gelukkig zijn
die aardig geslonken de afgelopen weken. Roel komt eindelijk toe aan
gitaarspelen wat al jaren op zijn lijstje staat. Hij oefent trouw
iedere avond uit het boek “Leer je zelf gitaar spelen in 10
lessen”, maar een leraar zou welkom zijn, zegt hijzelf. Onder aan
ons lijstje bungelde al een poosje minder alcohol en nu onze sociale
contacten tot een minimum beperkt zijn hebben we dat gelijk
ingevoerd: 4 dagen per week niets, het bevalt goed. Ik ben aan het
oefenen met een natuur journaal en probeer te tekenen wat we onderweg
tegen komen, wat is dat moeilijk en tegelijk leuk om te doen.
Hebben
we niet allemaal dit soort dingen, waar we ook zijn op dit moment? We
lezen de boeken die al jaren naast ons bed liggen: “Hoe Proust je
leven kan veranderen” en dat soort titels. Zonder internet lezen we
altijd al veel, maar deze weken zijn we extra blij met onze stapel
e-boeken. Ik lees van alles over Mexico, geschiedenis, politiek,
narco-oorlog, indianen, wat ik maar kan vinden. Erg goed vond ik
“Nacht van de Schreeuw” van Marjon van Royen.
Een vriend stuurde ons het “Log of the Sea of Cortez” van Jonh Steinbeck en Ed Ricketts. De eerste is schrijver en de laatste bioloog, met een verslag van hun boottocht in 1941 voor het verzamelen van alles wat leeft op de grens van water en land. Er gaat een wereld voor me open aan kleine diertjes en het is erg leuk om te lezen door alle gesprekken en overpeinzingen die erin voorkomen. Ook de beschrijvingen van Baja California uit die tijd zijn interessant. Heel afgelegen woonden hier en daar vissers en indianen aan zandwegen. Alleen La Paz was al een plaatsje met enige charme en ze doen veel baaien aan waar wij ook komen, niets is leuker dan daarover te lezen.
Een vriend stuurde ons het “Log of the Sea of Cortez” van Jonh Steinbeck en Ed Ricketts. De eerste is schrijver en de laatste bioloog, met een verslag van hun boottocht in 1941 voor het verzamelen van alles wat leeft op de grens van water en land. Er gaat een wereld voor me open aan kleine diertjes en het is erg leuk om te lezen door alle gesprekken en overpeinzingen die erin voorkomen. Ook de beschrijvingen van Baja California uit die tijd zijn interessant. Heel afgelegen woonden hier en daar vissers en indianen aan zandwegen. Alleen La Paz was al een plaatsje met enige charme en ze doen veel baaien aan waar wij ook komen, niets is leuker dan daarover te lezen.
Nou
ja, misschien zijn foto's wel het leukste een filmpje van de
dansende reiger volgt zodra we weer in bewoond gebied zijn.
Bizarre rotsformaties en volle maan in Ensenada la Gallina, Espirito Santo
Bizarre rotsformaties en volle maan in Ensenada la Gallina, Espirito Santo
Espirito Santo, Caleta Partida. De Aloe plant gaat dood nadat hij gebloeid heeft. Hier de bloemknoppen en de zaaddozen van vorig jaar, ze groeie aan meters hoge stengels.
Isla San Jose met het Amortejada Lagoon met de reigers, ibis (denk ik) en pelikanen. Op de punt van het eiland is San Isidro, voorheen een zoutwinning. De gebouwtjes en machines worden aan de natuur overgelaten. In het noorden is een Cardon Cactus bos, met enorme cactus bomen. Op de stranden zijn her en der viskampen, waar de vissers ovenachten als ze te ver van hun afzetgebied vissen. Ze zijn nu verlaten.
De rotsformaties van Ballena Baai. De hermemiet krabben en ik hebben dezelfde smaak voor schelpen, bijna alle torentjes die ik oppak hebben al een bewoner, deze is heel fotogeniek.