We zwerven een beetje door de archipel. Het is een wirwar
van eilanden en eilandjes en daartussen liggen prachtige ankerplaatsen. Het
weer is afwisselend bewolkt/regenachtig en zonnig, dus als de zon schijnt
proberen we daar het meeste van te maken. We komen op Tapana eiland waar een
ouder Spaans stel een restaurant heeft en bespreken een paella diner met een
paar boten. Het gezelschap is geweldig, de tapas zijn verrukkelijk, de paella
lekker, maar het stel heeft zijn beste dagen gehad. Voor de vorm geven ze nog
een optreden,
Maria, Andreo, een verlopen hippie op plastic sandalen, een even
tandeloze makker en hun Tongaanse hulp. Vooral Maria kijkt alsof ze liever duizend mijl hier
vandaan zou zijn. We stellen ons voor dat ze ooit met veel enthousiasme zijn begonnen,
het zelfgebouwde open restaurant ziet er leuk uit, maar in de loop van de jaren
tellen de eenzaamheid en leeftijd op. Waarschijnlijk geen geld om nog elders
heen te gaan en wat dan blijft zijn de boten die jaarlijks de ankerplaats
aandoen. Het menu is pittig geprijsd, dus ik hoop dat ze daar weer een poosje
van verder kunnen.
de band van Tapana restaurant, Niels als gastdrummer rechts |
We duiken bij de koraaltuin van Vaka'eitu met een paar mensen, maar het valt tegen. Ik heb een dikker pak aangedaan maar te weinig lood meegenomen, dus ik kom niet eens beneden. Het koraal is veelal dood en de vissen zwemmen in de bovenste paar meter water, dus voor mij is er gelukkig nog genoeg te zien. Vanuit Port Maurelle gaan we nog een keer naar de Swallow Cave met alle visjes en het blijft een wonderlijk schouwspel.
Zwerven door Vava'a |
De 17e is er in Chili een heftige aardbeving,
maar van de tsunami in de loop van de volgende nacht bij Tonga merken we niets.
De golf verwachting is 30 cm tot een 1 meter, zeker drijvende verwaarloosbaar.
Wel maken we ons zorgen om de eilanden die dichterbij liggen. Op de Juan
Fernandez eilanden hebben we gezien dat een tsunami tot 22 meter hoogte alles
vernietigd en wat een traumatisch iets het is voor de bevolking als er doden
vallen. Ook op Niuatoputapu was een vergelijkbaar graf voor 9 mensen. De
Tuamotus steken maar een tot 2 meter boven water. Het ontbreekt ons aan
mogelijkheden om nieuws te lezen, dus we blijven in het ongewisse. De
alarmering is op veel plaatsen verbeterd, maar op Tonga horen we niets. Er
staan wel her en der vluchtroutes naar hogergelegen gebieden aangegeven voor
als er een tsunami de eilanden raakt.
De walvissen weten zonder alarmering dat er een aardbeving
geweest is en laten zich die donderdag niet zien in de wateren rondom Vava'u.
Ze zwemmen uit voorzorg naar dieper water. We gaan op vrijdag de 18e
op pad voor de walvissen en het is dus maar afwachten of we ze te zien krijgen.
Het is bewolkt, veel wind en er staan een swell van meer dan 2 meter. De Walvis
tourboten zijn aan allerlei regels gebonden om te voorkomen dat de walvissen
last krijgen van de belangstelling en wellicht andere wateren zoeken of een
kleinere kans hebben om hun jongen groot te brengen. Er zijn maximaal 8 gasten
in een bootje en er mogen er maar 4 tegelijk in het water met de gids en maar
twee boten in de buurt van een stel walvissen. De eerste uren varen we rond
zonder een spoor van een walvis. De kapitein heeft contact met collega's en we
gaan naar de westkant in een rustig plekje uit de wind: daar zijn een moeder
met kalf. We wachten rustig onze tijd af tot een andere boot klaar is, maar dan mogen wij erin.
Op naar de walvissen! |
De
eerste keer is het even aftasten, wat zien we en hoe gaat het. Moeder, zo'n 13
meter lang en vele tonnen zwaar, ligt op zo'n 15 á 20 meter op de bodem. Het
kalf, rond de vier meter lang, dik een ton zwaar en een maand oud, moet vaker
naar de oppervlakte om te ademen. Dat zijn de momenten dat er actie is voor
ons. Heel rustig laat het zich naar boven drijven, haalt drie keer adem en gaat
weer naar beneden. Wij zwemmen op zo'n 15 meter ervandaan en het is geweldig om
hem te zien bewegen, zo moeiteloos door het water. Hij draait op zijn rug en
laat zijn witte buik zien, draait een paar keer om zijn as, kijkt naar ons en
gaat weer naar moe.
Onze baby: 4 meter lang en dik 1.000 KG |
Als hij beneden is geeft hij moeder eerst een paar
knuffels, hij schuurt tegen haar kop en zij, dan gaat hij onder haar liggen.
Als het tijd wordt om weer naar boven te gaan geeft hij met zijn kop een paar
duwtjes onder moeders kop: “Kom mee, gaan we lekker naar boven” maar moeder
heeft nog geen zin, dus hij komt alleen. Na 20 minuten moet moeder ook adem
halen en komt heel langzaam naar boven, de gids zwemt met haar mee ter hoogte
van haar kop, wij zijn zo onder de indruk dat we vergeten ook maar iets te doen
en ze zwemt rustig een stukje verder om te ademen en weer naar beneden te gaan.
Dat moeder boven komt is het teken voor ons om weer naar de boot te gaan, dan
mag de volgende groep. We zwemmen 3 keer met de walvissen, of zwemmen zij met
ons? Ik denk het laatste! De tweede en derde keer zijn we meer ontspannen, maar als het kalf onze richting
op draait en op een meter of 2 en heel langzaam onder ons door zwemt, is het
indrukwekkend, een beetje spannend en geweldig tegelijk. Het is moeilijk in
woorden te vatten waarom dit zo heel anders is dan het snorkelen tussen de
haaien wat we eerder deden. Voor mij is het dat het een zoogdier is en
dichterbij mij staat dan een haai. De zachte vriendelijke uitstraling van de
dieren, ondanks hun enorme afmetingen. De manier waarop moeder en kalf met
elkaar omgaan. Het is een geweldige ervaring om zo dicht bij hen te zijn.
Die avond eten we samen met Paulien en René van de Bounty waarmee we op walvis tocht waren. Het is echt nagenieten, foto's kijken, praten en de video's die we hebben gemaakt gaan van hand tot hand. Wat een prachtige dieren. Dit is zeker een hoogtepunt van ons verblijf hier in Vava'u.
Voor wie het leuk vindt nog iets over de walvissen.
De Bultruggen (Megaptera Novaeangliac) komen hier ieder jaar
rond juni/juli na een reis van 6.000 km vanaf Antarctica. Daar eten ze zich in
de antarctische zomer vol met kril en kweken ze spek. In de tropische omgeving
paren ze en brengen ze het volgende jaar hun jongen ter wereld. Bultruggen
hebben een draagtijd van 11 maanden en de meeste kalven worden in
juli/september geboren. De moeders eten niet tijdens het verblijf hier en
vallen dan ook flink af. De kalven zijn 2 á 3 meter als ze geboren worden en 5
á 6 meter als ze weer met de groep mee zwemmen naar Antarctica eind oktober. Ze
wegen dan al enkele tonnen! Bultruggen krijgen eens in de twee á drie jaar een
kalf. De Bultruggen worden ook zingende walvissen genoemd omdat de mannetjes
onder water 'zingen' wat over honderden kilometers te horen is. Het heeft
waarschijnlijk een functie in de paringsrituelen, of het herkennen van rivalen.
Verder zijn ze de meest bewegelijke, spelende walvissen van allemaal.
De populatie wereldwijd wordt geschat op 35.000 dieren.