vrijdag 28 juli 2017

Kadavu 5 - 14 juli

Het is meestal even omschakelen na een gezellige week met mee zeilers, maar in Savusavu gaan we naadloos over in de volgende fase. De Nederlandse Let's Go met Rixta en Eddy is net aangekomen uit Tonga en 's avonds zitten we alweer gezellig te eten met verhalen van hun reis door Tonga. Ze vertellen over twee boten die in Fiji de afgelopen maanden op een rif gelopen zijn, waaronder een Oyster 56, de Rolls Royce onder de zeilboten. Het verhaal is dat ze niet genoeg ingezoomd hadden op de elektronische kaart om het rif te kunnen zien. Dat verhaal kennen we van de laatste Volvo Ocean Race. De boot kon niet gered worden, ik moet er echt niet aan denken! Een ander schip is vastgelopen voor Suva, we vragen ons allemaal af hoe dat nu toch kan als je zoveel kaartmateriaal tot je beschikking hebt?

De volgende morgen gaan we al vroeg op pad, we hebben een goede wind om naar het zuiden te zeilen en willen voor donker bij het eiland Makongai aankomen. Het is helemaal bezeild en we hebben er zoveel plezier in dat we besluiten nog een stuk door te varen. Overnachten bij Levuka op Ovalau? Nee, laten we maar in één keer naar de Kadavu eilanden zeilen, onze tijdelijke eindbestemming. We kunnen voor donker door het rif bij Makongai en dan met ochtendlicht door het rif om de Kadavu lagune in te varen. Ertussen is vrij water. Wel is het hoog aan de wind zeilen als we de Makongai pas voorbij zijn. Ik maak vast avondeten klaar voor we opsturen en Roel verwisselt één van de blokken van de genua. Als ik opgeruimd heb loop ik de keuken uit om even een blik op de kaart te werpen, ik schrik me rot. Ik zie nog net dat de dieptemeter terug springt van 120 meter naar 40 meter en vlak daarna naar 17 meter en zowel op de elektronische kaart als op Google Earth zitten we vlak op het rif! Ik gil naar buiten en Roel maakt snel een draai van 90 graden de andere kant op. Roel denkt eerst dat het nog wel meevalt, maar als hij op de kaart kijkt waar we gevaren hebben is ook hij geschrokken. Onze baan is de laatste paar 100 meter van een koers richting de pas afgebogen naar het rif om het eiland. We varen met de windvaan, was het een wind shift of een forse verandering in de stroming? In ieder geval was niet helemaal duidelijk wie er aan het navigeren was en met rustig weer, misschien juist met rustig weer, is de verleiding groot om iets anders te doen terwijl je vaart. De wind stond van het rif af, dus er was ook geen branding aan onze kant van het rif, iets waar we meestal een ondiepte aan herkennen. Een combinatie van omstandigheden en onduidelijkheden die we niet goed ingeschat hebben. We weten nu in ieder geval hoe het kan dat je “zomaar” op een rif kan lopen, al is dat laatste stapje ons gelukkig net bespaard gebleven. Het houdt me de hele nacht bezig, hoe dicht we waren bij een TARA op het rif en misschien ook het verlies van de boot. Een gewaarschuwd mens telt voor 2, dus bij ons voor 4, ieder rif waar we maar in de buurt komen heeft nu een verhoogde paraatheid met dubbele bezetting tot gevolg.

Vlak voor de Kadavu eilanden worden we voor het eerst in Fiji verwelkomd door een groep dolfijnen die komen spelen om de boot. De dag is al weer goed! De Kadavu lagune doet met erg denken aan het invaren van de Gambier eilanden op Frans Polynesie en ik ben gelijk helemaal blij om hier te varen. In de beschutting van het grote rif liggen verschillende eilanden, sommigen hoger en bebost, anderen laag met witte zandstranden. Het is een beetje een uithoek van Fiji en daarom erg rustig. We ankeren bij Nagara op het eiland Ono, eerst een nachtje lekker slapen. De volgende dag varen we nog een stukje verder, door een pas aan de zuidoost kant van de lagune en later weer naar binnen door de volgende pas om bij het dorpje Kadavu voor anker te gaan. Hier zit het Matava resort waar ze duiken met manta roggen. Onze kennismaking met het resort verloopt stroef en ook het gesprek over eventuele duiken loopt vast. “Wij zijn niet ingesteld op jachten” zegt de onvriendelijke hostess. Nee, dat was ons al duidelijk, maar dan hebben wij er ook geen zin in. We liggen nog een dag bij Kadavu tot dochter Anouk en haar vriend Ron aangekomen zijn. Het is heerlijk om hen hier te zien en aan boord te hebben. We snorkelen dat het een lieve lust is en dan vertrekken we naar een andere plek in de lagune waar ze het wel leuk vinden om iets met ons te doen.

We komen uit bij MAI Dive op Ono eiland, met een leuk team van lokale duikgids Dee. We ankeren om de hoek, maar dat is geen succes als de wind draait. Midden in de nacht varen we een paar mijl verder op de Google Earth kaarten naar het eilandje Vorulevu waar we wel beschut liggen. Zonder Google Earth zou het onmogelijk zijn, want op de digitale kaarten liggen we op het eiland.
Groot voordeel van deze ankerplaats is dat er 's morgens mantaroggen zijn, of met hoog water, maar dat is nu ook s'morgens. We blijven er drie nachten liggen. Ron is de meest fanatieke snorkelaar van ons alle vier en iedere morgen ligt hij voor dag en dauw in het water. Hij wordt beloond met het gezelschap van manta roggen, rifhaaien en allerlei andere rif bewoners. Ook wij genieten van het snorkelen met de manta's.

Het is zo bijzonder om daar te liggen met je boot en “gewoon”, zo lang je wilt en zij bereid zijn met ons te snorkelen, met ze op te zwemmen. De manta's zwemmen met open bek en die is reusachtig, tegen de stroom in langs de buitenkant van het ondiepe rif. Aan weerszijden van de bek hebben ze lange flappen die een beetje op pollepels lijken waarmee ze het plankton in de richting van hun mond wapperen. De elegantie waarmee ze zwemmen, draaien en soms ook weg sprinten als er iets is waarvan ze schrikken is echt prachtig om te zien.
Anouk en Ron maken een lange wandeling op Ono terwijl Roel en en ik een Sevusevu van Kava wortels als welkomscadeautje gaan brengen aan de chief op het eiland Bulia. Vurolevu eiland hoort onder deze chief en het is prettiger als we toestemming hebben om te ankeren en te snorkelen. Het is een korte ceremonie maar wordt zeer op prijs gesteld en we worden uitgenodigd om vrijdag terug te komen, dan organiseren ze een kinderkamp op het strandje waar we even geankerd hebben.

De volgende dag gaan we met Dee van MAI duiken in de Herald Passage. Het zijn de meest ontspannen duiken die ik ooit gemaakt heb. We zwemmen door prachtige kloven met aan beide zijden koraalwanden en talloze vissen. We zien een groene zeeschildpad die lekker blijft zitten voor de fotosessie en enkele haaien. Dee raakt een stuk koraal aan wat direct van donkergrijs in wit verandert. Prachtig. De veiligheid stop is boven het rif dus ook daar kunnen we minutenlang genieten van de kleine visjes die in en uit schieten. Het zijn de eerste echte duiken van Anouk en Ron na het behalen van hun duikcertificaat, wat een geluksvogels!

Nog één keer naar de manta's en dan brengen we Anouk en Ron naar de ferry voor hun rondreis door Fiji, maar waar is de ferry? Die blijkt al vertrokken naar de volgende stop in Kadavu want het schema is toch anders dan ze uitgezocht hadden. Dikke pech want de ferry komt maar 2 keer per week! We besluiten ze zelf naar Suva te varen, op de motor want er is geen wind. Zij zijn er erg blij mee en dat verzacht het overhaaste vertrek uit dit prachtige gebied.

Er zijn mooie foto's en filmbeelden van de roggen en vissen, maar afgelopen weken zijn te gezellig geweest om veel achter de pc te zitten. Zoon Jeroen is inmiddels aangekomen, Anouk en Ron wachten op hun vliegtuig terug naar Nederland, en Tara vertrekt voor de oversteek naar de Vanuatu eilanden. Er komt nog een laatste Fiji blog, en natuurlijk de foto's!





vrijdag 14 juli 2017

Taveuni & Viani Bay gastblog Tjerk en Jeanette 28 juni - 4 juli

Op woensdag 28 juli 2017 worden we na anderhalf uur over de onverharde “highway” afgezet bij Buca Bay (spreek uit: Budha Bay) op Vanua Levu, één van de meer dan 300 eilanden van Fiji. Fiji is veel groter dan wij (en ook Roel en Jacomine) dachten. De hoofdeilanden Vitu Levu en Vanua Levu liggen een uur vliegen van elkaar. Dus zijn we vanmorgen met een klein vliegtuigje van Nadi op Vitu Levu naar Savusavu op Vanua Levu gevlogen om Jacomine en Roel te ontmoeten.
 
Wij zijn Jeanette en Tjerk, studievrienden van Roel en Jacomine. Vorig jaar hebben we met ze afgesproken om ze een week op te zoeken in Fiji, als ze daar een aantal weken zouden verblijven op weg van Nieuw Zeeland naar Japan.
 
Dan komt Tara Buca Bay ingevaren en helpen we Roel en Jacomine met het aanpakken van een lijntje om aan te leggen. Een zotte mengeling van gevoelens. Gek elkaar ineens aan de andere kant van de wereld in Buca Bay te zien en toch neemt ons contact ook meteen weer zijn vertrouwde vorm aan.
 
We besluiten meteen weer te vertrekken en varen naar Viani Bay. Wij zijn zelf ook zeilers en beschouwen Jacomine en Roel als absolute profs en zijn dus heel nieuwsgierig hoe zij alles aanpakken om met z’n tweeën op de boot te leven en veilig te varen. Eén van de onderwerpen op ons lijstje: vissen. Dus er gaat meteen een lijn overboord met een heerlijke roze/zilveren plastic inktvis. Na tien minuten is het al raak, maar het is kennelijk zo’n grote vis dat het hele aas met alles eraan wordt afgehapt. Jammer natuurlijk, maar een lesje vis schoonmaken op een zeemonster is misschien ook niet helemaal ideaal.
 
In Viani Bay gaan we voor anker en maakt Jacomine een heerlijke lunch. We zijn echt onder de indruk van de hoeveelheid verschillende ingrediënten die ze aan boord hebben om van alles klaar te maken. En Jacomine tovert zo steeds weer iets verrassends uit de kombuis: vers brood, bananenbrood en andere cakes komen uit de oven en ’s avonds komt er steeds weer iets verrassends uit de kombuis. Ook wij laten ons niet onbetuigd en met wat aanwijzingen maken wij ook een paar keer het eten klaar. Leuk om te doen en hun voorraadkast doet niet onder voor heel wat huishoudens op de wal.
 
s Middags gaan we met de dinghy op pad om de baai verder te verkennen. We maken meteen kennis met die hele varende familie van de “yachties”: al die luitjes (inderdaad meestal stellen in hun 60-er jaren) die op de één of ander manier met hun boot over de wereld zwerven en elkaar steeds weer op allerlei plekken tegenkomen. We gaan dus even langs bij een grote catamaran en horen direct waar het goed snorkelen is. Ook horen we waar je uit moet kijken. De vrouw van het stel was een paar dagen eerder goed weggekomen toen ze was gaan zwemmen op een plek waar door de dorpelingen nogal wat afval in het water wordt gegooid. Dat is inmiddels een favoriete plek voor de tijgerhaaien om even tussendoor te komen snacken. Ze wist dat niet en had ook het geroep van de dorpelingen niet gehoord om haar te waarschuwen dat tijdens haar zwemmetje een grote vin achter haar aan was gekomen. Ze vertelde er ook bij dat op die plek een man was aangevallen en een been was afgehapt waarna hij was verdronken. We kregen er bij te horen dat de tijgerhaaien zich niet op de riffen vertonen. Goed nieuws want daar zouden wij gaan snorkelen (bij het snorkelen keken we af en toe toch wel even om…).
Aan de baai ontmoeten we Marina Walser, een Duitse die hier met haar partner een duikshop is begonnen (Dive Academy Fiji). Ze zijn van plan er zelfs een mini resort van te maken. We spreken met haar af dat we de volgende dag met haar op het Rainbow Reef  gaan snorkelen. We maken verder een mooie wandeling langs de kust van de baai en ontmoeten Jack. Jack’s familie woont al generaties rond Viani Bay en Jack kent de baai en omgeving als geen ander.
 
De volgende dagen gaan we op pad met Marina en later Jack. Het Rainbow Reef ligt een kilometer uit de kust en is hierdoor één van de best geconserveerde riffen in Fiji. Op plekken waar de riffen meteen voor de kust liggen en de mensen er direct heen kunnen lopen zie je vaak dat het enorm is aangetast. Vroeger (jaren ’70) was het aantal inwoners in landen als Fiji zo klein en de hoeveelheid vis zo overvloedig dat de regel bij het koken was dat je een vis ging halen als de cassave kookte. Dan was alles tegelijk klaar om op te dienen. Je liep gewoon het rif op met je speer en haalde de vis van je keuze op. Door deze overvloed is er geen traditie van het beschermen van de voedselvoorziening. Met het toenemen van de bevolking, het toerisme en de start van export naar landen als China en Japan is hierdoor in relatief korte tijd ongelofelijke schade aan de riffen toegebracht. Er wordt hard aan gewerkt om de riffen weer te laten groeien en op een duurzame manier te gaan vissen. In Fiji heeft dit zeker resultaat, maar het is een proces dat jaren duurt.

We doen schitterende snorkels en zien ook het Cabage Reef: een rif dat bestaat uit hard groen koraal dat heel veel lijkt op grote koolbladeren. Fascinerend en ook heel zeldzaam.
 
Dan is het tijd om onze basis te verleggen. We zeilen/motoren van Viani Bay naar Paradise Bay, inmiddels bekend bij Roel en Jacomine. Bij de navigatie tussen alle riffen door maken we gebruik van stukken Google Earth die alle yachties downloaden en aan elkaar doorgeven. Dat werkt echt schitterend. Iedereen heeft tegenwoordig wel een chartplotter aan boord die net als met de GPS in de auto aangeeft waar je zit. Maar de kaarten in die plotters zijn niet heel erg accuraat. Vandaar dat naast de reguliere plotter een laptop staat met een GPS aangekoppeld die precies aangeeft waar je zit op Google Earth. En daar staan de riffen heel precies op.
 
Ook in Paradise Bay zien Jacomine en Roel weer een aantal boten die ze kennen van eerdere ankerplaatsen. Dus er wordt druk uitgewisseld waar iedereen geweest is en waar iedereen naartoe gaat. We vinden het heel interessant om deze gemeenschap zo in actie te zien. Er wordt ook wekelijks met een groepje via de SSB radio bijgekletst. Dat kun je over hele lange afstanden doen.
 
Eén van de auto’s van het resort neemt ons mee voor een toer over het eiland naar de Tavoro watervallen. Taveuni is begroeid met een regenwoud, dus we zien de meest indrukwekkende varens en bomengroei. Er zijn drie watervallen boven elkaar in het regenwoud en de wandeling naar alledrie is een mooie work-out na het op de boot zitten de laatste dagen. Als we terugkeren gaan we zwemmen in het koele water onder de onderste waterval.
 
Op zondag gaan we naar een lokale kerkdienst van de Pentacost Church (Pinkstergemeente) die wordt gehouden onder een uit golfplaten opgetrokken tijdelijk afdak. De kerk is door de orkaan Winston volledig verwoest en wordt momenteel veel hoger op het land weer herbouwd om minder kwetsbaar te zijn voor vloedgolven. De dienst was een warm samenzijn van de lokale gemeenschap en werd opgeluisterd door heerlijke swingende muziek en zang.
 
Maandag 3 juli was een zeildag. Er was een warmtefront passage, dus het was wat grijs en af en toe wat regenachtig, maar we hebben de 45,5 Nm van Paradise Bay naar Savusavu op Vanua Levu op ons gemakje ruim onder zeil tussen zonsopkomst en zonsondergang kunnen doen. Saar, de windvaanstuurinrichting deed haar werk zonder morren en zonder er iets voor terug te vragen. Wij waren wel benieuwd naar het zeilen met Tara. Zou ze wel vooruit komen met alle huisraad en een halve boot aan reserve onderdelen aan boord? Dat was geen enkel probleem! Ze is natuurlijk geen racer, maar beweegt zich snel genoeg en heel comfortabel en rustig. En samen met Saar heb je er eigenlijk weinig omkijken naar onderweg en is er alle tijd voor kletsen, eten maken, lunchen en vissen. Dit keer kwamen we een stapje verder. We hebben een mooie Mahi Mahi aan de lijn gehad die wild boven het water uitsprong. Gelukkig voor hem/haar liet de haak los en was het de vrijheid in plaats van de koekenpan. Dus onze visles kon ook deze keer niet afgemaakt worden…
 
Wat hebben we een fantastische week aan boord van Tara gehad! We hebben een inkijkje gekregen in hoe Jacomine en Roel hun leven aan boord hebben ingericht, hoe ze samen de boot varen en onderhouden, hun plannen maken en leven in die gemeenschap van yachties. Eén ding is duidelijk: ze genieten er ontzettend van! Maar dat was de lezers van dit blog allang duidelijk. Wij beschouwen het als een schitterend cadeau dat we dit een week van zo dichtbij met ze hebben mogen meebeleven. 

Jeanette en Tjerk

foto's: zeilen, koken, Koningsvaren bij Tavoro watervallen, de mensen geven de omvang aan, snorkel foto's Rainbow reef, de tijdelijke Pentacost kerk in afwachting van financiën voor de herbouw, bloemetje in de winter ;-)








dinsdag 4 juli 2017

Lomaiviti Eilanden - 19 -27 juni

Op weg naar Vanu Levu varen we in dagtochten door de Lomaiviti eilanden, geografisch gezien het hart van Fiji. Steeds varen we van rif naar rif met  kleine en gevaarlijke doorgangen en we hebben gehoord van riffen die niet op de kaarten staan, dus 's nachts varen we zo min mogelijk.
De eerste dag kruisen we tegen de wind in naar het eiland Ovalau. Ondanks dat we rond 7 uur 's morgens vertrekken uit Suva, zijn we toch pas 12 uur later in het donker bij Ovalau. Gelukkig zit er een fabriek waar tonijnen ingeblikt worden, dus de aanloop lichten door het rif zijn na cycloon Winston hersteld. Zonder problemen laten we het anker zakken voor het stadje Levuka. Waar de herrie uit het stadje vandaan komt weten we nog niet, maar we zijn in ieder geval veilig binnen.

Levuka was de eerste hoofdstad van Fiji en de hoofdstraat langs de kade muur is sinds een paar jaar een beschermde Unesco erfenis. Het doet ons een beetje denken aan een stadje uit het wilde westen, met antiek ogende gebouwen en ….&sons op de gevels.
De gebouwen zien er overigens goed uit. Eenmaal aan de wal ontdekken we midden in het stadje en tegenover onze boot de dieselmotoren waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Iedereen heeft last van het constante geluid, maar plannen om de centrale te verplaatsen lijken niet hoog op de agenda te staan. Ovalau en de andere eilanden in de Lomaiviti groep hebben het zwaar te verduren gehad tijdens Winston in februari 2016, het oog van de storm trok dwars over de groep. De storm bereikte windsnelheden van 300 km per uur! Daken vliegen door de lucht, huizen laaien omver, palmbomen raken hun kruinen met noten kwijt, alles wat los kan waait weg. Alsof dat nog niet erg genoeg is, kwam er in Levuka een vloedgolf achteraan die delen van de kademuur heeft weggeslagen. Een moddergolf spoelde door de panden van de hoofdstraat langs de waterkant, een schip van dik 100 meter lengte werd op de kade gezet en veel panden werden zwaar beschadigd. Het herstel kost tijd, de Unesco erfenis is kennelijk belangrijk want daar zijn de panden – in ieder geval aan de voorkant - weer opgeknapt.
Het is een grappig stadje, heel anders dan Suva of Nadi.
Echt een stadje met een buurt-functie, maar met de sfeer van een dorp. Het vervoer gebeurt met vrachtwagens met langs de kant bankjes en de rest staanplaatsen. Ze fungeren als schoolbus, openbaar vervoer en transport van alles wat je maar nodig hebt als je in een van de kleine dorpjes woont. Gemoedelijk, misschien is dat wel de goede omschrijving.

Ze hebben een piepkleine bibliotheek, annex museum, annex toerist informatie. De bibliothecaresse doet ook aan naschoolse opvang. Kinderen die op de bus wachten om naar huis te gaan, kunnen bij haar terecht. Ze probeert ze te interesseren voor lezen en ze maken allerlei tekeningen van het project van die week. Het ziet er leuk uit. Helaas is de peuterspeelzaal die erbij hoorde door de vloedgolf verdwenen en er heeft zich nog geen geld aangediend om die te herbouwen.

We gaan een dag met gids Epi op stap naar het dorpje Lovoni, het enige dorp wat niet aan de kust ligt, maar in het hart van de oude vulkaankrater.
Zij vinden zichzelf dan ook bos mensen en de kust bewoners zee mensen. De bewoners waren van oudsher goede krijgers en zijn met een list overwonnen door de toenmalige koning. Hij heeft de bewoners vervolgens als slaven op de andere eilanden verkocht. Dit speelde rond 1850, maar leeft nog steeds in de verhalen van het dorp. Toen in 1874 Fiji werd 'verkocht' aan de Engelse Koningin Victoria op voorwaarde dat Engeland de schulden afloste, veranderde pas het lot van de Lovoni dorpsbewoners en mochten ze naar huis. Ook Lovoni heeft zware schade van Winston, uitzonderlijk want bij vorige cyclonen lag het dorp altijd goed beschut in de krater. Er wordt nog overal gebouwd en sommigen leven nog steeds in de noodtenten van Unicef, Rotary of China Aid. De huizen zijn simpel, houten geraamtes met golfplaten als dak. Stromend water, keuken of toilet is niet aanwezig in het huis, maar wel ergens buiten. Epi was ooit de eerste eco tourgids van Fiji en teert nog steeds op zijn roem. Hij voelt zich alleen niet lekker, dus de wandeling over de krater rand gaat niet door. We lopen een rondje om het dorp en hij vertelt vol passie over de planten, bomen en hun geneeskrachtige of andere toepassingen.
Sommige verhalen zijn een beetje wonderlijk in onze ogen, maar voor Epi zijn ze dagelijkse waarheden. We zien dat er overal eten groeit, op landjes, langs de kant van de weg, gewoon aan de bomen of in het struikgewas. Veel knolgewassen zijn in 6 maanden te oogsten, en gebrek door honger lijdt niemand, ook niet na de cycloon. Dat ze smakelijk kunnen koken ervaren we tijdens de lunch die nicht Lena klaargemaakt heeft op haar houtgestookte buiten fornuis. Allerlei bladgroente, kokosmelk en tonijn (uit blik) en heerlijke gefrituurde aubergine chips. Tijdens het eten vertelt Epi de geschiedenis van zijn dorp en zichzelf. Een duik in de heldere rivier om af te koelen maakt de dag compleet.

Na Ovalau varen we naar het mini-eilandje Makongai op de rand van het rif.

Hier was een kwekerij van de zeer bedreigde doopvont schelpen (giant clams), maar ook deze is verzwolgen door Winston. Het centrum waar de schildpad-eieren en jonkies beschermd en uitgezet worden in de zomer is nog bruikbaar maar de pier is verwoest. Er woont nog één gezin, de rest van het kleine dorp is verlaten en oogt deprimerend. De weg naar het hoofddorp aan de andere kant is volgegroeid omdat er niemand is om hem bij te houden. De vader brengt de 3 kinderen nu iedere dag maar met de boot naar school. Ik probeer me in te denken hoe dat is als je drie uur lang doodsangsten uitstaat en daarna alles wat je opbouwd hebt in puin aantreft, zelfs dat is al lastig. Dat het herstel vervolgens zó langzaam gaat, moet heel veel vragen van het incasseringsvermogen van de mensen.


Het volgende eiland is Koro, waar we zeer hartelijk ontvangen worden door de dorpsbewoners. We lopen met tientallen jonge kinderen achter ons aan naar de Chief om voorgesteld te worden en onze sevusevu aan te bieden. Er is wat concurrentie bij wie we thee gaan drinken, maar uiteindelijk zitten we bij het gezin van Tevita Bolabola op de mat. We krijgen een soort oliebolletje erbij en een papaja om mee terug te nemen naar de boot. Tevita vertelt Roel over hun ervaringen tijdens Winston en hoe lastig het is om materiaal te krijgen om te herbouwen. Ik praat met de schoondochter en haar zus over het leven in het dorp na Winston. Huis na huis wordt weer opgebouwd of gerepareerd met gezamenlijke inspanning van de bewoners. Elektriciteit is er nog steeds niet (!) en de rugby wedstrijd Fiji – Schotland (Fiji is Olympisch kampioen en wint) heeft het dorp die middag gekeken op de enige televisie op zonnepanelen. Toch is de sfeer in het dorp goed, samen delen helpt denken we. Als we weggaan vraagt kleindochter Lisa op we de volgende keer misschien wat chocolade voor haar mee kunnen nemen. Het ligt nu in de koelkast, dus ik hoop dat we er nog terug komen.

Onder de indruk zeilen we de dag erna naar Paradise Bay op Taveuni, garden island en het is inderdaad prachtig groen.
We liggen aan een mooring bij het Paradise Bay Resort, een heerlijke plek. Met veel inspanning heeft het resort drie maanden na de storm haar deuren weer geopend, alles moest opnieuw opgebouwd worden. Drie van de vier boten voor de duikers waren verwoest, de laatste zwaar beschadigd maar nog te redden. Het is een fijne plek met een ontzettend aardig team van lokale mensen. Ik heb geluk want er staat een duik naar de White wall op het programma. Het is een steile muur aan de buitenkant van het Regenboog rif waar een aantal dagen per maand, als de stroming goed is, talloze witte zachte koralen hun bloemen openen en zich voeden. Het is een indrukwekkende duik, veel te kort om het helemaal in me op te nemen. Gelukkig duiken we daarna nog op een ander deel van het Regenboog rif en het doet zijn naam eer aan: zachte en harde koralen in de meest uiteenlopende vormen en in alle kleuren van de regenboog.

Het is weer tijd om boodschappen te doen en we gaan met de lokale bus naar Nagara (soms ook Somosomo genoemd), het dichtstbijzijnde dorp. Het is ruim een uur rijden over onverharde wegen, maar gelukkig is de bus is geheel airconditioned, er zitten namelijk geen ramen in. Op de terugweg is de bus schoolbus. Het is ons op de heenweg al opgevallen dat er in de bus een bordje hangt “passagiers 60 – studenten 84”, maar wij denken dat er wel 125 kinderen in zitten, het is net een goedaardig kippenhok.
Als halverwege de eerste lading kinderen afgeleverd is, draait de bus om en gaan we weer terug naar het dorp om de volgende lading op te halen. Dit keer gaat de bus gelukkig wel helemaal tot Paradise Bay. Het is altijd grappig om te zien hoe de kinderen op ons reageren. Sommigen schrikken en gaan ergens anders zitten, anderen zijn nieuwsgierig maar verlegen en er zijn er altijd wel een paar die van alles te vragen hebben. De busrit terug duurt alles bij elkaar ruim 2 uur, dus ze hebben alle tijd om ons uit te horen. Wij zijn helemaal grijs van het stof en de boodschappen zijn aardig beurs en door elkaar geschud als we weer op de boot komen, maar we kunnen er weer even tegen.
Foto's: School in Levuka en interieur Restaurant Whale's Tale in Levuka
Lovoni, o.a. de begraafheuvel van de Lovoni Chiefs
Taveuni de witte wolk hangt er bijna dagelijks, plaatselijke ijsvogel, huis in Nagara