dinsdag 4 juli 2017

Lomaiviti Eilanden - 19 -27 juni

Op weg naar Vanu Levu varen we in dagtochten door de Lomaiviti eilanden, geografisch gezien het hart van Fiji. Steeds varen we van rif naar rif met  kleine en gevaarlijke doorgangen en we hebben gehoord van riffen die niet op de kaarten staan, dus 's nachts varen we zo min mogelijk.
De eerste dag kruisen we tegen de wind in naar het eiland Ovalau. Ondanks dat we rond 7 uur 's morgens vertrekken uit Suva, zijn we toch pas 12 uur later in het donker bij Ovalau. Gelukkig zit er een fabriek waar tonijnen ingeblikt worden, dus de aanloop lichten door het rif zijn na cycloon Winston hersteld. Zonder problemen laten we het anker zakken voor het stadje Levuka. Waar de herrie uit het stadje vandaan komt weten we nog niet, maar we zijn in ieder geval veilig binnen.

Levuka was de eerste hoofdstad van Fiji en de hoofdstraat langs de kade muur is sinds een paar jaar een beschermde Unesco erfenis. Het doet ons een beetje denken aan een stadje uit het wilde westen, met antiek ogende gebouwen en ….&sons op de gevels.
De gebouwen zien er overigens goed uit. Eenmaal aan de wal ontdekken we midden in het stadje en tegenover onze boot de dieselmotoren waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Iedereen heeft last van het constante geluid, maar plannen om de centrale te verplaatsen lijken niet hoog op de agenda te staan. Ovalau en de andere eilanden in de Lomaiviti groep hebben het zwaar te verduren gehad tijdens Winston in februari 2016, het oog van de storm trok dwars over de groep. De storm bereikte windsnelheden van 300 km per uur! Daken vliegen door de lucht, huizen laaien omver, palmbomen raken hun kruinen met noten kwijt, alles wat los kan waait weg. Alsof dat nog niet erg genoeg is, kwam er in Levuka een vloedgolf achteraan die delen van de kademuur heeft weggeslagen. Een moddergolf spoelde door de panden van de hoofdstraat langs de waterkant, een schip van dik 100 meter lengte werd op de kade gezet en veel panden werden zwaar beschadigd. Het herstel kost tijd, de Unesco erfenis is kennelijk belangrijk want daar zijn de panden – in ieder geval aan de voorkant - weer opgeknapt.
Het is een grappig stadje, heel anders dan Suva of Nadi.
Echt een stadje met een buurt-functie, maar met de sfeer van een dorp. Het vervoer gebeurt met vrachtwagens met langs de kant bankjes en de rest staanplaatsen. Ze fungeren als schoolbus, openbaar vervoer en transport van alles wat je maar nodig hebt als je in een van de kleine dorpjes woont. Gemoedelijk, misschien is dat wel de goede omschrijving.

Ze hebben een piepkleine bibliotheek, annex museum, annex toerist informatie. De bibliothecaresse doet ook aan naschoolse opvang. Kinderen die op de bus wachten om naar huis te gaan, kunnen bij haar terecht. Ze probeert ze te interesseren voor lezen en ze maken allerlei tekeningen van het project van die week. Het ziet er leuk uit. Helaas is de peuterspeelzaal die erbij hoorde door de vloedgolf verdwenen en er heeft zich nog geen geld aangediend om die te herbouwen.

We gaan een dag met gids Epi op stap naar het dorpje Lovoni, het enige dorp wat niet aan de kust ligt, maar in het hart van de oude vulkaankrater.
Zij vinden zichzelf dan ook bos mensen en de kust bewoners zee mensen. De bewoners waren van oudsher goede krijgers en zijn met een list overwonnen door de toenmalige koning. Hij heeft de bewoners vervolgens als slaven op de andere eilanden verkocht. Dit speelde rond 1850, maar leeft nog steeds in de verhalen van het dorp. Toen in 1874 Fiji werd 'verkocht' aan de Engelse Koningin Victoria op voorwaarde dat Engeland de schulden afloste, veranderde pas het lot van de Lovoni dorpsbewoners en mochten ze naar huis. Ook Lovoni heeft zware schade van Winston, uitzonderlijk want bij vorige cyclonen lag het dorp altijd goed beschut in de krater. Er wordt nog overal gebouwd en sommigen leven nog steeds in de noodtenten van Unicef, Rotary of China Aid. De huizen zijn simpel, houten geraamtes met golfplaten als dak. Stromend water, keuken of toilet is niet aanwezig in het huis, maar wel ergens buiten. Epi was ooit de eerste eco tourgids van Fiji en teert nog steeds op zijn roem. Hij voelt zich alleen niet lekker, dus de wandeling over de krater rand gaat niet door. We lopen een rondje om het dorp en hij vertelt vol passie over de planten, bomen en hun geneeskrachtige of andere toepassingen.
Sommige verhalen zijn een beetje wonderlijk in onze ogen, maar voor Epi zijn ze dagelijkse waarheden. We zien dat er overal eten groeit, op landjes, langs de kant van de weg, gewoon aan de bomen of in het struikgewas. Veel knolgewassen zijn in 6 maanden te oogsten, en gebrek door honger lijdt niemand, ook niet na de cycloon. Dat ze smakelijk kunnen koken ervaren we tijdens de lunch die nicht Lena klaargemaakt heeft op haar houtgestookte buiten fornuis. Allerlei bladgroente, kokosmelk en tonijn (uit blik) en heerlijke gefrituurde aubergine chips. Tijdens het eten vertelt Epi de geschiedenis van zijn dorp en zichzelf. Een duik in de heldere rivier om af te koelen maakt de dag compleet.

Na Ovalau varen we naar het mini-eilandje Makongai op de rand van het rif.

Hier was een kwekerij van de zeer bedreigde doopvont schelpen (giant clams), maar ook deze is verzwolgen door Winston. Het centrum waar de schildpad-eieren en jonkies beschermd en uitgezet worden in de zomer is nog bruikbaar maar de pier is verwoest. Er woont nog één gezin, de rest van het kleine dorp is verlaten en oogt deprimerend. De weg naar het hoofddorp aan de andere kant is volgegroeid omdat er niemand is om hem bij te houden. De vader brengt de 3 kinderen nu iedere dag maar met de boot naar school. Ik probeer me in te denken hoe dat is als je drie uur lang doodsangsten uitstaat en daarna alles wat je opbouwd hebt in puin aantreft, zelfs dat is al lastig. Dat het herstel vervolgens zó langzaam gaat, moet heel veel vragen van het incasseringsvermogen van de mensen.


Het volgende eiland is Koro, waar we zeer hartelijk ontvangen worden door de dorpsbewoners. We lopen met tientallen jonge kinderen achter ons aan naar de Chief om voorgesteld te worden en onze sevusevu aan te bieden. Er is wat concurrentie bij wie we thee gaan drinken, maar uiteindelijk zitten we bij het gezin van Tevita Bolabola op de mat. We krijgen een soort oliebolletje erbij en een papaja om mee terug te nemen naar de boot. Tevita vertelt Roel over hun ervaringen tijdens Winston en hoe lastig het is om materiaal te krijgen om te herbouwen. Ik praat met de schoondochter en haar zus over het leven in het dorp na Winston. Huis na huis wordt weer opgebouwd of gerepareerd met gezamenlijke inspanning van de bewoners. Elektriciteit is er nog steeds niet (!) en de rugby wedstrijd Fiji – Schotland (Fiji is Olympisch kampioen en wint) heeft het dorp die middag gekeken op de enige televisie op zonnepanelen. Toch is de sfeer in het dorp goed, samen delen helpt denken we. Als we weggaan vraagt kleindochter Lisa op we de volgende keer misschien wat chocolade voor haar mee kunnen nemen. Het ligt nu in de koelkast, dus ik hoop dat we er nog terug komen.

Onder de indruk zeilen we de dag erna naar Paradise Bay op Taveuni, garden island en het is inderdaad prachtig groen.
We liggen aan een mooring bij het Paradise Bay Resort, een heerlijke plek. Met veel inspanning heeft het resort drie maanden na de storm haar deuren weer geopend, alles moest opnieuw opgebouwd worden. Drie van de vier boten voor de duikers waren verwoest, de laatste zwaar beschadigd maar nog te redden. Het is een fijne plek met een ontzettend aardig team van lokale mensen. Ik heb geluk want er staat een duik naar de White wall op het programma. Het is een steile muur aan de buitenkant van het Regenboog rif waar een aantal dagen per maand, als de stroming goed is, talloze witte zachte koralen hun bloemen openen en zich voeden. Het is een indrukwekkende duik, veel te kort om het helemaal in me op te nemen. Gelukkig duiken we daarna nog op een ander deel van het Regenboog rif en het doet zijn naam eer aan: zachte en harde koralen in de meest uiteenlopende vormen en in alle kleuren van de regenboog.

Het is weer tijd om boodschappen te doen en we gaan met de lokale bus naar Nagara (soms ook Somosomo genoemd), het dichtstbijzijnde dorp. Het is ruim een uur rijden over onverharde wegen, maar gelukkig is de bus is geheel airconditioned, er zitten namelijk geen ramen in. Op de terugweg is de bus schoolbus. Het is ons op de heenweg al opgevallen dat er in de bus een bordje hangt “passagiers 60 – studenten 84”, maar wij denken dat er wel 125 kinderen in zitten, het is net een goedaardig kippenhok.
Als halverwege de eerste lading kinderen afgeleverd is, draait de bus om en gaan we weer terug naar het dorp om de volgende lading op te halen. Dit keer gaat de bus gelukkig wel helemaal tot Paradise Bay. Het is altijd grappig om te zien hoe de kinderen op ons reageren. Sommigen schrikken en gaan ergens anders zitten, anderen zijn nieuwsgierig maar verlegen en er zijn er altijd wel een paar die van alles te vragen hebben. De busrit terug duurt alles bij elkaar ruim 2 uur, dus ze hebben alle tijd om ons uit te horen. Wij zijn helemaal grijs van het stof en de boodschappen zijn aardig beurs en door elkaar geschud als we weer op de boot komen, maar we kunnen er weer even tegen.
Foto's: School in Levuka en interieur Restaurant Whale's Tale in Levuka
Lovoni, o.a. de begraafheuvel van de Lovoni Chiefs
Taveuni de witte wolk hangt er bijna dagelijks, plaatselijke ijsvogel, huis in Nagara









1 opmerking:

  1. jee ...wat een mooie duikervaringen heb je daar weer gehad! En dan die busreis met die kinderen! Erg leuk om te lezen allemaal. Roel, naast de mooi gedekte 'tafel' op de grond, is helemaal herkenbaar voor ons. Via medewerkers van de duikschool werden wij destijds uitgenodigd om te dineren bij een familie in het dorp naast het duikresort( konden ze een centje bijverdienen)waar wij verbleven. Het moest stiekem, want ooit waren gasten wel eens ziek geworden waarop de eigenaar van het resort, de dorpsbewoners had verboden maaltijden aan zijn gasten aan te bieden! Enfin, wij hadden een unieke ervaring: het aangebodene was super vers en heerlijk; de familie zelf at niet mee, maar keek toe, vanaf hun bed, hoe wij, Ruud en ik en nog twee toeristen heerlijk 'illegaal' zaten te smullen. Daarna zachtjes sluipend weer terug naar ons luxe hutje in het duikresort en helemaal niet ziek geworden!
    heel fijne tijd verder daar! Lfs LIA

    BeantwoordenVerwijderen