maandag 30 april 2018

Zeilen in het park Seto Naikai - april


“In de Seto Naikai is het net alsof je in een park zeilt”, vertelde Sue van Dione een paar weken geleden. Wat stel je je voor als je in een park zeilt? Ik had er geen goed beeld van. Nu we een poosje in de binnenzee tussen de hoofdeilanden van Japan rondvaren snap ik het. De Seto Naikai is bezaaid met eilandjes. Meestal bergachtig en op iedere eiland zijn haventjes waar je kunt aanleggen. Op de eilanden is de tijd stil blijven staan, ze zijn groen en vriendelijk. De dorpjes zijn klein, met een enkel winkeltje, een strand, een tempel of een shrine in het bos. De huizen zijn klein, lang niet allemaal meer bewoond en waar wel mensen wonen is er een weelderige moestuin. Wegen zijn er weinig, auto's bijna niet. Tussen de eilanden zijn prachtige bruggen naar het vaste land of andere eilanden. De binnenzee is beschut, met als gevolg ook weinig wind en veel motorvaren. Een paar uur is al genoeg om naar het volgende eiland te 'wandelen'.

Op Shodoshima komen we de zeilers weer tegen van het etentje in Tokushima en ze nemen ons mee op een rondje sightseeing. De volgende dag nog een auto dag met z'n tweeën. Het eiland is bekend om zijn Yamaroku Sojasaus en de 150 jaar oude vaten staan nog in de museum-fabriek. Wat een zwaar werk toen alles nog met de hand gedaan werd! We raken steeds de draad kwijt tussen alle soja-sauzen, voor ieder gerecht hebben ze in Japan wel een ander flesje. Hier verkopen ze zelfs Soja Cola, het smaakt niet eens slecht volgens Roel. We wandelen in een mooie kloof en kijken overal rond. De rijstvelden zijn bijna klaar om ingeplant te worden, prachtige shrines, een thermale onsen en hier en daar mooie oude en nieuwe beelden. Een voorproefje van de eilanden Teshima en Naoshima.

Sommige eilanden hebben namelijk een nieuwe invulling gevonden nu de visserij en de landbouw minder worden en de jonge mensen vertrekken naar de stad. Op Naoshima is het Benesse museum voor moderne kunst gevestigd en met succes. Het doel is natuur, architectuur en kunst te integreren. Zo is het prachtige gebouw van architect Tadao Ando grotendeels in een heuvel verzonken, de ruimtes hebben allemaal natuurlijk licht en de kunstwerken zijn speciaal gemaakt voor het gebouw en de omgeving. Een schilderij van een strand met een bootje en als je je omdraait ligt datzelfde bootje op het strand aan de waterlijn. Een kunstwerk met honderden vlaggen gemaakt van gekleurde zandkorrels in perspex doosjes waar mieren in wonen die de vlaggen onderling verbinden.
Je kunt er slapen, eten, aan alles is gedacht. Het concept is zo succesvol dat het museum nu drie vestigingen heeft, waarvan in één meerdere Monets tentoongesteld zijn, een unicum voor Japan. Ook in de buitenruimte zijn overal beelden. In het dorpje Honmoura hebben ze in oude leegstaande huizen moderne kunstwerken laten maken. Zowel de huizen als de kunst zijn interessant. Het naburige eiland Teshima heeft het goede voorbeeld gevolgd en ook daar mooie, bijzondere ruimtes en combinaties van oud en nieuw. Er volgen nog meer eilanden zodat toeristen een tour kunnen doen met moderne kunst en prachtige, oude eilanden. Is het aantrekkelijk? Zeker, de vele bezoekers, zowel buitenlands als Japans, genieten zichtbaar. Op Teshima is een installatie die Les Archives des Coeurs heet. Christian Boltanski, een Franse kunstenaar, heeft allemaal hartgeluiden opgenomen, die hoor je in een donkere ruimte en met iedere hartslag gaat een gloeilamp even aan. Het is eerst nogal apart, maar na een paar verschillende hartslagen raak ik helemaal in de ban, nooit geweten dat er zoveel verschil is tussen de ene mens en de andere en toch is het ritme steeds herkenbaar. Het is letterlijk of ik al die hartslagen voel in mijn lijf, een gevoel van verbondenheid. Op het scherm buiten de ruimte kan je lezen van wie de hartslag is die je op dat moment hoort, echt bizar, van over de hele wereld zitten er hartslagen in dit “harten archief”. Weer buiten sta ik op een mooi strand met bomen en rotsen op de achtergrond, heel bijzonder.

Ik moet wel een beetje glimlachten om de suppoosten, allemaal jongen mensen die super ernstig hun werk doen in strakke witte pakjes, ze lijken een beetje op “dienaren van de kunst” zoals ze 'hun' kunstwerken beschermen. Voor één kunstwerk moeten we buiten het “gebouw” onze schoenen al uit doen en op kousenvoeten lopen we door de ruimte van een soort platgevallen leeg ei met 2 grote gaten in het dak. Daar is weer van alles te beleven, ook al valt dat in eerste instantie niet zo op tot je natte voeten krijgt. De kunstdienaren begeleiden ons en zorgen dat iedereen stil is en vol eerbied geniet van de kunst.

Genieten doen ook wij van deze bijzondere eilanden. Door de kunst, maar zeker ook door de ontmoetingen. We vallen nogal op met onze grijs/blonde koppen en lengte, dus aanspraak genoeg. We kunnen mensen een groot plezier doen door ze uit te nodigen op de boot om te komen kijken, dus regelmatig zit de kuip vol en klikken de camera's.
Mede-zeilers zijn bijzonder gastvrij hier. Als we aan komen varen komt er vaak iemand helpen aanleggen. Op Naoshima ligt één andere zeilboot. De eigenaar spreekt geen woord Engels, maar maakt duidelijk dat hij ons het eiland zal laten zien zodat we de weg weten. Een uur lang rijdt hij ons in de auto langs alle interessante plekjes. Dan belt hij een vriend die Engels spreekt en die we later die dag ontmoeten in zijn restaurant. Zo maar, “wees welkom”, maar dan zonder taal. Een andere zeiler vraagt ons aan het eind van de middag “Do you have beer”? Ja, dat hebben we maar wel een beetje aparte uitnodiging. Het ligt aan de taal, want hij brengt ruim voldoende bier en knabbels mee. Ik maak zelf wat in de keuken en dat roept weer een tegen actie op: hij loopt naar zijn boot en vraagt zijn achtergebleven vrouw om even voor ons allemaal te koken. Een half uur later zitten we gevieren aan de noedels. Het gesprek is vrij basic, want ons Japans is minimaal en hun Engels iets beter, maar meestal ook vrij basic. In de Thermale Onsen op Naoshima voer ik wel mijn eerste 'gesprekje' in het Japans met de dames in het bad. Ik ben de enige buitenlandse en met wat Engels van hun kant komen we een heel eind. Ik voel met schoon en apetrots als ik weer op de boot kom.

Er is wel een wolkje aan de horizon verschenen die ons dwingt de plannen aan te passen. De schroefas vibreert dusdanig dat de pakking is gaan lekken. Roel verdenkt de motorsteunen en we besluiten dat we die hoe dan ook moeten vervangen voor we de binnenzee verlaten. Over een week begint Golden Week, de enige nationale vakantie van Japan waarin bijna 2 weken lang niets meer gebeurt. Krijgen we dat nog voor elkaar en hoe gaan we dat aanpakken? Op weg naar een grote stad voor een Yanmar dealer om mee te beginnen. Het is vrijdag, zaterdag en zondag zijn de bedrijven dicht. We varen toch vast richting de vaste wal. Op Shiraishima leggen we aan voor de nacht in de lege nieuwe vissershaven. Al snel staat er een scootertje en de eigenaar begint druk te bellen. Twee minuten later scheurt Paul het ponton op, een lange Australiër die al jaren op Shiraishima woont met Amy. Vanavond is er kampvuur bij de Mooobar op het strand kom ook! Als hij hoort waar we mee bezig zijn zegt hij: “Oh dat lossen we wel op hoor, morgen komt die en die van het vasteland en oh, by the way, er is hier vorig jaar een Yanmar monteur komen wonen. Nee, maak je maar geen zorgen, dat komt goed”. 
We kunnen onze oren bijna niet geloven, zou het écht zo makkelijk zijn? We laten het even gebeuren, we hebben niet veel alternatieven en vertrouwen Paul. Intussen hebben we een super leuk weekend op Shiraishima. We gaan naar het kampvuur en trakteren op een biertje van opluchting. De volgende dag zitten we in het enige restaurant alsof we er thuis horen en iedereen bemoeit zich met ons. We krijgen een uitnodiging om bij iemand thuis uitgebreid in bad te gaan, een één persoons- zitbad, maar heerlijk, met uitzicht op de zee. Eveneens vergezelt van een hapje en drankje. We krijgen bezoek op de boot en cadeautjes bij het afscheid van de weekendgasten, we zijn er vanonder de indruk. 
Maar de klapper is maandagmorgen als de monteur komt, Paul vertaalt, hij vertroetelt de Yanmar en bestelt de motorsteunen. Dinsdagmiddag worden ze bezorgd. Woensdagmorgen hijsen we de motor een beetje op met de grootzeilval en halverwege de dag zit alles weer picobello vast, motor nagekeken en kleppen gesteld en wel! We kunnen ons geluk niet op. Dit “wolkje” heeft maar 6 dagen geduurd, met grote dank aan Paul en Amy! Opgelucht varen we naar het volgende eiland, Yuge, voor de was, internet, diesel en boodschappen. Sagata en Kiwi Coyote liggen er ook, even bijpraten met ze. De volgende keer zou wel eens in Alaska kunnen zijn voor de winterstop....

Foto's Yamaroku Soja museum, wandeling 
shodshima, zomer pioen, moderne kunst op Nao Shima, The MoooBar van Paul en Amy op Shiraisima, Visnetten overal dus alleen overdag varen, mooie bruggen en scheepswerven overal. 





















































zondag 22 april 2018

Shikoku - april


De aardige meneer Yoshida san organiseert een herdenkingsdag voor zijn boot Domingo en tegelijkertijd is het een afscheidsfeest voor de buitenlandse boten & bemanning. Door alle vertraging zijn we er gewoon bij. Hij is er blij mee en voor ons is het een goede manier om afscheid te nemen. Bijna alle haven vrienden zijn er, evenals de oude bemanning van Yoshida san's boot. Hij is dik in de tachtig maar nog erg kras en zeer geliefd, zowel bij zijn oude vrienden als bij de buitenlanders. Ze hebben een geweldige BBQ georganiseerd, vlees, vis, schelpen, groente, sushi alles is er. Tot slot wordt er op een grote plaat Yakisoba gemaakt, een soort bami, om de gaatjes te vullen. Zoals gebruikelijk hoeven we niets mee te nemen, maar onze grote plaatcake gaat erin als koek aan het eind van de maaltijd. Als bedankje krijgen we dan weer een doos mee met allerlei taartjes die ook door iemand gemaakt zijn. De gastvrijheid is overweldigend en we nemen afscheid met een warm gevoel, thuis ver van huis. Er is zoveel Yakisoba dat we er de volgende avond op Tara nog een keer van eten met de Alaska gangers, er wordt wat uitgewisseld op zulke avonden! Waar zullen we elkaar weer zien? 

Hiro helpt ons met een ritje naar een soort Makro waar we twee karren volladen en al het droge eten (en kaas) inslaan tot we ergens in Alaska weer aan kunnen vullen. Japanners kopen meestal eten voor de dag zelf en onze volgeladen karren vallen erg uit de toon. Maar we worden wel afgezet met de auto bij de boot, wat een heerlijke luxe.

's Morgens vroeg varen we dan toch eindelijk uit. Jane en Roger gooien ons los, tot in Alaska! Graham en Mami zwaaien ons uit, zullen we elkaar ooit weer zien? We zijn los!
Ondanks het afscheid, of misschien juist wel dankzij, is het heerlijk om weer op pad te gaan. Een pittige storm voor het komend weekend bepaalt de route, maar we varen weer! Op de motor weliswaar, want de wind is nu nergens te bekennen.

We varen een uur of zes naar het eiland Shikoku. In vroeger eeuwen was Shikoku een afgelegen eiland, bergachtig en onherbergzaam. De cultuur heeft hier een heel eigen kleur en ritme. Tokushima is een beschutte haven waar we aanleggen bij de pier van de jachthaven in het midden van de stad. Typisch voor hier, we komen aanvaren, iemand springt op zijn fiets, wijst ons waar we af kunnen afmeren en helpt met aanleggen. Liggeld is niet nodig, hij komt nog wel eens een biertje drinken. In Tokushima ligt Larry die we eerder ontmoet hebben in Tannowa. Hij introduceert ons bij zijn lokale vrienden, we eten een avond bij hem aan boord en krijgen een uitnodiging voor een etentje in het clubhuis. Erg gezellig en we voelen ons gelijk thuis. De aardige man van het aanleggen houdt woord en komt 's avonds laat met twee zeilers binnen vallen. Ze hebben al wat gedronken lijkt het en het is even schakelen. Ze bellen nog een vriendin die ook onmiddellijk aanschuift en er komen plannen om met z'n allen te eten. Mag dat bij jullie aan boord? Geen probleem, 6 uur vrijdagavond.

Kortom we vervelen ons geen moment. We huren drie dagen een auto en trekken er op uit. Het eiland is bekend vanwege een speciale pelgrimstocht langs 88 tempels die ooit gesticht zijn op plaatsen waar de monnik Kobo Dashi geweest is. Het lopen van de route duurt een maand of drie, maar met de auto kunnen we er ook een paar bezoeken. De Tairyu-ji tempel ligt hoog op een berg en er gaat een kabelbaan naar toe. We maken een prachtige wandeling in de buurt van de tempel naar de vermeende meditatie plaats van Kobo Dashi, op een rots met uitzicht over de vallei, indrukwekkend!

De auto heeft een gps en de dame spreekt Engelse aanwijzingen, maar het instellen van het adres kan alleen in het Japans. Op het kaartje prikken we zo'n beetje waar we naar toe willen, maar de eerste dag is het toch behelpen. Het thermale bad (Onsen) wat we uitgezocht hebben ligt in de buurt van de tempel, dus op pad. Een paar keer komen we wegwerkzaamheden tegen, geen probleem lijkt het tot we vlak bij de baden zijn. De weg is afgesloten. Het stond vast op alle borden, maar die kunnen we niet lezen. Ook op de terugweg rijden we verkeerd, maar uiteindelijk vinden we een andere Onsen met zout thermaal water, schoon en warm komen we weer thuis.
De tweede dag rijden we de Iya vallei route. We zijn vroeg in het seizoen, dat is maar goed ook want de route is veel eenbaansweg! Zodra we van de kust wegrijden gaan we de bergen in. Het is er prachtig. Door de koudere temperaturen staan hier de kersenbomen nog in bloei, naast allerlei andere voorjaarsbloemen. Langs de route zijn er mooie plekken om te stoppen en te genieten. Een dubbele hangbrug gemaakt van lianen van de wisteria/blauwe regen over de rivier is al honderden jaren in gebruik voor mensen en paarden. Nu zijn de bruggen versterkt met staalkabels, maar ze blijven prachtig. Een dorp waar een kunstenaar zeker honderd mansgrote poppen gemaakt heeft, het lijkt net echt bewoond, maar een levend mens zien we er niet. We hopen naar de top van een van de bergen te lopen, maar de stoeltjeslift is nog niet in gebruik. Een oud samoeraihuis is wel te bezichtigen en natuurlijk een tempel. Zo slingeren we de hele dag langs de rivier. De bergen worden steeds hoger, de rivier steeds dieper.

Als eindpunt van de route hebben we het thermale bad uitgezocht van het Iya hotel. De onsen ligt aan de rivier, het hotel ligt 200 meter hoger aan de weg. Met een tandradbaan die bijna verticaal naar beneden gaat komen we in het badhuis. Het bad is in de open lucht en heeft uitzicht op de rivier en de omliggende bergen, het thermale water komt zo uit de grond. Het is heerlijk om de dag zo af te sluiten. We zijn nu bijna bij de snelweg aan de aan de andere kant van de vallei en rijden in anderhalf uur weer terug. Wat een heerlijke dag.
De laatste autodag hebben we een goede verstandhouding met de gps en komen we zonder problemen van a naar b. 

In Takamatsu is Ritsurin Koen, een grote tuin uit de Edo periode die zeer de moeite waard is. Prachtig aangelegd en met honderden zeer oude pijnbomen die stuk voor stuk op een bepaalde manier gesnoeid zijn. Het is bijzonder, je ziet een oude boom die zo prachtig gegroeid is (lees in al die jaren zo gevormd is door de tuinman) en zo precies in zijn omgeving past dat het effect ontroerend is. En dat niet één keer maar ieder hoekje, ieder paadje en je staat oog in oog met een prachtig, evenwichtig gezicht op een boom, vijver, eilandje, bloeiende boom en ga zo maar door. Er is een heuvel gemaakt in het park van waar je uitzicht hebt op de vijvers met een brug en dan zie je dat de vorm van de tuin weerspiegeld wordt in de vorm van de heuvels erachter. Zelfs het taartje bij de koffie is een weerspiegeling van de verfijning van de tuin. 
We zien vijf tuinmannen aan het werk bij het snoeien en uitplukken van de oude naalden van de pijnbomen. Ieder werken ze minstens een volle dag aan 1 boom. Het lijkt net of de boom naar de kapper gaat, de ongeplukte takken zien er vol en wat rommelig uit, na afloop zijn het mooie strakke – en toch natuurlijke- vormen. Een mooie boom is hier geen boom die natuurlijk gegroeid is, maar een boom die zo gevormd is dat je de ziel van de boom tot uitdrukking laat komen.

Na deze schoonheid gaan we het toeristen gedrang in om de tempel van Konpira San te bezoeken. De trappen naar de tempel tellen 1300 treden en voor ons de moeite waard omdat het de tempel is van de zeevaarders. Eerst ons koekblik kwijt, maar ondernemers helpen ons daar graag bij en we krijgen een persoonlijke escorte naar de dichtstbijzijnde parkeerplaats, de tante van de jongen. De eerste straatjes langs de trappen zijn gevuld met souvenirwinkeltjes, koekjes bakkers en restaurantjes. We belanden in een schooluitje van eerstejaars senior highschool en dat is al grappig om naar te kijken. Al die nieuwe uniformen, schooltassen en schoenen. De telefoon is een onmisbaar uitrustingsstuk. Gaandeweg neemt het gedrang af bij het klimmen van de trappen. 
Toch komt de tempel voor ons als een verrassing. We hadden ons ingesteld op een zware klim, maar dit ging (té?) makkelijk. We zijn er toch echt en we laten ons Tara visite kaartje achter tussen de fotolijsten met enorme schepen die hier een zegening voor een goede vaart gevraagd hebben. We schrijven een wens voor een goede vaart in drie talen op het bordje dat we ophangen in de tempel. Ik vraag nog eens bij de buren hoe dat nu zit met de stappen, we zijn pas bij dik 800, maar de rest van het pad naar de kleine, hogere tempels is weggevaagd door een recente tyfoon. Even is er teleurstelling, maar dan komt het Nederlands gevoel weer boven, we hebben immers korting gekregen....;-)

De avonden zijn gezellig. Het etentje bij de jachtclub is zeer geanimeerd, met liedjes & muziek en ontaardt in een Sake proeverij die mij de volgende dag nog bezig houdt. We ontmoeten veel nieuwe mensen, die we waarschijnlijk niet meer zullen zien, maar dat mag de pret niet drukken. We worden op een warme manier opgenomen in het zeilers gezelschap. 

De avond van het etentje op Tara vragen we ons af wat er precies van ons verwacht wordt, de afspraken zijn -voor ons- niet helemaal duidelijk. We denken dat iedereen wel iets mee zal brengen. We ruimen de boot op, halen eten in huis zetten bier en wijn koud en gaan zien wat er gebeurt. Om 5 voor 6 is er nog niemand, hebben we het wel goed begrepen? Om klokslag 6 uur komen de eersten binnen, om 5 over 6 zijn we compleet. Er komt nog twee vrienden mee, uiteindelijk zijn we met 8 man. Er is eten, prachtig rundvlees voor in de fondue, groente, een pan, een brander aan alles is gedacht. Onze bijdragen worden geruisloos opgenomen in het geheel. Er zijn 2 zeilers uit het noorden die samen drie maanden rondzeilen, 3 buitenlanders en 3 lokale zeilers. Er is bier, wijn en sake - die ik maar even oversla - het wordt een hele leuke avond. Gelukkig is Seiko er ook want de Japanse zeilerswereld is een mannen gebeuren. Op zich niet erg, maar een mix is leuker. Zouden wij in Nederland ook zo gastvrij zijn? Zijn er minder buitenlandse zeilers? Ik kan me niet herinneren dat we daar zomaar aanschuiven met vreemde zeilers.

Nog tijd om wat lokale sfeer op te snuiven. Tokushima is bekend om de Awa Odori dansen, dat is in augustus een enorm gebeuren hier. We gaan naar een voorstelling voor bezoekers. Het is een kleine groep, maar het kost geen enkele moeite om je voor te stellen hoe levendig dat zal zijn in de straten als er honderden tegelijk dansen. De kostuums van de vrouwen vind ik echt bijzonder. Onderweg naar de voorstelling vragen we de weg en zo ontmoeten we een ondernemer die verschillende winkels heeft in Tokushima. We lopen door een bijna uitgestorven overdekt winkelcentrum in het centrum. Het aantal jonge mensen neemt gestaag af vertelt hij, er worden te weinig baby's geboren hier. Er is vorig jaar een nieuwe mall geopend, de kleinere winkels in de oudere arcade sluiten of hebben het zwaar.
We hebben er wel over gelezen, maar nog niet van zo dichtbij gezien. Voorspelling voor de Japanse bevolking: nu 127 miljoen, in 2050 100 miljoen en in 2100 nog maar 67 miljoen. Een halvering dus en van die 67 miljoen zal het grootste deel 70 plusser zijn......

Met Tara doen we de laatste 'attractie' we varen door de draaikolken onder de Naruto brug door. Een smal stukje vaarwater tussen de eilanden Shikoku en Awaijima waar de stroming zich doorheen perst. Volgens de lokale folder staat deze in de wereldwijde draaikolk top 3! Maar wij zitten aan de veilige kant van het tij en het valt best mee.
De diepte loopt terug tot een meter of 15 en daaroverheen stroomt het behoorlijk, maar té snel is het weer afgelopen en bij gebrek aan wind varen we op de motor de binnen zee van Japan in.

voor meer Awa odori dansen een you tube film uit 2017 

Foto's : Bedelmonnik bij de Tairyu tempel, "Kobi Dashi" op zijn rots, het Poppen dorp, de kabelbaan naar de Iya Osen in de diepte,  Ritsurin Tuin, de boom en de kapper, Konpira tempel, Etentje op de jachtclub, Tempel met treur Sakura,
















donderdag 12 april 2018

Tokyo - april



De laatste weken in Tannowa gebruiken we om onderhoud te doen. Sommige dingen lukken en andere kosten heel veel moeite! Wij kennen de gangbare werkwijze niet, spreken de taal niet en dan krijg je niet veel gedaan. Zelfs Takeda san van de haven loopt tegen een muur als we een monteur willen om naar onze Yanmar te kijken voor nieuwe motorsteunen en een nieuwe uitlaat. Ze hebben het razend druk en kunnen niet komen. We stellen de motorsteunen uit tot Alaska. Een nieuw RVS mengstuk van hete uitlaatgassen en koelwater lukt uiteindelijk wel. Het ziet er prachtig uit en het prijskaartje is navenant, maar de lekkage is verholpen, dat geeft een rustig gevoel!
Misschien is het klussen de oorzaak of toch gewoon pech, maar Roel gaat door zijn rug en kan bijna een week lang nauwelijks uit de voeten. Dat is lastig op een boot vooral het op en afstappen is een obstakel. Met hulp uit Nederland voor de oefeningen en een lokale dokter voor medicijnen en een heupband komt het langzaam weer in orde.
Onze trip naar Tokyo stellen we uit tot het lopen weer redelijk gaat. Nóg langer in Tannowa dus!

In Tokyo worden we opgehaald door Wout, een oude studie vriend van Roel en zijn Japanse vrouw Mayumi. We hebben heerlijke dagen met hen, het is zo fijn om met vrienden te zijn. Het gesprek begint op een ander punt door de gezamenlijk achtergrond en we schuiven zo aan bij hen aan tafel. In Nederland hebben we elkaar regelmatig gezien bij de jaarlijkse reünie, maar dit is anders. Tussen neus en lippen door krijgen we een ander stukje van Japan te zien en te horen. Mayumi neemt ons 4 dagen op sleeptouw naar allerlei plekken in en om Tokyo en door haar uitleg zien we veel meer dan we zelf ontdekken als we met onze reisgids op pad gaan en begrijpen we meer van de toch wel complexe Japanse cultuur en samenleving.

Vlakbij Narita Airport is het dorpje Narita en we bezoeken de Narita San, een groot tempel complex. We hebben geluk, het is een feestdag met een vuur ceremonie in de tempel. De gebeden murmelen, de slagen op de grote trommel galmen door de ruimte en het vuur laait in de vuurschaal. De mensen om ons heen lopen naar voren en laten hun handtas of rugzak door de rook halen, een zuiverend ritueel waarna je die zuiverheid weer mee naar huis neemt. Ik houd het bij een stempel in mijn tempelboekje. Achter deze boeddhistische tempel ligt een park met daarin een grote shrine voor de oorlogsgod, het beeld in de binnenruimte is groot en angstaanjagend met blauw en rood en een woeste uitdrukking. Het is wel een contrast met de mediterende boeddha beelden die we meestal zien.
Aan de voorzijde van de tempels ligt een leuk straatje met winkeltjes en restaurantjes. Er zijn zelfs aanbiedingen gericht op vliegtuig crews, een populair uitstapje zo dicht bij het vliegveld. Narita is beroemd om zijn paling en dat lunchen we dan ook in een van de oudste herbergen van de streek.
In Tokyo staan de kersenbomen in bloei, de sakura, en het bekijken daarvan is een groot festijn, Hanami genoemd. De bloesems bloeien maar een paar dagen, in Japan vieren ze met de Hanami zowel de schoonheid van het leven als de vergankelijkheid daarvan. We rijden naar het Ueno park in Tokyo om het mee te maken. Mayumi vertelt dat ze als universiteitsstudente hier 's morgen al zat om een plek te reserveren voor de groep vrienden die in de loop van de middag bij elkaar komen. Het is een drukte van vanjewelste onder de bomen. Mobiele “huiskamers” met tafels van kartonnen dozen, eten, drinken en muziek. Het voelt feestelijk en we worden aangestoken door de sfeer die er hangt. We lopen door het park en genieten mee. 
Op de terugweg naar Yokohama zien we om ons heen de wolkenkrabbers en neon reclames, auto-, metro en spoorwegen die op grote hoogte over elkaar heen lopen, het gekrioel van al die mensen, auto's en treinen. Wat een enorme stad! Stel je voor: Amsterdam, maar dan met auto-, metro en spoorwegen op 10 tot 30 meter hoogte over Dam, Damrak, Heren-, Keizers- en Prinsengracht:-)

De volgende dag nemen we de trein naar de binnenstad. In Tokyo lopen we door Ginza en Nihombashi met zijn prachtige winkels en warenhuizen. Om 10.00 gaan de winkels open en staat al het personeel bij de ingang om je met een diepe buiging te verwelkomen in hun winkelpaleis. Alle grote dure merken zitten hier en nog talloze andere merken die we niet kennen. De prijzen zijn ongelofelijk. We kijken onze ogen uit in een groente en fruit winkel waar een meloen 100 euro kost en doosjes aardbeitjes 60 euro. Ze zijn dan wel prachtig, allemaal even groot en even rood. Het is moeilijk te bevatten hoe groot Tokyo is. In groot Tokyo (inclusief Yokohama, Kawasaki en de voorsteden) wonen 36 miljoen mensen, een kwart van de Japanners! We zien dan ook aar een paar flintertjes van de stad.

Een hoogte punt voor mij is de Kabuki voorstelling waar we met z'n drieën heen gaan. Een gestileerde vorm van toneel spel wat al honderden jaren nauwelijks veranderd is, behalve dan de tablet met Engelse ondertiteling die we meekrijgen. De spelers zijn allemaal mannen ook voor de vrouwen rollen. Ze komen vaak uit dezelfde families waar het vak van vader op zoon overgedragen wordt. Er spelen twee kinderen mee in het tweede stuk, ook uit de familieclans, jong geleerd is oud gedaan!
Het eerste stuk is een hommage aan de Meiji overdracht 150 jaar geleden. De macht werd toen weer opgeëist voor en door de Keizer, na het eeuwenlange Shogunaat waarin de Tokugawa familie het voor het zeggen had en de Keizer slechts een formele rol had. Twee politieke kopstukken zorgden ervoor dat de overdracht zonder groot bloedvergieten gebeurde. Zoals meestal in de politiek, een langzaam en behoedzaam proces met veel praten.
Roel valt na 10 minuten al in slaap en besluit de tweede akte even een koffie rondje te doen. Dat kan makkelijk want de hele voorstelling duurt van 11.00 tot 16.00. Vooraf hebben we Bento boxjes gekocht, mooie doosjes gevuld met sushi en andere hapjes die we tussen de bedrijven door opeten te midden van de Japanse bezoekers die hetzelfde doen. Het tweede gedeelte van de voorstelling is een intrige aan het hof van een plaatselijke Daimo en een moord in het dorp. De decors en kostuums zijn prachtig en vooral de hofscenes spreken tot de verbeelding. Ik vind het verhaal ook ontroerend en de acteurs halen alles uit de kast om te spelen. Zó anders dan ik ooit gezien heb, fascinerend!

We bezoeken Kamakura de hoofdstad van Japan van 1185 tot 1335. Vooral de tempels hebben het overleefd en een enorm ruim 11 meter hoog beeld van Boeddha, de Daibutsu van Kamakura. De grote houten hal erom heen is eeuwen geleden weggevaagd in een vloed, maar het standbeeld staat prachtig tussen de kersenbloesems. Zijn hoofd is een beetje topzwaar en verwacht wordt dat dit ooit voorover zal vallen. In mijn tempelboekje komen weer een paar nieuwe bladzijden met stempels en de mooie kalligrafieën. Tussendoor lunchen we in een traditioneel Japans eethuisje, wij zouden er voorbij gelopen zijn. We bezoeken nog een Shinto shrine en de Bamboe tempel, allemaal zo verschillend. De bamboe tempel wordt omgeven door een Bamboe bos en vanuit het theehuis heb je een mooi uitzicht over het bos. Het is druk en dan komt efficiënt Japan weer boven. Ieder wacht netjes achter de bankjes aan de voorkant van het paviljoen, als er een plaatsje is schuif je op de voorste bank en daar komt de matcha thee met zoet rijstsnoepje en heb je je minuten in “stilte” met privé uitzicht op bos en beekje.

In een poging om toch een glimp op te vangen van Mount Fuji reizen we naar Hakone. Het lijkt mooi weer tot we met de kabelbaan naar boven gaan, de andere kant heeft mist en harde wind. Onder ons zien we de zwavelgroeves en de eitjes gekookt in het water komen er met een pikzwarte schil maar toch smakelijk uit. Geen Mount Fuji en we gaan snel terug want de kabelbaan dreigt te sluiten door de harde wind. In het dal is een prachtig museumpark met moderne kunst en een Picasso Paviljoen waar we nu tijd voor hebben. We genieten van de combinatie van kunst en natuur en met deze mooie beelden in ons hoofd gaan we toch tevreden terug naar Yokohama.

's Avonds zijn we met z'n vieren en eten in verschillende Japanse restaurantjes. Vis zo vers dat de tentakels van de inktvis nog bewegen als ze op tafel komen, een aanbeveling voor Japanners, maar ik vind het toch een beetje té. Superverse oesters en visjes die wij niet thuis kunnen brengen. 
Een biefstuk restaurant waar ze niets anders serveren en waar het vlees op verzoek afgesneden en gegrild wordt. Koreaanse BBQ, de BBQ in een gat in de tafel met veel groentes en allerlei dingen die we voor het eerst eten. Je moet hier echt wonen om op deze plekjes te komen, soms gaan we met een lift een paar verdiepingen omhoog, of in een klein hoekje van een straat. Het is ons al eerder opgevallen dat veel restaurants hier heel klein zijn, maar wel tientallen in sommige straatjes, dan moet je een beetje weten waar je naar toe gaat.

Het is alweer tijd om afscheid te nemen helaas, dank Wout en Mayumi we hebben genoten van onze tijd samen!

De laatste dag lopen we samen door de Tsukiji vis markt, de grootste van het land. Tegen de tijd dat wij er zijn is er al geen vis meer te bekennen, ruim voor 10 uur is de verhandelde vis al op weg naar zijn bestemming. Het is een echte markt, geen toeristen ding. De straatjes erom heen zijn dat wel en er staan lange rijen voor de sushi en sashimi tentjes. De winkeltjes verkopen van alles wat we niet thuis kunnen brengen, maar een sushi tentje vinden lukt nog wel! We zijn de enige buitenlanders hier en erg vriendelijk zijn ze er niet. Ze zijn ook immuun voor mijn pogingen in het Japans, het zij zo, we wijzen gewoon een combinatie aan. Sushi maken kunnen ze uitstekend, maar foto's laat ik even achterwege. Misschien hoort dat wel bij een grote stad en (te) veel toeristen.
We lopen nog een stukje door de stad om weer uit te komen in het Ueno park voor het Nationaal Museum. Ook dit is groot, verschillende gebouwen, meerdere tentoonstellingen. We kiezen voor een overzichtstentoonstelling van Japanse kunst. Interessant, ik denk een rode lijn te zien met andere culturen die we kennen. De eerste gebruiksvoorwerpen, dan begrafenis rituelen, “kerkelijke' kunst, wereldlijke kunst voor rijke mensen en uiteindelijk geïllustreerde boeken en prenten voor groot publiek. Behalve de rode lijn is alle kunst anders dan die wij kennen. De handschriften kunnen we niet lezen, boeken met meterslange getekende verhalen zitten op rollen. De voorwerpen, tekeningen of houtdrukken zijn enorm gedetailleerd en fijntjes, mooi om te zien. Er hangen ook prachtige geborduurde kimono's, zó veel om te zien.

Als we aan het eind van de dag door het park naar het station lopen zijn de plaatsen onder de bomen alweer ingenomen. De bloesems zijn bijna allemaal al weggewaaid maar Tokyo geniet nog even na. Het lijken nu meer op kantoorborrels aan de kleding en entourage te zien. Vol van alles wat we gezien hebben en alle gezelligheid gaan we terug naar Tannowa.

Mayumi is fotografe en bijna alle foto's hier zijn van haar hand. Sinds ons trouwalbum 33 jaar geleden hebben we nog nooit zoveel foto's van ons samen gehad ;-) 

De Pagoda en Shrine in Narita San,   een winkelpaleis in Tokyo, De oude Nihombashi brug gaat schuil onder de snelweg eroverheen, theeceremonie in de Bamboe tempel, jonge bamboescheut, schoolmeisjes in Kimono, Tempel stempel in de maak, zwavelmijn, moderne kunst, Tsukiji vismarkt, heerlijke verse oesters,