Na
de heerlijke weken met Sharron is het stil aan boord en is ook onze
vakantie voorbij. We hebben – zoals altijd – onderhoud te doen en
dat proberen we te verdelen in de tijd. In Port Hardy bereiden we een
paar schilder klussen voor: schuren en plamuren en nog wat kleine
klusjes.
Voor
het afwerken hoeven we daar niet te zijn, het is geen leuke plek om
te liggen. We laten ons oog vallen op de kleine eilandjes net ten
noorden van Vancouver eiland. Het ''God's Pocket Marine Reserve''
klinkt goed toch? We kunnen zelfs een stukje zeilen, maar al gauw
draait de wind weer tegen en zelfs met stroom mee is kruisen niet
aangenaam. De wind trekt aan en we ankeren snel in een piepklein
baaitje zonder naam, wij noemen het Otter Cove, want er zwemmen
zeeotters in het zeewier voor de ingang. Op weg naar de cove zijn we
drie enorme zalmkwekerijen tegengekomen, en dat in een maritiem
reservaat?
Hoe zou dat werken? Canada heeft in tegenstelling tot
Alaska gekozen voor zalmkwekerijen. Iedereen had er een goed gevoel
bij, wel zalm en de wilde zalmpopulatie zou ontzien worden. In de
praktijk blijkt dat de wilde zalmpopulatie de ziektes meekrijgt van
de kweekzalm en daarmee de zalmrivieren in de nabijheid van de
kwekerijen zienderogen achteruit gaan. Maar er wordt dik geld betaald
voor de zalm en de lobby van de kwekerijen is super goed
georganiseerd. Dus in het maritieme reservaat zijn de grenzen van het
beschermde gebied hier en daar wat aangepast en kunnen de kwekerijen
toch produceren.
De
windvoorspellingen blijven NW 5 tot 7 dus we zoeken een beschut
baaitje voor de komende dagen en het wordt Harlekijn Baai. Het is een
zigzag route tussen rotsen en kelp naar binnen, maar dan liggen we
ook prinsheerlijk in het kommetje. We hebben heerlijke dagen, al doen
we eigenlijk niet veel bijzonders. Soms hebben we weken dat we van
alles doen en beleven, deze weken zijn er meer van klein geluk.
Iedere
dag wat werk, maar de rest van de tijd vrijaf. Een duikresort in de
buurt heeft wandelingen uitgezet in het regenwoud waar we dankbaar
gebruik van maken. Het is er prachtig, we zien een slangetje,
kolibrietjes en volop bloemen van salal en dogwood, de late
bessenstruiken. Iedere keer ontdekken we weer nieuwe dingen.
Er is
een wandeling naar Meeson Cone – 45 minuten staat er – maar wij
doen anderhalf uur over een enkele reis. Het lijkt op een oude
vulkaan krater en er is aardig wat klimwerk voor we aan de andere
kant boven zijn. Daar genieten we van een mooi uitzicht over
Vancouver eiland en Goletas Channel. Ook het vasteland kunnen we zien
en er ligt nog volop sneeuw op de bergen van het kustgebergte. Af en
toe een zeehond om de boot, altijd watervogels en er zitten grote
adelaars vlakbij. Met laag water maken we kampvuur op het strand, de
zon gaat pas zo laat onder dat het niet echt donker wordt en dat
geeft een fijn padvinders gevoel.
Veel
mensen vragen ons of dat nu altijd goed gaat met z'n tweeën aan
boord. Nou ja, meestal wel gelukkig, maar natuurlijk niet altijd.
De
laatste dag in God's broekzak is er zo een. Al een paar dagen kijkt
Roel bij laag water bezorgd naar de rotsen in de ingang. We zijn
namelijk niet volgens de kaart naar binnen gevaren, maar op mijn
aanwijzingen vanaf de punt van de boot gebaseerd op zicht en kelp
zeewier. Het helpt niet dat het tij-verschil steeds groter wordt en
de rotseilandjes dus ook. Roel denkt dat we bij hoog water over de
rotsen gevaren zijn en ik niet. Het blijft een beetje zeuren tot we
met de bijboot en de dieptemeter polshoogte gaan nemen, we moeten er
tenslotte ook weer uit. Ik had het goed en de kaart klopt niet. Roel
is ernstig teleurgesteld in de kaart en ik in Roel dat hij me niet
geloofde. Van het een komt het ander.
Tijd
om wat meer afstand te nemen, we leven wel erg dicht op elkaars lip. We
doen even onze eigen dingen, gaan anker op en varen om de eilanden
groep heen. Ruimte, frisse lucht en een paar dagen zullen de lucht
wel weer klaren, o ja en vaker mijn mond houden ;-)