maandag 10 juni 2019

van Petersburg tot Wrangell - april / mei


Iedere dag zien we nu wel een paar walvissen, maar jagen in een groep is er jammer genoeg nog niet bij. Gelukkig hebben we een Dall Porpoise (een kleine zwart witte dolfijn) die een poosje om de boot speelt en hier en daar een zeeleeuw, er is altijd wat te zien. Wij zijn vroeg in het seizoen en het is erg rustig. We liggen in de ene mooie ankerbaai na de andere, het is gewoon zonde om hier maar een paar weken rond te varen. We hebben heel rustig weer en iedere dag komen we dichter bij de bergen die het water scheiden van het vasteland. We zien ijsvelden en hoge besneeuwde pieken. Alaska is hier eigenlijk alleen maar water en eilanden, direct achter de bergrug begint Canada. De dorpen in Alaska zijn alleen met de boot of het vliegtuig te bereiken.
We varen Petersbrug voorbij om eerst Le Conte gletsjer te gaan bekijken, de laatste getijde gletsjer die we tegenkomen. Al snel drijven er grote stukken ijs in het water, oppassen geblazen. Le Conte gletsjer ligt net ten noorden van de Stikine rivier delta, een enorm vruchtbaar en gevarieerd gebied, maar voor onze boot te ondiep. De gletsjer ligt in een fjord en we manoeuvreren Tara voorzichtig tussen de ijsbergen en kleinere ijsblokken door. Het is prachtig weer, mooi het blauw en wit! We zien nieuwsgierige zeehonden die ons op veilige afstand volgen en op ijsschotsen liggen. Nog geen kleintjes, maar dat zal niet lang meer duren. We komen maar langzaam vooruit en het fjord is diep. 
Als we uiteindelijk vastlopen in het ijs zijn we nog twee bochten van de gletsjer vandaan, die zullen we helaas niet zien. De motor gaat uit en we drijven langzaam tussen het ijs een stukje mee naar buiten. Het water tegen het ijs maakt een heel zacht maar constant tinkelend geluid, ijl en melodieus. Er zijn grote vogels in de lucht, de bergen en besneeuwde toppen, we voelen ons klein.
De weg terug naar Petersburg is tegen de wind in en koud, maar in onze ogen zit een prachtig beeld van gletsjerijs en in de koelkast ligt een mooi stuk oud ijs voor een glas later op de avond.

Petersburg is een 'Noors' dorp en daar zijn ze trots op. Begin 1900 gesticht door de Noor Peter (hoe kan het ook anders) Bauschmann, later gevolgd door vele landgenoten. We kunnen ons goed voorstellen dat zij zich hier thuis voelen. We zijn net te vroeg voor het Little Norway Festival, maar het is onmiskenbaar. Er is een prachtig historisch “Sons of Norway” gebouw, een viking schip, de Noorse truien hangen in de etalages en de huizen zijn opgesierd met Noors schilderwerk. Het dorp ziet er opgeruimd en welvarend uit, hier wordt hard gewerkt in visserij en bosbouw We maken een paar wandelingen om het dorp, altijd is er zicht op zee. Meer landinwaarts zijn er moerasachtige gedeelten met kleine kronkelige dennen en veel vogels. 
Aan het echt wilde stuk op Kupreanof eiland aan de overkant komen we niet eens toe. Vanuit de de haven kijken we uit op de hoge bergen in het grensgebied. Als we de andere kant opkijken, naar het zuiden, zien we veel lagere eilanden en bijna geen sneeuw meer. De temperatuur gaat ook omhoog. We varen met Tara door de Wrangell Narrows, een smal vaarwater wat Petersburg verbindt met Wrangell. Beiden zijn vissersplaatsen, maar daarmee houdt de vergelijking ook op. De Narrows is leuk om te varen, het tij verandert halverwege de 20 mijl, en als je het goed uitkient heb je het hele stuk tij mee. Onderweg passeert ons een zwerm sneeuwganzen naar het Noorden en we zien meer zwermen kleinere vogels onderweg naar hun nestgronden. We komen twee veerboten tegen en wat vissers, de vislodges zijn nog gesloten, lastig om in zo'n kort seizoen je brood te verdienen.
Wrangell is een vissersdorp, uitgesproken fan van President Trump en daar zijn ze trots op. En zijn drie keer zoveel drankwinkels als supermarkten, 6 tegen 2 en de winkels in de hoofdstraat hebben historische voorgevels. Wrangell ligt aan de cruise route, waar Petersburg het zonder moet doen, hun haven is te ondiep en teveel omvaren. De passagiers kunnen de Stikine rivier bezoeken vanuit Wrangell en vissen en zo. Van een enkele zeilboot zijn ze niet onder de indruk, maar van een Rotterdamse wel. Iemand brengt ons zelfs vis, krab en garnalen als welkom. John Muir heeft hier gewandeld en was zeer onder de indruk van het gebied. Wij lopen in zijn voetspoor de mooi beboste heuvel op in het dorp, hij maakte zich toen al zorgen over hoe er met de natuur omgegaan werd, wat zou hij nu zeggen? 
Het weer blijft goed en we fietsen en wandelen een stuk buiten het dorp naar de regenboog watervallen. Flink klimmen met trappen en boardwalks door een bos met mooie oude bomen. De eerste beren zijn gesignaleerd, maar ons belletje klingelt er lustig op los en we komen de viervoeters dan ook niet tegen. Het lentegroen barst overal uit de grond, de natte stukken staan vol met felgele stinkdierkool. Ik pluk een bosje, mooi, maar ze doen hun naam eer aan en moeten buiten blijven. Het plaatselijke museum is echt de moeite waard. Veel over de lokale indianenstammen die hier wonen en hun kunst van weleer, de natuur en koloniale invloed op het gebied. Een paar kilometer buiten het dorp schijnen rotstekeningen te zijn in stenen die op het strand liggen. In Petersburg hebben we ze gezocht en niet gevonden, maar hier zijn we succesvol, we vinden wel 14 verschillende tekeningen. Ze zijn duizend en meer jaren oud en niemand weet waarom of wat ze betekenen. Met mijn vingers volg ik de lijnen in het steen, wie zou ze gemaakt hebben, wat dachten ze? Gezichten, vissen en vogels kenmerkend voor dit gebied en spiralen die overal ter wereld voorkomen in rotstekeningen. 
Vanaf het strand kijken we uit over het beschutte water, later dit jaar komen de zalmen. Achter ons de rivier met zijn enorme voedsel rijkdom, bossen voor huizen, brandhout en gebruiksvoorwerpen, vers drinkwater in overvloed. Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat vroegere volken dit een aantrekkelijke plek vonden om te leven.
Of het nu een fijne plek is om te wonen vind ik moeilijk vast te stellen. De visserij heeft het moeilijk, de vis kan de quota niet bijhouden. Het toeristen seizoen is kort, de winters zijn lang. De natuur heeft nog steeds de hoofdrol, dus voor ons is het prachtig, en voor het anders voelt gaan we weer op pad voor nieuwe vergezichten.
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten