We
draaien Juan de Fuca zeestraat in, een druk vaarwater tussen Canada
en de Verenigde Staten. Als je vanuit zee komt rechtsaf naar Seattle,
linksaf naar Vancouver. Aan de kant van de US kijken we uit op de
Olympic bergen, de hoge bergrug tussen Seattle en de zee. Aan onze
kant - Vancouver eiland - minder hoge bergen, maar tussen die twee
staat vaak een harde wind. Vooral 's middags, als het vasteland
opwarmt, is de straat berucht om zijn snel opstekende wind. Als het
op de oceaan hard waait, stormt het in Juan de Fuca. Vandaag is het
rustig met de wind, er is alleen wat mist, het andere veel
voorkomende weer fenomeen hier.
We
varen zonder problemen naar Victoria, de hoofdstad van Brits Columbia
en de oudste stad van de provincie. Hoe Brits wil je het hebben?
Misschien hier nog wel meer dan in Engeland zelf, de tijd lijkt hier
te hebben stilgestaan. Wat direct opvalt als we het centrum verkennen
is het enorme, klassiek aandoende parlementsgebouw, grote koepels met
koperen daken en bordessen met zuilen. Er is het Imperial Hotel met
een high tea en overal klassieke lantarenpalen met uitbundig
bloeiende hangende bloemenmanden. Ze rijden rechts, dus daardoor
weten we dat we niet in Engeland zijn. We nemen een wandelroute door
het oudste deel van de stad, waar de parlementsleden en andere
geslaagde immigranten woonden.
De eerste barakken van Fort Victoria
staan er natuurlijk niet meer, maar wel mooie oude houten huizen in
Victoriaanse en Italiaanse stijl van rond 1900. Het oudste huis is
uit 1861 Veel van de oude huizen zijn verloren gegaan en wat nu nog
rest wordt gekoesterd. Grappig is dat sommige huizen op verschillende
plaatsen in de stad hebben gestaan. Omdat ze van hout zijn kunnen ze
in hun geheel vervoerd worden naar een andere plek en daar op een
nieuwe fundering gezet worden. De wijk is heerlijk om door te lopen,
veel groen, mooie bomen en weinig verkeer.
We
worden uitgenodigd door Jim en Megan voor een etentje. Jim hebben we
ontmoet in Port Hardy waar hij was met zijn zeilboot en woont hier in
de buurt. Ze hebben nog twee vrienden uitgenodigd en het wordt een
leuke en ontspannen avond. Dat missen we wel eens onderweg, “gewoon”
gezellig met vrienden kletsen en eten, het maakt deze avond
bijzonder.
Toch
maar Juan de Fuca door? Tij mee en geen wind tegen... dat hebben we
deze week alleen 's nachts. We maken eerst een korte tocht naar Coose
voor een tij stop. Onze wandel app heeft daar een mooie wandeling
voor ons in petto op de Spit om de middag door te brengen. De spit
(zandbank) ligt hier dwars in de uitgang van de rivier naar zee.
Erachter ontstaat zo een beschutte haven, erop duinlandschap en veel
vogels. In de avond gaan we verder zonder wind, dus op de motor varen
we 's nachts tij mee in snel tempo de straat uit. 's Morgens om 5 uur
zie ik een walvis voor de boot en neem gas terug, na een paar keer is
zij/hij uit het zicht verdwenen en kunnen we verder op deze verder
oninteressante etappe.
Haar clan heeft zijn landrechten gedeeltelijk teruggekregen na lange onderhandelingen en daarmee ook een basis om een economisch haalbaar model voor de gemeenschap op te zetten. Het merendeel van de inkomsten komt uit toerisme, Bamfield is populair bij vissers. Stella zet zich al decennia lang in voor haar gemeenschap en is een opgewekte, inspirerende vrouw die indruk maakt. Het kolonialisme blijft lastig. We voelen mee met de lokale bevolking en het onrecht wat hen is aangedaan, maar Nederland was natuurlijk net zo goed een koloniale overheerser en heeft veel van haar oude rijkdom aan het kolonialisme te danken. Wij zijn de laatsten die een oordeel kunnen hebben. We proberen het in die tijd te zien, met de denkbeelden van toen, de geschiedenis die toen geschreven is. We vragen ons wel af of het nu anders toegaat in gebieden waar de ene groep zich het recht toe eigent op land en hulpbronnen van een andere groep bewoners.
Het
bos is hier wild en we hebben zin in een pittige wandeling. We lopen
heen en terug 10 km naar Keeha strand over een enerverend pad met
veel modder en boomstronken. Het strand is de beloning, de regen
later maakt het extra mooi en extra lastig om te lopen. We zien
berenpoep en eerder al poemapoep, de westkust van Vancouver eiland is
duidelijk woester dan de oostkant.
De
Barkley sound is bezaaid met eilandjes en we zeilen er doorheen op
weg naar Ucluelet. In de gidsen raden ze aan naar het super
toeristishe Tofino te gaan, 40 km verder over de weg, maar wij vinden
Ucluelet leuker. Het grenst aan het Pacific Rim Park met wandelingen
op de grens van woeste kust en regenwoud. Wij vinden de wandelingen
een beetje tam, maar als we er een paar aan elkaar plakken komen we
toch een heel eind.
Het hoogtepunt van Ucluetlet zijn echter onze
buren aan de overkant van de ankerplek. Er woont een moederbeer met
drie kleintjes, bij laag water scharrelen ze over de rotsen op zoek
naar krabbetjes.
Om ze beter te zien gaan we met de bijboot een paar
honderd meter dichterbij. Op een avond zien we zelfs twéé moeder
beren met ieder drie kleintjes! We weten niet waar we moeten kijken.
De beren houden goed afstand van elkaar en hun kroost bij zich in de
buurt, maar het zegt iets over de voedselrijkdom dat ze zo dicht bij
elkaar kunnen leven. Het is prachtig om ze zo bezig te zien, zonder
dat zij zich aan ons storen, vanaf het water komt (meestal) geen
gevaar. Ze gaan gewoon hun eigen gangetje.
We
ontmoeten er ook Luke, de zoon van vrienden, die een bijzondere
business heeft opgezet. Slechts 25 jaar jong heeft hij zijn eigen
Pacific Rim distilleerderij waar hij vodka en gin maakt volgens
traditioneel familie-recept, met wilde gist uit het gebied en
allerlei lokale ingrediënten.
Gelijk zijn eerste jaar heeft hij
prijzen gewonnen voor beide brouwsels en hij is dan ook regelmatig
uitverkocht. Het moedergist kan maar een bepaalde hoeveelheid aan,
dus de productie is (nog) beperkt. De smaak is heel bijzonder en we
prijzen ons gelukkig dat we nu een fles aan boord hebben met de smaak
van Vancouver eiland naar de hand van Luke. We nemen Luke en zijn
vriendin Nashira mee om naar Lucky Creek te gaan in de Barkley sound.
Voor hen is dat ook de eerste keer. Het is een bochtige kreek omzoomd
door mooi bos die gevoed wordt door twee watervallen. Het water
stroomt dan eerst door verschillende natuurlijk poelen voor het in de
kreek uitkomt. We kunnen alleen een uur voor en na hoog water bij de
watervallen en poelen komen, het draagt bij aan het sprookjesachtige
karakter van de plek.
Voor de klok slaat moeten we er weer uit zijn.
Met wetsuit aan is het super leuk om door de poelen naar de
watervallen te zwemmen en te genieten van de natuur die ons omringt.
Luke
heeft nog allerlei tips om oesters te rapen, waar heilbot te vinden
is en we zalm kunnen vangen. Voor wilde oesters is het nog een beetje
te vroeg in het seizoen, maar die zalm willen we graag proberen. Met
z'n vieren vangen we niets, maar als we later nog een keer terug gaan
slaan we eindelijk onze eerste zalm aan de haak! Die gaat lekker in
de rookoven, een waardige afsluiting van onze maanden aan de Canadese
westkust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten