zaterdag 26 oktober 2019

Rijkdom en revolutie in San Francisco - september


Eerlijk is eerlijk, Roel doet het merendeel van het onderhoud aan de boot. Maar deze weken staat ONDERHOUD met hoofdletters in de agenda en dat betekent dat ik ook mijn deel mag doen. Over de jaren hebben we een manier gevonden om dat te laten werken. Ik houd meer van beginnen, maar niet van afmaken, dus ik krijg mijn eigen klussen en breek die in kleine stukken, zodat iets snel af is en ik vaak opnieuw kan beginnen. Op deze manier ben ik baas over mijn eigen weerstanden en heeft Roel geen last van mijn tempo. Eigenlijk is het best leuk, als ik eenmaal begonnen ben. Het houtwerk in de kajuit moet opnieuw gelakt worden. Vooral de keuken en de ingang hebben het zwaar te verduren gehad. Tijdens de verbouwing blijft de winkel natuurlijk gewoon open, dus klussen binnen is vooral afdekken en weer opruimen om 's avonds te kunnen eten en leven. 
De ingang is door de vorige eigenaar rood gebeitst, wat we altijd erg lelijk gevonden hebben. Maar nooit aangepakt, omdat we er vanuit gingen dat hij dat met reden gedaan heeft. Nu moet het eraf en wonder boven wonder blijkt er goed mahonie onder te zitten. Het knapt zienderogen op. Roel doet klussen buiten en we beginnen met de voorbereiding van Tara op de winter. Sommige klussen zijn vooral uitzoekwerk: waar laten we het anker zandstralen en opnieuw galvaniseren en hoe krijgen we het daar? Wat zijn de opties voor de ankerketting? De vloer in de kajuit moet vervangen worden, waar vind je geschikt materiaal en hoe krijgen we het hier en in de juiste maten gezaagd? Alles gaat via internet en zonder auto begin je bijna niks. Roel wordt vaak wanhopig van de maten in inches, voeten - 5/16e of toch 3/8e - en de slechte documentatie, alles is afwijkend! Bouten, moeren en schroeven nemen we altijd al mee uit Nederland, zodat we in ieder geval dat allemaal in millimeters houden, maar we willen zo min mogelijk slepen met bootonderdelen. De prijzen vinden we schrikbarend hoog hier, zeker in vergelijking met Nieuw Zeeland, dat betekent dus veel zelf doen. Dat is niet erg, we liggen goed in de Emery Cove Marina aan de oostkant van de baai, een fijne plek aan een klein recreatie schiereiland. Dicht bij de stad en toch in de natuur. Vrijwel ieder dag zonnig, fijne temperatuur en 's avonds een prachtige zonsondergang als afsluiting. We fietsen veel en om de dag lopen we hard om de wandelconditie op peil te houden, met uitzicht op het centrum en de Golden Gate Brug en voelen ons rijk.

Werkdagen wisselen we af met leuke dagen. Paul en Cathy, onze aardige kampeerburen uit Yosemite, wonen niet ver van de boot en komen een dag meevaren in de baai. Zij kennen de omgeving goed en sturen ons door de baai. We hebben een prachtige dag met in de loop van de middag zelfs voldoende wind om te zeilen. De Golden Gate Brug hangt te blinken in de zon en we varen een stukje naar buiten en weer terug. We genieten er alle vier van.
In de Sonoma Valley hebben we Lynne en Pierre uit Montreal ontmoet, met hun camper zijn ze iedere zomer 4-5 maanden onderweg. Zij komen ook een dagje buurten en met hen verkennen we het centrum van San Francisco. Deels met een historische tram, veel te voet. 
De straten in dit oudere deel van de stad lopen omhoog en omlaag, conditietraining op zich. Veel hoge, mooie huizen, Jugendstil en Italiaanse invloeden. Chinatown springt eruit met de kleurige façades en lampionnen over de straten gespannen. De oude vissershaven met nu vooral toeristen restaurants en winkels, en overal een mooi uitzicht over het water. Als laatste lopen we door het bank district met moderne hoge glanzende torens. Het camper leven van Lynne en Pierre lijkt in veel opzichten op ons zeilleven, dus we hebben van alles uit te wisselen en weer een gezellige dag.

Op zoek naar een watersportwinkel (het mag de naam niet hebben) fietsen we door de wijk Berkeley en een stukje van de Universiteitscampus. Berkeley doet erg vriendelijk aan, kleurige, houten huizen, vrijstaand op een klein stukje grond aan straten met veel bomen en fietsroutes. 

De campus is enorm – vanaf de ingang is het 15 minuten fietsen naar het bezoekerscentrum – en heuvel op, dat halen de vouwfietsjes niet. We fietsen door het lage deel en natuurlijk Telegraph Avenue. Vroeger was dit het hart van progressief Berkeley, met boekwinkels en koffiehuis Mediterranum. Een aanplakbiljet kondigt een avond aan over klimaatproblemen, dat zou wel eens interessant kunnen zijn. De avond wordt gehouden in een zaaltje van een bejaardencentrum en is georganiseerd door Speak Out Now, een socialistische groep. Er komen zo'n honderd mensen op af. Op de partijtafel liggen pamfletten en de boekentafel (alles $5,-) ligt vol met boeken van Marx, revolutie, economie en omwenteling. De presentatie met wetenschappelijke cijfers over klimaatverandering en bedreigingen is indrukwekkend en zorgelijk. 
Het tweede deel van de avond gaat over de 'oplossing'. Het kapitalisme heeft maar één doel: winst. Het systeem van politici steunt rijken en bedrijven in dit streven ten koste van slecht betaalde werknemers en milieu. Een totale omwenteling is het enige wat dit kan doorbreken aldus Speak Out Now, want het vertrouwen in de politici en de democratie is erg laag. De vragenronde gaat in onze ogen chaotisch, want iedere vragensteller is minuten aan het woord en er worden eerste een aantal vragen gesteld en dan pas komt er een antwoord. Geen touw aan vast te knopen! Ook wordt de vraag gesteld hoe het dan toegaat na de omwenteling? Daar is geen antwoord op want dat wordt te zijner tijd democratisch met elkaar besloten. Daar zou ik me dan weer zorgen om maken en ik hoop dat ze goed kijken wat er in de landen gebeurt waar zo'n omwenteling al heeft plaatsgevonden. Ik denk aan Nederland, waar Rutte recent bedrijven uitgedaagd heeft om de lonen van de werknemers te laten stijgen, dat we uitkeringen hebben, betaalbare gezondheidszorg, opleidingen en zo meer. Veel van de speerpunten van Speak Out Now! 
Want de cijfers voor de Amerikaanse bevolking liegen er ook niet om. Nergens is het verschil tussen arm en rijk zo groot als hier, terwijl Californië qua bruto nationaal product groter is dan Duitsland, met minder dan de helft van de inwoners! Het geld klotst dus op veel plekken uit de zwembaden. En toch groeien iets meer dan 20% van de Amerikaanse kinderen op onder de armoede grens, van alle geïndustrialiseerde landen is het alleen in Roemenië nog slechter gesteld1. Het verschil tussen privé onderwijs en openbaar onderwijs is gigantisch, vervolgopleidingen schreeuwend duur en er wordt in Californië bijna twee keer zoveel geld uitgegeven aan de gevangenissen als aan het hoger onderwijs2. Het is dus zeker een interessante avond en progressief Berkeley is er nog steeds. 
Deze weken lees ik ook “Reizen zonder John” van Geert Mak. Hij volgt vijftig jaar na dato de reis uit 1960 van de latere Nobelprijs winnaar John Steinbeck en zijn hond Charley. “Om te zien hoe Amerika er nu voor staat”. Ieder hoofdstuk belicht een ander deel van de Amerikaanse samenleving. Mak is een geweldige historicus en schrijver en het helpt mij om iets meer te begrijpen van de maatschappij waar wij tijdelijk in 'wonen'. Hoe de immigranten mentaliteit en de burgeroorlog standpunten gevormd hebben die nog steeds doorwerken in de maatschappij. Hoe verdeeld het land is over de oplossing van vraagstukken. Als je niet voor jezelf op kunt komen heb je het lastig hier....

1Speak Out Now pamflet Fall 2015
2Reizen zonder John, Geert Mak, 2011 blz. 621













dinsdag 8 oktober 2019

Roadtrip goud, meren en wijn - september


We rijden na de Tioga pas uit de bergen een totaal ander landschap binnen, alsof we op de maan stappen. Het is kurkdroog, heet, er groeit bijna geen enkele boom en de stoffige gele vlaktes zijn spaarzaam begroeid met kleine struikjes. Als eerste valt onze blik op het Mono meer, onwerkelijk blauw in de bruingele tinten van de omgeving. Het is een meer zonder uitgang met een hoog zout en mineraal gehalte en ondergrondse bronnen. Die bronnen vormen tufagesteente waar het water uitborrrelt en weer nieuwe laagjes afzet. Sinds 1950 is het waterpeil bijna met de helft gedaald door het aftappen van rivieren voor drinkwater en irrigatie en verschillende versteende fonteinen steken nu boven het wateroppervlak uit. Een beetje surrealistisch! Het meer heeft een eigen microklimaat met dieren en planten die aangepast zijn aan het zoutgehalte. Er is een overvloed aan kleine alkali vliegjes – de lokale indianen maakten een eiwitrijk meel van de larven - en zoutgarnalen. Nu zijn het vooral vogels die zich tegoed doen aan de vliegjes en garnalen. Het lage waterpeil is wel een bedreiging voor het meer, de concentratie zouten loopt ieder jaar op en er zijn maatregelen in de maak om de instroom van de rivieren veilig te stellen. Lastig al die tegengestelde belangen! Er is een wandeling uitgezet naar de Tufa bronnen, wat een bizar landschap.

We hebben een tip gekregen om toch vooral Bodie niet over te slaan. Het is een van de weinige goudzoekersstadjes in deze wildwest-achtige omgeving waar een deel van de oude houten gebouwen bewaard is gebleven. In 1859 vond ene meneer Bodey goud aan de oppervlakte en ontstond er een klein stadje waar goud en zilver gedolven werd. Eind jaren 70 werd een rijke ader aangeboord en de gelukszoekers snelden toe. Tussen 1877 en 1879 groeide het stadje uit tot een boomtown met 2000 houten gebouwen en rond de 8500 mensen. Onder die gebouwen waren 60 saloons en dance halls, want waar goud gevonden wordt, rolt het geld. Er was een China Town voor de Chinese werkers, winkels, banken en een school. In 1881 was de boom al weer over en een paar jaar later was het bewonersaantal gedecimeerd. 
Met nieuwe technieken ging het delven nog wel door tot twee grote branden in 1896 en 1932 90% van het stadje verwoesten. Het delven werd gestaakt. Wat er nog staat geeft niettemin een indruk van het stadje en de enorme inspanning die getroost is om alles op te bouwen en te bevoorraden. In de verre omtrek is geen boom te bekennen en al het hout voor de mijn en de huizen moest uit de Sierra Nevada komen. Ook voedsel moest van ver aangevoerd worden. In de school liggen de boeken nog op de banken en de kaart van Amerika hangt aan de muur. Sommige huizen zijn nog ingericht met meubilair en huisraad wat is achtergelaten door berooide families. Transport naar elders was erg duur en loonde de moeite niet! Ook in de winkel staan de schappen vol en de advertenties uit die tijd hangen nog. Wat een desolate omgeving, maar de inrichting van de huisjes is dan weer opvallend verzorgd en herkenbaar “Europees”. Behang, mooie houten ledikanten, schilderijtjes. In het museumpje vinden we een doe het zelf cursus voor danslessen, veel foto's, gebruiksvoorwerpen en twee lijkkoetsen opgepoetst en wel. We lopen door de tijd van 140 jaar geleden alsof het niets is. In de verte komt een stofwolk richting het stadje rijden, de sfeer is compleet.

In Bridgeport kamperen we aan de Twin Lakes. Er wordt veel gevist en ik heb duidelijk minder met vissers dan met wandelaars. Veel bier en BBQ, de buiken meer dan gevuld. De lokale microbrouwerij moet natuurlijk wel bezocht worden, toch bier en we treffen er een stel aardige vissers, zie je wel, ik moet niet zo snel oordelen! Ze komen vanuit San Diego een paar keer per jaar hier een weekend vliegvissen. Dat is wel 10 uur rijden enkele reis! De visser vertelt dat als hij in het water staat, alles van hem afvalt en hij helemaal gelukkig is, de vis gooit hij terug. Die ervaring verschilt weer niet zoveel van wandelen. We lopen de Horsetail waterval route tot ver boven het meer, het laatste stukje is in de Hoover Wilderness, alweer zo'n prachtige omgeving. 
Het is weekend en we komen mensen tegen die naar de Matterhorn in de verte lopen. Nachtje slapen in de wildernis, morgen de beklimming van het topje en dan weer terug. Ze vertellen dat het geweldig is om zo te kamperen en proberen zoveel mogelijk van dit soort tripjes te doen. Daarom woon je graag in Californië, buiten is overal vlakbij. Wij kennen dit niet uit Nederland, maar kunnen ons goed voorstellen dat je er hier veel meer ruimte voor hebt. De wandelroutes in Yosemite alleen al waren meer dan 1200km , eromheen in de hele Sierra Nevada en de voetheuvels moeten dat duizenden km zijn. Wij zijn weer helemaal tevreden met onze dagtocht en daarna gaan we poedelen in de Bridgeport Hotspring, want douches zijn er niet op de Park Campings.

De ritten tussen de bestemmingen door zijn ook interessant en prachtig. We rijden door een dunbevolkt gedeelte van het land en de natuur verandert als we weer de bergen in rijden. We passeren Topaz, een dorpje van niets, maar voor mij toch interessant omdat in de boeken over Californië meerdere keren deze naam is gevallen. Na de aanval van de Japanse luchtmacht op Pearl Harbor en de oorlog die volgde, werden alle Japanse immigranten in de US tot gevaarlijk verklaard. Aan de Westkust van de US woonden veel – van oorsprong - Japanners. Ze moesten alles achterlaten en werden bijeengedreven. Vaak eerst in plekken als een renbaan of stadion en vervolgens naar hun concentratiekamp gebracht zoals in Topaz. Aan de oostkant van de Sierra Nevada, in de woestijn, ontsnappen was niet mogelijk. De omstandigheden waren er zeer zwaar en na afloop van de oorlog waren hun bezittingen in de stad verbeurd verklaard. Niets herinnert in het dorpje meer aan deze bladzijde in de geschiedenis, maar voor veel oudere US Japanners zal dat ongetwijfeld anders zijn. In totaal hebben ongeveer 120.000 mensen vastgezeten, van wie ruim 60 % Amerikaans staatsburger was.
We rijden door een groot Indianen reservaat, nu met casino's, ook veilig ver weg van de sappige valleien aan de andere kant van de bergen.
Een klein stukje door Nevada, de benzine prijzen kelderen ineens met 2$ ten opzichte van onze pomp onderweg en dan door de bergen naar Lake Tahoe. Het grootste bergmeer van de US op 1900 meter hoogte. Onze eerste stop is South Tahoe City, wat een desillusie, tenminste als je niet van casino's, veel auto's, overdadig eten en winkelen houdt. Het meer valt er helemaal bij in het niet. Er is een interessante kabelbaan, maar het weer is aan het omslaan en bewolking en windstoten maken dat geen aantrekkelijke optie. We hebben het snel bekeken en gaan naar de camping bij het Fallen Leaf Lake, waar we een beschutte plek vinden tussen hoge bomen. Die nacht stormt het al behoorlijk tussen de bomen, maar de echte storm komt de volgende dag pas. 
Voor het losbarst maken we een hele mooie wandeling naar Eagle Lake, niet erg lang maar wel lekker klimmen. Het wordt snel donker en voor we in North Tahoe City zijn giet het van de regen en stormt het echt. Dit stadje is veel kleinschaliger en ligt erg mooi aan het meer. We zoeken een leuke lunchplek met uitzicht op het meer, de regen verandert in sneeuw en de vooruitzichten voor de nacht zijn niet best. Dat wordt een hotelletje ;-) Het meer ziet er mooi uit, overal witte kopjes op het water, maar het weer werkt niet mee voor een strandwandeling. Lekker lezen en niets doen.
In 1960 waren in de Squaw Valley, net buiten Lake Tahoe, de Olympische spelen, wat was het toen nog kleinschalig! We rijden door het Olympisch dorp op weg naar onze volgende wandeling: de Granite Chief. We klimmen gestaag naar boven en daar ligt verse sneeuw! 
De temperatuur is vandaag overigens heel aangenaam en de sneeuw zal nog geen blijvertje zijn. We zien wel de bordjes “Einde Ski Piste” dus ze verwachten meer voor de winter.
Het weer is van slag, dus we gaan richting wijn & zon in de Napa en Sonoma vallei. Onderweg passeren we Folsom, en luisteren naar Johnny Cash' beroemde concert in de Folsom gevangenis uit 1968, 'jeugdsentiment', nou ja, uit onze kindertijd dan.

Wijnproeven in de vallei is een prijzige aangelegenheid, de flessen zelf niet minder. We herkennen vrijwel geen namen, dus kiezen op goed geluk iets uit. De opslagcapaciteit in de tent en aan boord is minimaal, dus we genieten vooral van de wijngaarden en het mooie heuvelachtige landschap. Onze camping (zeer schaars goed hier) ligt tegen de Sugarloaf Ridge aan. De eerste avond zien we voor de tent: wilde kalkoenen, een havik, herten, eekhoorns, talloze vogels, vleermuizen, een uil en de maan. 
We kijken uit op de Red Mountain, die in de ondergaande zon zijn naam eer aan doet. De Sugarloaf Ridge lag in de vuurzee die twee jaar geleden het gebied teisterde en waarbij heel veel bewoners hun huizen verloren hebben. Op de camping ziet het er tamelijk groen uit, maar als we de volgende dag het Bald Mountain pad lopen zien we zwartgeblakerde bomen, gelukkig leven sommigen nog. De kale berg heeft weinig schaduw en het is erg warm in vergelijking met de voorgaande wandelingen, dus het stijgen gaat nog steeds langzaam. De klapper van de wandeling is een ratelslang, Roel ziet hem uit zijn oude huid kruipen. Hij is halverwege en het lijkt erop dat de huid eerst losraakt bij zijn kop en dan langzaam binnenstebuiten van zijn lijf afrolt terwijl de slang eruit glijdt. 
De slang is duidelijk niet erg blij met onze belangstelling dus we houden afstand om hem niet op te jagen, maar we kunnen het niet laten om toch te blijven kijken, het is fascinerend. Als uiteindelijk de klus geklaard is schuifelt de slang weg tussen de stenen en de struikjes. We nemen de huid mee voor het bezoekerscentrum van de camping, maar eerst even zelf goed kijken! Ieder schubje is nog te zien in de huid en ook de buitenste laag van het oog lijkt te vervellen, in de huid is het aaneengesloten. Wat een prachtig mechanisme, en om het zo in de natuur mee te maken een buitenkans. We horen dat er erg veel ratelslangen zijn in Californië, dus dat is niet zo bijzonder, maar om het vervellen zelf te zien blijkt heel weinig voor te komen. Een geluksdagje dus.
Lokale wandelaars nodigen ons spontaan uit om te komen eten, en we hebben een erg leuke avond met hen, wat een gastvrijheid. Ze raden ons de North Sonoma Mountain aan voor een laatste wandeling. De weg erheen gaat langs wijngaarden en met mooie vergezichten over de omgeving. In het bos vinden we een groep Coastal Redwoods in een een oud gedeelte, erg mooi. We hadden hier graag nog meer gelopen, maar Tara roept, of eigenlijk de autoverhuurder die de auto terug wil.

Wat een leuke auto trip, zoveel verschillende gebieden en we hebben er zó veel overgeslagen, dat biedt perspectieven...






















woensdag 2 oktober 2019

Bergen en dalen in Yosemite - september


In San Francisco trekt niet de stad maar het achterland, de Sierra Nevada. We zijn al laat in het seizoen en sommige wegen gaan dicht als de eerste sneeuw valt, dus op pad! Californië heeft prachtige parken en Yosemite is de mooiste volgens de gidsen. We zijn laat, het is al herfst en we hebben niets kunnen bespreken, maar het zal wel naseizoen zijn.... Niet in Yosemite! Met miljoenen bezoekers per jaar en beperkte overnachtingsmogelijkheden is het knap lastig om een kampeerplekje te vinden. We strijken neer op een camping net buiten het park aan Bass Lake.

Het hart van Yosemite is de vallei waar gletsjers en de Merced rivier in miljoenen jaren de wanden afgesleten hebben tot torenhoge dieptes. De vallei was al duizenden jaren bewoond door de lokale Miwok indianen toen Europeanen er in 1851 voor het eerst een blik in wierpen. 
Het was het Mariposa Bataljon, een militaire “ontdekkings” expeditie op zoek naar indianen die handelsposten en pioniers lastig vielen. Lafayette H. Bunel, een van de leden van de expeditie, hield een dagboek bij en hij beschreef het zo: “None but those who have visited this most wonderful valley can even imagine the feelings with which I looked upon the view that was there presented. The grandeur of the scene was but softened by the haze that hung over the valley-light as a gossamer-and by the clouds, which partially dimmed the highest cliffs and mountains... increased the awe with which I beheld it, and as I looked, a peculiar exalted sensation seemed to lift my whole being, and I found my eyes in tears with emotion...”. De eerste bik op de vallei roept nu nog steeds een gevoel op van ontzag en verwondering. Het is prachtig, met aan weerszijden hoge granieten wanden, bergen met ronde vormen, watervallen, een groene vallei in het midden en bomen op het grensvlak.
We zijn niet de enigen die dat vinden, op het uitzichtpunt na de tunnel staan nog zo'n 200 mensen, dat is even wennen! We hebben moeite om in de drukke vallei, tussen files, parkeerproblemen en toerbussen door, de mooie plekken te vinden en rust om de natuur op ons te laten inwerken. Ik lees dat 95% van de bezoekers maar 5% van Yosemite ziet. Wij hebben dus geluk dat we er bijna een week kunnen blijven.

Iedere dag verkennen we ander gedeelte van het park en maken lange wandelingen. Als zeelui hebben we wel moeite met het lopen op grote hoogte. We moeten rustig aan beginnen om niet helemaal buiten adem te raken, vooral als we klimmen, maar iedere dag gaat het beter. We merken dat maar weinig mensen verder dan 2 kilometer van de parkeerplaatsen lopen. Daarna is het alsof we alleen in deze fantastische omgeving zijn en hier ervaren we de stilte van de natuur. Ook de afgronden zijn indrukwekkend, soms iets te, maar we “beklimmen” wel een paar van de ronde domes en Taft Point, een uitstekende rots boven de vallei.

Als we op Glacier Point staan op de zuidelijke wand, op 2400 meter hoogte, hebben we een weids uitzicht over de vallei beneden ons in de diepte. In de ijstijd was de vallei één grote gletsjer en lag er bovenop Glacier Point nog 230 meter ijs! De rotsen en de bergen om ons heen zijn helemaal glad gesleten door de schurende beweging van het ijs. Typerend voor deze streek zijn de ronde, bol afgesleten bergen - domes genoemd – en de gigantische Half Dome steekt overal bovenuit. Om ons heen zijn watervallen die in verschillende verdiepingen naar beneden storten. De Yosemite waterval is met 800 meter de hoogste van heel Noord Amerika. Stoere, vaak eeuwen oude dennen bevolken de hellingen en de richels waar ze nog net kunnen groeien, in de vallei stroomt de Merced rivier tussen weides en loofbomen. Een prachtig oer landschap!

In een hoekje van het park is het Mariposa Bos, waar een groep reuzen sequoia's staan. De oudere en dikkere zusjes van de hoge Coastal Sequoia's waar we eerder waren. Het zijn niet de oudste bomen van de wereld, maar de 'Grizzly', met haar geschatte 2700 jaar, is voor ons al moeilijk genoeg te bevatten. De boom is zo hoog als het Vrijheidsbeeld in New York, haar stam is getekend door bosbranden die eeuwen geleden hebben plaatsgevonden. Er omheen staan andere prachtige sequoia's en bomen die eind 1800 “aangepast” zijn om als toeristen attractie te dienen. De bomen en het omliggende bos maken ook hier erg veel indruk op ons.

In de vallei, staan we aan de voet van El Capitan, een loodrechte granieten wand van 900 meter hoog, we voelen ons nietig. Dit is een mekka voor bergbeklimmers met zeer moeilijke klimroutes. Alex Honnold is hier tegen opgeklommen zonder lijnen of zekering, onvoorstelbaar! De film Free Solo volgt de beklimming, doodeng. Yosemite trekt toeristen, wandelaars, klimmers, fotografen, schilders, iedereen wil graag iets ervaren en vastleggen van de natuur, maar om de ziel van deze plek te vangen valt niet mee, ook niet in een blog, misschien gaat dat beter met je hart.


De laatste dagen hebben we een camping in het park op de noordelijke rand van de vallei. We nemen een andere route en rijden langs de Merced rivier de vallei in, de route die ook het Mariposa Bataljon had in 1851. Het geeft weer een heel ander beeld dan het hoge uitzicht na de tunnel. We kennen nu het ritme van het park een beetje en zijn super vroeg om de middag drukte voor te zijn. In het bezoekers centrum zien we een korte film over het ontstaan van het park. Na de ontdekking van de vallei werd deze snel overgenomen door kolonisten, het betekende het eind van de Indiaanse bevolking. Bezorgde burgers zagen dat de vallei geëxploiteerd werd ten koste van de natuur en een beweging voor bescherming was geboren. Al in 1864 tekende President Lincoln (nog tijdens de burgeroorlog!) een Grant die de vallei in beheer gaf aan de staat Californië zodat het beschermd werd en vrij toegankelijk zou blijven voor alle mensen die het wilden zien. Een unicum in die tijd wat de weg vrijmaakte voor het ontstaan van andere natuurparken in de US. 
Het omliggende gebied werd in 1890 op instigatie van John Muir een nationaal park. Beroemd is de kampeer trip die Muir begin 1900 maakte met president Teddy Roosevelt, samen trokken ze een paar dagen door de vallei en de omgeving. Roosevelt was zo onder de indruk dat hij zich inzette om het hele gebied tot nationaal park te maken, hetgeen gebeurde in 1905. John Muir was onvermoeibaar als natuurbeschermer en zo beeldend in zijn beschrijvingen dat hij veel gedaan heeft voor het natuurbehoud van de grote parken in het westen van Amerika. Zijn naam komen we dan ook overal tegen. Hij had een kleine houtmolen in de vallei waar hij een poosje van leefde. Aan de gevel timmerde hij een groot uitgevallen kippenhok van waaruit hij altijd zicht had op de natuur om hem heen. Het was een aparte man denk ik.

We gaan naar Tuolumne Meadows, op 2900 meter hoogte, enorme bergweiden met bloemen en dieren, doorsneden door rivieren en stroompjes, omgeven door pieken van bergen die hoger waren dan de gletsjers en ronde domes die daaronder gelegen hebben. Begin juli lag er nog volop sneeuw hier en de zomer duurt er 6 weken. Er zijn verschillende prachtige meren in de omgeving en we stoppen bij Tenaya meer en Olmsted point, een berghelling van granieten, gladgeschuurde platen waar een reuzen gletsjerhand achteloos tonnen zware ronde keien heeft uitgestrooid. We kijken over de vallei in de diepte op Glacier Point en Half Dome aan de overkant, letterlijk adembenemend.
De camping ligt midden in dit natuurgebied en wij lopen pittige dagtochten in de omgeving, het maakt ons gelukkig om daar te zijn. Ons pad kruist een paar keer het Pacific Crest Trail, een wildernis route hoog in de bergen van Mexico naar Vancouver. “Om daar zelfs maar een stuk van te kunnen lopen!” fantaseer ik. Roel is iets minder enthousiast om met je tentje en eten voor weken op je rug door de bergen te trekken. Rond de wereld zeilen is net een soort Pacific Crest Trail, maar dan over water vindt hij, daar zit ook wat in. Gelukkig genieten we volop van onze dagtochten, het beste van twee werelden.
De avonden dat we in Tuolumne Meadows staan is het volle maan. Het is magisch! We maken ieder avond kampvuur tot we naar bed gaan en rond acht uur 's avonds verschijnt de maan! 
Het heldere weer en de hoge ligging van de camping hebben wel een keerzijde, de temperatuur daalt de eerste nacht tot nabij het vriespunt en daar zijn we niet op berekend. Onze super aardige buren wel, zij hebben drie doorgestikte dekens bij zich, twee teveel en ze geven er één aan ons, we mogen hem houden. Zij redden het kampeerplezier, want bibberend in je slaapzak liggen, zelfs bij volle maan, is geen pretje.
De laatste dag rijden we het park uit naar het oosten door de Tioga Pass - 3300 meter - tussen toren hoge bergen waar boven nog sneeuw ligt. Nog voor we beneden zijn heb ik al heimwee en het is niet overgegaan. Yosemite is een van de mooiste plekken waar ik ooit gelopen heb.....