zaterdag 4 mei 2019

Bergen, meren, wijn, klein rondje Canada - maart


Ten oosten van Seattle liggen de Cascade Mountains, een prachtig natuurgebied. Omdat we op de overgang van winter naar voorjaar zitten, zijn ze nog niet overal toegankelijk en wij zijn geen alpinisten. We besluiten om er omheen te rijden om toch een indruk te krijgen. Er ligt sneeuw op de passen en wij nemen de Snowqualmi pas, de laagste en best toegankelijke. Jammer genoeg hebben we regen & natte sneeuw onderweg, maar aan de andere kant van de bergrug wacht ons een verrassing, het is er kurkdroog in vergelijking met de Pacific kant en veel meer in winterstand. Het landschap is totaal anders en we rijden kilometers langs de Columbia rivier die ook om de bergrug heen stroomt. Op de oevers van de rivier zien we urenlang fruit- en wijngaarden. Dit is een van de grote fruit gebieden van de staat Washington. De wegen heten Bloesemweg en Appelstraat en ga zo maar door. De boomgaarden zijn nog in winterslaap en alle fruitstalletjes langs de weg zijn gesloten, maar wat zal het hier een feest zijn in de zomer en herfst! 
Een groepje Dall schapen is afgedaald uit de bergen om de eerste sprietjes gras naast de weg op ze zoeken, iedereen rijdt er voorzichtig omheen. We stoppen in Chelan, zomers een populaire plaats voor watersport op het Chelan Lake, nu zijn wij de eerste toeristen. Het weer is prachtig zonnig en we lopen door de sneeuw naar de kleine kloof die het meer verbindt met de rivier. Het motel is koud en donker, dus daar hoeven we niet veel te zijn. We gaan naar de plaatselijke microbrouwerij en hebben weer een leuke avond. Er is Pub Quiz vanavond, alle tafels zitten vol. Veel mensen lijken echt voor de quiz te komen en hebben fanatieke teams samengesteld. 
Wij doen vrolijk mee al missen we natuurlijk de echte plaatselijke vragen zoals “hoe heet de Ierse barman van de kroeg” in de serie vragen rond om St Patricks Day. Volgens mij worden de antwoorden van “the Dutchies” met een knipoog nagekeken want we eindigen zeker niet als laatste.
We rijden verder naar de grens met Canada. Hier wordt het een woestijnachtig landschap. Osoyoos is 's zomers te vergelijken met Mexico, dik 40 ºC, ratelslangen en kale rotsen. Nu ziet het er vooral koud, droog en doods uit. Er zijn ook hier boomgaarden en later horen we dat er druiven groeien in het gebied, vooral de warmte minnende druivensoorten natuurlijk, maar het geeft de wijnmakers een goede basis om verschillende wijnen te maken. We maken een mooie tocht naar Kelowna langs de verschillende meren van de Okanagan vallei, want de rivier buigt af naar het oosten. Ook hier weer kilometers lange boom- en wijngaarden. Appels, peren, perziken, abrikozen, aardbeien, maar we zijn te vroeg.
Kelowna ligt aan het Okanagan meer en groeit snel. Het schijnt een aantrekkelijke stad te zijn voor pensionado's uit Vancouver en omstreken: een aangename temperatuur het jaar rond, weinig sneeuw en geen muggen in de zomer. De flatgebouwen rijzen de grond uit en de prijzen zijn niet mis.
We ontmoeten er Debra en Will uit Toronto, die weer en paar weken met ons meereizen. En John en Michelle, vrienden van hen die in Kelowna wonen.
We gaan een dagje wijnproeven, want er zijn een paar leuke wijnhuizen in de buurt. Bij Mission Hill krijgen we een privé rondleiding via de connecties van John. De sommelier vertelt over de geschiedenis van het wijnhuis. In de jaren '70 behaalde het huis een eerste prijs voor hun Chardonnay op een prestigieuze internationale wijnbeurs, het zette het bedrijf op de kaart. 
De wijnkaart van British Columbia was toen nog zo goed als leeg, maar dat is inmiddels veranderd. We proeven een mooi rijtje van hun wijnen en een sparkling witte die ze pas ontwikkeld hebben. Zoals we ook in Chili gezien hebben, zijn het gebouw en de omliggende wijngaarden met kunstwerken prachtig. Een klokkentoren, een kapel met een op Chagall geïnspireerd kunstwerk en een vleugel met de handtekeningen van een beroemd pianisten, een prachtige kelder met vaten enzovoort. Daarna stoppen we bij Quail's Gate, erg beroemd, maar voor ons een stuk minder leuk. In het hoogseizoen staan mensen hier een uur of meer in de rij om te proeven en daar is de organisatie op ingesteld. Het loopt vlot door. Het huis levert de wijnen voor staatsbezoeken en dergelijke, maar dat zijn vast andere dan die wij proeven.
Het uitzicht over de wijngaarden op het meer is wel erg mooi. 's Avonds doen we nog een mini proeverij in onze eigen keuken, wij hebben ook uitzicht op het meer. Rondom Kelowna is van alles te doen, de De Kettle vallei fietsroute is beroemd, maar alleen in de zomer te doen. Gelukkig kan het te voet in de winter en we lopen het mooiste stukje van het traject in een dikke laag sneeuw, de Myra Canyon. Oorspronkelijk was het een treintracé voor zilver transport van de zuidelijke Kootnay bergen naar Vancouver dus het is mooi vlak. In de Myra Canyon moest het traject diverse diepe kloven over en daar zijn 17 houten bruggen gebouwd die dit deel van de route zo bijzonder maken. In 2003 zijn bij een grote bosbrand 13 bruggen verwoest, maar ook weer opgebouwd met vereende krachten. Het is een prachtige wandeling met mooie uitzichten en stralend zonnig.
Kelowna heeft niet 1 maar zeker 5 microbrouwerijen en ik krijg een snelcursus bierproeven met plankjes waar 5 kleine glazen inpassen met verschillende bieren van de kaart. Mijn favoriet was de Love Potion van Vice and Virtue Brewing ;-) Bij de brouwerijen staan foodtrucks (kleine vrachtwagentjes) waar je eten kunt halen en dan binnen opeten bij je biertje, simpel en leuk. We hebben leuke dagen met z'n zessen en nemen met een warm gevoel afscheid van John en Michelle.
Met Debra en Will rijden verder en gaan richting Kootenay Mountains, een onbekend deel van de Rockie Mountains vergeleken bij Banf en Jasper. De afstanden zijn weer groot, maar de tocht is gelukkig zeer de moeite waard. We kronkelen door bergen heen, rijden langs prachtige meren, soms nog met ijs en komen door kleine wild west achtige stadjes. 
Vlakbij Nelson hebben we een cabin van Logden Lodge besproken. Stomtoevallig blijken de eigenaren twee Nederlanders te zijn die hier zo'n 5 jaar geleden hun lodge gebouwd hebben. Annelies en Paul hebben voor hun werk altijd gereisd en de cabins zijn een mengeling van stoere blokhut met goede voorzieningen en prachtige kunstvoorwerpen die ze op hun reizen verzameld hebben. Rondom de cabin ligt nog volop sneeuw en we blijven twee dagen om met sneeuwschoenen wandelingen te maken. Alleen al op de veranda zitten en de omgeving in ons opnemen is een geweldige ervaring, binnen bij de houtkachel is het warm en knus, wat een prachtige plek!
Voorbij Nelson zijn er verschillende thermale baden, de Halcyon hotspring is al open. Vanuit de heerlijk warme buitenbaden kijken we uit over het Upper Arrow meer, erg mooi en ontspannend. Zo weven we onze weg terug naar de kust. Bij Kamloops maken we een wandeling door de rotsen van de Cinnamon Ridge, steenformaties van miljoenen jaren oud in kaneel kleuren. We kijken ver uit over de vlakte waar de rivier doorstroomt. 
De natuur is indrukwekkend, al zijn we nu de hoge bergen van de Rockies uit. Je kunt zien hoe het land gevormd is over miljoenen jaren. Diep uitgesleten rivier, rotsformaties, enorme meren en wij rijden op een smalle kronkelende weg erlangs. Weinig in cultuur gebracht land, op wat veeboerderijen na. Voor de eerste settlers zal het geen gemakkelijke start geweest zijn. Nu is het populair bij toeristen, met allerlei outdoor sporten, vissen en de weg naar de Rockies.
We rijden via een mooie scenic route naar Whistler, een bekende wintersportplaats 1,5 uur rijden vanaf Vancouver. Hier logeren we bij Brenda en Ron, vrienden van Debra en Will. We gaan drie dagen met hen skiën in dit fantastische gebied. 
Ongelofelijk hoe veel en ruime pistes er zijn, hoe ijzig ze plaatselijk zijn en hoe hard ze hier skiën! Als je dat in de alpen doet sta je alleen maar op de lift te wachten, maar hier zijn de afdalingen zo lang en de lift capaciteit zo groot dat het geen probleem is. Behalve voor mij dan, want zo hard lukt mij van geen kant. Pas de derde dag begint het te wennen en skiën we voluit. De pistes zijn op twee bergen tegenover elkaar en van de ene naar de andere loopt een 4,4 km lange kabelbaan voor als je wilt wisselen. Vanuit de cabine heb je een mooi uitzicht over Whistler en de bergen. Ron kent het gebied op zijn duimpje en zo komen we op de mooiste plekjes. Debra, Brenda en ik hebben op dezelfde Highschool gezeten in Midland en we halen herinneringen op aan die tijd, de dagen vliegen voorbij. 
Ook ontmoeten we Zander weer die we in Japan hebben leren kennen en die een weekendje uit is in Whistler. Grappig hoe die contacten soms lopen, we mensen weer tegenkomen en gelijk weer een klik hebben.
We blijven nog een paar dagen bij Brenda en Ron in Vancouver en verkennen de stad. Vancouver is gebouwd aan een zijtak van de Georgia Strait en heeft een natuurlijke haven. Aan de oceaankant ligt het enorme Vancouver Eiland, binnen zijn er verschillende baaien waar havens gemaakt zijn. We nemen de ferry “bus” die heen en weer vaart tussen noord en het centrum in zuid Vancouver. 
Gastown, het oude centrum is voor onze begrippen niet oud, maar hier is ruim 150 jaar dat wel. Bijzonder vind ik het oudste gebouw van de Hudson Bay Trading Company en de stoomklok in het oude centrum. We gaan naar de heerlijke markt op Granville eiland, tjokvol met fantastisch eten om boodschappen te doen. We wandelen een halve dag door het Stanley park, met totempalen en prachtige grote bomen op een apart eilandje en toch heel dicht bij de binnenstad. Vancouver maakt een groene indruk, de natuur is dichtbij, maar de skyline is die van een moderne grote stad. Er is geen snelweg om Vancouver dus de rit naar het vliegveld om Debra en Will weg te brengen gaat dwars door de stad. We hebben weer een heerlijke tijd gehad samen, wie weet waar we elkaar weer gaan zien! Ook nemen we afscheid van Brenda en Ron, met dank voor de gastvrijheid en gezelligheid, maar hen hopen we de komende zomer nog te zien als we langs Vancouver varen met Tara.


Voor wie een kijkje wil nemen bij de cabins van Paul en Annelies:  http://www.logdenlodge.com/home















zaterdag 27 april 2019

Tripje naar Portland - maart



De eerste maand in de US verkennen we de omgeving van Seattle. In de zomer nemen we liever de tijd om te varen, maar het is wel leuk om iets van het binnenland te zien.
We logeren een paar dagen bij Elaine, waar we erg blij mee zijn. We maken wandelingen door de parken in en om Seattle, de diversiteit is groot: zee, eilandjes, bergen, ieder park is anders. Het is nog vroeg in het voorjaar, maar hier en daar komen er sprietjes boven de grond, sommige camelia's die beschut staan bloeien al.
De eerste tocht die we maken is naar Portland en de Columbia rivier. Op de kaart lijkt het niets, maar we zijn uren onderweg, de afstanden zijn hier groot. Vlakbij de monding van de Columbia rivier kruisen we de route van Lewis en Clark. Deze mannen en hun “Corps of Discovery” met nog 37 man en 1 vrouw doorkruisten Amerika als eerste westerlingen begin 1800 van oost naar west. Ze deden er twee jaar en zo'n 1200 km over om aan de westkust te komen. Het was de vrouw Sacajaweja, een jonge Indiaanse, die een belangrijke rol had in het contact leggen met de indianen stammen die ze onderweg tegenkwamen. 
Niet iedereen was vreemdelingen goedgezind en niet zonder reden, zoals de geschiedenis later leerde. Lewis en Clark waren helden in die tijd en ze maakten de weg vrij voor kolonisatie van het westen in de decennia daarna. Wat een opgave om in zo'n enorm land zonder infrastructuur te trekken! Hoe kwamen ze aan eten, onderdak?
Onze reisvoorbereiding is nog niet optimaal, want we zijn te laat om Fort Klawock te bezoeken, waar het Corps de winter doorbracht in erbarmelijke omstandigheden. Zelfs nu – in maart- is het ijskoud en guur. De monding van de Columbia zien we vanaf de bijna 6,5 km lange brug, als we oversteken naar Astoria. Het is een beruchte plek in de zeevaart vanwege tij, wind, de zandbanken en de enorme uitstroom van de rivier. Op de 'bar' ligt menig wrak, maar Portland had wel een groot achterland, dus een haven was belangrijk. Astoria is een grappig plaatsje met oude gebouwen uit de glorie tijd van eind 1800, nu maakt het een wat slaperige indruk.
We slapen in Cathlamet, een piepklein plaatsje 39 mijl verder aan de rivier. We hebben snel contact met de locals in de plaatselijke mini brouwerij, hoe kleiner de plaats hoe makkelijker het gaat. Pizza's worden bezorgd in het proeflokaal en het halve dorp lijkt er gezellig bijeen te komen. Er zijn weer veel verhalen, over visserij, het leven in Cathlamet, de gezondheidszorg en een klein beetje politiek.

We rijden verder naar Portland, een moderne stad aan de Willamette rivier vlak voor deze de Columbia rivier instroomt. Ons hostel is in een oud pand in een mooie wijk met dito huizen en oude bomen. De stad is op de zuidelijke oever gebouwd en we lopen door het centrum en Chinatown naar de zaterdagmarkt langs de rivier. 
Het zijn vooral eettentjes en souvenirs, dus we zijn snel uitgekeken. Het leukste is de busrit naar boven vanwaar we uitzicht hebben over de hele stad, de rivier naar beide kanten en Mount Hood en andere bergen aan de overkant. Het is een prachtig gezicht en met de kabelbaan zeilen we af naar beneden. We zien ook een andere kant van de stad, er zijn veel zwervers, we komen ze overal tegen in de kou. Ook bij Starbucks, waar er verschillende mensen met een kop koffie in de hand zitten te slapen in de warmte. Als ze een kop koffie kunnen kopen mogen ze binnen en met één kop koffie kan je best lang doen als je slaapt. Al het eten wat niet verkocht wordt bij Starbucks gaat 's avonds naar de voedselbank, nog een sociaal gebaar. Ik vind het lastig om zoveel mensen – ook kinderen en ouderen – in zulke erbarmelijke omstandigheden te zien. Wat kan je doen? Hoe komt het dat ze zo leven?

Vlakbij Portland is de Columbia Gorge, waar de rivier zich diep in de rotsen heeft gesleten. Het waait in de stad, maar in de gorge stormt het. Bij Vista Point kan ik mijn fototoestel nauwelijks stil houden om foto's te maken en het is steenkoud. Verderop in de gorge zijn er verschillende watervallen en we nemen een paar van de minder bekende om door het bos naar toe te lopen. Natuurlijk stoppen we ook bij Multnomah Falls, waar we niet de enigen zijn. De paden zijn ijzig, maar het uitzicht is prachtig, natuur verveelt nooit. We kruisen de rivier bij de Brug van de Goden, een vernauwing in de gorge, en gaan richting de bergen. Ik heb een leuk binnendoor weggetje uitgezocht om naar Mount St Helens te rijden. Een heel eind gaat het goed, maar dan stopt de sneeuwruimer en is de weg onbegaanbaar, in ieder geval voor onze huurauto. Een hele tijd later, via de hoofdweg, komen we bij het bezoekerscentrum van Mount St. Helens, met een erg mooi zicht op de vulkaankegel met sneeuwhoed. Op 18 mei 1980 is deze vulkaan uitgebarsten, na maanden onrustig te zijn geweest. Geleerden voorspelden een uitbarsting, maar na veel waarschuwingen en geen gevolg wilden de bewoners terug naar hun huizen. Op 17 mei ging de eerste groep terug en op 18 mei gebeurde het dan toch. 
De aardbeving was maar 5,1 op de schaal van Richter, maar de vulkaan eruptie had een kracht van 1500 atoombommen!! Onvoorstelbaar zo'n kracht. De gigantische as en puinwolk verplaatste zich razendsnel naar beneden en 57 mensen kwamen om. De top van de vulkaan is daarna flink lager geworden. Na bijna 30 jaar herstelt de natuur zich en ontstaan er nieuwe bossen, voor Mount St Helens is het maar een hikje in de tijd, alleen wij tellen de jaren.....

wordt vervolgd.

Foto's: Cascade Mountains vanuit het vliegtuig, Columbia River Gorge, Bruidssluier waterval etc.











maandag 15 april 2019

Winterslaap voorbij - maart


Het kost moeite om het blog uit de winterslaap te krijgen, maar nu we in Sitka op Tara zijn begint het weer te kriebelen! De boot klaar maken, nieuwe dingen ontdekken, we hebben er zin in!
Winterslaap was voor ons overigens ook erg fijn. We hebben tijd met onze kinderen, familie en vrienden doorgebracht, heerlijk! Dat leent zich minder voor een blog, maar wel voor een dankbaar en warm gevoel, waardoor we met veel plezier terug kijken op de afgelopen maanden en vol energie aan onze nieuwe etappe beginnen.

Toch nog een korte terugblik van wat ons opgevallen is.

De overgang van Alaska, met 700 duizend inwoners (iets meer dan Rotterdam) en een grondgebied zo groot als Spanje, Frankrijk, Duitsland en de Benelux samen, naar Nederland is groot.
In Nederland valt ons de snelheid op, het verkeer, de reclames die op je afgevuurd worden, hoe mensen gehaast met elkaar omgaan, de agenda is oppermachtig, het supersnelle internet, de zesbaans wegen, 130 km per uur rijden, de fantastische treinen, bussen en metro's. Hoe welvarend Nederland is valt ons op, de wegen zijn goed onderhouden en redelijk schoon, de huizen idem dito, bijna alles is heel en ligt recht, mensen hebben een ziektekosten verzekering die betaalbaar is, het aanbod in de winkels is overvloedig, de prijzen zijn laag, de restaurants in de grote steden zitten bijna avond aan avond vol en mensen zijn goed gekleed. Toen we in Alaska waren vroegen we ons af hoe 18 miljoen mensen in zo'n klein land kunnen leven, maar het kan heel goed. Natuurlijk merken we dat het anders is, er zijn meer afspraken en files, maar over het geheel genomen vonden we het weer heel fijn om in Nederland te zijn, wat hebben we het goed! Tussen de sociale afspraken door hebben we ook in Nederland prachtige wandelingen gemaakt, zoals te zien op de foto's. Zelfs in een dichtbevolkt land is er gelukkig nog zoveel natuur te vinden.


In Alaska ben je blij als je iemand tegen komt, tenzij je er woont om al het andere achter je te laten. Als je een schoon T-shirt aan hebt ben je “overdressed”, kaplaarzen – allemaal hetzelfde merk en kleur – zijn altijd in de mode, al is “de mode” hier ver te zoeken, alles is praktisch. Mensen maken hier dingen veel zelf met materialen uit de omgeving. Je hebt het te doen met wat voorhanden is ook in de winkels. Vaak heb je een parttime of seizoensbaan met wisselende inkomsten. Je vist, jaagt, verzamelt bessen en paddenstoelen zodat de vriezer vol ligt voor de winter. Zomers ben je buiten, op het water. Als het nodig is, timmer je een kamertje aan je huis. Dat veeal houten huis is al diverse malen opgelapt en slecht geïsoleerd. Je auto is minstens 20 jaar oud, heeft minimaal 6 cylinders en slurpt benzine, en maar klagen over de hoge benzineprijs van wel 7 dubbeltjes per liter:-) De prijzen voor boodschappen zijn erg hoog. Natuurlijk bezorgt Amazon hier ook – zij het met wat vertraging – en er is meestal telefoon en internet als je in de 'stad' woont, maar de rest van de US, laat staan de wereld, is hier heel ver weg. De natuur is hier altijd dichtbij.

In beide landen zijn er zorgen, al verschilt de achtergrond ervan. Dat mensen heftig van mening verschillen over mogelijke oplossingen is hetzelfde, een gezamenlijke, werkbare richting lijkt minder op de voorgrond te staan dan je eigen punt maken. Daar maken wij ons zorgen over.

We zijn weer aan de overkant, dus er komen nieuwe blogs, met dank aan Jeroen en Evert voor het duwtje in de rug van dit blog. Hartelijke groeten vanaf TARA











dinsdag 11 december 2018

Seattle - november


We zitten in een “ergens wonen” ritme en de boot winterklaar maken gaat rustig aan. In Sitka valt het met vorst meestal mee, maar met de watermaker en de motoren nemen we geen risico. Vocht is er des te meer, dus vochtvreters en vacuüm zakken voor kleding en dergelijke moeten het ergste buiten houden. We helpen Erik met klussen rondom de werkplaats, afgewisseld met etentjes en een biertje bij de lokale micro brouwerij.
Vlak voor we vertrekken uit Sitka krijgen we nog een cadeautje van de weergoden. Een prachtige dag met zon. De sneeuw is laat dit jaar dus de Mount Verstovia wandeling is nog goed te doen. Erik en Frances nemen ons mee. Het is een pittige wandeling, soms pad, soms brokken steen naar Picnic Rock op zo'n 800 meter hoog. Daar hebben we wel eerste klas uitzicht over de baai, de havens van Sitka en vulkaan Mount Edgecombe op een eilandje er tegenover.

We vliegen een paar dagen later naar Seattle, we gaan er op bezoek bij Justin uit Adak en Elaine die we ontmoet hebben in Puerto Mont in Chili. We krijgen vast een vertekend beeld van Seattle want we hebben 3 dagen prachtig zonnig weer en helderblauwe luchten, in plaats van dagen regen waar de stad berucht door is.
Seattle ligt aan de Puget Sound, tegen de grens met Canada. Aan de Canadese zijde ligt Vancouver aan dezelfde waterweg. Aan de oceaan kant is een bergrug, de Olympic Mountains en aan de landkant ligt ook een bergrug de Cascades. Seattle nestelt zich op ieder bebouwbaar stukje grond op de eilandjes en tussen het water en de bergen.
Honderd jaar geleden was Seattle booming door alle goudzoekers die hier vandaan vertrokken naar Alaska en de enkeling die beladen met goud weer terugkeerde. Amerikaanse rederijen hadden een monopolie op de vaart naar Alaska en Seattle boerde daar goed bij.
Nu is Seattle nog steeds booming maar met andere markten. Microsoft, Boeing, Amazon en Starbucks hebben in Seattle hun basis dus er is veel werk. Voor mensen met lagerbetaalde banen is huisvesting een enorm probleem op de krappe m2, sommigen kamperen permanent tussen de snelwegen. Anderen wonen ver weg en hebben dagelijks uren reistijd om op het werk te komen. Huisvestingsplannen van de stad stranden op weerstand van buurtbewoners die geen flats in hun wijk willen. Zo heeft iedere stad toch zijn eigen problemen.

We zijn eerst bij Justin en zijn vrouw Erika, waar we gastvrij ontvangen worden. Het is altijd even schakelen als je elkaar heel ergens anders ontmoet hebt en dan ineens in iemands woonkamer staat. Maar al snel hebben we het gezamenlijke enthousiasme weer gevonden en gaan op pad naar Hurricane Ridge in de Olympic Mountains. De weg er naar toe is voor ons al een feestje, langs de Puget Sound en door kleine dorpjes. Over een brug waarachter de grootste onderzeeboot haven van het Amerikaanse leger zit. Het middengedeelte van de brug wordt afgezonken als de onderzeeërs erdoor varen, maar vandaag is het gewoon autoverkeer wat er gebruik van maakt. 
We klimmen met de auto bocht na bocht tot we vlak bij de Hurricane Ridge zijn. We kunnen Mount Olympus zien liggen in de zon (2500 meter hoog) die heeft zelfs Justin nog niet vaak gezien. We lopen in de omgeving en zien Vancouver Eiland aan de overkant van de sound liggen. Het blijft een vreemd idee dat we daar de komende zomer met Tara doorheen zullen varen. Ik had me ook nooit gerealiseerd dat Vancouver en Seattle zó dicht bij elkaar lagen.
De volgende dag varen we over met de veerboot naar het centrum en hebben zo een prachtige introductie van Seattle bij daglicht. Helaas geen orka's rond de boot, ze waren er eerder deze morgen wel. Het geeft aan hoe dicht we bij het grote water zitten.
Het centrum ziet er modern uit met veel hoogbouw en mooie gebouwen. Oude gebouwen zijn er bijna niet. Er werd veel in hout gebouwd en begin 1900 heeft een enorme brand het centrum bijna helemaal in de as gelegd. Maar Seattle is er weer bovenop gekomen en hoe.
Elaine hebben we drie jaar geleden ontmoet in Puerto Mont toen ze met haar man rond Zuid Amerika zeilde. Er is veel verandert in haar leven en we hebben even tijd nodig om bij te praten. Daarna verkennen we Seattle. We hadden ons geen betere gids voor kunnen stellen. Hoogtepunten zijn Pike's Market en het glasmuseum van Dale Chihuly. De Market is een langgerekt gebouw met veel glas aan het water.
Er zijn lunch tentjes, groente, bloemen en – natuurlijk – veel vis en wat je ook maar zoekt op een markt. We staan even bij de beroemde viskraam waar op commando de vissen aangegooid worden naar de fileer tafel. Bordjes in het Engels en het Japans geven aan wat de gewenste, of veilige, afstand is voor de fotografen. We kijken even binnen bij het cafeetje uit de film Sleepless in Seattle, maar kiezen een Franse bakker voor de lunch.
Het glasmuseum met werken van kunstenaar en meester glasblazer Chihuly is sprookjesachtig. Hij maakt met zijn team enorme bouwwerken van glas: kroonluchters, plafonds, stellages, vazen met geschulpte randen van zeker een meter doorsnee. Zelfs de tuin is bezaaid met glassculpturen die perfect passen bij de gekozen beplanting.

Om van de markt bij het museum te komen nemen we een verhoogd metrobaantje wat slechts twee haltes heeft, het begin- en eindpunt. De oorspronkelijke plannen gingen veel verder, maar een groot winkelcentrum werd nét te dicht op een ander gebouw geplaatst zodat de lijn niet verlengd kon worden. Hoe zou dat nu toch kunnen? De tegenstanders van het lijntje waren in ieder geval tevreden en de bezoekers van de stad moeten nu iets meer moeite doen om van a naar b te komen.
We vertrekken met stralend weer naar Europa voor onze winterstop. We hebben geluk want een dag later doet Seattle zijn naam weer eer aan, honderden vluchten zijn vertraagd of geannuleerd vanwege dichte mist.

Als de foto's van het glasmuseum naar meer smaken, werken van Chihuly zijn nog tot begin mei 2019 te zien in het Groninger Museum in een grote tentoonstelling.







dinsdag 27 november 2018

Stand for Salmon - november


Buurvrouw Heather komt eten. Zij is Community Organizer voor de Sitka Conservation Society, de lokale natuurbescherming organisatie hier. Het is een drukke tijd voor haar en de andere Conservation Societies in Alaska. Na jaren praten, zoeken, netwerk opbouwen en samen schrijven is er een breed gedragen referendum uitgeschreven voor de bescherming van de Zalm-paaigronden in Alaska. De huidige wetten stammen nog uit de zestiger jaren en sinds die tijd is er veel veranderd. Grondstoffen zijn wereldwijd schaars en Alaska heeft op meerdere plaatsen grondstoffen in de bodem. Olie is welbekend, maar ook allerlei mijnbouw grondstoffen zoals koper en goud zijn aanwezig in de bodem. De stoffen die gebruikt worden bij het raffineren in de mijnbouw kunnen erg schadelijk zijn voor grond- en rivierwater, en dus voor de zalmen en mensen. Er zijn veiligere methoden om te raffineren, maar die kosten meer geld dan het vuil gewoon te lozen. De maximale boetes op een overtreding zijn nu $10.000,- een lachertje in de miljoenen industrie van de mijnbouw.

De campagne heet “Stand for Salmon” en heeft in ieder geval iedereen in beweging gebracht, de voorstanders en de tegenstanders. Grote olie en mijnbouw bedrijven hebben samen 12 miljoen ingelegd om de “Stand voor Alaska” campagne op te zetten, om NEE te stemmen tegen het zalmen voorstel. Het is een veelvoud van het budget van de Conservation Societies.
De tegenstanders beweren dat Stand for Salmon tot gevolg zal hebben dat er eindeloze procedures komen, minder werkgelegenheid en dat iedereen er in inkomen op achteruit zal gaan. Gevoelige thema's in een staat met een hoge werkloosheid en minder olie-inkomsten door de lage olieprijs en de verminderde opbrengst uit de olievelden. Het schrikbeeld van de “Stand for Salmon” lijkt te worden geschraagd door bangmakerij en uit zijn verband getrokken argumenten.
De voorstanders werken hard om de discussies in de gemeenschap op gang te houden en correcte informatie te geven. Het is een uitdaging. Alle vrije reclame tijd op tv is opgekocht door Stand voor Alaska, en ook andere kanalen worden volop benut om tegenstanders te winnen.

Roel en ik gaan naar een wervingsavond voor vrijwilligers, een klein, divers gezelschap. We komen een van de vissers tegen van de pier in Baronov Falls, jonge mensen uit Sitka en oude rotten uit het natuurbeschermings vak. Er zijn ook kritische vragen uit het publiek, ze gaan meestal over de gevolgen die het aannemen van het referendum heeft op hun eigen dagelijks leven. Hoe moeilijk wordt een vergunning voor je privé aanlegplaats bij je huis, mogen we nog jagen en vissen? Het antwoord is steeds dat het referendum hier geen verandering in brengt, het doel is de grote industriële- en infrastructuurprojecten. Ik denk steeds aan de zalm die bij ons verdwenen is in de grote rivieren en hoe lastig het is om een evenwicht te hervinden als het kwaad geschied is, dus ik meld me aan als vrijwilliger. Avonden zit ik te bellen met mensen in Alaska om te vragen of ze gaan stemmen en of ze dan vóór de zalmen willen stemmen. De vraag óf ze gaan stemmen is erg belangrijk, er stemt namelijk maar een klein gedeelte van de bevolking. In Amerika moet je veel moeite te doen om jezelf te registreren als stemmer voor je mee mag doen. Als je geen officiële documenten hebt moet je die eerst aanvragen (en betalen) voor je kunt registreren. In Alaska gaat dat wel in een moeite door met de registratie voor een uitkering uit het Dividend Fonds van de olie opbrengsten. Iedere Alaskaans ingezetene heeft daar recht op en ik schat in dat het ontvangen van geld een grotere beloning is dan het recht om te mogen stemmen. Naast de registratie lijkt stemmen hier minder vanzelfsprekend dan bijvoorbeeld in Nederland. Bij de laatste presidentverkiezing in de US stemde minder dan 60 % van de bevolking.

Ik was zelf nooit z'n voorstander van ongevraagd gebeld worden en zit nu aan de andere kant. Sommige mensen zijn ronduit bot, sommigen beleefd maar willen niet gebeld worden. Gelukkig ook veel mensen die gaan stemmen en de campagne steunen en in een aantal gevallen vragen die ik (meestal) kan beantwoorden. Collega's gaan langs de deuren om met mensen te praten. Naast het doel is het leuk om weer in een team te werken, ervaringen uit te wisselen, ideeën uit te proberen. We brengen borden om in de tuin te zetten en op de verkiezingsdag staat we op de belangrijkste rotonde (de enige?) in Sitka met spandoeken om mensen over te halen om te gaan stemmen voor ons voorstel.

Het referendum is onderdeel van een uitgebreid stembiljet. Naast de verkiezing voor de US Huisafgevaardigde wordt de nieuwe gouverneur van Alaska gekozen evenals het huis van de staat, rechters, school besturen etc. Stemmers moeten ruim 20 maal hun stem uitbrengen, waaronder 1 referendum: Stand for Salmon. In de gesprekken over de telefoon merk ik dat mensen soms door de bomen het bos niet meer zien, je moet je in Alaska over zoveel zaken een mening vormen. 51 procent van de stemgerechtigden gaat ook daadwerkelijk stemmen.
De uitslag geeft een duidelijk beeld: Zowel de gouverneur als het huis van de staat gaan over in Republikeinse handen. Het referendum voor de zalmen bescherming wordt afgestemd met 63% van de stemmen tegen. Don Leavy, de nieuwe gouverneur van Alaska, zegt in zijn benoemings speech: “Alaska is open voor business, olie en mijnbouw is onze toekomst”. Het is in lijn met de plannen van President Trump.

De stemming in ons “Stand for Salmon” team is natuurlijk verslagen na de uitslagen. Maar, zoals iemand opmerkt: “In twee jaar tijd hebben we 37% van de stemmers achter ons voorstel gekregen, dat is een enorme winst! Er zijn contacten gelegd, netwerk gebouwd en dit is niet het laatste natuur onderwerp waar we voor moeten gaan. We gaan het weer proberen op een andere manier”. De volgende uitdaging biedt zich al aan.
Na de verkiezingen worden er inspraak rondes gehouden om het Tongass Gematigd Regenwoud, wat geheel Oost Alaska en een gedeelte van Canada beslaat, open te stellen voor grootschalige bosbouw. Tot nu toe waren de beschermingswetten zodanig dat het enorme bos, het laatste van deze soort wat nog redelijk intact is, hiervan vrijgesteld. We hebben op verschillende plaatsen op en rond Kodiak eiland al clearcut percelen gezien, woestenijen van boomstompen. Ongelofelijk dat er 1000 jaar oude bomen gekapt zullen worden om papierpulp en bouwhout van te maken! Ik heb niet veel hoop dat de natuur beschermingswetten gehandhaafd zullen worden in het huidige politieke klimaat. Nú meer geld lijkt toch voor veel mensen te verkiezen boven natuurbehoud op langere termijn.

De zalmen, tja wie weet hoe het verhaal verder gaat. Dit jaar zijn er op verschillende visgronden zo weinig zalmen teruggekomen dat het seizoen niet opengesteld is. Is het een uitzondering of is er iets aan het veranderen? Alaska heeft als enige nog een grote wilde zalm visserij in plaats van de vreselijke zalmkwekerijen, laten we hopen dat het ondanks alles zo blijft. Wij blijven de initiatieven in ieder geval steunen. 

Bij Albert Hein vonden we trouwens Wilde Sockey Zalm uit de Cook Inlet, Alaska, voor wie wil proeven hoe de zalm van daar smaakt!