zondag 26 november 2017

Spannende laatste etappe naar Japan - 13 - 20 november

's Morgens ziet het weerbericht er nog steeds goed uit. Er staat de eerste twee dagen een zuiden wind, een unicum wat we nog niet eerder gezien hebben op de weerkaartjes. 
Customs komt en stempelt TARA uit. We bellen Kanno San om afscheid te nemen en de gastenboeken terug te geven. Hij brengt citroenen van Chichijima mee, de specialiteit van het eiland en plakjes rijstkoek om te bakken. Hij vindt het jammer dat we al vertrekken. We weten toch wel van de stroming en de vele schepen voor de kust van Japan? Kijken we goed uit voor de viskwekerijen? De kans dat we elkaar weer zien is niet groot. Hij blijft op Chichijima en wij komen daar niet terug. Een vriend van hem legt aan met zijn vissersboot. Hij is net terug van Wakayama waar hij zijn tonijnvangst verhandeld heeft. Hij ziet er tevreden uit, eens per maand gaat hij naar het vaste land, 3,5 dag heen en 3,5 dag terug, maar kennelijk is dat rendabel! Kanno San en wij krijgen ieder een half tonijntje van hem. Verser kan niet, dat wordt sashimi vanavond ;-) en nog een paar maaltijden daarna. Het afscheid is hartelijk, maar ik heb ook een beetje een brok in mijn keel. Ik maak een cadeautje voor Akihisa en Masami en laat dat achter op haar werk. Het spijt me echt om hier weg te gaan en hen niet meer te zien!
Nog snel een paar maaltijden maken voor de eerste dagen en dan varen we om 13.30 uit. Onderweg naar buiten wordt Roel geroepen. Het zijn Akihisa en Masami in een kano. We varen naar ze toe en ze zijn echt teleurgesteld dat we al weggaan. We nemen afscheid en Akihisa zwaait nog minuten lang met zijn peddel tot we uit zicht zijn.

2 dagen wind mee

Het weer is uitgesproken licht en de deining staat flink door. Toch maar een zeeziekte pil en daarna even slapen. Als Roel me wakker maakt is de wind aangetrokken en reven we de zeilen. Roel heeft last van een oude elleboog blessure en kan al weken niet hijsen of reven, dus dat is nu mijn taak. Nog maar een tweede rif, maar we gaan wel als de brandweer! De eerste 12 uur varen we gemiddeld 7,4 knopen met een bakstagwind. Laat de sashimi maar doorkomen. De TTD (tijd tot bestemming) op de plotter is geweldig, maar we weten natuurlijk dat dit niet lang zal duren, er komt andere wind.
Aan de zuidkant van de Japanse hoofdeilanden loopt de Kuroshio, een warme golfstroom, van west naar oost. Deze is vergelijkbaar met de warme golfstroom op de Atlantische oceaan. Op de kaart staan vlak onder de kust snelheden van 1,5 tot 4 knopen. Verder naar buiten is dat minder, maar toch altijd nog 1 á 1,5 knoop. Van Chichijima naar Wakayama moeten we noordwest varen en om ruimte te maken voor de Kuroshio nog meer westelijk aanhouden.

2 dagen wind tegen en de zenuwen

De wind draait volgens verwachting naar noord en zelfs een beetje noordwest, dat is nou jammer, want daar moeten we naar toe. Niets aan te doen en we kruisen naar het noorden tegen de wind, de vervelend korte golf en de stroming in. Intussen giet het en het is alsof de boot vastgeplakt zit in het water, zo langzaam gaan we. We maken voortgang, maar veel minder dan verwacht. Het lukt ook maar moeizaam om verder naar het westen te komen, zodat we tussen de ondieptes en kleine rotseilandjes van de Marianna's blijven. Goed uitkijken dus!
De weerberichten helpen niet mee, de depressie komt nu zaterdag over in plaats van zondag en lijkt uit te diepen. We zien in het gedeelte met de meeste wind rondom de depressie 50 knopen wind (windkracht 10) daar worden we helemaal niet blij van. We maken een nieuw plan, de dichtstbijzijnde haven kunnen we op de motor bereiken in 2 dagen, dan zijn we binnen voor de storm. Dat doen we. Maar na 6 uur op de motor realiseren we ons dat het geen haalbare kaart is. Door de wind, golven en stroming tegen lopen we niet meer dan 2,5 mijl per uur bij 2500 toeren. We verspillen diesel en halen het toch niet. We gaan weer zeilen, eerst een slag naar het noorden, maar de stroming zet ons hier al om naar het oosten, zo gaan we gewoon de verkeerde kant op! We besluiten nu ons verlies te nemen en zo ver mogelijk naar het westen te zeilen. We komen dan wel niet dichterbij ons doel, maar we winnen wel hoogte om later naar het noorden te zeilen. Over deze boeg ligt Tara ook aanzienlijk beter in de golven, onze log snelheid (boot t.o.v. van water) is prima, onze snelheid over de grond (wat we werkelijk naar het westen komen) is veel minder, maar we komen gestaag vooruit. Het is eigenlijk heel lekker zeilen als er geen depressie in onze nek zou hijgen. We hebben allebei last van zenuwen. Zoals altijd heeft Roel daar iets minder last van dan ik, maar toch. De meeste tijd ben ik mijzelf aan het managen, Tara en Sara zeilen prima samen. Er is nu geen acuut gevaar, als we goed zeilen en de depressie zich aan de route houdt, passeert hij onder ons langs. Met de satphone halen we iedere dag weerberichten op en er lijkt een luwe plek met windkracht 7 te ontstaan in de baai waaraan Wakayama ligt. Dat wordt ons nieuwe waypoint, weer 30 mijl erbij!
Voor de komende 24 uur geeft de voorspelling een halve dag met lichte wind uit zuidoost, dat is gunstig, gevolgd door ruim een halve dag harde wind uit zuidoost dat is nog gunstiger. We moeten dan een heel eind bij de Muroto kaap kunnen komen. Frans vragen we om via internet uit te zoeken hoe de Kuroshio precies loopt op dit moment, zodat we daar nog meer rekening mee kunnen houden. De watertemperatuur is nog steeds aan het oplopen tot rim boven 25 Celcius, het signaal dat we er nog midden in zitten.

De voorspelling houdt woord. De wind valt weg en de golven nemen snel af. We draaien naar noordnoordwest en motorsailen zo hard we kunnen richting de kaap. Als de wind uit zuidoost toeneemt gaan we op zeil nog harder en we zien de kaap snel dichterbij komen. Frans bericht ons dat we voorlopig nog niet van de Kuroshio af zijn. We draaien onze wachten, eten nog een lekker tonijntje en proberen veel te slapen/rusten zodat we energie hebben voor de komende dagen.


2 dagen storm

Voor de stormdag halen we een weerbericht op met een 3 uurs interval, zodat we goed kunnen zien wanneer de omslag is van hard zuidoost naar nog harder noordwest. Rond 11 uur in de morgen lijkt het omslagpunt. We spreken af rond 9 uur preventief te reven zodat we helemaal klaar zijn. Het is flink druk aan het worden en als ik de de 300 meter lange tanker Woodson Donaldson voor de derde keer langs zie varen, realiseer ik me pas dat de 40 schepen om ons heen ook een veilig heenkomen zoeken in dezelfde baai. Het geeft me een goed gevoel!
Ik lig nog in bed als ik rond 8.00 merk dat de wind aan het wegvallen is. Ik kan niet meer slapen, is dit de stilte voor de storm? Ik ga eruit en we kijken samen even hoe het zich ontwikkelt. Om half negen besluiten we te gaan reven, we komen toch niet veel meer vooruit. Ik ben nog bezig het zeil op de binden als het plotseling losbarst. Het lijkt wel of de zee kookt, regen, wind, golven, alles stuift en waait horizontaal voorbij. De tactiek is nu om met 3x gereefd grootzeil verder te zeilen richting de kaap. Het gaat super langzaam, zo'n 1,5 á 2 mijl per uur maar is effectiever dan bijliggen waarbij we ''verlijeren'' (achteruit drijven). We zitten samen achter de plastic schuifpui van de buiskap met een kop koffie naar het geweld te kijken. Het enige waar we echt op moeten letten is niet te dicht in de buurt van de beroepsvaart te komen. Zij lijken gelukkig ook afstand te houden, wat zijn we blij met onze nieuwe AIS, zodat zij ons ook zien.
Het stormt echt, maar geen windkracht 10 hier! In de loop van de middag krijgt de windvaan moeite om Tara op koers te houden. Er lijkt iets te slippen in de aansluiting van de windvaan op het stuurwiel. Vooral in vlagen of als we in een golf varen verschuift de ring waardoor we een paar keer onbedoeld door de wind gaan. Dit is niet handig. Nog een aanwinst van het afgelopen jaar: we zetten de autopilot aan. Die zeilt niet zo goed, maar houdt ons in dit geval keurig op koers.
En zo dansen wij mugje tussen de olifanten – wij 12 meter, zij tussen de 100 en de 350 – richting de kaap tot de wind aan het eind van de middag iets afneemt. Volgens de weerberichten ligt het zwaartepunt van de depressie nu ook duidelijk ten oosten van onze positie. We kunnen enigszins opgelucht ademhalen. ''Enigszins'' omdat er voor de komende 24 uur nog steeds een 6 á 7 uit het noorden staat.
De hele nacht worstelen we tussen de beroepsvaart en tegen de wind in richting het noorden. Op een gegeven moment zet de stroming ons zo sterk om naar het oosten dat we weer de verkeerde kant op gaan. Ontmoedigend, toch weer een hoogte slag naar het westen zodat we dichter onder de kust van Shikoku komen en daarmee uit die taaie stroming en de hoge golven.

Om 12.00 's middag begint de watertemperatuur eindelijk te dalen en binnen een paar uur is hij 3 graden lager. We zijn eindelijk uit de klauwen van de Kuroshio ontsnapt. Nu hebben we alleen nog wind tegen, beroepsvaart en tij, eitje toch?

Aankomst Wakayama

Aan het begin van de avond zijn we een paar mijl uit de kust van Shikoku. We varen in de luwte van het eiland, wat er hoog en bergachtig uitziet. De wind is heel wisselend. Het ene moment rollen we het voorzeil uit en 15 minuten later zeilen we op de kotter en zetten we een tweede reef. Zo gaat het achter elkaar door. Maar we komen vooruit! De wind is iets meer noordwest en onze koers vanuit deze positie iets noordoost, we kunnen nu eindelijk aan onze slag naar binnen beginnen.

We hadden een hoopje dat de beroepsvaart wat af zou nemen, maar niets is minder waar. Het lijkt wel een duiventil! Misschien zelfs wel extra omdat er de afgelopen 24 uur minder gevaren is. Er is geen verkeersscheidingsstelsel, alles vaart kris kras door elkaar heen. Wij blijven eerst aan de westkant van de schepen en eenmaal in de binnenzee steken we over naar de oostkant waar Wakayama ligt. Lang Leve AIS! We zien alle schepen lang van te voren komen en de AIS rekent uit of er aanvaringsgevaar is. Dan verleggen wij onze koers, of de schepen zelf omdat ze toch een andere richting gaan varen. Gelukkig varen we niet aan de wind zodat het eenvoudig is om iets op te sturen of af te vallen en de schepen te ontwijken. Zo pakken we alle twee nog een paar uur slaap. Als we om 01.00 uur bij de marina komen ziet het er donker uit. Roel overweegt om te ankeren voor de haven en pas morgenochtend naar binnen te varen. Ik zie de swell, we liggen pal op de wind en het ziet er koud en oncomfortabel uit. Ik haal Roel over om toch even achter de pier te kijken of er niet een plekje is. Het blijkt dat de verlichting niet boven de pieren uitkomt want erachter is het ruim en goed zicht. We meren na 6,5 dag varen om 02.00 uur heel gecontroleerd af op een vrije plek, morgen zien we wel verder. Wat heerlijk, een warme douche, schone kleren, wat lekkers en een glaasje whiskey om de aankomst te vieren. We hebben geluk gehad, we hebben het goed gedaan, we zijn in Japan!

donderdag 23 november 2017

Ogasawara Archipel - 8-13 november

De Ogasawara Archipel (vroeger de Bonin Eilanden genoemd) is het Galapagos van Azië in de zin dat ze nooit verbonden zijn geweest met enig vaste land. Alles wat er was tot 1830 is aan komen drijven, waaien of vliegen. In 1830 zetten de eerste walvisvaarders een station op en geleidelijk groeide er een kleine gemeenschap met 7000 inwoners op zijn hoogtepunt rond 1920. Ook nu is het nog een erg geïsoleerde eilanden groep. Er is geen vliegveld, als je er naar toe wilt moet je 24 uur met de ferry vanuit Tokio overvaren. Of aan komen zeilen zoals wij, maar dat blijft een uitzondering. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn de bewoners van Ogasawara geëvacueerd naar Japan. Na de oorlog kwam Ogasawara onder US administration en de oorspronkelijke bewoners mochten pas 23 jaar later terugkeren naar de eilanden. Alleen het eiland Ioto is nog steeds niet bewoond op een legerbasis na. Daar zijn zoveel Japanse en Amerikaanse soldaten omgekomen (28.721) dat het eiland een soort kerkhof status heeft. Ook is het een actief vulkanisch eiland. De gemeenschap die zich op
Chichijima eiland vestigde heeft in 1995 een statuut opgesteld dat ze een gemeenschap van vrede wil zijn, de rijke natuur wil beschermen en wil delen met ieder die komt. Er zijn walvissen, dolfijnen, groene schildpadden, tal van vissen en een bijzondere flora op het eiland. Het klimaat is subtropisch en heerlijk: overdag 25 en 's nachts 20 graden en valt ook de regen. Wat ben ik blij dat we de hitte van Micronesië achter ons gelaten hebben.

Een uur na aankomst worden we geroepen vanaf de kade. Het blijk Kanno San te zijn die ons welkom heet namens de jachtclub. We hebben geen clubhuis of zo hoor, zegt hij er gelijk bij, maar wel een gastenboek wat 25 jaar terug gaat. Hij geeft ons een zware tas, wij zitten in volume 11. Kanno San is 25 jaar geleden de Pacific rond gezeild met zijn 8 meter lange bootje en heeft zich uiteindelijk op Ogasawara gevestigd. Hij spreekt goed Engels en maakt ons wegwijs in de eerste praktische zaken. In de Futami haven liggen twee zeilboten, de boot van Kanno San en de andere van Kojin San. Hij komt die middag langs om zich even voor te stellen. Alles gaat ontspannen, zonder haast.

Lopend langs de haven komen we in het kleine dorpje, het is er uitgesproken rustig. Er zijn twee supermarkten, wat souvenirwinkels en bedrijfjes die walvis en dolfijn tours aanbieden. Iedereen is aardig en behulpzaam, al is taal al snel een barrière. Het Engels is zeer beperkt en ons Japans nog meer. We moeten even een dagje omschakelen, opruimen en bijslapen, maar de tweede dag gaan we op onderzoek uit. Eerst is het dorpje zelf. Het walvis informatie centrum is interessant. De Alaska bultrug walvissen komen hier in de winter om te kalven, we zijn net een paar weken te vroeg om ze te zien. 's Avonds gaan we uit eten in een lokaal restaurantje. We zitten aan de bar (daar kom je de meeste mensen tegen) en hebben veel lol in de menu kaart. Later blijkt dat wij hem een kwart slag gedraaid hadden, maar we krijgen toch te eten. We wijzen naar het bord van de buurman en zeggen dat willen we ook. De meisjes achter de bar hebben er ook plezier in en al snel laten ze ons proeven en zien wat er is. Naast ons zit een aardige Japanner uit Tokio die hier blijkt te zijn voor zijn werk om onderzoek te doen naar de vogels op de eilanden. Akihisa spreekt goed Engels en is geïnteresseerd in onze reis. We nodigen hem uit om later die week op bezoek te komen.

De dagen erna maken we uitstapjes. Een rondrit over het eiland met verschillende stops om te wandelen in de bossen. De beroemde plaatselijke duif hebben we helaas niet gezien maar wel planten die zich op een bijzonder manier aangepast hebben aan de verschillende locaties op het eiland. De gids is een 6e generatie nakomeling van de allereerste walvisvaarders. Als afscheid geeft hij ons een cadeautje: een zakje met twee blaadjes van het eiland waarop de rand nieuwe kleine plantjes groeien. Het is onze kennismaking met de bijzondere gewoonte om hele attente en soms prachtig ingepakte cadeautjes te geven en ontvangen.
Akihisa brengt die avond een potje eiland jam en chili olie mee, ook al zo mooi ingepakt. Hij heeft veel gereisd en op sommige plekken in Zuid Amerika zijn we beiden geweest. Genoeg te praten en we hebben een leuke avond met hem.

Ik ga een dag duiken in de omgeving. De vissen zijn echt spectaculair, mede door het glasheldere water. Grote scholen en niet bang. We doen ook nog een wrakduik, maar na Chuuk is het maar een kleintje. De duikinstructeur spreekt een paar woorden Engels en we komen er samen goed uit. Na afloop van het duiken maakt hij een tekening van alle locaties waar we gedoken hebben en welke vissen we gezien hebben, hoe het schip heet en andere details. Ik heb dat nog niet meegemaakt, zo attent en toch eigenlijk simpel, maar je moet er maar opkomen.
Samen gaan we nog een halve dag zwemmen met dolfijnen. Nou ja eigenlijk een halve dag zoeken naar waar de dolfijnen zijn, maar ook de tocht om Chichijima heen is al mooi. Als we dan eindelijk 6 dolfijnen gespot hebben gaan we met zeker 20 man te water en kunnen nog net een glimp opvangen van de dolfijnen die rustig door zwemmen. We maken een streng geregisseerde wandeling op Minami jima, een klein onbewoond eilandje met veel oorspronkelijk natuur. Onder andere een strand vol slakhuizen van een uitgestorven slak. Ik mag er geen meenemen, maar wel foto's nemen. Er zijn nog twee soorten die wel voorkomen op het eiland, maar die houden zich wijselijk schuil.
Op donderdag komt de ferry uit Tokio aan, wat een verschil! De winkels liggen vol verse groentes en andere verse aanvoer. Het dorpje puilt uit door een middelbare schooltrip uit Tokio en overal lopen mensen vakantie te vieren.
We komen Kojin San weer tegen, hij blijkt de buschauffeur te zijn en nodigen hem en de rest van de jachtclub uit om te komen eten aan boord van Tara op zaterdag avond.
Kojin en Kanno San komen met Satomi, Attchi en Mika. Ze nemen heerlijke zelfgemaakte hapjes mee en wat te drinken. Wij hebben nog een aardige voorraad Nieuw Zeelandse wijn en die gaat ook grif in het glas. Ik heb Indonesisch gekookt en vooral de Ajam Pedis scoort hoog. Het is een ongedwongen avond, bijzonder als je mensen zo kort kent.
Ook Akihisa lopen we tegen het lijf en spreken af om zondag wat te drinken op Tara en daarna samen te gaan eten. Of hij zijn vriendin mee mag nemen, ja natuurlijk! En zo maken we kennis met Masami, een sprankelende dolfijn gids die al jaren op Chichijima woont. Zij spreekt nauwelijks Engels maar expressief en nieuwsgierig genoeg om volwaardig deel te nemen aan het gesprek. Akihisa stelt het Manta restaurant voor en wij geven ons graag over. Was de eerste keer een leuk eetcafé, dit is een echt restaurant. We zitten aan een lage tafel op een verhoging (schoenen uit) maar gelukkig is er een zitkuil voor je benen en hoeven we niet op onze knieën te zitten. Er komt een sommelier met de Sake kaart en als ze inschenkt giet ze de sake over het glaasje in het houten bakje wat er onder staat. Wij denken oeps, foutje, maar nee het hoort zo. Eerst drink je het glaasje (rondje) en dan het houten bakje (vierkant) leeg. De uitleg daarvan ontgaat ons enigszins maar de koude Sake smaakt voortreffelijk. Mijn Sake heet Sexy Boy en Roel heeft een droge Sake uit Hokaido. Het is duidelijk dat wij nog veel te leren hebben hier.
De serveerster knielt steeds bij onze verhoging voor de bestelling van een volgend hapje. Die worden vervolgens gebracht, prachtig opgemaakt met verschillende kleuren en smaken. Hoogtepunt voor mij is een knaloranje vis in zijn geheel gefrituurd, maar zo knapperig en het visvlees precies goed en sappig. Met onze stokje happen daar dan van af. Naast de opdien schalen krijgen we verschillende privé schaaltjes, de ene nog mooier dan de ander. Het hele etentje is een feestje, het gezelschap van Akihisa en Masami voorop. Was op de boot de aandacht vooral op ons gericht aan tafel is het een en al Japan. Bij het afrekenen blijkt hoever de gastvrijheid gaat als Akihisa en Masami voor ons betalen. Er is geen speld tussen te krijgen. Als we dat realiseren bedanken we hen hartelijk voor deze bijzondere avond en als we afscheid nemen die avond voelt het als vrienden.

Vlak voor we gaan slapen vertelt Roel wel dat we misschien de volgende morgen al weg moeten. In de nieuwe berichten is het systeem wat we bij Japan zien voor volgend weekend wat vertraagd en als we wachten duurt met misschien wel 1,5 week voor we weer weg kunnen. Daar gaan we even een nachtje over slapen.







vrijdag 10 november 2017

Oversteek Guam Chichijima, Japan 1 - 7 november

De passage naar Chichijima in Japan is 840 mijl, een dag of 6 varen. Onze koers is vrijwel noord en dat betekent aan de wind. Voorbij is het lounge zeilen op de passaat winden. We zitten nog wel in tropische sferen, dus de temperatuur is goed. De eerste twee etmalen hebben we de golfslag tegen en regelmatig pittige squalls waarin we moeten reven en de wind alle kanten opgaat. De tweede nacht maken we een adrenaline moment mee. Er komt een erg heftige squall over en Roel komt uit bed om te helpen reven. Hij rolt de kotter in, maar er gaat iets mis. De schoot van de kotter haakt in de schoot van de genua en maakt een grote kluwen. De kotter rolt gedeeltelijk weer uit maar het zeil blijft steken in een zandloper. De mast en de verstaging staan te trillen en te schudden. We moeten snel iets doen. Roel gaat naar voren om de kotter te strijken. Ik stuur de boot zo dat de kotter het minste wind pakt want ik ben bang dat Roel in de harde wind met zeil en al overboord gaat, maar alles komt goed. De kotter op dek en vastgebonden en alleen op zwaar gereefd grootzeil varen we door. De tophoek van de kotter is uitgescheurd op zijn stiksels dus die moeten we repareren. Pfff, even bijkomen. De hele nacht blijft het onrustig en we zijn allebei moe en brak van 2 etmalen hard werken en gebroken nachten.

Gelukkig wordt het daarna 2 etmalen iets rustiger. De swell gaat meer naar het oosten en de wind ruimt ook wat zodat we comfortabeler kunnen zeilen. We sprokkelen overdag wat uren slaap extra en zo komen we weer een beetje bij. We repareren de kotter, zeker niet eenvoudig door al die harde lagen zeil. Met de boormachine en een 1 mm boortje maken we een gaatjes patroon die ik later met zelfklevend zeildoek en garen in elkaar naai. We hopen dat het sterk genoeg is tot Osaka. 

We hebben wel last van een nieuwe stressfactor, want we hebben niet de goede vergunning om Chichijima in te lopen. Het is wel een Port of Entry (waar je als buitenlands jacht mag inklaren) maar tevens een gesloten haven. Dat is voor ons een geheel nieuwe mix, want voor dat laatste moet je een speciale vergunning hebben. Onze Japanse vrienden Wout en Mayumi hebben ons gevraagd of we deze vergunning hebben. Nee dus! Roel maakt grapjes dat hij een andere scheeps-agent gaat zoeken, dit is de tweede keer op rij dat ik mijn huiswerk niet goed gedaan heb. Maar intussen zitten we er wel mee.
Alternatief is in 1 keer doorzeilen naar Osaka (minstens 5 dagen extra) en daar inklaren. Wout en Mayumi mailen dat we het nog even moeten aanzien, zij gaan proberen de vergunning te regelen. Maar nu is het weekend, dus op zijn vroegst maandag.

Zondagmorgen (de 5e dag) wordt ik om 10.00 wakker na mijn slaapwacht en heeft Roel een lekker ontbijtje gemaakt. Het is heerlijk rustig en zonnig buiten en we hebben een vakantiedag. In de praktijk betekent dat hard werken: hoezen naaien voor de stootwillen en een Japanse vlag. Brood en kruidkoek bakken, eten klaarmaken voor de komende dagen want er komt veel wind aan. En zo nog tal van klussen die we maar beter kunnen doen nu het rustig is. Ook hebben we 1,5 dag een huisdier: een jonge booby, blauwe snavel, rode poten, heeft de radar tot zijn thuis gemaakt. Af en toe is hij een uurtje weg voor ontbijt, lunch en diner om daarna zijn stek weer in te nemen. Hij kijkt zijn ogen uit, schijt de boel onder en wij hebben wat afleiding. Als het harder gaat waaien kan hij op het gladde oppervlak niet blijven zitten en na 10 pogingen zien we hem verdwijnen.

Wij gaan twee dagen zwaar weer in. We varen door de Marianna eilandenrijm heen naar het oosten, langs de Marianna Trog met dieptes van meer de 5 kilometer. Ten westen van ons liggen nu de eilanden en de ondiepte van het plat erachter. Misschien komt het daardoor, maar de golven zijn knap hoog. Het zenden via de SSB lukt niet en via de Satphone is het een heel gedoe in de storm en regen. Maar af en toe krijgen we er toch sms'jes in en uit. Anouk helpt met documenten uit Nederland voor de vergunning en alles komt bij elkaar. Mayumi krijgt in 1 dag de speciale vergunning voor elkaar! Wat een prestatie en wat zijn we er blij mee.

Dinsdagmiddag 7 november komen we aan in Chichjima, een kleine archipel 1000 km ten zuiden van Tokyo. Als we ons melden bij de kustwacht zeggen ze gelijk: “Oh ja, TARA, die kennen we” en “stay on boat we come”. Wij zijn binnen......

Aliens in Guam - 28 - 31 oktober

Het weer blijft ons goed gezind, in record tempo naderen we Guam: 540 mijl in precies 4 etmalen, misschien wel onze snelste oversteek ooit. Maar daar laat ons geluk ons in de steek. Bij het aanroepen van Apra haven krijgen we vraag na vraag en dat gaat niet al te vriendelijk. Uiteindelijk blijkt dat wij met onze paspoorten en travel authorization niet naar binnen mogen, we hebben een visum nodig. Dit hadden we totaal niet verwacht, dus ik heb ergens de kleine lettertjes over het hoofd gezien. De regel blijkt alleen te gelden als je met een privé jacht de Verenigde Staten binnenkomt en deze uitzondering wordt niet gemeld op de websites. Na veel heen en weer gepraat en tussenkomst van immigration mogen we naar een mooring bij de Marianna's Yacht Club om te wachten op een immigration officer.
Leden van de Yacht Club hebben de conversatie gehoord en zijn geschrokken van de toon. Via de VHF bieden ze hun excuses aan, heten ons welkom in de US en bieden aan dat ze boodschappen voor ons kunnen halen. Dat is heel lief, maar toch eerst immigratie. Ik denk nog optimistisch dat er wel een uitweg zal zijn, maar dat heb ik echt mis. De officers die naar de Yacht Club komen zijn aardig, maar onverbiddelijk. We mogen niet aan wal tenzij we een eenmalig visum kopen van $ 600,- per persoon. 1200 dollar is budget voor weken en we willen maar een paar dagen in Guam blijven om boodschappen te doen en iets van het eiland te zien. Dus we zien af van het eenmalig visum. De officers hebben duidelijk met ons te doen, na veel gebel met hun superior mogen we wel met onze dinghy op het strandje van de Yacht Club komen. Daar staat namelijk een telefoon en we moeten contact op kunnen nemen met immigration. We zijn blij met dit kleine beetje ruimte en de wifi van de club voor onze nieuwe weerberichten.
Voor de overige tijd hebben we huisarrest op de boot tot we weer vertrekken.
In de loop van de avond moeten we nog een keer terug naar het strandje voor de douane, want aan wal of niet, de boot moet wel douane papieren hebben.

Op de club ontmoeten we Bob die ook op zijn boot woont en Jan en Tom van de Ambler die net terug zijn van 13 jaar rond de wereld. Voor Jan is geen moeite teveel om ons te helpen. Ze vindt het zo erg dat we zo onvriendelijk bejegend zijn en snapt niet dat we een visum nodig hebben. Wij wel en het is maar goed dat we het hier horen en niet als we volgend jaar bij Alaska aankomen. We zullen voor een visum zorgen, dat is zeker.

Zondag is het restaurantje in de Yacht Club open en aan het eind van de middag komen er rond de 30 leden eten. Het is een grappig gezelschap want vrijwel niemand van de leden heeft een boot, maar ze hebben allemaal iets met zeilen. We krijgen veel vragen en morele steun en het is al met al een gezellige middag. Maandag worden we weer opgepiept door de harbor dat er een official van Homeland Security in de Yacht Club is voor ons. Mr Gomez is ook erg aardig, maar hij brengt ons wel een “Notice to detain, remove or present alien” die wij moeten ondertekenen. Wij kennen “alien” alleen als buitenaards wezen dus we zijn er een beetje lacherig over, we zijn hier “unwanted aliens” maar tegelijkertijd is het ook confronterend.
Dit is de eerste keer dat wij met ons Nederlandse paspoort ergens niet welkom zijn, al is het dan alleen omdat we aan komen varen met onze eigen boot. Hoe moet het zijn om een paspoort te hebben waarmee je nergens binnen mag komen, of gevlucht bent en geen paspoort hebt?

Wij hebben geen behoefte om langer dan nodig in Guam te blijven en maken afspraken om dinsdag weer te vertrekken. Bob gaat voor ons naar de douane om weer uit te klaren en Jan komt terug met tassen vol heerlijke verse groenten en fruit. Het beste wat we in maanden gezien hebben! Jan en Tom komen 's avonds aan boord nasi eten en er is gespreksstof genoeg voor een hele gezellige avond.

Vanaf onze mooring kijken we uit over de haven van Apra. Een groot bassin van de haven is gereserveerd voor de US Marine en we zien iedere dag grote marine schepen binnenlopen of vertrekken. Op de dag van vertrek komt er een enorm vliegdekschip binnen, het bovendek staat propvol met gevechtsvliegtuigen. We varen een paar uur heen en weer in de haven omdat niemand er in of eruit mag zolang het schip niet vastligt. Het is een indrukwekkend schip. Intussen ben ik de hoofdstukken aan het herlezen in “Het kerend tij” van Ian W. Toll over de gevechten op Saipan en herovering van Guam door de US in de Pacific War.
Bij de verovering van Saipan – een minuscuul eilandje – sneuvelden ongeveer 27.000 Japanners en bijna 3.000 Amerikanen en 10.454 Amerikanen raakten gewond. De 8.000 mensen tellende Japanse burgerbevolking heeft collectief zelfmoord gepleegd. Wat een vreselijke beelden! Bij de herovering van Guam vielen nog eens duizenden slachtoffers. De vliegdekschepen van de US speelden een doorslaggevende rol. Ik vind het moeilijk uit te leggen, maar in mijn gevoel komen geschiedenis en heden beangstigend dicht bij elkaar. De beelden lopen opeens door elkaar. Wat een afzien en verdriet en zijn deze scheepsbewegingen een opmaat naar een nieuwe episode in dit gruwelijke verhaal?
Nieuwe spelers, maar de uitkomst is toch altijd afzien en verdriet.

Later op de dag worden we uren gevolgd door een marine schip en de beklemming blijft daarmee nog een tijd hangen. In een zware bui verdwijnt het schip in de regen en daarna is het weg. We zijn weer alleen op de oceaan, maar we weten ons gezien.

foto's 
helemaal boven: Apra haven met rechts Orote schiereiland met vliegveld

onder:
zeilwissel voor ander weer