's Morgens ziet het
weerbericht er nog steeds goed uit. Er staat de eerste twee dagen een
zuiden wind, een unicum wat we nog niet eerder gezien hebben op de
weerkaartjes.
Customs komt en
stempelt TARA uit. We bellen Kanno San om afscheid te nemen en de
gastenboeken terug te geven. Hij brengt citroenen van Chichijima mee,
de specialiteit van het eiland en plakjes rijstkoek om te bakken. Hij
vindt het jammer dat we al vertrekken. We weten toch wel van de
stroming en de vele schepen voor de kust van Japan? Kijken we goed
uit voor de viskwekerijen? De kans dat we elkaar weer zien is niet
groot. Hij blijft op Chichijima en wij komen daar niet terug. Een
vriend van hem legt aan met zijn vissersboot. Hij is net terug van
Wakayama waar hij zijn tonijnvangst verhandeld heeft. Hij ziet er
tevreden uit, eens per maand gaat hij naar het vaste land, 3,5 dag
heen en 3,5 dag terug, maar kennelijk is dat rendabel! Kanno San en
wij krijgen ieder een half tonijntje van hem. Verser kan niet,
dat wordt sashimi vanavond ;-) en nog een paar maaltijden daarna. Het
afscheid is hartelijk, maar ik heb ook een beetje een brok in mijn
keel. Ik maak een cadeautje voor Akihisa en Masami en laat dat achter
op haar werk. Het spijt me echt om hier weg te gaan en hen niet meer
te zien!
Nog snel een paar
maaltijden maken voor de eerste dagen en dan varen we om 13.30 uit.
Onderweg naar buiten wordt Roel geroepen. Het zijn Akihisa en Masami
in een kano. We varen naar ze toe en ze zijn echt teleurgesteld dat
we al weggaan. We nemen afscheid en Akihisa zwaait nog minuten lang
met zijn peddel tot we uit zicht zijn.
2 dagen wind mee
Het weer is
uitgesproken licht en de deining staat flink door. Toch maar een
zeeziekte pil en daarna even slapen. Als Roel me wakker maakt is de
wind aangetrokken en reven we de zeilen. Roel heeft last van een oude
elleboog blessure en kan al weken niet hijsen of reven, dus dat is nu
mijn taak. Nog maar een tweede rif, maar we gaan wel als de
brandweer! De eerste 12 uur varen we gemiddeld 7,4 knopen met een
bakstagwind. Laat de sashimi maar doorkomen. De TTD (tijd tot
bestemming) op de plotter is geweldig, maar we weten natuurlijk dat
dit niet lang zal duren, er komt andere wind.
Aan de zuidkant van
de Japanse hoofdeilanden loopt de Kuroshio, een warme golfstroom, van
west naar oost. Deze is vergelijkbaar met de warme golfstroom op de
Atlantische oceaan. Op de kaart staan vlak onder de kust snelheden
van 1,5 tot 4 knopen. Verder naar buiten is dat minder, maar toch
altijd nog 1 á 1,5 knoop. Van Chichijima naar Wakayama moeten we
noordwest varen en om ruimte te maken voor de Kuroshio nog meer
westelijk aanhouden.
2 dagen wind
tegen en de zenuwen
De wind draait
volgens verwachting naar noord en zelfs een beetje noordwest, dat is
nou jammer, want daar moeten we naar toe. Niets aan te doen en we
kruisen naar het noorden tegen de wind, de vervelend korte golf en de
stroming in. Intussen giet het en het is alsof de boot vastgeplakt
zit in het water, zo langzaam gaan we. We maken voortgang, maar veel
minder dan verwacht. Het lukt ook maar moeizaam om verder naar het
westen te komen, zodat we tussen de ondieptes en kleine rotseilandjes
van de Marianna's blijven. Goed uitkijken dus!
De weerberichten
helpen niet mee, de depressie komt nu zaterdag over in plaats van
zondag en lijkt uit te diepen. We zien in het gedeelte met de meeste
wind rondom de depressie 50 knopen wind (windkracht 10) daar worden
we helemaal niet blij van. We maken een nieuw plan, de
dichtstbijzijnde haven kunnen we op de motor bereiken in 2 dagen, dan
zijn we binnen voor de storm. Dat doen we. Maar na 6 uur op de motor
realiseren we ons dat het geen haalbare kaart is. Door de wind,
golven en stroming tegen lopen we niet meer dan 2,5 mijl per uur bij
2500 toeren. We verspillen diesel en halen het toch niet. We gaan
weer zeilen, eerst een slag naar het noorden, maar de stroming zet
ons hier al om naar het oosten, zo gaan we gewoon de verkeerde kant
op! We besluiten nu ons verlies te nemen en zo ver mogelijk naar het
westen te zeilen. We komen dan wel niet dichterbij ons doel, maar we
winnen wel hoogte om later naar het noorden te zeilen. Over deze boeg
ligt Tara ook aanzienlijk beter in de golven, onze log snelheid (boot
t.o.v. van water) is prima, onze snelheid over de grond (wat we
werkelijk naar het westen komen) is veel minder, maar we komen
gestaag vooruit. Het is eigenlijk heel lekker zeilen als er geen
depressie in onze nek zou hijgen. We hebben allebei last van zenuwen.
Zoals altijd heeft Roel daar iets minder last van dan ik, maar toch.
De meeste tijd ben ik mijzelf aan het managen, Tara en Sara zeilen
prima samen. Er is nu geen acuut gevaar, als we goed zeilen en de
depressie zich aan de route houdt, passeert hij onder ons langs. Met
de satphone halen we iedere dag weerberichten op en er lijkt een luwe
plek met windkracht 7 te ontstaan in de baai waaraan Wakayama ligt.
Dat wordt ons nieuwe waypoint, weer 30 mijl erbij!
Voor de komende 24
uur geeft de voorspelling een halve dag met lichte wind uit zuidoost,
dat is gunstig, gevolgd door ruim een halve dag harde wind uit
zuidoost dat is nog gunstiger. We moeten dan een heel eind bij de
Muroto kaap kunnen komen. Frans vragen we om via internet uit te
zoeken hoe de Kuroshio precies loopt op dit moment, zodat we daar nog
meer rekening mee kunnen houden. De watertemperatuur is nog steeds
aan het oplopen tot rim boven 25 Celcius, het signaal dat we er nog midden in zitten.
De voorspelling
houdt woord. De wind valt weg en de golven nemen snel af. We draaien
naar noordnoordwest en motorsailen zo hard we kunnen richting de
kaap. Als de wind uit zuidoost toeneemt gaan we op zeil nog harder en
we zien de kaap snel dichterbij komen. Frans bericht ons dat we
voorlopig nog niet van de Kuroshio af zijn. We draaien onze wachten,
eten nog een lekker tonijntje en proberen veel te slapen/rusten zodat
we energie hebben voor de komende dagen.
2 dagen storm
Voor de stormdag
halen we een weerbericht op met een 3 uurs interval, zodat we goed
kunnen zien wanneer de omslag is van hard zuidoost naar nog harder
noordwest. Rond 11 uur in de morgen lijkt het omslagpunt. We spreken
af rond 9 uur preventief te reven zodat we helemaal klaar zijn. Het
is flink druk aan het worden en als ik de de 300 meter lange tanker
Woodson Donaldson voor de derde keer langs zie varen, realiseer ik me
pas dat de 40 schepen om ons heen ook een veilig heenkomen zoeken in
dezelfde baai. Het geeft me een goed gevoel!
Ik lig nog in bed
als ik rond 8.00 merk dat de wind aan het wegvallen is. Ik kan niet
meer slapen, is dit de stilte voor de storm? Ik ga eruit en we kijken
samen even hoe het zich ontwikkelt. Om half negen besluiten we te
gaan reven, we komen toch niet veel meer vooruit. Ik ben nog bezig
het zeil op de binden als het plotseling losbarst. Het lijkt wel of
de zee kookt, regen, wind, golven, alles stuift en waait horizontaal
voorbij. De tactiek is nu om met 3x gereefd grootzeil verder te
zeilen richting de kaap. Het gaat super langzaam, zo'n 1,5 á 2 mijl
per uur maar is effectiever dan bijliggen waarbij we ''verlijeren''
(achteruit drijven). We zitten samen achter de plastic schuifpui van
de buiskap met een kop koffie naar het geweld te kijken. Het enige
waar we echt op moeten letten is niet te dicht in de buurt van de
beroepsvaart te komen. Zij lijken gelukkig ook afstand te houden, wat
zijn we blij met onze nieuwe AIS, zodat zij ons ook zien.
Het stormt echt,
maar geen windkracht 10 hier! In de loop van de middag krijgt de
windvaan moeite om Tara op koers te houden. Er lijkt iets te slippen
in de aansluiting van de windvaan op het stuurwiel. Vooral in vlagen
of als we in een golf varen verschuift de ring waardoor we een paar
keer onbedoeld door de wind gaan. Dit is niet handig. Nog een
aanwinst van het afgelopen jaar: we zetten de autopilot aan. Die
zeilt niet zo goed, maar houdt ons in dit geval keurig op koers.
En zo dansen wij
mugje tussen de olifanten – wij 12 meter, zij tussen de 100 en de
350 – richting de kaap tot de wind aan het eind van de middag iets
afneemt. Volgens de weerberichten ligt het zwaartepunt van de
depressie nu ook duidelijk ten oosten van onze positie. We kunnen
enigszins opgelucht ademhalen. ''Enigszins'' omdat er voor de komende
24 uur nog steeds een 6 á 7 uit het noorden staat.
De hele nacht
worstelen we tussen de beroepsvaart en tegen de wind in richting het
noorden. Op een gegeven moment zet de stroming ons zo sterk om naar
het oosten dat we weer de verkeerde kant op gaan. Ontmoedigend, toch
weer een hoogte slag naar het westen zodat we dichter onder de kust
van Shikoku komen en daarmee uit die taaie stroming en de hoge
golven.
Om 12.00 's middag
begint de watertemperatuur eindelijk te dalen en binnen een paar uur
is hij 3 graden lager. We zijn eindelijk uit de klauwen van de
Kuroshio ontsnapt. Nu hebben we alleen nog wind tegen, beroepsvaart
en tij, eitje toch?
Aankomst Wakayama
Aan het begin van de
avond zijn we een paar mijl uit de kust van Shikoku. We varen in
de luwte van het eiland, wat er hoog en bergachtig uitziet. De wind
is heel wisselend. Het ene moment rollen we het voorzeil uit en 15
minuten later zeilen we op de kotter en zetten we een tweede reef. Zo
gaat het achter elkaar door. Maar we komen vooruit! De wind is iets
meer noordwest en onze koers vanuit deze positie iets noordoost, we
kunnen nu eindelijk aan onze slag naar binnen beginnen.
We hadden een hoopje
dat de beroepsvaart wat af zou nemen, maar niets is minder waar. Het
lijkt wel een duiventil! Misschien zelfs wel extra omdat er de
afgelopen 24 uur minder gevaren is. Er is geen
verkeersscheidingsstelsel, alles vaart kris kras door elkaar heen.
Wij blijven eerst aan de westkant van de schepen en eenmaal in de
binnenzee steken we over naar de oostkant waar Wakayama ligt. Lang
Leve AIS! We zien alle schepen lang van te voren komen en de AIS
rekent uit of er aanvaringsgevaar is. Dan verleggen wij onze koers,
of de schepen zelf omdat ze toch een andere richting gaan varen.
Gelukkig varen we niet aan de wind zodat het eenvoudig is om iets op
te sturen of af te vallen en de schepen te ontwijken. Zo pakken we
alle twee nog een paar uur slaap. Als we om 01.00 uur bij de marina
komen ziet het er donker uit. Roel overweegt om te ankeren voor
de haven en pas morgenochtend naar binnen te varen. Ik zie de swell,
we liggen pal op de wind en het ziet er koud en oncomfortabel uit. Ik
haal Roel over om toch even achter de pier te kijken of er niet een
plekje is. Het blijkt dat de verlichting niet boven de pieren uitkomt
want erachter is het ruim en goed zicht. We meren na 6,5 dag varen om 02.00 uur
heel gecontroleerd af op een vrije plek, morgen zien
we wel verder. Wat heerlijk, een warme douche, schone kleren, wat
lekkers en een glaasje whiskey om de aankomst te vieren. We hebben
geluk gehad, we hebben het goed gedaan, we zijn in Japan!