donderdag 23 november 2017

Ogasawara Archipel - 8-13 november

De Ogasawara Archipel (vroeger de Bonin Eilanden genoemd) is het Galapagos van Azië in de zin dat ze nooit verbonden zijn geweest met enig vaste land. Alles wat er was tot 1830 is aan komen drijven, waaien of vliegen. In 1830 zetten de eerste walvisvaarders een station op en geleidelijk groeide er een kleine gemeenschap met 7000 inwoners op zijn hoogtepunt rond 1920. Ook nu is het nog een erg geïsoleerde eilanden groep. Er is geen vliegveld, als je er naar toe wilt moet je 24 uur met de ferry vanuit Tokio overvaren. Of aan komen zeilen zoals wij, maar dat blijft een uitzondering. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn de bewoners van Ogasawara geëvacueerd naar Japan. Na de oorlog kwam Ogasawara onder US administration en de oorspronkelijke bewoners mochten pas 23 jaar later terugkeren naar de eilanden. Alleen het eiland Ioto is nog steeds niet bewoond op een legerbasis na. Daar zijn zoveel Japanse en Amerikaanse soldaten omgekomen (28.721) dat het eiland een soort kerkhof status heeft. Ook is het een actief vulkanisch eiland. De gemeenschap die zich op
Chichijima eiland vestigde heeft in 1995 een statuut opgesteld dat ze een gemeenschap van vrede wil zijn, de rijke natuur wil beschermen en wil delen met ieder die komt. Er zijn walvissen, dolfijnen, groene schildpadden, tal van vissen en een bijzondere flora op het eiland. Het klimaat is subtropisch en heerlijk: overdag 25 en 's nachts 20 graden en valt ook de regen. Wat ben ik blij dat we de hitte van Micronesië achter ons gelaten hebben.

Een uur na aankomst worden we geroepen vanaf de kade. Het blijk Kanno San te zijn die ons welkom heet namens de jachtclub. We hebben geen clubhuis of zo hoor, zegt hij er gelijk bij, maar wel een gastenboek wat 25 jaar terug gaat. Hij geeft ons een zware tas, wij zitten in volume 11. Kanno San is 25 jaar geleden de Pacific rond gezeild met zijn 8 meter lange bootje en heeft zich uiteindelijk op Ogasawara gevestigd. Hij spreekt goed Engels en maakt ons wegwijs in de eerste praktische zaken. In de Futami haven liggen twee zeilboten, de boot van Kanno San en de andere van Kojin San. Hij komt die middag langs om zich even voor te stellen. Alles gaat ontspannen, zonder haast.

Lopend langs de haven komen we in het kleine dorpje, het is er uitgesproken rustig. Er zijn twee supermarkten, wat souvenirwinkels en bedrijfjes die walvis en dolfijn tours aanbieden. Iedereen is aardig en behulpzaam, al is taal al snel een barrière. Het Engels is zeer beperkt en ons Japans nog meer. We moeten even een dagje omschakelen, opruimen en bijslapen, maar de tweede dag gaan we op onderzoek uit. Eerst is het dorpje zelf. Het walvis informatie centrum is interessant. De Alaska bultrug walvissen komen hier in de winter om te kalven, we zijn net een paar weken te vroeg om ze te zien. 's Avonds gaan we uit eten in een lokaal restaurantje. We zitten aan de bar (daar kom je de meeste mensen tegen) en hebben veel lol in de menu kaart. Later blijkt dat wij hem een kwart slag gedraaid hadden, maar we krijgen toch te eten. We wijzen naar het bord van de buurman en zeggen dat willen we ook. De meisjes achter de bar hebben er ook plezier in en al snel laten ze ons proeven en zien wat er is. Naast ons zit een aardige Japanner uit Tokio die hier blijkt te zijn voor zijn werk om onderzoek te doen naar de vogels op de eilanden. Akihisa spreekt goed Engels en is geïnteresseerd in onze reis. We nodigen hem uit om later die week op bezoek te komen.

De dagen erna maken we uitstapjes. Een rondrit over het eiland met verschillende stops om te wandelen in de bossen. De beroemde plaatselijke duif hebben we helaas niet gezien maar wel planten die zich op een bijzonder manier aangepast hebben aan de verschillende locaties op het eiland. De gids is een 6e generatie nakomeling van de allereerste walvisvaarders. Als afscheid geeft hij ons een cadeautje: een zakje met twee blaadjes van het eiland waarop de rand nieuwe kleine plantjes groeien. Het is onze kennismaking met de bijzondere gewoonte om hele attente en soms prachtig ingepakte cadeautjes te geven en ontvangen.
Akihisa brengt die avond een potje eiland jam en chili olie mee, ook al zo mooi ingepakt. Hij heeft veel gereisd en op sommige plekken in Zuid Amerika zijn we beiden geweest. Genoeg te praten en we hebben een leuke avond met hem.

Ik ga een dag duiken in de omgeving. De vissen zijn echt spectaculair, mede door het glasheldere water. Grote scholen en niet bang. We doen ook nog een wrakduik, maar na Chuuk is het maar een kleintje. De duikinstructeur spreekt een paar woorden Engels en we komen er samen goed uit. Na afloop van het duiken maakt hij een tekening van alle locaties waar we gedoken hebben en welke vissen we gezien hebben, hoe het schip heet en andere details. Ik heb dat nog niet meegemaakt, zo attent en toch eigenlijk simpel, maar je moet er maar opkomen.
Samen gaan we nog een halve dag zwemmen met dolfijnen. Nou ja eigenlijk een halve dag zoeken naar waar de dolfijnen zijn, maar ook de tocht om Chichijima heen is al mooi. Als we dan eindelijk 6 dolfijnen gespot hebben gaan we met zeker 20 man te water en kunnen nog net een glimp opvangen van de dolfijnen die rustig door zwemmen. We maken een streng geregisseerde wandeling op Minami jima, een klein onbewoond eilandje met veel oorspronkelijk natuur. Onder andere een strand vol slakhuizen van een uitgestorven slak. Ik mag er geen meenemen, maar wel foto's nemen. Er zijn nog twee soorten die wel voorkomen op het eiland, maar die houden zich wijselijk schuil.
Op donderdag komt de ferry uit Tokio aan, wat een verschil! De winkels liggen vol verse groentes en andere verse aanvoer. Het dorpje puilt uit door een middelbare schooltrip uit Tokio en overal lopen mensen vakantie te vieren.
We komen Kojin San weer tegen, hij blijkt de buschauffeur te zijn en nodigen hem en de rest van de jachtclub uit om te komen eten aan boord van Tara op zaterdag avond.
Kojin en Kanno San komen met Satomi, Attchi en Mika. Ze nemen heerlijke zelfgemaakte hapjes mee en wat te drinken. Wij hebben nog een aardige voorraad Nieuw Zeelandse wijn en die gaat ook grif in het glas. Ik heb Indonesisch gekookt en vooral de Ajam Pedis scoort hoog. Het is een ongedwongen avond, bijzonder als je mensen zo kort kent.
Ook Akihisa lopen we tegen het lijf en spreken af om zondag wat te drinken op Tara en daarna samen te gaan eten. Of hij zijn vriendin mee mag nemen, ja natuurlijk! En zo maken we kennis met Masami, een sprankelende dolfijn gids die al jaren op Chichijima woont. Zij spreekt nauwelijks Engels maar expressief en nieuwsgierig genoeg om volwaardig deel te nemen aan het gesprek. Akihisa stelt het Manta restaurant voor en wij geven ons graag over. Was de eerste keer een leuk eetcafé, dit is een echt restaurant. We zitten aan een lage tafel op een verhoging (schoenen uit) maar gelukkig is er een zitkuil voor je benen en hoeven we niet op onze knieën te zitten. Er komt een sommelier met de Sake kaart en als ze inschenkt giet ze de sake over het glaasje in het houten bakje wat er onder staat. Wij denken oeps, foutje, maar nee het hoort zo. Eerst drink je het glaasje (rondje) en dan het houten bakje (vierkant) leeg. De uitleg daarvan ontgaat ons enigszins maar de koude Sake smaakt voortreffelijk. Mijn Sake heet Sexy Boy en Roel heeft een droge Sake uit Hokaido. Het is duidelijk dat wij nog veel te leren hebben hier.
De serveerster knielt steeds bij onze verhoging voor de bestelling van een volgend hapje. Die worden vervolgens gebracht, prachtig opgemaakt met verschillende kleuren en smaken. Hoogtepunt voor mij is een knaloranje vis in zijn geheel gefrituurd, maar zo knapperig en het visvlees precies goed en sappig. Met onze stokje happen daar dan van af. Naast de opdien schalen krijgen we verschillende privé schaaltjes, de ene nog mooier dan de ander. Het hele etentje is een feestje, het gezelschap van Akihisa en Masami voorop. Was op de boot de aandacht vooral op ons gericht aan tafel is het een en al Japan. Bij het afrekenen blijkt hoever de gastvrijheid gaat als Akihisa en Masami voor ons betalen. Er is geen speld tussen te krijgen. Als we dat realiseren bedanken we hen hartelijk voor deze bijzondere avond en als we afscheid nemen die avond voelt het als vrienden.

Vlak voor we gaan slapen vertelt Roel wel dat we misschien de volgende morgen al weg moeten. In de nieuwe berichten is het systeem wat we bij Japan zien voor volgend weekend wat vertraagd en als we wachten duurt met misschien wel 1,5 week voor we weer weg kunnen. Daar gaan we even een nachtje over slapen.







2 opmerkingen: