Kranten bericht PZC uit Zeeland |
Deze zomer stuurde mijn zus Anita twee
krantenartikelen op over 700 Zeeuwse landverhuizers die rond 1858 naar Vitória in Brazilië vertrokken om een beter bestaan op te
bouwen. “Braziliaanse Koorts” werd het genoemd in Zeeland.
Uitgenodigd door de Braziliaanse regering met beloftes van eigen
land, een huis en een goed leven. De werkelijkheid was anders en
velen moesten het met het leven bekopen. Maar in Holandina (Esperito
Santo) en omgeving wonen nog steeds nazaten van de emigranten van
toen en sommigen spreken zelfs nog Zeeuws. Over de geschiedenis van
de landverhuizers is door Ton Roos en Margje Eshuis het boek “Op
een dag zullen ze ons vinden” geschreven. Zij hebben jaren in de
gemeenschap Holandina gewoond vanuit de kerkgemeenschap.
Tropische wildernis |
Het verhaal blijft aan mij trekken. Ik
heb het boek besteld, maar helaas te laat om mee te nemen. Dus dat
wacht op de eerstvolgende “Services Overseas” zending die hopelijk
in oktober met een vriend meekomt.
Ik twijfel lang of ik zal proberen de
Zeeuwen te ontmoeten die daar wonen. Zitten zij op mij te wachten?
Vast niet. Maar toch.... Als we dagen in Vitória wachten op goed
weer om verder te zeilen verdiep ik mij in het verhaal. Ik probeer
mij een beeld te vormen van wat die mensen in 1850 bewoog om te gaan
en vooral wat ze hier aantroffen. Ik realiseer mij dat ik zomaar één
van de vertrekkers had kunnen zijn als ik toentertijd geleefd had.
Misschien dezelfde reden dat ik nu ook hier ben.
Hollandser kan het niet |
Ik probeer het gewoon, als ze er niet
zijn of niet willen praten ook goed, dan heb ik de reis in ieder
geval gemaakt. Om 5 uur 's morgens naar het busstation. De bus van
Vitória naar Santa Maria de Jetibá doet er 2,5 uur over. Vooral de
laatste anderhalf uur maakt indruk op me. De bus zwoegt zich helling
op helling af, meerdere rivieren over met links en rechts dik
tropisch regenwoud. Pas aan het eind komen de koffieplantages en
andere groentevelden. Op stukjes land met soms onmogelijke
hellingshoeken en ontworsteld aan het oerwoud. Ik stel me voor dat je
uit het vlakke, overzichtelijke Zeeland komt en hier te voet deze
afstanden af te moeten leggen. Hele gezinnen trokken hierheen, met
jonge kinderen en dan overnachten in een oerwoud vol onbekende
geluiden en giftige slangen.
In Holandina geen vruchtbaar land wat
klaar lag en geen huizen maar hutten van leem en palmblad. Het was
een zwaar leven. Koffieplanten kregen de Protestantse boeren niet van
de Rooms Katholieke boeren en het duurde dan ook jaren voor er enige
welvaart kwam.
Twee Zeeuwse meisjes, Leonora en Jacomine |
In Santa Maria de Jetibá kan ik niet
met de taxi naar Holandina, maar wel naar Garrafão. Ook daar wonen
verschillende Zeeuwen. De taxichauffeur heeft een Duitse achtergrond
en spreekt dat ook nog redelijk. Hij vertelt over het gebied waar we
doorheen rijden. Santa Maria is de tweede “kippenstad” van
Brazilie. 44 dubbele vrachtwagens per dag met eieren gaan er het land
in. Eén producent is soms wel goed voor 3 miljoen eieren per dag.
Verder is het gebied de groentetuin voor veel van de grote steden in
de omgeving. Een constante temperatuur en zeer regelmatig regen, dus
er kan meerdere keren per jaar geoogst worden.
De weg slingert van dorpje naar nog
kleiner dorpje. Granietrotsen, eucalyptusbomen op de hoge hellingen
en velden met groenten in de dalen. Vakwerkhuizen, chaletjes met houten
luiken en Duitse en Nederlandse namen op de winkels.
Julia houdt klompen danstraditie levend |
In Garrafao zoeken we Leonora op die
genoemd wordt in het krantenartikel. Tja en wat zeg je dan als je
aanbelt? Maar het is niet zo moeilijk, Leonora wil wel even koffie
met me drinken en de meegebrachte stroopwafels breken het ijs.
Leonora en haar man zijn iets jonger dan ikzelf en de 2 dochters
wonen nog thuis. Ze is erg geïnteresseerd in haar Zeeuwse
achtergrond en is, op uitnodiging van de kerk van Ton Roos, ook op
bezoek geweest in Nederland. Omgekeerd waren hier al veel mensen
geweest uit Nederland. We bekijken samen foto's van de geboortegrond
van haar voorouders in Zeeuws Vlaanderen en het bezoek aan Nederland.
Op de foto's van de tweede en derde generatie in Brazilië zie ik
grote gezinnen. De vader en moeder van Leonora hadden verschillende
broers en zussen die ook weer met elkaar trouwden. Een hecht
familieverband en dat merk je nog steeds. Alle ooms en tantes die nog
leven wonen in Garrafao, evenals de broer en zussen van Leonora en
hun gezinnen.
Tante Madelene en oom Florian |
Leonora is de vierde generatie die
opgroeit in Brazilië, haar vader overleed toen zij nog jong was aan
een giftige slangenbeet. Haar moeder met 4 kinderen, de vijfde moest
nog geboren worden, bleef achter. Het familievangnet deed zijn werk
en Leonora groeide op bij oma en opa. De kerk zorgde ervoor dat
Leonora naar school kon om door te leren als lerares, het vak wat zij
nog steeds uitoefent. Haar man Marcus heeft 8 melkkoeien op hun land.
Gaandeweg komt er meer verbinding. Met
dochter Julia kijk ik naar Youtube filmpjes van de Nederlandse klompendansgroep
waarvan zij lid is. Als ik “twee emmertjes water halen” meezing
hebben we er samen plezier om. Julia wil graag dat ik blijf slapen
en is verbaasd dat ik diezelfde dag nog terug ga, helemaal naar
Vitória. 's Middags gaan we op bezoek bij de tante en oom van
Leonora in het huis wat ze stukje bij beetje uit het
niets opgebouwd hebben. Nu komt er 5 dagen per week een bus, maar
toentertijd was het een afgelegen plaats om te wonen. De bewoners van
Garrafao waren op zichzelf en elkaar aangewezen. De tante van Leonora
doet mij aan mijn oma denken, maar de tongval is duidelijk Zeeuws
Vlaams. De rest van de familie zie ik later bij de schilderklas. Een
klein wereldje in het dorp. Als ik aan het eind van de middag
afscheid neem, is het een hartelijk afscheid. Wat een gastvrij
onthaal!
Op de terugweg overdenk ik deze dag. Ik
geniet na van de Nederlandse verhalen en verwonder me hoe langzaam
het Zeeuws opgaat in Braziliaans. Ik heb nooit geweten van de
emigranten naar Brazilië en vind het bijzonder om de mensen hier
tegen te komen. Wat een doorzetters zijn dat geweest. Het motto van
Zeeland komt bij me op: Luctor et Emergo, ik worstel en kom boven. Ik
denk dat ze het letterlijk nodig gehad hebben, zoals het ook de
Zeeuwen door de eeuwen getekend heeft.
Er is een plan om
een documentaire te maken over deze “vergeten”emigratie. Het geld
wordt ingezameld door middel van crowdfunding. Als je meer wilt weten
over de Braziliaanse Koorts, welke families vertrokken, het boek wilt bestellen of de
documentaire financieel wilt steunen, kijk dan op de website:
www.braziliaansekoorts.nl
Hoi Jacomine en Roel, wat een schitterend verhaal, en dat alles na een krantenknipsel uit Zeeland, genietend van alle verhalen via de blog, was dit wel een heel bijzondere, van de ene Zeeuwse, via een andere Zeeuwse, op zoek in Brazilië naar Zeeuwen, heel veel lieve groetjes, het gaat jullie goed , en blijf schrijven, we genieten ervan, Anita& Jaap
BeantwoordenVerwijderen