|
De tuin van Noa's familie, slaapvertrek en in de verte wonen |
De laatste dag op Tahaa maken we een tour rond het eiland. Noa is onze gids. Zijn ouders zeilden 30 jaar geleden rond de wereld, maar toen ze op Tahaa aankwamen wilden ze niet meer verder. Ze legden een vanille kwekerij aan, kregen kinderen en bouwden in etappes hun huis. Eigenlijk moet ik zeggen huizen, want naar goed Polynesisch gebruik is er een huis voor ieder doel: voor slapen, voor wonen & koken en een bad/washuis. Noa vertelt het verhaal van de vanille. In het Caraïbisch gebied worden de vanille orchideeën bestoven door een speciale bij.
|
Woonkamer, voorzijde helemaal open richting baai |
Pogingen om de planten met bijbehorende bijen elders te kweken mislukten en het duurde jaren voor een elfjarige jongen uitvond hoe je de bloemen met de hand kunt bestuiven. Le Mariage heet dat hier, het huwelijk. Per dag komen de bloemen uit en moet je dus door de kwekerij. In de tijd voor de kunstmatige vanille waren de peulen zwart goud, in een top jaar werd er op dit kleine eiland 400 ton geproduceerd. Vorig jaar was een dieptepunt met 30 ton, deels doordat veel boeren gestopt zijn met de tijdrovende kweek, deels omdat de winters te warm waren waardoor er geen bloemen komen. Dit jaar is de winter koud en kan een goede oogst tegemoet gezien worden. Koud is relatief, want wij lopen nog altijd dag en nacht in ons t-shirtje of minder rond. Door de tegenvallende oogst van vorig jaar en de hernieuwde vraag naar authentieke producten in het westen ligt de prijs voor 60 gram/10 vanille peulen nog altijd rond de 16,-. Het ruikt heerlijk, zelfs als de peulen nog dicht zijn.
|
Een van de baaien van Tahaa |
De vanille-tuin van de familie met 600 planten is een aantal jaren geleden ten onder gegaan aan een ziekte, waarna ze verder gingen met de tours. We beginnen de tour bij Noa thuis, een prachtige locatie. Hun uitgestrekte tuin ligt aan de rand van de baai. De huisjes zijn allemaal gemaakt van natuurlijke materialen van hun land. Bamboe palen en gevlochten bamboe als muurtjes (30 jaar oud), daken van geweven palmbladeren (iedere 5 jaar vernieuwen) en alles is open zodat er nauwelijks afscheiding is tussen binnen en buiten. En buiten is een lust voor het oog, ik zou er zo een tijdje willen blijven.
|
Prachtige bloem uit de gember familie |
Het eiland is niet heel groot en een highlight van de tour is dat we allemaal planten en bomen opzoeken die een voedingswaarde of geneeskrachtige waarde hebben. Interessant is ook hoe de planten/bomen hier gekomen zijn, de meesten met de zee, dan vogels en het laatste aandeel is van de mens die planten meenamen vanuit hun oorspronkelijke land. De eerste immigranten uit Azië kwamen hier voor de rijstcultuur uitgevonden werd. Rijst is dan ook geen basis voedsel, maar allerlei wortel groenten zoals taro en yam wel.
|
Taro plantage, ook bananen & gember |
Volgens Noa is er een direct verband tussen het verbouwen van graangewassen en de behoefte aan geschreven taal, een van de redenen dat er in het Polynesich gebied geen geschreven taal is. Jammer, want het zou geweldig zijn om over hun zeereizen te kunnen lezen en zelfs hun navigatietechnieken!
Met een zeer on-polynesische, maar erg lekkere pizza keren we terug naar de boot. Nog een paar rondjes snorkelen in de koraal tuin, maar dan zit onze tijd in deze lagune erop.
Als we 's morgens heel vroeg vertrekken kruist bij de pas de Paul Gauguin ons pad, het cruiseschip wat hier heen en weer vaart tussen de eilanden. Wij vinden dat we van rechts komen, maar we wachten toch maar even om hem te laten passeren. Hij past er net doorheen en maakt aardig wat snelheid om de stroming de baas te blijven.
|
Nog een laatste blik naar Tahaa met ander weer |
Dan ligt er niets meer tussen ons en Bora Bora en zeilen we heerlijk in de zon erheen. De lagune van Bora Bora heeft een groot oppervlakte water met in het midden het eiland en daaromheen enkele kleine motus. De lagune is erg groen en als we aan komen varen zien de wolken er aan de onderkant ook groen uit door de weerkaatsing van het licht. Een prachtige gezicht! De economie van Bora Bora draait om de resorts en de gasten die daar komen. In het wild zie je de gasten niet, ze blijven allemaal in hun exclusieve all inclusive formule.
|
Het silhouet van Bora Bora, met groene wolken |
Het dorpje maakt een rommelige en armoedige indruk. We hebben de indruk dat wat er verdiend wordt in de resorts niet ten goede komt aan de plaatselijke bevolking. De overheidsgebouwen zijn als enigen uit de kluiten gewassen. In een Salon de thé is wel redelijk internet, zodat we foto's kunnen uploaden en Skypen. Door het tijdsverschil is het nog niet eenvoudig om iedereen te spreken, maar met een paar vriendinnen ben ik weer lekker bijgepraat. Ik hoop op een nieuwe kans over een paar weken in Samoa.
Tot onze verrassing zijn we omringd door 7 Nederlandse boten, erg leuk al hebben we niet met ieder even veel contact. Het geeft gezelligheid, lekker borrelen, samen snorkelen, eten, boodschappen doen en kletsen over ons zeilersleven. We hoppen wat heen en weer in de lagune en zien onze eerste manta rog: een belevenis! Wat een erom beest, misschien wel 3 meter van vleugel tot vleugel, en hij/zij zwemt zo prachtig langzaam en soepel door het water.
|
Manta rog filmpje komt later, maar dit was een mooie vis |
De manta's komen de lagune in voor een soort spa behandeling. Ze cirkelen rondom de koraal hoofden waar tientallen visjes ze opwachten om parasieten en algjes van hun lijf of tussen hun tanden vandaan te peuteren en op te eten. Een win-win situatie zeg maar. Dat van die visjes hebben we uit de boekjes, want zo dichtbij kunnen we niet komen om dat te zien. Maar we zijn toch helemaal verguld, want er komen bijna geen Manta's meer naar Bora Bora, waarschijnlijk omdat ze het te druk vinden. Als er 1 tourboot een manta gesignaleerd heeft, zijn er binnen de kortste keren 10. Met de dinghy zijn we iets flexibeler en we kunnen de manta een poosje volgen op afstand.
|
Spelen met de roggen, gewone stingrays zijn dit |
In ondieper water vermaken we ons met de gewone roggen. Er is een lokale gids die erg goed met ze overweg kan. Zijn Japanse honeymoon gasten vinden het maar eng en hij geeft ons een stukje vis om met ze te spelen. Dat laten we ons geen twee keer zeggen en we hebben erg veel plezier. De roggen zijn groot, maar toch zacht en glad en heel aardig/behoedzaam in hun aanrakingen. Ik doe mijn laatste twee duiken van de cursus, een diepte duik zodat ik vanaf nu tot 30 meter kan duiken en een fotografie duik en vooral de laatste is erg leuk. Er is weer van alles te zien onder water, Citroen- en andere haaien, talloze vissen en diertjes die op of om het rif leven.
|
Wandeling over het eilandje Maupiti |
Het eind van onze Frans Polynesische tijd komt eraan, maar we hebben nog 1 kleine lagune gevonden om het nog éven te rekken. In een paar uur varen we 30 mijl verder naar Maupiti. De pas daar is erg lastig, omdat de ingang ondiep en smal is én op de richting van de swell staat en er altijd een uitgaande stroming is waardoor de golven snel opbouwen. Langzaam worstelen we ons tegen de stroom in naar binnen terwijl de golven stukslaan op het rif net links en rechts van de ingang. Boven 20 knopen wind en 2 meter swell schijnt het helemaal niet te doen te zijn. Een pas voor gevorderden dus. We snorkelen op zoek naar de manta roggen die hier veel voorkomen en we vinden er twee. Niet de 15 die we gehoopt hadden, maar toch erg leuk. Het dorpje op het eiland maakt een wat troosteloze indruk en de mensen zijn minder vriendelijk. Ze groeten niet, kijken niet blij, meerdere mensen zijn ongelofelijk dik.
|
Huis op Maupiti met de graven in de voortuin |
We hebben geen brood gebakken en zoeken wat te eten. Uiteindelijk vinden we een soort snackbar, het menu is hoopgevend. Mogen we dat en dat? Nee, dat hebben we niet. Een hamburger dan? Nee hebben we ook niet. Wat heeft u dan wel? Een panini kaas en ham en nog 1 wafel. Doet u dat dan maar. Later spreek ik de uitbaatster van de snackbar, die in de tijd dat wij onze broodjes opeten 2 halve liters bier drinkt en mij ook een glas aanbiedt. Haar omvang doet vermoeden dat ze dat wel vaker doet. Ze vertelt dat er voor de jongeren van het eiland geen werk is, niet op het eiland en ook niet in Papeete op Tahiti. Hun situatie is uitzichtloos, want al hebben ze hun middelbare school afgemaakt of een opleiding gevolgd, dan nog rest hen niets anders dan terug te komen naar het eiland en hun familie en te helpen met het oogsten van kokosnoten. De uitzichtloosheid voelen we als we door het langgerekte dorp lopen. Het valt ons ook op dat er om de erven hekken staan en de kerk op slot is, dat hebben we op andere eilanden eigenlijk niet meegemaakt. De mooiste plek op het erf wordt ingenomen door graven van
|
Maupitiaanse schone in wording |
familieleden. Het is een bizar gezicht, maar we zien het bij bijna alle huizen. Omdat we toch al tot het eind van het dorp gewandeld zijn, besluiten we het eiland maar even rond te lopen. We hebben ergens gelezen dat het een uurtje lopen is. We hadden zo langzamerhand moeten weten dat de relatie tussen Polynesie en tijd niet erg precies is: we doen er 2,5 uur over! Maar het is wel een mooie wandeling langs de diepgroene lagune en weelderig bos en 300 meter hoge rotspieken.
's Avonds beproeven we ons geluk bij een lokaal buffet samen met Pauline en René van de Bounty. Het buffet is voor de gelegenheid van de wedstrijden hardlopen met zware fruit jukken en het steen tillen wat die avond plaatsvindt. In het restaurantje van palmblad zitten vooral buitenlanders zoals wij en een enkele lokale familie. Het buffet is smakelijk en de sfeer is goed.
|
Foto niet scherp maar toch een indruk: 83 kg |
De rest van het dorp komt gewoon voor de wedstrijden. Jonge mannen tillen stukken basalt op en leggen dat op hun schouder. Ze beginnen met 37 dan 57 kilo, maar de laatste ronde tillen ze een steen van 137 kilo! Na afloop maakt de jeugd zich klaar voor de Disco naast het restaurantje, maar wij zoeken de boot weer op.
De swell wordt hoger, de wind is aan het toenemen en uit de goede richting om naar het westen te zeilen. We vertrekken de volgende dag om niet opgesloten te raken achter een onneembare pas. Als een hobbelpaard gaat Tara door de pas en als een duikboot pakken we toch nog een paar golven op de neus. Er is even een raar moment dat we wel volle kracht vooruit varen, maar niet door de golven heen lijken te komen, maar dan zijn we toch veilig en wel buiten. De golven die nu stukslaan op het rif zijn imposant, pfff dat hebben we gehad.
Dag Frans Polynesië, dik drie maanden ons thuis en wat een diversiteit aan eilanden, cultuur, eten en fijne mensen hebben we er ontmoet. Dag stokbrood, zoute boter en alle Franse dingen. We zijn eigenlijk nog lang niet uitgekeken hier, maar de kalender is omgeslagen naar augustus en we moeten verder. We varen pal west en hopen dan Suwarrow één van de Noordelijke Cookeilanden aan te lopen over een dag of 4.
|
Dansgroep op Tahaa tijdens de tour |
|
Géén H&M, iedereen naait zelf en mooi! |
|
Golven naast ons in de pas van Tahaa |
|
Stervrucht |
|
Even de benen strekken tijdens de tour ;-) |