Whitehaven was ooit de haven die de wijde omgeving van kolen voorzag, inclusief 80% van de kolen toevoer voor Ierland. De mijnen gingen diep het land in en liepen ook onder de zeespiegel. Zwaar en gevaarlijk werk waar heel Whitehaven zijn boterham aan verdiende. De mijnen zijn gesloten eind jaren '80 van de vorige eeuw en nu probeert het stadje te profiteren van de toeristen en de ligging aan de westkant van het populaire Lakedistrict.
De oude havens zijn omgevormd tot marina en nog een paar vissersboten. Het stadje ligt mooi tussen twee hogere gedeeltes in en komt verzorgd over. We zijn in Engeland: hanging baskets, overal bloemen en bordjes waarop staat wat je wel maar vooral ook niet moet of mag doen en dat de eigenaar nergens voor aansprakelijk is.
Een auto huren op zondag blijkt onmogelijk, maar wandelen niet. We lopen met Jeroen naar St Bee's Head, een puntje rots wat net ten zuiden van Whitehaven ligt. In afwachting van de bus naar huis even in de locale pub: een waar familiegebeuren vindt daar plaats. Twee dames van mijn leeftijd en tweemaal mijn omvang hangen in een hoekje, een klein meisje hangt in een een rolloopwagentje en de moeder ertegenover op de bank. Zoonlief staat achter de bar, de enorme tatouages zijn omgekeerd evenredig met de snelheid waarmee hij reageert op onze bestelling. Pa geeft commentaar vanaf de zijlijn. Later blijkt de "moeder" van het kleintje de oma te zijn, want haar dochter van 17 heeft zich inmiddels over haar dochterje ontfermd. We trekken ons terug in de beergarden om de familie hun zondag-gevoel te laten.
's Avonds eten we in de Waterfront, een pub aan de haven uiteraard. Er komt live music en een half uur later stroomt het vol met dames van alle leeftijden op hoge hakken en in cocktail jurkjes, kleurig, bloot en kort. Terwijl de thermometer rond de 10 graden is blijven steken. De heren zijn ook goed gekleed en wij vallen een beetje uit de toon. Optutten is gebruikelijk op zondag wordt ons verteld, dus er is nog hoop voor al mijn cocktailjurkjes in het vooronder.
De band is erg goed - rock uit de jaren '60 en '70, al halen de bandleden de 18 jaar maar net – en de sfeer is dito. We raken in gesprek met een Engels stel en dat is een grappige ontmoeting. Roel zal daar later nog eens over schrijven. Ik leer Engels drinken: een fles wijn schenk je uit in 2! glazen en als je water vraagt krijg je met moeite een half glaasje. Het is maar goed dat de taxi ons bijtijds ophaalt.
De volgende dag zeilen we naar Lancaster en is het voor ons alledrie prettig dat er niet te veel wind staat..... Dinsdag gaat Jeroen weer naar huis.
We huren een auto en woensdag verkennen we het Lake district. Ook hier heeft de ijstijd 10.000 jaar geleden het landschap gevormd. Hoge heuvels/bergen en daartussen prachtige meren. De heuvels zijn vrijwel kaal op mos en gras na, in de dalen volop bomen en struiken. Het is ongelofelijk mooi! Sommige dorpjes zijn erg toeristisch, maar het kost weinig moeite om daarvan weg te komen. We rijden over de Kirkstonepas en daarna langs meer na meer. De ah en oh's klinken alom. De wegen zijn erg smal en Roel maakt dankbaar gebruik van een nieuw instrument: de samengeknepen billen indicator, voor als we te dicht aan de linkerkant van de weg komen.
We fietsen op de vouwfietsjes door de mooie Newlands Valley (gaat net!) en aan het eind van de dag de grootste verrassing: Castlerigg Stone Cirkel. Een Stonehenge van het Noorden. Op een ronde heuvel staat een ring van enorme stenen, 4.500 jaar geleden gemaakt. Om de heuvel, aan alle zijden dalen en dan een ring van hoge heuvels. Het is alsof de stenen zich herhalen in de heuvels erom heen. Het is een magische plek, zo bijzonder en de ondergaande zon versterkt dat gevoel. Het is 20 juni en zonnewende, de eerste mensen komen om de nacht door te brengen op de heuvel. Dat gaat ons wat ver, maar als ik er nu over schrijf ervaar ik weer dat hele bijzondere gevoel van deze prachtige plek.
Vandaag regen en storm dus we doen het even rustig aan. Morgen ook regen en storm maar dan gaan we fietsen en de komende dagen zijn we onderweg naar de andere kant van Engeland.
foto's volgen later.
Groetjes Jacomine
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
donderdag 21 juni 2012
woensdag 20 juni 2012
6-15 juni laatste stukje Schotland
De pilot van de Schotse Westkust is net een schatkist. De laatste ijstijd heeft in haar terugtrekkende beweging alles vermalen wat er op haar pad kwam, alleen wat te hard was bleef liggen. Alsof er met een grove kam doorheen gekamd is. Het water vulde de gaten en het resultaat is – nu nog steeds – een prachtig landschap.
Eilanden, honderden ankerplekjes, baaien en langerekte lochs diep het land in. Ik proef de Celtische namen: Sailean Mor – goede beschutting bij alle winden; Loch Droma na Buidhe – perfect beschutte ankerplek; Kilchoan – aantrekkelijk dorpje aan de zuid kant van Ardnamurchan schiereiland. En dan zijn we nog niet verder dan het eiland Mull. Hier missen we de week, die we later weg gegaan zijn uit Nederland. We kunnen maar een paar van deze juweeltjes zien.
We genieten van de tocht van Loch Linnhe richting het eiland Mull, waar we liggen in Tobermory. Een mooie plaats met gekleurde huizen op de kade aan de baai. We lopen naar de vuurtoren, onze eerste zomerse dag in korte broek en shirtje. Lunchen in het Western Isles hotel, oude Engelse chic hoog op de heuvel met uitzicht over de baai en onze eigen boot.
De nacht liggen we voor anker in Loch Droma na Buidhe. Erg beschut en dat is niet voor niets, want er komt een klap wind over van een lage drukgebied. Ons nieuwe anker houdt zich goed, maar we zetten het ankeralarm en gaan er 's nachts toch een paar keer uit om te kijken of we nog vastliggen.
Op naar het zuiden: Loch Aline, wat loodrecht het land in loopt. Aan het eind staat wel een sprookjeskasteel, maar de locale pub is (te) ver lopen. Het loch is een kraamkamer voor duizenden kwallen en we verwonderen ons over de kleuren, de soorten en de elegante manier van voortbewegen. Ook scharrelen we voor onszelf een maaltje mosselen bij elkaar.
Een heerlijke dag zeilen we naar Crinan, waar we het kanaal ingaan door de hals van het schiereiland Kintyre. De 15 sluizen én sluisdeuren uit de 18e eeuw worden nog met mankracht bediend. Waar het kan, helpen we een handje mee, weer een rondje fitness en het wordt erg op prijs gesteld.
Het verhaal gaat dat de Vikingen rond 1095 van de toenmalige Schotse koning al het land mochten hebben waar zij met hun schip om heen konden. Magnus Barefoot liet zich op zijn schip door de hals van Kintyre trekken en voegde zo het waardevolle eiland toe aan zijn rijk. Dat waren nog eens tijden en ik zie het voor mij als we er varen.
We varen Loch Fyne op en ankeren een nacht in Tarbert, een visserplaatsje op Kintyre. Bij het ophalen zit er een oude krabbenkooi om het anker – lagen we vannacht wel goed vast? Het zit vol zeeleven, net een kunstwerk, maar het gaat direct terug naar de bodem want de rotsen komen wel erg dichtbij.
We hebben behoefte aan een paar dagen op dezelfde plaats en dat wordt het eiland Arran. We ankeren in de baai naast het kleine Holy Island, eigendom van een Tibetaanse gemeenschap maar wel voor iedereen toegankelijk. Op Holy Island staat maar 1 heuvel, 320 meter hoog met 1 pad, dat is goed te doen. We lopen met het mooie weer mee en als we boven zijn hebben we een prachtig uitzicht over Arran aan de ene kant en de Fyrth of Clyde aan de andere kant.
Flora, een vriendin van Anouk, studeert in Glasgow en komt een dag naar ons toe in Brodick. Erg gezellig en we bezoeken het jachtkasteel van de Dukes of Hamilton. Een kasteel met een doorleefd interieur, waar je je zo thuis zou kunnen voelen. De tuinen zijn prachtig en vol voorjaars- en vroege zomerbloemen.
Echt een weekje vakantie was dit....nu krijgen we ander weer. Een "unseasonable low" is een beleefde Engelse manier om te zeggen dat er een herfststorm aankomt. We zeilen net voor de storm naar Portpatrick, het uiterste zuidwest-puntje van Schotland en belanden in een piepklein haventje zonder voorzieningen en wel een enorm tijverschil. De paar boten die erin passen liggen langs een hoge kade aan lange lijnen. Met eb staan de lijnen strak, met vloed drijven we alle kanten op. Van de buren krijgen we nog wat extra tips, want vanaf een laddertje in de kademuur 2 boten een paar meter naar je toetrekken bij windkracht 8 is niet echt gemakkelijk.
In de pub brandt een haardvuur en is het erg gezellig, niemand heeft haast vandaag.
We hebben ons wel in de nesten gewerkt. Jeroen komt een weekend langs en we worden de zaterdag in Whitehaven verwacht. Maar met deze storm en de waarschuwingen die we van de kustwacht ieder uur binnenkrijgen zit dat er niet in. Totdat we eindelijk weer eens een fatsoenlijke internetverbinding hebben en zien dat het oog van de depressie – met minder wind – juist die nacht onze route over de Ierse zee passeert. We besluiten alsnog te gaan varen, al geeft dat bij alle ''severe gale warnings'' en de verwonderde blikken van de mede-zeilers wel een dubbel gevoel. Het gaat prima, we kunnen diverse malen oefenen in het aanpassen van de hoeveelheid zeil die we voeren (reven) en gelukkig is de golfhoogte beperkt. Want op zich is veel wind niet zo erg, zolang je maar de hoeveelheid zeil op tijd aanpast. Maar al te vaak is de golfhoogte het probleem, want boot (en wijzelf) moeten iedere golf op en weer af en dan lijkt het meer op een hobbelpaard.
Zeer vroeg in de morgen en in de stromende regen varen we het dok in Whitehaven binnen. Slapen!
Jacomine en Roel
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
Eilanden, honderden ankerplekjes, baaien en langerekte lochs diep het land in. Ik proef de Celtische namen: Sailean Mor – goede beschutting bij alle winden; Loch Droma na Buidhe – perfect beschutte ankerplek; Kilchoan – aantrekkelijk dorpje aan de zuid kant van Ardnamurchan schiereiland. En dan zijn we nog niet verder dan het eiland Mull. Hier missen we de week, die we later weg gegaan zijn uit Nederland. We kunnen maar een paar van deze juweeltjes zien.
We genieten van de tocht van Loch Linnhe richting het eiland Mull, waar we liggen in Tobermory. Een mooie plaats met gekleurde huizen op de kade aan de baai. We lopen naar de vuurtoren, onze eerste zomerse dag in korte broek en shirtje. Lunchen in het Western Isles hotel, oude Engelse chic hoog op de heuvel met uitzicht over de baai en onze eigen boot.
De nacht liggen we voor anker in Loch Droma na Buidhe. Erg beschut en dat is niet voor niets, want er komt een klap wind over van een lage drukgebied. Ons nieuwe anker houdt zich goed, maar we zetten het ankeralarm en gaan er 's nachts toch een paar keer uit om te kijken of we nog vastliggen.
Op naar het zuiden: Loch Aline, wat loodrecht het land in loopt. Aan het eind staat wel een sprookjeskasteel, maar de locale pub is (te) ver lopen. Het loch is een kraamkamer voor duizenden kwallen en we verwonderen ons over de kleuren, de soorten en de elegante manier van voortbewegen. Ook scharrelen we voor onszelf een maaltje mosselen bij elkaar.
Een heerlijke dag zeilen we naar Crinan, waar we het kanaal ingaan door de hals van het schiereiland Kintyre. De 15 sluizen én sluisdeuren uit de 18e eeuw worden nog met mankracht bediend. Waar het kan, helpen we een handje mee, weer een rondje fitness en het wordt erg op prijs gesteld.
Links Arran, rechts Forth of Clyde |
We varen Loch Fyne op en ankeren een nacht in Tarbert, een visserplaatsje op Kintyre. Bij het ophalen zit er een oude krabbenkooi om het anker – lagen we vannacht wel goed vast? Het zit vol zeeleven, net een kunstwerk, maar het gaat direct terug naar de bodem want de rotsen komen wel erg dichtbij.
Top van Holy Island met uitzicht op Arran |
Flora, een vriendin van Anouk, studeert in Glasgow en komt een dag naar ons toe in Brodick. Erg gezellig en we bezoeken het jachtkasteel van de Dukes of Hamilton. Een kasteel met een doorleefd interieur, waar je je zo thuis zou kunnen voelen. De tuinen zijn prachtig en vol voorjaars- en vroege zomerbloemen.
de eerste orchidee op Holy Island |
Echt een weekje vakantie was dit....nu krijgen we ander weer. Een "unseasonable low" is een beleefde Engelse manier om te zeggen dat er een herfststorm aankomt. We zeilen net voor de storm naar Portpatrick, het uiterste zuidwest-puntje van Schotland en belanden in een piepklein haventje zonder voorzieningen en wel een enorm tijverschil. De paar boten die erin passen liggen langs een hoge kade aan lange lijnen. Met eb staan de lijnen strak, met vloed drijven we alle kanten op. Van de buren krijgen we nog wat extra tips, want vanaf een laddertje in de kademuur 2 boten een paar meter naar je toetrekken bij windkracht 8 is niet echt gemakkelijk.
In de pub brandt een haardvuur en is het erg gezellig, niemand heeft haast vandaag.
We hebben ons wel in de nesten gewerkt. Jeroen komt een weekend langs en we worden de zaterdag in Whitehaven verwacht. Maar met deze storm en de waarschuwingen die we van de kustwacht ieder uur binnenkrijgen zit dat er niet in. Totdat we eindelijk weer eens een fatsoenlijke internetverbinding hebben en zien dat het oog van de depressie – met minder wind – juist die nacht onze route over de Ierse zee passeert. We besluiten alsnog te gaan varen, al geeft dat bij alle ''severe gale warnings'' en de verwonderde blikken van de mede-zeilers wel een dubbel gevoel. Het gaat prima, we kunnen diverse malen oefenen in het aanpassen van de hoeveelheid zeil die we voeren (reven) en gelukkig is de golfhoogte beperkt. Want op zich is veel wind niet zo erg, zolang je maar de hoeveelheid zeil op tijd aanpast. Maar al te vaak is de golfhoogte het probleem, want boot (en wijzelf) moeten iedere golf op en weer af en dan lijkt het meer op een hobbelpaard.
Zeer vroeg in de morgen en in de stromende regen varen we het dok in Whitehaven binnen. Slapen!
Jacomine en Roel
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
donderdag 7 juni 2012
5 juni Glen Coe
Ons plan om drie dagen de West Highland
Way te lopen wordt om zeep geholpen door een vakantieweek in de UK,
het prachtige weer en onze gebrekkige planning ver vooruit: er is
geen accomodatie meer te krijgen! Het kost mij even om te
hergroeperen (chagerijnig) én we willen toch iets proeven van dit
gebied. Vroeg met de bus naar Glen Coe dus, een rivierdal omzoomd
door indrukwekkende bergen en in de winter ook een skigebied. Hier en
daar ligt nog sneeuw. De bergen worden Munro's genoemd als ze boven
de 3.000 voet (900 meter) zijn. Er zijn er 100 in Schotland en 40
daarvan liggen in de omgeving van Glen Coe. Een populair tijdverdrijf
is hier Munro bagging, het 'verzamelen' van beklommen munro's. Als ze
niet te ver uit elkaar liggen kan je er twee of zelfs drie op één
dag lopen. Als je Schot bent tenminste. Er zijn websites waar je
publiekelijk bij kunt houden hoever je bent, anderen doen het voor
zichzelf. De enthousiastelingen tellen hoe vaak ze alle honderd
gelopen hebben.
Een “moderate hill walk” is met dit
referentie kader iets heel anders dan wat wij een gemiddelde heuvel
wandeling zouden noemen, in Rotterdam vinden we de Erasmusbrug al
steil. De meeste munro's heten toch wel moderate.......
Glen Coe |
Van het visitorcentre krijgen wij
uitleg: er is een makkelijk pukkeltje in het landschap wat goed te
doen moet zijn, of willen we liever iets met echte hoogte? Nee, doet
u ons dat pukkeltje maar,
de Pap of Glen Coe is nog altijd 743
meter hoog en dat lijkt ons wel wat voor een eerste dag.
Uitzicht over Loch Leven in westelijke richting |
We hebben 2 gps'en, een kompas, een
zeer getailleerde kaart én een routebeschrijving naar de top. Het
weerhoudt ons er niet van om toch het verkeerde pad te kiezen en na
dik een uur vragen we ons af waar het steile stuk toch gaat beginnen.
De pukkel ligt dan schuin achter ons, we lopen erom heen. Gelukkig
lopen we in Schotland en als het niet uitmaakt waar je uitkomt, maakt
het ook niet uit waar je loopt. Het is namelijk een prachtige
wandeling hoog boven Loch Leven met geweldig uitzicht en heerlijk
weer.
Na drie uur zijn we terug bij het begin
en de bus gaat nog lang niet terug, dus we lopen ook nog een stuk van
de wandeling naar de top. En dat is STEIL! Na 1/3 zijn we al veel
hoger dan de wandeling hiervoor en aardig wat zweetdruppeltjes
verder. Ik merk aan alles dat mijn wortels op of onder zeeniveau
liggen en vind het knap (in)spannend. Een vader en zijn 9 jarige
dochter zijn 'even' naar de top geweest en lopen zonder 1
zweetdruppel weer naar beneden. Bemoedigend zegt hij dat het nog heel
lang daglicht is (tot 11 uur 's avonds) en dat het wel meevalt.
Alleen naar de col toe is het even steil, dan om de top heenlopen,
het laatste stuk is wel erg steil en je moet goed uitkijken waar je
loopt met losse stenen en zonder duidelijk pad. Hij ziet ons er wel
toe in staat.
Rodondendrons in overvloed |
Wij laten het allemaal even op ons
inwerken en besluiten toch maar naar beneden te lopen. Dat gaat dan
weer erg goed en we zijn er zo. We hebben duidelijk meer talent voor
varen dan voor bergwandelen. Als we over Loch Leven kijken en we zien
de bootjes voor anker liggen, zeggen we tegen elkaar “daar hadden
wij ook kunnen liggen...” Ik denk dat we morgen weer varen.
Jacomine
woensdag 6 juni 2012
30 mei - 5 juni 2012 Caledonian Canal
De zeesluis bij Inverness in totaal 9 sluizen |
Altijd een hele overgang van zee naar
binnenwater, al scheelt het maar één sluis. Is de zee vooral ruig
en wijds, binnenwater is veel gemoedelijker. Zelfs de natuur op
binnenwater loopt 3 tot 4 weken voor ten opzichte van de kust. We
moeten wel lachen om de Schotten, 13 graden is ''a warm day'' en 17
graden is ''to hot to walk''. Het is maar net wat je referentiekader
is. Wij kennen Schotland vooral van wandelingen met Jeroen in zijn
Edinburgh-tijd. Meerdere malen beklommen we kale heuvels – de
Schotten zelf noemen het bergen – die in de 18e eeuw zorgvuldig
door de mensheid ontbost zijn en wat sindsdien door schapen cq herten
in stand gehouden wordt. Langs het kanaal is het anders en waar je
zou verwachten dat de natuur door het klimaat wat gematigd is, is het
tegenovergestelde het geval. Het lijkt wel of de natuur in een paar
maanden wil doen, waar in Nederland de gehele lente en de zomer voor
gebruikt wordt. Je ziet het groeien en het woekert flink, mede omdat
de wind af en toe flink huishoudt en een deel der bomen zich – al
dan niet levend – in horizontale positie bevindt. Een bijzondere
rol is weggelegd voor de rhodondendron. Deze van oorsprong uitheemse
plant doet het hier in het wild heel goed en bloeit volop en dan moet
je niet denken aan die mooie bolletjes zoals we die in Nederland
kennen. De echte natuurliefhebber is er niet zo blij mee, we zullen
ze de tip aan de hand doen om feuten bij wijze van ontgroening
Rhodondrendons te laten trekken in plaats van prunussen.
Tara voor anker bij Dores op Loch Ness |
In 8 dagen passeren we het kanaal,
onderweg genietend van zowel een enkel stadje, een kasteel of ruïne
en mooie ankerplekken en pontoons. We wandelen steeds grotere
afstanden en laten de rust en het ruige landschap over ons komen. Het
weer blijft op onze hand, tot nu toe nog geen dag met regen, mist of
storm! We hebben zelfs het eerste kampvuur met 2 andere Schotse
boten. Het vuur is dan wel vele malen groter, de sfeer is zoals we
die kennen van de Grevelingen en nodige consumpties doen de rest.
Diep in de nacht komt een Schot in plat dialect tot de opmerkelijke
conclusie dat Schotland voor de slag bij Culloden in 1746 – waar de
Engelsen onder aanvoering van onze koning Willem I op bloedige wijze
een einde maakten aan de Schotse ambities op zelfstandigheid - niet
zoveel verschilde van het huidige Afganistan. Tijd om te gaan slapen.
Urquhart Castle, verwoest na de slag bij Culloden 1746 |
Ook onze emotionale roller coaster
raast verder. Het afwerken van allerlei lijstjes in maart en april
hebben we snel afgeleerd en we denken met veel plezier terug aan alle
contacten, bezoeken, diners en het afscheid zelf. We komen in een
nieuwe fase en zijn nog zoekende. Enerzijds omdat blijkt dat er te
veel bijzondere en mooie dingen zijn, of misschien wel dat we te veel
leuk vinden. We komen dus nog steeds tijd tekort! Anderzijds ook
omdat we de balans zoeken tussen het hier en nu en het voorbereiden
van wat we de komende weken gaan doen. Dat komt natuurlijk mede omdat
de informatie beperkt is. Wifi is schaars, slecht en duur of zijn wij
er meer aan verslaafd dan we willen toegeven. De Lonely Plannets
houden nauwelijks rekening met boaties en de Engelse
watersportalmanakken beperken zich strikt tot vaaraanwijzingen en
verlagen zich niet tot toeristische tips. We moeten nog even het
juiste gevoel hiervoor ontwikkelen en onze eigen weg hierin bepalen.
En in de tussentijd varen we door prachtig Schotland met prima
voorzieningen en zeer vriendelijke mensen.
Voorjaar in Schotland |
De boot houdt zich prima, al merken we
wel dat we de laatste 2 jaar veel veranderd hebben. Kinderziektes, op
zijn minst omdat we zelf merken dat het tijd kost om informatie op te
nemen en vooral vast te houden. En we hebben niet veel aandacht
geschonken aan het lopende onderhoud. Tijd dus om de normale routine
weer op te pakken en de kitspuit weer af en toe ter hand te nemen.
Roel
zondag 3 juni 2012
30 mei Findhorn
Vandaag ga ik alleen op stap naar
Findhorn, een klein plaatsje iets ten oosten van Inverness. Te ondiep
om in te varen, maar met de trein en fiets kom ik er ook.
Ik fiets langs de droogvallende
Findhornbay, het is heerlijk weer en de natuur is geweldig mooi. Voor mij uit jogt een vrouw met rugzak
op. Ik maak een praatje en ze blijkt al 12 jaar in de Findhorn
Community te wonen. De rest van de weg gaan we samen op en praten we
over haar leven in Findhorn en mijn leven op de boot. Het toeval wil
dat ze Nederlandse is (dat schept een band) en we hebben een fijn
gesprek. Een goed begin!
Ik ga naar de Findhorn Community, een
spirituele gemeenschap die 50 jaar geleden gestart is door Eileen en
Peter Caddy en Dorothy Maclean. Ik heb verschillende keren over
Findhorn gelezen en ben nieuwsgierig hoe het er is. Door de Findhorn
community lopen drie "rode draden":
liefde en bewustzijn in wat je doet in
het gewone dagelijkse leven,
positieve kijk op het leven/de
toekomst en leven in evenwicht met de natuur. De oprichters hebben zich in de loop
van de jaren meer en meer teruggetrokken en zo heeft de gemeenschap
haar eigen voortbestaan verder opgebouwd onafhankelijk van de
initiatiefnemers. Er wonen zo'n 400 mensen en jaarlijks
komen er duizenden mensen op bezoek. Voor een dag, zoals ik, of voor
langere tijd. Er zijn cursussen, workshops etc. Tot zover de
introductie.
Als ik aankom en oppervlakkig kijk, zie
ik een stacaravanpark met daarom heen wat huizen. Als ik eerlijk ben
had ik iets anders verwacht, iets meer gepolijst. Het neemt even tijd
om daar doorheen te kijken. De tijd tot de rondleiding breng ik door
op het park. Tussen de huizen zijn mooie stille plekken, bomen of
stenen in cirkels. Mensen zijn de maat en niet de auto's. Overal
bloemen en vogels. Tijdens een koffie op het terras zitten er twee
merels, een roodborst en een vinkje vlakbij me aan de rand van het
vijvertje. Moeilijker in woorden uit te drukken is
hoe het voelt om daar te zijn. Alles, de mensen in de eerste plaats,
maar ook de omgeving stralen rust en openheid uit. Ik voel mij welkom
en ontspannen.
's Middags bezoek ik met een groepje de openbare gebouwen die de verschillende bewoners door
de jaren heen gebouwd hebben. Architecten, kunstenaars en idealisten
hebben samen, in een organisch proces, mooie ruimtes gemaakt. Om te
mediteren, zingen, dansen, kunst te maken en samen te eten. We zitten
in de Taizé ruimte waar 's morgens vroeg gezongen wordt. Een soort
“Hobbit” achtig huis met een prachtige regenboog vloer en
allemaal natuurlijke materialen uit de omgeving. Het nodigt uit om
afstand te nemen en stil te zijn, of te zingen.
Op het Field of Dreams mogen huizen
gebouwd worden en de bewoners worden uitgenodigd om zo creatief en
duurzaam mogelijk te bouwen. Er is een huis wat per jaar 60 pond
uitgeeft aan stookkosten en er zijn huizen gemaakt van enorme oude
Whiskeyvaten. Het park heeft twee windmolens gebouwd en is vrijwel
zelfvoorzienend in zijn energiebehoefte. Er is een “livingmachine”
die van rioolwater energie maakt en die de openbare ruimtes en een
tiental huizen verwarmd. Ze verbouwen zoveel mogelijk hun eigen eten
en er zijn tal van kleine bedrijfjes ontstaan. De totale energie
behoefte van de Findhorn cummunity is de helft van een vergelijkbaar
dorp in England.
Misschien is deze combinatie wel zo
indrukwekkend. De liefde waarmee alles bedacht en gedaan wordt en het
innovatieve karakter. Er is veel ruimte om te experimenteren, het is
niet “af”.
Dat blijkt ook uit de ruimte die mensen
krijgen om op hun eigen manier invulling te geven aan hoe ze een
bijdrage willen leveren. Sommigen leven en werken in en voor de
community (en dat is meer dan 40 uur per week), krijgen onderdak en
eten en een toelage van 200 pond per maand. Sommigen wonen op of om
het park in de dorpjes, hebben een baan en doen mee met de
activiteiten en werkzaamheden binnen de community. Weer anderen leven
elders en komen voor enkele weken per jaar om te werken en deel te
nemen aan de community.
Ieder wordt gevraagd om op zijn eigen
manier invulling te geven aan de waarden waar Findhorn voor staat.
“Be the change you want to see in the world”. Wees zelf de
verandering die je in de wereld zou willen zien. De uitspraak is van
Ghandi en ik ervaar het hier om mij heen.
Ik mijn eigen leven is er nog werk te
doen op dit vlak. Ik neem een boekje mee met 365 meditaties/stukjes
in de hoop dat ik iets kan laten groeien van wat ik vandaag ervaren
heb.
Jacomine
voor wie meer wil weten:
www.findhorn.org
donderdag 31 mei 2012
27-29 mei Farne Eilanden - Inverness
Zeekoeten en kuifaalscholvers op Farne |
Voordat het eiland “open gaat”voor
de toeristen, gaan wij aan wal en kijken enige uren onze ogen uit
naar alle vogelbedrijvigheid. De aalscholvers blijken
kuifaalscholvers te zijn. We zien een jong dat nét uit het ei is,
nog blind en nat. Er broeden ook aalscholvers op Farne, maar die
hebben een eigen rotseilandje, omdat ze niet graag met andere vogels
samen broeden. Indrukwekkend vind ik de Noordse sterntjes die ieder
jaar uit Antartica (!!!) komen vliegen om in deze streken te broeden.
Ze verdedigen hun nestjes met verve en hebben er geen moeite mee om
je daarvoor flink op je kop te pikken. De zeekoeten worden ook de
pinguins van het noorden genoemd, alleen ze vliegen. Als ze landen,
ziin het net helicopters en het is een koddig gezicht! De
papegaaiduikertjes zijn nog leuker, die vliegen met de beide poten
wijdbeens naar achteren en molenwiekende vleugeltjes. Als ze landen
stoppen de vleugels, ze vallen naar beneden en kukelen bijna
voorover. Dan moeten ze snel hun hol in duiken, want als ze vis bij
zich hebben zitten de meeuwen klaar en dat gaat niet
zachtzinnig.
Papegaaiduiker (Puffin) |
de vogelboekhouding van Farne |
Kuifaalscholver met 3 kuikens |
2 etmalen 220 mijl zeilen en varen
op de motor tot Inverness aan het begin van Caledonisch kanaal. In de
haven komt een dolfijn ons verwelkomen en blijft een stukje naast de
boot tot we bij de eerste sluis zijn en we meters omhoog gaan. We
liggen op binnenwater.
Het is prachtig hier.
Ik ben erg moe en vooral de laatste
nacht is mij zwaar gevallen. We hebben nu een kwart van het rondje
Engeland gevaren in iets meer dan een week, en zoeken nog naar het goede ritme. Eerst maar eens even slapen.
zaterdag 26 mei 2012
23-26 mei Whitby-Farne eilanden
Prachtig weer, al dagen. Heerlijk gewoon. In Whitby starten we met het fitness programma: twee dagen lopen we langs de rivier de Esk. De enige (of een van de weinige?) rivieren aan de Oostkust waar nog wilde zalmen zwemmen. De zalmen en forellen zien we niet, maar het is een prachtige omgeving. Alle voorjaarsbloemen bloeien, we lopen langs hagen van meidoorn en velden van daslook. Waar Nederland de mooiste fietspaden heeft, heeft Engeland een geweldig wandelnetwerk. De tweede dag denk ik een makkie te hebben: het pad loopt op de kaart naast de rivier. Hoe Nederlands! In Engeland betekent het dat je het ene moment langs de rivier loopt en het volgende moment driehonderd meter hoger op de oever, en zo zig zaggen we op en neer. Fitness is het zeker en morgen vast stijve spieren, maar dan mag ik gelukkig weer zeilen.
Tussen Whitby en Pickering loopt een van de oudste stoomtrein trajecten van Engeland en daarmee gaan we naar het start punt en weer naar de boot . We missen het stationnetje waar Hogsmeade opgenomen is in de Harry Potter Films, maar ook op de anderen wanen we ons 100 jaar terug. Als we zien dat de locomotief de "Groene Ridder" heet is het plaatje compleet.
Met Fish en chips nemen we afscheid van Whtiby, dat hadden we beter niet kunnen doen.
25 mei zeilen we 60 mijl in 12 uur van Whitby naar Amble. De eerste uren op de motor het tweede gedeelte op zeil.
26 mei vandaag zeilen we 20 mijl naar de Farne eilanden. Een mooiere dag kan ik niet bedenken. Wind 3 á 4 Beaufort uit het Noorden, van dat prachtige heldere licht, alles bezeild in twee lange slagen en achter de buiskap ook nog lekker in de zon. Het is ook de eerste dag dat ik me weer helemaal fit voel op zee: hoera!
De Farne eilandengroep is een natuurreservaat, beroemd om de vele vogels die hier nestelen en de duizenden zeehonden die hier jongen. We ankeren op Inner Farne naast de toeristen boten die hier van 14.00-17.00 aan land mogen. Omdat Farne al zolang een reservaat is, zijn er veel vogels opgegroeid met mensen in de buurt zonder er bang voor te zijn. We lopen dan ook op 50 cm van sternnestjes, zitten oog in oog met een aalscholver met jongen op een piepklein richeltje en verbazen ons over de aantallen vogels die hier op een kluitje zitten en door elkaar heen broeden. De Papegaaiduikertjes graven nesten onder het gras, maar liever gebruiken ze die van vorig jaar. De eerste eitjes zijn al uit, want de ouders vliegen heen er weer met voedsel naar binnen. De grote meeuwen weten het ook en zitten al te wachten op een onbeheerd jong, maar die laten zich nog niet zien.
Na 5 uur liggen we alleen en wachten we op de vloed. Op open zee merk je eb en vloed alleen in stroom mee of tegen. Hier is het effect spectaculair. We ankerden in een hoefijzerbaaitje, 6 uur later liggen we bijna op open zee met hier een daar een rots die uitsteekt boven het water en een eilandje.
Op de stroomrafels zit vis en de vogels en paar zeehonden vissen om de boot. Uren zitten we buiten in de zon te kijken. Tot om 9 uur in vijf minuten tijd alles dicht zit van de mist: show over voor vandaag.
Jacomine
Wegens gebrekkig wifi aan de wal verzenden we dit vanaf de boot met de kortegolfzender.
Foto's en filmpjes volgen later.
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
Tussen Whitby en Pickering loopt een van de oudste stoomtrein trajecten van Engeland en daarmee gaan we naar het start punt en weer naar de boot . We missen het stationnetje waar Hogsmeade opgenomen is in de Harry Potter Films, maar ook op de anderen wanen we ons 100 jaar terug. Als we zien dat de locomotief de "Groene Ridder" heet is het plaatje compleet.
Met Fish en chips nemen we afscheid van Whtiby, dat hadden we beter niet kunnen doen.
25 mei zeilen we 60 mijl in 12 uur van Whitby naar Amble. De eerste uren op de motor het tweede gedeelte op zeil.
26 mei vandaag zeilen we 20 mijl naar de Farne eilanden. Een mooiere dag kan ik niet bedenken. Wind 3 á 4 Beaufort uit het Noorden, van dat prachtige heldere licht, alles bezeild in twee lange slagen en achter de buiskap ook nog lekker in de zon. Het is ook de eerste dag dat ik me weer helemaal fit voel op zee: hoera!
De Farne eilandengroep is een natuurreservaat, beroemd om de vele vogels die hier nestelen en de duizenden zeehonden die hier jongen. We ankeren op Inner Farne naast de toeristen boten die hier van 14.00-17.00 aan land mogen. Omdat Farne al zolang een reservaat is, zijn er veel vogels opgegroeid met mensen in de buurt zonder er bang voor te zijn. We lopen dan ook op 50 cm van sternnestjes, zitten oog in oog met een aalscholver met jongen op een piepklein richeltje en verbazen ons over de aantallen vogels die hier op een kluitje zitten en door elkaar heen broeden. De Papegaaiduikertjes graven nesten onder het gras, maar liever gebruiken ze die van vorig jaar. De eerste eitjes zijn al uit, want de ouders vliegen heen er weer met voedsel naar binnen. De grote meeuwen weten het ook en zitten al te wachten op een onbeheerd jong, maar die laten zich nog niet zien.
Na 5 uur liggen we alleen en wachten we op de vloed. Op open zee merk je eb en vloed alleen in stroom mee of tegen. Hier is het effect spectaculair. We ankerden in een hoefijzerbaaitje, 6 uur later liggen we bijna op open zee met hier een daar een rots die uitsteekt boven het water en een eilandje.
Op de stroomrafels zit vis en de vogels en paar zeehonden vissen om de boot. Uren zitten we buiten in de zon te kijken. Tot om 9 uur in vijf minuten tijd alles dicht zit van de mist: show over voor vandaag.
Jacomine
Wegens gebrekkig wifi aan de wal verzenden we dit vanaf de boot met de kortegolfzender.
Foto's en filmpjes volgen later.
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
Abonneren op:
Posts (Atom)