vrijdag 29 maart 2013

Santiago, Kaap Verden - 16-23 maart


De 16e vertrekken we uit Banjul, we varen op de motor naar buiten en komen wel 100 grote piroques tegen die op zee gaan vissen. Karakteristiek, met de bont beschilderde zijkanten, laag op het water, de bemanning enthousiast zwaaiend en op de achtersteven staand de stuurman. Zoals we er zovelen gezien hebben de afgelopen weken. Een mooi afscheid van Afrika. De Piroques hebben geen reddingsmiddelen en kustwacht is er niet als er iets mis gaat. Daarom blijven ze op zee altijd bij elkaar in de buurt, hun zekerheid dichtbij. Gelukkig voor ons vissen ze vandaag in het zuidwesten en wij varen naar het noordwesten. We zien dan ook de hele weg geen vissende piroque of net meer.
Tara, als enige in de haven van Praia, Santiago

450 mijl, 3 etmalen naar de Kaap Verden. In onze studeerkamer in Rotterdam leek het nog zo'n aardig traject. Halve wind op de Noord-Oost passaat, lekker knikje in de schoot en gaan! In eerste instantie varen we op Sal, de oostelijkste van de bovenwindse eilanden. Maar na een dag blijkt dat het hele stuk scherp aan de wind is, erg oncomfortabel op de toch weer forse golven. De wind is namelijk veel Noordelijker dan wij gedacht hadden. We verleggen de koers naar Santiago, een van de zuidwestelijke eilanden, waar ook de hoofdstad Praia op ligt. De koers is nu iets ruimer, dat vaart veel beter. Gelukkig want ik ben de hele reis ziek. De tweede dag is het ergst met overgeven en goed beroerd. Roel is ook niet helemaal fit, maar kan wel alles doen en eten. Ik slaap, eet Maria biscuit en draai mijn wachten. Met het verleggen van de koers nemen we wel een voorschotje op het volgende traject. Van Santiago naar Sao Vicente is nu zeker scherp aan de wind, maar het kan ons even niets schelen. Eerst maar eens aankomen op de Kaap Verden. Tara en Sara hebben het prima naar hun zin samen en geruisloos en vrijwel zonder aanpassingen zeilen ze uur na uur. We hebben een top etmaal van 160 mijl erbij, dus we schieten lekker op.
Poster in Ciudade Velha

Aangekomen in Paria wachten ons de formaliteiten. In de Pilot staat dat die niet mis zijn en we willen ons goed voorbereiden. Pak jij de paspoorten even? Hm waar zijn de paspoorten? Niet op hun plek! We zoeken 3,5 uur lang, halen alles overhoop en denken koortsachtig na wat we met de paspoorten gedaan hebben na het uitklaren in Banjul. We komen er niet uit. Intussen is de haven politie maar naar ons toegekomen. Daar zouden we volgens de pilot flink voor moeten betalen, maar dat blijft achterwege. Drie man aan boord, controle van alle scheepspapieren en dan het verhaal dat we de paspoorten kwijt zijn. Ze vinden het maar vreemd en lijken niet goed te weten wat nu te doen. Ze nemen onze identiteitskaarten mee en wij verzekeren ze dat we de paspoorten zo snel mogelijk komen laten zien. Allerlei noodscenario's passeren de revue en we zien ons al dagen (weken?) hier liggen. Even koffie en onder het praten valt “creditcards”. Roel weet het opeens: ze zitten in de noodton, bij de creditcards (de noodton gaat mee het reddingsvlot in als dat ooit nodig mocht zijn en bevat allerlei noodzakelijke dingen als EHBO, eten en drinken, vuurpijlen, warmtedekens, zakmes etc.).
De levendige markt van Praia

Bij de havenpolitie staan wij al bekend als die mensen zonder paspoort, maar als we de volgende ochtend na 2,5 uur wachten de immigratieofficier spreken is ook daar het verhaal al bekend. Kopieën van onze identiteitskaarten etc. liggen al daar en hij controleert extra nauwkeurig onze paspoorten. Van het hoe en waarom snapt hij niets, wij eigenlijk ook niet, dus we laten het maar even zo. We zijn blij als de stempels erin staan en wij weer vrij kunnen bewegen. De functionarissen waren overigens zeer vriendelijk. Waarom er 10 zijn wat één ook afkan en waarom het dan toch 10x zo lang duurt is ons nog wel eens een raadsel.

Elvis, aan het werk op de vismarkt naast de boot
We zijn 5 dagen in Praia. We zien mensen in alle kleurschakeringen van donker naar licht. Soms zijn we weer even in Afrika, dan weer ontegenzeggelijk Europees. Praia is duidelijk welvarender dan Banjul. Er zijn cafeetjes met terrasjes en internet: wat een luxe! We ontmoeten verschillende Kaapverdianen die in Nederland gewerkt hebben of daar familie hebben, zij spreken vaak Nederlands. Portugees spreken we niet, en het lokale Criol al helemaal niet. Dat is echt even behelpen want met sommige mensen komen we niet verder dan wijzen en handen en voeten. Het leven lijkt verder relaxed en vriendelijk. 
De andere kant is dat iedereen ons waarschuwt dat we de boot niet onbeheerd achter moeten laten en als het donker wordt aan boord moeten zijn. Het “probleem” lost zich als vanzelf op als we de eerste keer met de bijboot naar de kant gaat. Daar meldt Elvis zich. Een sympathiek lefgozertje van een jaar of 17, met een pet 2 maten te groot (past beter bij zijn ego) die -gelukkig voor hem- op zijn flaporen blijft hangen. Spreekt geen woord Engels, Frans of Spaans maar maakt onmiddellijk duidelijk dat hij de bijboot met zijn leven zal bewaken en tevens Tara. En dat doet hij voor 3 euro per dag. Van het geld koopt hij overigens direct iets te eten.
vissers op het strand van de Ciudade Velha
De volgende dag meldt ook George zich, hij is duidelijk ouder en vindt dat hij de oudste rechten heeft op het oppassen. We hebben nu dus twee boot boys. We zeggen dat ze het samen op moeten lossen en er komt een om de dag schema uit. Hoe weet je nu of ze het ook echt doen? Dat weet je als je terugkomt door a.) te kijken of je bootje er nog ligt met buitenboordmotor, b.) door te kijken hoe lang het duurt voor Elvis of George zich melden voor de vergoeding. Elvis maakt een keer een slippertje, George is er gelukkig wel. De avonden brengen wij maar door aan boord, geen zin in een leeg schip of het gesteggel met een oppas aan boord.

Gesel-pilaar op dorpspleintje Ciudade Velha

Praia heeft 1 museum en als we het gevonden hebben blijkt de collectie er even niet te zijn. Dus wij doen het ook maar rustig aan. Eigenlijk zijn we dagen bezig met het verwerken van onze weken in Afrika. Er komen steeds stukjes van de reis terug, gesprekken, foto's en filmpjes. We bezoeken wel de oude stad (Ciudade Velha) 30 km verderop aan de kust. Hier heeft de tijd stilgestaan. De winkel bestaat uit een tafeltje voor de deur waar enige waren uitgestald zijn. De vrouwen wassen op straat. Als het busje in aantocht is komt er een dame met verse cake voor onderweg. Interessant is de gerestaureerde paal op het dorpsplein die in vroeger tijden gebruikt werd om opstandige slaven publiekelijk te geselen. Slaven op de Kaap Verden? Ik pak zo mijn Portugese geschiedenisboek er maar weer even bij.

De laatste dag lopen we eind van de middag op de terugweg langs een café met fijne muziek. We gaan even kijken, want we zoeken al dagen live muziek. Er zijn alleen mannen, maar de
Dansen in het café aan de haven

Kaap Verdiaanse muziek is goed en de wijn is goed en spotgoedkoop. Er wordt gedanst door een paar mannen, wat een heupenwerk! Ik zou ook willen dansen maar durf niet zo goed, als enige vrouw. Als we afrekenen dans ik toch even mee met de mannen. Daardoor ontstaat er een enthousiaste sfeer en gebeurt er van alles. Roel moet mee naar binnen waar hij een fles wijn meekrijgt voor onderweg en we moeten met z'n allen op de foto. Er wordt heel hartelijk afscheid genomen. De volgende keer gewoon gelijk mee dansen dus en laten gaan.
We horen de muziek over het water tot diep in de nacht. Ja, we zijn op de Kaap Verden, een mooie mix van Afrika en Europa.
Rua Banana, oudste Europese straat in subSahara


De winkel van Ciudade Velha

Met de hand wassen, zoet water is schaars.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten