Rikitea, zo groen alleen de kathedraal steekt er bovenuit
Wat gaat de tijd snel voorbij in het 'paradijs'... en toch
gaat het leven hier langzaam. Er is 28 km min of meer verharde weg, daarop
rijden enkele pickups. Verder vooral brommertjes en fietsen, want de enigen die
zich te voet verplaatsen zijn buitenlanders. Je kunt hier nergens naar toe, dus
dan heb je ook minder haast lijkt het. Ik zeg met opzet lijkt het, want om 6.30
worden bij ons tegenover aan de kade de parelschoonmakers opgehaald. Je krijgt
namelijk alleen maar mooie ronde parels als de netjes waar ze in zitten
regelmatig gepoetst worden zodat er geen alg op neerslaat die vervolgens in de
schelp kan komen.
overal bloemen, ook in het haar
Hoe vaker er gepoetst wordt hoe gaver de parel. Eind van de
middag komen ze pas terug. Gisteren was het zondag we zagen tijdens onze
wandeling overal de was buiten hangen, duidelijk van een hele week. Ik vraag
het vanmorgen aan Mina in het winkeltje, annex internet café, annex restaurant,
annex ontmoetingsplaats. Het klopt, want de meeste vrouwen werken hier 6 dagen
per week dus op zondag is er tijd om de was te doen. Dus de rust is ook
betrekkelijk, al lijkt niemand haast te hebben.
De ingang van de Kathedraal
Dat zondag een bijzondere dag is merk je aan alles. De
winkels zijn dicht, behalve de bakker 's morgens zeer vroeg. Er wordt gesport
door de jongeren in de hal tegenover de boot en op zondagmorgen gaat het dorp
naar de kerk. Wij gaan ook en lopen er een half uur van te voren heen. De kerk
is ook ontmoetingsplek voor het eiland. De dienst is bijzonder. Half in het
Frans half in het Mangarevaans en er wordt veel en met plezier gezongen met
begeleiding van een gitaar. De teksten worden geprojecteerd op een groot scherm
naast het koor en de dirigent. We krijgen er een soort karaoke gevoel bij, maar
het helpt om toch in ieder geval het refrein mee te zingen. De vrouwen zijn
mooi aangekleed met bloemen in het haar of zelfs een bloemenkrans.
De dienst, prachtige ornamenten van schelpen en koraal
De kerk zit
vol. Ik schrijf nu kerk, maar het is eigenlijk een kathedraal en wel de eerste
in heel Frans Polynesie. De eerste en tweede reis van de grote Pacific
ontdekker Cook zijn in 1769 en 1772 . Gambier wordt de bakermat genoemd van het
Katholicisme in Frans Polynesië, eind 1700 komen de eerste missionarissen. Hier
staan de oudste kerken.
Napraten na de dienst op het kerkplein
De kathedraal is
uit 1830, het is bijzonder dat er 30 jaar later al zulke grote kerken gebouwd
werden op de eilanden. Toch veranderen er ook hier dingen, er is geen preister
meer in de archipel en de dienst wordt geleid door een lekenbroeder.
Strandje bij de aanlegsteiger van de dinghy
Er zijn verschillende winkels waar van alles te koop is en
hoe langer het geleden is dat de boot geweest is, hoe minder er te koop is. Wat
je koopt is over het algemeen duur. 12 eieren, 3 stokbrood, 5 croissants en een
fles Andy: 30 euro. Wij kunnen alleen dollars wisselen bij het postkantoor. We
hadden beter euro's mee kunnen nemen want de dollar koers wordt extra belast.
In plaats van de 110 franc voor 1 dollar krijgen we er 90. Gelukkig hoeven we
maar weinig te kopen want het meeste krijg je gratis, alle fruit, broodvruchten
om frietjes van te maken en groenten zoals courgette vind je langs de weg.
Overvloed
De
koksnoten liggen voor het oprapen en met wat werk heb je dan lekker te
knabbelen.
De huizen zien er welvarend uit en de mensen ook, iets té
over het algemeen. De opbrengsten uit de parelvisserij zullen daar een grote
bijdrage aan leveren want van de toeristen moeten ze het niet hebben. Er gaat
regelmatig een vliegtuig naar Tahiti maar dat is kostbaar, en dichterbij is voor
toeristen ook veel moois te vinden.
Kamerplantje in het bos, Kirimoro wandeling
Er zijn wel verschillende zeilboten die de Gambier eilanden
aandoen. Naast ons ligt een boot met vier Franse jonge knullen van rond de 25.
Ze voeren een experiment uit: ze varen rond de wereld zonder enige andere energie
dan wind en zon. Daarnaast doen ze ook nog allerlei ander onderzoek. Onderweg
geven ze op scholen presentaties en verzamelen ze aller lei onderzoeksgegevens.
In hun motorruim staan twee elektrische motoren, met laag toerental kunnen ze
er bijna 3 dagen mee varen, of langer als de zon schijnt. De havens in en uit
is geen probleem. Ze zijn dit project begonnen na hun studie en hopen dat er
een bedrijf uit voort komt als ze weer terug zijn in Frankrijk.
De ankerplaats van Rikitea nu met 3 boten
De lagune aan de westkant van het eiland met parelkwekerijen
Vanuit het
bedrijfsleven is er veel belangstelling en zij hebben ook de speciale
uitrusting geleverd. Kijk ook op www.ecosailingproject.com
Het is een grappig contrast met onze boot die er tamelijk
netjes uitziet, hun boot lijkt op een studentenflat. Toilet of koelkast hebben
ze niet en zo ontbreekt er nog wel het een en ander. Wel een vliegende camera
en veel andere snufjes die wij weer niet hebben. Ze zijn erg open en actief en
worden overal uitgenodigd, energie geen gebrek. Misschien gaat Katleen met hen
meevaren naar hun volgende bestemming: de Marquesas.
De armbanden en Ludovic die ze gemaakt heeft
Katleen geeft ons een parelarmband van het eiland als
aandenken, gemaakt in de graveerschool op het eiland. Later gaan we op bezoek
bij de school. Er zijn leerlingen vanuit heel Frans Polynesië en naast ambachtsschool
fungeert het ook als internaat voor jongens en meisjes. Met veel geduld maken
ze van schelpen souvenirs. Jammer dat ze niet wat modernere sieraden maken, ik kan
mij voorstellen dat daar wel een markt voor is.
Tara in groen en turkoois
Wij gaan de andere eilandjes van de archipel te bekijken voor
we weer verder gaan.
precisiewerkje het graveren
Laatste jaars leerling met eigen ontwerp in parelmoer
Het bestuderen van traditionele ontwerpen
Zeilreparatie met de hand, niet ideaal maar het werkt
Voor zeilen in de Gambier Archipel hebben we gebruik gemaakt van de uitstekende Gambier Guide van het zeiljacht Pitufa, te vinden op www.pitufa.at
Middagpositie 19 april 23º06,75 ' Zuid 134º58' West, voor anker bij Mangareva in de Gambier Archipel
Onze eerste blik op een eiland van Gambier
Om 12.00 onze boordtijd (10 uur later dan in Nederland) laten we het anker vallen in de baai van het eiland Mangareva. Precies veertien dagen nadat we vertrokken zijn van Paaseiland.
We zijn vanmorgen door de grote doorgang in in het zuidoosten van de atol gevaren. We zien op de rand van het atol kleine eilandjes met zandstrandjes en daarbuiten slaat de branding stuk op het voor ons onzichtbare koraal rif wat de eilanden beschermt. De eilanden binnen het rif zijn veel groter en hoger dan we ons voorgesteld hebben met imposante rotsen. Verder is alles groen, het water groenig en op sommige plaatsen het azuurblauw wat we zo graag willen zien. We varen langs de balletjes waar we parelkwekerijen vermoeden naar de ingang van de binnen lagune noem ik het maar. Ook hier riffen van koraal waarbinnen een baai is waar we kunnen ankeren. De Manatai vaart net voor ons uit want zij hebben de kortste en wij de toeristische route naar binnen genomen. Er liggen al 4 zeilboten voor anker, dus we zijn nummer 5 en 6. Het is doodstil hier, net een zuchtje wind en de boot ligt alsof we op de kant staan.
De containers op de wal, drukte van belang
Het is vreemd na alle dagen op zee. Alles om ons heen is groen en weelderig. We blazen de boot op om even aan land te gaan. Het bevoorradingsschip is net binnen en het is een drukte van belang. Iedereen heeft wel iets besteld, er wordt gehandeld en de containers die op de kade gezet worden zijn binnen een mum van tijd leeg. Vanmiddag gaat het schip weer verder naar de andere eilanden in de buurt.
Theoretisch gezien zouden we nu diesel kunnen tanken, maar dat kan alleen met plaatselijk geld, er is geen bank en het wisselkantoor is dicht omdat het zondag is. Het kan ons niets schelen! We hebben niet zo'n zin in het lawaai en af en aan gerij. Alle winkeltjes en tevens gelegenheden om iets te drinken zijn vandaag ook dicht.
pompelmoen, broodvrucht en papaya
We lopen terug naar de boot en ik kijk verlekkerd naar alle vruchten die aan de bomen hangen. Marianne van de Manatai zegt dat we ze rustig kunnen vragen en voegt de daad bij het woord. "Natúúúrlijk" straalt de Mangarevaanse, "pluk wat pompelmoenen om mee te nemen". Dus met drie reuzen vruchten gaan we terug naar de boot. De pompelmoenen zijn een soort groene grapefruits en lekker! Katleen gaat verder op verkenning met de opstapper van de Manatai en wij kijken nu uit over de prachtige lagune en gaan zo even zwemmen.
We zijn er en gaan de komende weken de eilanden verkennen. Maar vandaag even niets meer, een beetje opruimen en gewoon lekker luieren en ik denk zo maar vroeg naar bed...
1e poging broodvrucht op het gas: geen succes!
Voor zeilen in de Gambier Archipel hebben we gebruik gemaakt van de uitstekende Gambier Guide van het zeiljacht Pitufa, te vinden op www.pitufa.at
Middagpositie 17 april 24º03' Zuid 130º54' West, 230 mijl te gaan
Middagpositie 18 april 23º19' Zuid 133º15' West, 101 mijl te gaan tot Gambier eilanden
Na twee onrustige dagen en nachten hadden we gisteren prachtig zeilweer. Om ons heen bergen van zee met witte koppen en erin Tara die golf na golf neemt en geen krimp geeft. Gemiddeld schat ik de golven 4 meter hoog met uitschieters van 5 of 6 meter. Dat klinkt erger dan het is. Hoe hoger de golf hoe verder ze uit elkaar zijn, en dus ook mooie hellingen. De golven breken niet, dus echt gevaarlijk zijn ze niet . De zon schijnt weer en de temperatuur is heerlijk. Het waait dat wel, maar we lopen er goed doorheen.
In de loop van de dag neemt de wind wat verder af en soms zie ik de zee alweer blauw worden in plaats van grijs. We houden wel buien waarin de wind flink aantrekt, dus we blijven opletten.
Katleen heeft in de nacht bij een zwieper van de boot een blauw oog opgelopen met een klein wondje. Nog een hele kunst om een hechtpleistertje te plakken op zee, maar het lijkt goed gelukt en trekt snel bij.
Prachtige luchten ondwerweg
We zijn alle drie moe. Het is gelukkig zo rustig dat Katleen haar nachtwacht weer kan doen. 5 uur slapen is zo heerlijk! Maar ondertussen verlangen we naar aankomen en een ongebroken nacht.
Tijdens mijn ochtendwacht wordt ik opgeroepen door de Manatai die we kennen uit Puerto Montt. Ze kunnen ons toplicht zien! We wisten dat ze in de buurt zouden komen en het is leuk om bij te praten. Ik kan hun toplicht overigens niet zien, dus we zijn blij met ons stralende led toplicht! Zij zijn al een maand onderweg en de diesel en alle verse spullen zijn uitgeput. Als ze net achter ons varen later op de dag zetten we een jerrycan diesel overboord en wat vers fruit, het komt goed aan. Als ze weer oproepen om te bedanken, blijken ze vooral blij met de citroenen: kunnen ze tenminste weer rum-punch maken!Morgen hopen we naast elkaar te liggen dobberen in de lagune....
Vanmorgen om 10 uur zijn we de grens over gegaan tussen Groot Britannië en Frankrijk, en nee ik heb geen last ven zeegekte. Pitcairn behoort tot het Britse Koninkrijk en de Gambier eilanden zijn Frans. Midden in zee ligt dus de landsgrens. We zijn dus nu ons Europese koloniale verleden ingevaren. We lezen over vers stokbrood op bijna alle Frans Polynesische eilanden en nog veel meer. We zijn erg benieuwd. Het is een bewolkte dag, maar een fijne wind uit het zuiden/zuidwesten en de oceaan golven nemen heel langzaam af.
Aan het eind van de dag hebben we lekker uitgebreid hapjes gemaakt voor ons laatste happy hour op zee met ondergaande zon en blauwe lucht. We zijn aan het aftellen.
Op de plotter zie ik het eerste atol verschijnen: Temoe. De oceaanbodem gaat in record tempo van 3000 meter naar een een mooie cirkel van koraal. Het plan is om er ruim om heen te varen!
Daarachter ligt de Gambier archipel, misschien hoort Temoe er zelfs wel bij. Morgen zijn we er....
Middagpositie 15 april 25º32' Zuid 126º50' West, 179 mijl te gaan
Middagpositie 16 april 25º07' Zuid 128º50' West, Pitcairn voorbij.....
Een kort blog dit keer. De afgelopen dagen zeer wisselend weer, wind/geen wind.
Gisteren vrijwel de hele dag regen, soms met bakken, soms een beetje. In de avond trekt de wind in één keer aan tot 8 Bfr, gelijk met een stortbui. We zijn het er niet over eens of we verticaal water hebben of horizontale regen. Vijf minuten daarvoor voeren we nog rustig op de motor! Roel en ik zijn alle twee wakker en we zetten snel twee reven in het grootzeil. Sindsdien surfen we van hoge golven, gelukkig is de koers ruime wind. De snelheid is nu eigenlijk te hoog, we stuiven naar Pitcairn. Met dit weer is het uitgesloten dat we bij Pitcairn in de buurt kunnen komen, laat staan ankeren. Er is niet één beschutte baai.
Een zware bui op komst maar toch zonsondergang
We vragen nog een windbericht op, de grote depressie die zuidelijk onder ons langs gaat en waarvan wij hebben de uitlopers hebben heeft zijn koers wat in onze richting verlegd. We proberen uit hoe het bijliggen gaat. Kunnen we wachten tot de wind kalmeert. Het is nu donderdagmiddag, zaterdagmiddag neemt de wind aanzienlijk af, maar de golven staan nog wel even door.
Minimaal 48 uur in deze wind en golven bijliggen lijkt ook niet ideaal. En daarnaast drijven we per etmaal een kleine 50 mijl af, die we vervolgens tegen de wind in weer goed moeten maken.
Eind van de middag hakken we de knoop door: niet naar Pitcairn, maar in één keer door naar Mangareeva, een van de Gambier eilanden, nog zo'n 300 mijl te gaan. Met deze wind nog ruim 2 etmalen verder. We varen dan ook sneller uit de harde wind naar een goede windkracht vier morgen in de loop van de dag.
Middagpositie 13 april 25º40' Zuid 123º04' West, 383 mijl te gaan
Middagpositie 14 april 25º30' Zuid 125º00' West, 278 mijl te gaan
De eerste nacht zeilen we de hele nacht, al neemt de snelheid langzaam af. We hebben nieuw beleid ingevoerd, als de snelheid onder de 3 knopen komt gaat de motor aan. Van de Finisterre, die inmiddels op de Gambier eilanden is, horen we dat we daar weer diesel kunnen tanken, dus dan kunnen we onze voorraad toch aanvullen.
Een beetje schuin is nog wel leuk....
Het doel is nu om vrijdag aan te komen op Pitcairn. Op vrijdagavond is het café avond daar en volgens de Lonely Planet een niet te missen hoogtepunt van het eiland. Er zijn niet zoveel hoogtepunten, dus het is de moeite waard om ze allemaal mee te maken. Het betreft overigens één café en er wonen in totaal 60 mensen op het eiland, dus het zou best eens een ruige boel kunnen zijn toch?
Het nieuwe beleid wordt om half elf gelijk ingevoerd, de motor gaat aan voor de rest van de dag. Tegen het middag uur komen er opeens witte schoorstenen boven de horizon uit. Jawel, schip twee van deze reis.
Marina vaart voorbij
Het is het Cruise schip Marina van de Marshall eilanden. We roepen hem op, maar de dienstdoende officier heeft de communicatieve vaardigheden van een oester, dus een boeiend gesprek wordt het helaas niet. Zij komen van Pitcairn, na een bezoek aldaar en gaan naar Paaseiland. Alsof we vergelijkbare grootheden zijn vraagt hij ons wel naar de ankercondities bij Paaseiland. Hij belooft onze groeten over te brengen aan de Armada aldaar en dan is het gesprek over. Katleen en ik zijn zeker nog een uur in de weer met het maken van foto's en het volgen van het schip. Een zeevrouwshand is snel gevuld.
Er komen steeds meer vogels om ons heen. Een mijl of 50 naar het noorden ligt het onbewoonde eilandje Ducie, misschien komen ze daar vandaan.
Na het avond eten is er weer wind en gaan de zeilen erop. Tot het eind van Katleen's wacht om 01.00 gaat het goed, steeds iets meer snelheid. Daarna trekt de wind aan en het reven begint in stapjes. Eerst een stuk genua, dan het grootzeil en vervolgens de genua helemaal weg. Na het reven van het grootzeil komt de eerste stortbui en overal om ons heen zijn er onweersflitsen. De donder horen we niet en we vermoeden dat de ontladingen ver weg zijn óf hoog in de wolken. Gelukkig ontbreken ook de schichten naar de zee zodat de mast onopgemerkt blijft.
De danspas van Tara op zee
Roel kijkt het laatste deel van the Driver en het is zo spannend dat hij helemaal niet merkt dat de wind 180 graden draait. Tara en Sara laten zich gewillig leiden door de wind en we varen inmiddels terug naar het oosten. Weer uit bed en zeilen om. De golven komen nu overal vandaan, het flitst en giet. Ons track ziet er uit als een danspas en de koerslijn lijkt wel een flipperkast. Op een gegeven moment valt de wind weg en komt er een grote zwarte bui onze kant op. Roel uit bed om de situatie ook te beoordelen. Nieuw beleid: de motor aan en proberen onder de bui uit te varen. In het westen is het lichter. Het lukt,
de bui passeert achterlangs en de wind gaat weer netjes terug naar het noordwesten. De rest van de dag schijnt de zon en zeilen we heerlijk richting Pitcairn.
We zijn een beetje brak van de onderbroken nacht en slapen wat tussendoor om weer fit te zijn voor vannacht.
Nog geen vis anders dan weer een vliegende voor bij de borrel. Wel de eerste dolfijnen: grijs-groene met witte buiken dit keer!
Middagpositie 11 april 26º25' Zuid 120º05' West, 548 mijl te gaan
Middagpositie 12 april 25º51' Zuid 121º20' West, 476 mijl te gaan
De nacht van 10 op 11 april komt er "opeens" een Japans vrachtschip langsvaren. De Hachinohemaru van 228 meter lang. Het verbaast ons dat ze tot begin mei nodig heeft om in Japan te komen. Dat idee maakt de Grote Oceaan nog groter! Roel is tevreden dat wij in ieder geval deze nacht niet voor niets wacht hebben gelopen. Verder is het uitermate rustig om ons heen. Van bevriende zeilschepen krijgen we regelmatig posities door, maar zij zijn ver weg. Katleen doet al drie nachten één van de nachtwachten en dat is luxe voor ons met dubbele uren slapen.
Prachtige zonsondergngen
De 11e overdag varen we de hele dag scherp aan de wind, want we hebben wind uit het noordwesten na een frontpassage. We zijn op zich al blij dat we kunnen zeilen, maar de golven en windrichting maken het een vermoeiende dag. We liggen over stuurboord en koken beperkt zich tot instant noodles..Twee pakjes zijn pas een jaar over de datum en één pakje drie jaar en komt nog uit Nederland. Het geeft aan hoe weinig we tot dit soort noodgrepen over hoeven te gaan. Maar het is warm en voedt, alles is goed.
Zo zien ze eruit als we vertrekken: overvloed
Verder eten wij ons door een enorme berg bananen heen. Het leek mij zo handig en stoer om een tros bananen in het want te hebben. De eerste ervaring is al wat minder, terwijl hij op het dek ligt haal ik er een dor blaadje uit en vervolgens hebben we een dierentuin van kruipende insecten aan boord. Het zou mij niets verbazen als jullie mij hebben horen gillen. We zijn bezig de tros klaar te maken om te spoelen in het zoute water, maar dat er zóveel insecten in zitten! Er drijven er wel 50 op het water en de grootsten zijn zeker 2,5 cm lang. Het ophangen is ook nog een hele kunst, dus we hebben deze tros tot leerobject gemaakt. De tros schuurt langs de houtjes, weer 5 bananen. We hebben meer golven, een rijke oogst! Nu zijn ze gewoon allemaal gelijk rijp en Roel kan al geen banaan meer zien. Katleen houdt de moed erin: bananenijs en bananensmoothies. Ik bak bananentaart en mueslirepen en maak sesamkoejes met banaan. Bami met pindasaus en gebakken banaan. Ik ben bang dat de laatsten gewoon drenkelingen worden.....of bananen likeur!
In de loop van de nacht neemt de wind weer verder af met nog één fikse bui al toetje en sukkelen we met een mijl of 2 á 3 verder. Ook vandaag de 12e blijft het een zeer lichte wind. Het is voor het eerst dat we zo lang zulke wisselende en lichte weersomstandigheden hebben en zo langzaam vooruit komen. De afgelopen etmalen zijn we 96 en 76 mijl opgeschoten. Zo duurt het nog wel even voor Pitcairn in zicht komt.
Middagpositie 9 april 25º56'Zuid 115º35' West, 787 mijl te gaan
Middagpositie 10 april 25º16'Zuid 118º15' West, 644 mijl te gaan
Katleen in de stromende regen
Op die woensdagmiddag 8 april zien we dreigende buienwolken voor ons liggen. Gaan we daar in moeten of gaan ze zoals voorheen net langs ons heen wegdrijven? Nee hoor deze keer hebben we niet zo veel geluk. We moeten erin, de zee wordt nog bokkiger en het begint te regenen. Hoe lang zal dit naaduren is nu de vraag. Wat een contrast met gisteren, toen zaten we heerlijk in het zonnetje op het voordek. Plots begint het zodanig te stortregenen dat we het idee krijgen ons te douchen in de regen en ja hoor dat lukt prima. Haren wassen tot zelfs kleren wassen, dit alles met zuiver regenwater, nooit eerder tevoren waren de haren zo zacht. Dit weer houdt aan gedurende de hele nacht waardoor we allen zeer onrustig slapen. Gelukkig maken we wel een goeie snelheid van 8 knopen. De volgende ochtend hebben we bananenoogst en visoogst.
de vliegende visjes voor bij de borrel
Door de beweging van de boot vallen de banaantjes van onze bananentros en 4 vliegende visjes zijn op het voordek geland, arme stakkertjes. Zulke een grote oceaan en precies op onze boot landen ze en drogen ze uit. Later op de dag hebben we een lekker borrelhapje, 4 gebakken visjes in de pan, wat heerlijk... Naargelang het avond wordt, is de zee rustiger, gelukkig, dan kunnen we allen wat bijslapen! Heerlijk en ja hoor die vrijdag wordt het klusjesdag...maar we zeilen nog steeds!
Vertrek Rapa Nui/Paaseiland 5 april – 1120 mijl tot Pitcairn
Middagpositie 6 april 26º29'Zuid 110º59' West. 1026 mijl te gaan
Middagpositie 7 april 25º45'Zuid 112º12' West, 970 mijl te gaan
Middagpositie 8 april 25º40'Zuid 113º18 'West, 910 mijl te gaan
Een Portugees Oorlogscheepje doorsnee 4 á 5 cm
We zijn al drie dagen op zee! Hoog tijd voor een update. De eerste twee dagen zijn zo relaxed dat het er zelfs niet van komt om er een blog over te schrijven. Té relaxed eigenlijk want we hebben na het eerste eetmaal vrijwel geen wind. En het weerbericht geeft ook geen uitsluitsel dat er snel meer wind komt, dus de motor gaat na 2 uur uit. We hebben geen diesel voor het hele traject, toch gauw 10 dagen, dus we moeten even afwachten. We drijven zo de middag door het helder blauwe water, lekker in de zon.
Blauwer dan blauw en windstil......
Even zwemmen? Maar Kathleen ziet allemaal kleine Portugese oorlogsscheepjes in het water drijven. Kwalletjes met een soort zeiltje erop die erg pijnlijke beten geven. Ik ken de grotere soorten van plaatjes in ons duikboek, maar dat ze er ook zó klein waren wist ik niet. Maar even wachten met zwemmen en een zout water douche is ook al heerlijk. Het water is rond de 27 graden.
's Nachts is er een prachtige sterrenhemel tot de maan opkomt, zo licht dat het bijna dag lijkt. De wind strijkt over het water en na een uurtje is het genoeg om te zeilen. Zo zeilen en drijven we af en aan tot vanmiddag. Er komt een lage druk gebied langs van 1016 Hpa. In Nederland noemen we dat een hoge druk gebied. Maar toch: regen en daarna wind. Voor de nacht varen we nu alleen met gereefd grootzeil. De zee is wat bokkig, maar we zijn al blij dat we weer kunnen zeilen en ook nog flink mijlen maken.
Met de boot maken we een prachtige tocht rondom Rapa Nui (Paaseiland). We ankeren bij Anakena strand, het enige strand ter wereld met twee historische sites. De Moai's staan met de rug naar ons toe, maar de silhouetten zijn toch indrukwekkend. Bij de rotsen snorkelen we in theewater en we zien tientallen vissen en mooi koraal.
De Moai's van Anakena Baai
Aan de andere kant van het eiland ankeren we in Hanga Hotuiti, met uitzicht op de prachtige rij van 15 Moai's van de Tongariki Ahu. Erachter ligt de krater waar alle beelden uitgehakt werden. Er zijn er nog zo'n 400 te vinden in verschillende stadia van het proces. Gaandeweg zien we er steeds meer, de neuzen zijn het makkelijkst te herkennen. Aan de buitenkant van de krater staan er tientallen te wachten op transport. Maar dat gaat nooit meer komen. Het is een bizar gevoel, zoveel energie en werk is er ingestoken en nu staan ze daar.
Zonsopkomst bij Tongarika Ahu
De zonsopgang zien bij de Tongariki Ahu geldt als grote attractie van Rapa Nui, wij zien de rij met zonsondergang, maanlicht en zonsopkomst. Het is er 's morgens inderdaad druk, er zijn wel 60 mensen. Wij vinden het prachtig: de zonsopkomst met Tara achter de rij beelden.
Met Kathleen maken we nog een rondje over het eiland en we zien de enige vrouwelijke Moai in rode steen, met regen en een prachtige regenboog speciaal voor ons. En de Moai met vier handen op één buik.
De Schildpad bergen, de oudste vulkaankraters van het eiland
We rijden door naar Bay La Perouse waar op 5 april 1722 Jacob Roggeveen aan land kwam. De eerste Europeaan die melding gemaakt heeft van het afgelegen eiland.
Beelden net buiten de werkplaats krater, bizar!
Het is nog steeds goed te zien dat het een groot dorp was, nu is het één grote archeologische vindplaats. De Moai's liggen nog steeds voorover op hun Ahu platform, tegenover het dorp zijn vele rotstekeningen in een soort steenpark. Grote stenen cirkels waarin landbouw bedreven werd, overal waar je kijkt zie je sporen van mensen.
De laatste dag op Paaseiland gaan we naar een Rapa Nui trouwceremonie van vrienden van Kathleen. De ceremonie vindt plaats bij de Tongariki Ahu terwijl de 15 Moai's neerkijken op het paar. Het is natuurlijk erg leuk om dit mee te maken. Met muziek, zang, het paar en hun gasten met bloemenkransen om hoofd en hals. Ze zien er stralend uit!
We zijn vol van alle beelden en er trekken weer nieuwe elanden. Het is 5 april, Paaszondag net als in 1722, precies 297 jaar na de aankomst Roggeveen. We vertrekken met Kathleen richting Pitcairn Eiland.
Nog een keer de Tongarika Ahu
Onze vriend Pieter heeft jaren in Zuid Amerika gewoond en schreef een mooi stuk over Rapa Nui en de geschiedenis vanuit economisch perspectief. Voor wie geïnteresseerd is hieronder een deel van de brief die hij schreef.
Uitzicht vanaf de werkplaats krater op Tara en Tongarika Ahu
Ook in 1722 viel de 5e april op eerste Paasdag en omdat Jacobus Roggeveen op die dag, na een eindeloze tocht over het diepblauwe water van de Stille Oceaan, een eiland ontwaarde, noemde hij het ´Paaseiland´. Dit eiland wordt beschouwd als de meest afgelegen plek ter wereld, 3000km uit de kust van Chili en 1500km van het dichtst bijzijnde bewoonde eiland vandaan, Pitcairn, bekend van de muiterij op de Bounty. Vanuit de verte dacht Roggeveen dat hij een grote berg zand had ontdekt, maar bij nader inzien bleek het vergeeld gras te zijn.
Als je goed kijkt zie je de Moai profielen in het steen, nooit afgemaakt
Verder stond er niets, geen boom te bekennen, alleen een aantal verslonsde Polynesiërs die rond peddelden in lekke bootjes van veelvuldig hergebruikt hout. Het verhaal is jullie bekend, Rapa Nui richtte zichzelf te gronde door de verwaarlozing van haar eigen eco-systeem, opgegeven voor een groter of hoger doel.
Ooit was Rapa Nui bebost met een grotere variant van de Chileense wijnpalm, die een doorsnee kon halen van 3,5 meter, maar daar was na een drietal eeuwen niets meer van over. Uiteraard werden de bossen op dit eiland ter grootte van 200km², gekapt voor het maken van catamarans, waarvan men zegt dat ze tot 300 personen konden herbergen, maar ook kostte de intensieve crematie van de doden (nergens anders in Polynesië werden de doden gecremeerd) veel hout.
Moai die tijdens het transport gebroken is voorover in het zand
De belangrijkste reden voor de houtkap was echter het transport van de merkwaardige stenen beelden, de zogenaamde moai´s. Vanaf de basaltsteengroeve liepen er over het hele eiland een soort spoorbanen van houten palen, waarover deze moai´s op een sledes werden gesjord. De grote hoeveelheid touwen die hiervoor nodig was (simulaties tonen aan dat er minstens 500 mensen nodig waren voor het transport) werden van boombast gemaakt en ook dat droeg aardig bij aan de verdere ontbossing. De twaalf clans van het eiland hadden allemaal hun eigen territorium, maar het lijkt er op, dat de productie van de moai´s een soort coöperatieve gebeurtenis was.
Moai's in de krater die vergeefs wachten op een koper
Bovendien werden de moai´s niet op bestelling gemaakt, maar op voorraad geproduceerd. Van de ruim 860 staan er nog steeds zo´n 400 op een koper te wachten in het open lucht magazijn. Overigens is er grote onrust op het eiland omdat een Frans museum een van die moai´s wil kopen. Mag een beeld van 70 ton al veel lijken om te vervoeren en op te richten, een grotere vraag is nog hoe de ´hoofddeksels´ van 10-12 ton op die beelden werden gezet.
Krater/Werkplaats waar de rode hoeden uitgehakt werden, later op maat gemaakt bij de Moai ter plekke
Deze ronde stenen werden in een andere groeve uitgehouwen en ter plekke pasklaar gemaakt. Na de tsunami van 1960 hebben de Japanners de 15 beelden van Ahu Tangariki weer overeind gezet, maar daar deden ze met kranen en al toch bijna een jaar over. Naar schatting maakte het zware werk van het vervaardigen, transporteren en oprichten van de ahu´s (platforms) en moai´s, 25% extra voedselproductie nodig.
In mijn vorige brief heb ik over het afslachten van de Argentijnse veestapel geschreven. Dat doet de vraag rijzen wat de Argentijnse ranchero denkt wanneer hij zijn laatste koe slacht. Op Rapa Nui is de vraag pertinenter: wat dacht degene die de laatste boom omkapte, de beruchte bijl aan de wortels van het bestaan? In ieder geval was de consequentie er een van apocalyptische proporties voor de naar schatting 15,000 inwoners. Van de 120 vogelsoorten waren er nog maar 6 over, omdat er niet veel meer viel te nestelen, dus dat deel van het dieet was verdwenen. Omdat er ook geen hout was om boten van te maken, werden de bestaande boten verder gekannibaliseerd en moest men dicht bij de kust blijven, waar weinig te vangen viel bij gebrek aan riffen.
Baai La Perouse en de omvergeworpen Moai, hoed ernaast
Nu het woord gevallen is, inderdaad, mensen smaken ook lekker als je honger hebt. Er ontstond tussen de diverse clans een voortdurende staat van oorlogvoering en kidnap om aan de nodige proteïnen te kunnen voldoen. Er waren zelfs gevallen van kadavervraat. Op het kale en redelijk vlakke terrein van Rapa Nui zie je elkaar al van verre aankomen, dus landbouw werd een levensgevaarlijke klus en de bevolking besloot ondergronds te gaan in het uitgebreide stelsel van lavatunnels, waar men in een paar uitsparingen probeerde nog wat taro wortels te produceren. Waterpokken en slavenhandel deden de rest en in 1867 waren er nog maar 200 Rapa Nui over.
Rotstekening van Vogelman
Iemand van jullie vroeg me in reactie op mijn vorige brief wat meer te vertellen over mijn ideeën over de invloed van politieke systemen. Ik weet niet of ik daar de juiste persoon voor ben, maar laat ik als spiegel het systeem van Rapa Nui proberen voor te houden. Er bestond een sterk gestratificeerde samenleving met erfelijke clanhoofden/ koningen en edelen die hun tijd naar alle waarschijnlijkheid vulden met het besturen van de clan en nietsnutten. Ieders droom was een eigen moai waarachter je kon worden gecremeerd. Zoals gebruikelijk werd deze bovenlaag gesteund door de priesterklasse, die als oplossing voor de nakende problemen aanraadde om meer en grotere moai´s neer te zetten om de voorouders gunstig te stemmen.
Het eilandje waar het sternei gehaald moest worden
De gewone man werkte zich intussen het apenlazarus op het land, als visser op zee en/of rondom de moai´s. De economen onder jullie zullen begrijpen dat je niet kunt blijven doorgaan met moai´s bouwen (infrastructurele werken) tegen betaling van levensmiddelen in natura, die weer in horigheid geproduceerd werden door derden. Dat moet wel tot inflatie lijden omdat de infrastructurele werken niet productief gemaakt kunnen worden (afgezien van het toerisme vijf eeuwen later). Toen de laatste boom was gekapt en de oplossing voor alle problemen uitbleef, braken er zware tijden aan voor de priesterklasse en er ontstond behoefte aan sterk leiderschap, althans aan krijgers die konden verdedigen en veroveren. We mogen aannemen dat die niet in de traditionele toplaag van het systeem konden worden gevonden, waardoor het nut van het bestaan van een elite ontbrak. Er ontstond op grote schaal burgeroorlog, de clanhoofden werden afgezet en de moai's werden allemaal omvergeduwd. In het vervolg op deze revolutie ontstond er een soort meritocratie van de zogenaamde ´vogel-mannen´. Dit waren vertegenwoordigers van de clans die in onderlinge competitie van een enorme klif de zee in sprongen of naar beneden klommen om op een eilandje 3 km verderop het eerste grote sternei te rapen. De clan die won, was voor een jaar de baas van het eiland en de ´vogelman´ leefde een jaar lang in afzondering. Kortom, ijdele bovenklasse, slovende onderklasse, een kerk die op eigen behoud uit was en steeds meer eiste als panacée voor de problemen, gevolgd door onlusten en revolutie, waarna een nieuw systeem aanbrak, een soort democratie op basis van de gouden medailles. Volgens mij zijn er wel een paar parallellen te trekken met vroegere en de huidige samenleving. De hamvraag blijft alleen: wat zijn onze moai´s en welke klasse verdedigt die moai´s tout court? Wat dacht degene die de laatste CDS verkocht? - die de laatste kolencentrale neerzette? - die de laatste kernmogendheid op de kaart zette? – die het laatste land wilde ombouwen tot een democratie naar westers model? – die ...... vul zelf maar in. Over 50 jaar begrijpen we niet dat wat dan evident is, zich nu aan ons gezichtsveld onttrekt.