woensdag 13 september 2017

Banks Islands 29 augustus - 9 september

Vanuatu bevalt ons zo goed dat we er maar moeilijk afscheid kunnen nemen. Ieder eiland is verschillend en de mensen zijn zo ontzettend aardig. Een bezoek aan de Solomon eilanden hebben we al geschrapt om hier langer te kunnen blijven. Toch begint de tijd te dringen, want we hebben nog heel wat zeemijlen voor de boeg voor we in Japan zijn.
Luganville is de laatste plaats waar iets te krijgen is tot we - bijna een maand verder - in Pohnpei aankomen. We kennen de weg inmiddels en zijn er niet veel tijd mee kwijt.
Diesel, benzine, customs, beetje supermarkt en zoveel vers als we denken in de koelkast of de netten goed te kunnen houden. Iedere keer vind ik weer iets anders op de markt: een paar passievruchten, pompoen, pompelmoes, verse kool en zelfs een paar ananassen. De kleine genoegens van een onberekenbaar aanbod.

Het wordt creatief koken! Maar zelfs dan weet je het nooit van te voren. Op weg naar de Banks eilanden ankeren we in Champagne Bay en een visser komt ons twee kreeftjes aanbieden, mmmm. De volgende visser komt een kleine tonijn brengen die hij graag wil ruilen voor een koeientouw. Zo zitten we die avond aan de sashimi en kreeft, glaasje witte wijn, het leven is goed. Helaas delen we Champagne Beach de volgende dag met een groot cruiseschip en onophoudelijke regen, dat haalt de romantiek er wel een beetje vanaf. Onze vispogingen zijn nog steeds niet succesvol, maar de Shangri La, die met ons opzeilt, haalt een prachtige wahoo binnen. Ook zij hebben geen vriezer en we krijgen voor twee dagen vis én twee pakketjes gerookte wahoo voor onderweg!

We ankeren bij Tolau op het eiland Gaua, een dorpje wat alleen over water bereikbaar is. Als ze ons zien komen gaan er gelijk kano's met outrigger het water in om ons te verwelkomen en een goede ankerplek te wijzen. De hele middag komen er kano's langs, om gewoon even te praten, te vragen of we wat nodig hebben en of we wat te ruilen hebben.
Aan land maken we kennis met Chief John, zijn vrouw Susan en hun schare kleinkinderen. Chief John is de Kastom Chief van het eiland, hij houdt de tradities levend. Overmorgen doen ze een klein festival als oefening en omdat de kinderen van de middelbare school nu vakantie hebben. Er liggen 4 boten in de baai en we besluiten allemaal te blijven. Een dagje 'vrij' tussendoor. Ik maak de onderkant van de boot weer schoon van aangroei, er zijn toch weer pokken en kleine eendenmosseltjes bijgekomen. Roel probeert intussen de motorboot van het dorp te repareren waar enkele lekjes in zitten, maar eigenlijk zou er een hele nieuwe laag epoxy op moeten. Hij is ook al dagen bezig om de data verbinding van de PC met de satelliettelefoon voor elkaar te krijgen. We zijn er niet helemaal zeker van dat de SSB radio ontvangst heeft op weg naar Japan en weerberichten zijn erg belangrijk. Het lijkt te lukken!

De middag met het festival is veel oorspronkelijker en afwisselender dan we ons voorgesteld hadden en erg leuk. Er doen tientallen volwassenen, tieners en kinderen mee. Dans, zowel door de mannen als de vrouwen, een clan dispuut wordt nagespeeld inclusief de rol van Chief die de zaak beslecht - met een varken natuurlijk – maar deze mag nog even blijven leven omdat het niet voor het echie is. De vrouwen maken laplap van zoete aardappel, een soort koek die onder hete stenen gebakken wordt in bananenblad. En verse kokosroom: eerst de kokos uit de noot raspen, met een beetje water de melk eruit kneden, filteren door een bosje hibiscus blaadjes terug in een kokosnoot, hete steen erbij, dekseltje erop en "even" later heb je kokosroom en dat dan 25 keer. Ze maken palmblad dakpanelen, iedereen in de groep heeft hierin een taak en ze worden op het dak vastgemaakt door de jonge mannen. Er is zwarte magie. Het begint onschuldig met kokosmelk die in ranja verandert, maar daarna wordt voor onze ogen een vleermuis aan stukken gescheurd en teruggestopt in de palmbladmand om er later weer uit te vliegen. De kinderen van de Franse boot staan met hun neus vooraan, de ogen opengesperd van ongeloof, maar het gaat zo snel dat ze denken dat de vleermuis echt weer leeft en een zucht van opluchting slaken. Vers fruit en groene kokosnoot om te drinken met een bladnerf rietje.
Als afsluiting maken de vrouwen watermuziek, ooit ontstaan op dit eiland volgens de Chief. Ze staan in een kring in ondiep zeewater en slaan, klappen en klotsen het water in een perfect gelijk ritme. Heel bijzonder, zowel om te zien als het geluid wat het geeft.
Dan volgt de kava ceremonie en krijgen we te eten van de laplap en andere lekkere hapjes. Het is een heerlijke middag!
De volgende dag stroomt het van de regen, twee zeilboten brengen een aantal dorpsbewoners, een varken en manden met groente en yams naar het noorden van het eiland voor een feest. Iedereen blij. Wij zijn de derde boot die de laatkomers mee moet nemen, maar bij gebrek aan belangstelling varen we gelijk door naar Sola op Vanua Lava.

Na Tolau is Sola een dooie boel en de customs official blijkt naar Luganville en komt pas maandag terug! Het is nu woensdagavond, dat is een flinke tegenvaller. Vanua Lava eiland is hoog en met een paar tussenpozen hoost het dagen van de regen, dus ook een langere wandeling zit er niet in. We eten met de Shangri La en Donazita bemanning, met zijn zessen varen we straks naar Micronesië. Zij kennen elkaar al langer en het duurde even voor we aansluiting hebben, maar het groeit. Met wat duw en trekwerk van Patricia van Donazita kunnen we toch op zaterdag uitklaren en we verlaten Sola zonder hartzeer.

Gelukkig is dit niet onze laatste stop in Vanuatu, een beetje illegaal ankeren we die avond in Lorup Baai van het eilandje Urepararepa. Het is al donker als we aankomen en behoedzaam manoeuvreren we de boot op de digitale kaarten naar binnen. De dorpsbewoners zien ons komen en gelijk komt er een boomkajak naar ons toe om een goede ankerplaats te wijzen en zo ook voor de Shangri La die even later binnen komt. Ik praat in het donker een tijd met Frederic terwijl Roel eten maakt en verbaas me weer over de ontspannen manier waarop de mensen hier leven en met ons omgaan.

De volgende morgen zien we pas waar we terecht gekomen zijn. De wanden van een oude vulkaankrater rijzen vrijwel steil naar boven, alleen aan de noordoost kant is de kraterwand ingestort en daardoor zijn we naar binnen gevaren. De kraterwanden zijn bebost met af en toe een zwarte steenrichel ertussendoor. Het is prachtig in het vroege ochtendlicht. Het is zondag, er hangt een verstilde sfeer en de kerkdienst van 6.30 is aan ons voorbij gegaan. De dorpsbewoners gaan naar hun tuin met de boomkajak of vissen om ons heen op kleine visjes. De boomkajak komt uit de Solomon eilanden en is wat dieper dan de gebruikelijke kano hier en heeft geen outrigger, ze zijn er zeer behendig in. Als we het dorpje ingaan worden we opgewacht door Frederic, hij neemt ons mee naar zijn zus, die is getrouwd met de zoon van de Chief, die het dorp uit is en zij zal ons namens de Chief welkom heten. Het is echt een klein ritueel, wij op een bankje, de zus heeft bloemen van plantenblad gemaakt, heet ons welkom, dat ze blij zijn met onze komst en dat we mogen lopen en zwemmen waar we willen en dan hangt ze ons de krans om. Het is ontroerend.
We vragen of ze fruit en groente hebben, maar de cycloon Donna (die ons in mei Nieuw Zeeland hield) is over de Banks eilanden gekomen en de vruchtbomen en veel van wat er in de tuinen stond is verwoest. Pas volgend jaar is er weer volop fruit. Wel is er eilandkool en lente ui. Ook goed. Rosemary heeft toch wat fruit voor ons, ik voel me bezwaard maar ze begrijpt goed dat wij weken op zee zijn en zij kunnen toch nog wel wat oogsten. We ruilen dingen waar ze behoefte aan hebben, een lokaas voor grotere vissen en visdraad (ik hoop dat zij meer geluk hebben of weten wat ze moeten doen), weer touw voor een koe, kleine vishaakjes en fijn draad voor de reef vissen en kaarsen voor de kerk. Rosemary geef ik een tasje met schoolspulletjes voor de kinderen en een kleine rugbybal. We krijgen nog twee eitjes en 2 pompelmoezen toegestopt voor we weggaan. Wie zou er ooit nog naar Albert Heijn willen?

Het dorp is eenvoudig, maar schoon en er staan overal bloemen. Er wonen zo'n 100 mensen. De volwassenen mannen zitten te praten, de kinderen spelen naar hartenlust met alles wat ze tegen komen in en om het water, de vrouwen vlechten wat en de sfeer is heel rustig. In principe leven ze van wat er om hen heen is, vuilnis is er niet. Om de zoveel maanden komt er een schip met wat basale bevoorrading en verder zijn ze aangewezen op Sola, waar niet veel meer te krijgen is. De telefoon doet het niet tenzij je naar boven loopt en de radio verbinding is kapot, ze missen wel het contact met familieleden elders. Zeilboten zijn een welkome onderbreking en hebben vaak spullen waar ze anders niet aan kunnen komen. Ik zou me zo voor kunnen stellen dat we een heel seizoen in Vanuatu rondvaren en deze dorpjes opzoeken en samen leven en dingen maken. Nu blijven we toch passanten, al geven zij ons het gevoel dat we er altijd al geweest zijn.

Met een warm gevoel varen we eind van de middag uit. We zijn 6 fantastische weken in Vanuatu geweest, maar de wind is goed en de klok van de weerspartonen tikt door. Het is goed zo.

Foto's en filmpjes van festival volgen als we weer internet hebben.....

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten