woensdag 22 januari 2014

Puerto Hoppner & Bahia Cambaceres 13-19 januari


Panorama van Puerto Hoppner, Tara links in de hoek 
De aankomst in Puerto Hoppner is als in een droom. De buitenbaai is groot en biedt al veel beschutting, maar als we door een muizengaatje in de rotsen van maar 8 meter breed varen, komen we in een prachtige binnenbaai. Rondom bergen, in de verte een waterval en sneeuw en in de baai zelf kleine eilandjes. Achter één van de eilandjes ankeren we voor het eerst in Vuurland stijl: naast het anker gebruiken we 3 lijnen, twee naar de vaste wal en één naar het eiland.
Met de lijnen naar de kant roeien is nog een kunst op zich
De lijnen zorgen ervoor dat de boot niet draait op het tij of de wind, daar is namelijk geen ruimte voor. Daarnaast zorgen ze er ook voor dat als er windvlagen van de bergen denderen de boel op zijn plaats blijft. Gelukkig komt dat op deze ankerplaats niet veel voor.
veilig tussen de lijnen
Terwijl ik de meerlijnen naar de kant vaar zijn er om ons heen 3 zeeleeuwen aan het dineren. De ene na de andere reusachtige vis wordt door het mannetje naar boven gebracht en met veel geweld in stukken gebeten. Ze zijn erg nieuwsgierig en komen dicht bij onze bijbootje. Ik vond zwemmen tussen deze beesten minder eng dan dit. Maar ze laten het bootje met rust.
We kunnen het bijna niet geloven dat we er zijn, maar één blik naar buiten zegt genoeg. Eigenlijk zijn we best trots op onszelf. We hebben een van de lastigste stukken op onze reis zonder problemen weten te voltooien: champagne dus!
Omdat het hoogzomer is, zijn de dagen erg lang en is het bijna tot 23.30 licht buiten. De volgende dagen verkennen we de baai waarin we liggen, vullen jerrycans bij de waterval en klimmen een stuk de berg op om foto's te maken. In het water liggen enorme oerwouden aan waterplanten, kelp genoemd. De stengels zijn erg lang en sterk, de bladeren en bloemknoppen gigantisch. Ze zijn een voedingsbodem en leefomgeving voor talloze waterdieren.
Lijkt een beetje op Edelweiss, toch Staten Eiland
Voor het ankeren en de schroef zijn ze minder fijn, maar het zijn goede boodschappers voor ondieptes. De stilte in de baai is opvallend na al het zeilen en de onbeschutte ankerplaatsen van de laatste maand. Als de zon schijnt kunnen we in de kuip zitten lezen, of gewoon genieten van de omgeving. Achter ons is een Franse boot gekomen met een jong gezin, de Petit Prince. Het zijn leuke mensen en we vieren onze aankomst met hen als we bijgeslapen zijn. Zij varen al twee jaar in deze omgeving en wij hangen aan hun lippen om verhalen en tips op te slaan. Zij komen net terug van twee maanden Falklands en het diner aan boord van de Petit Prince met lamsbout is overheerlijk en erg gezellig.
waterval met drinkbaar water

Als de stormen buiten even stilvallen vertrekken we de 16e om 4.00 uur beiden richting Beagle kanaal. Het is erg belangrijk om door Straat le Maire te varen met stroom en wind in dezelfde richting, dit op straffe van reusachtige golven. We hebben geluk, de Straat ligt erbij als een pas gemaaid grasveld en de motor draait meer uren dan ons lief is. Na de passage van de Straat varen we nog uren aan de onbeschutte kant van Vuurland voor we het Beagle Kanaal invaren. De eerste eeuwen na de ontdekking van de Kaap Hoorn route voeren alle schepen buitenom. Het is Fitzroy op de Beagle die in 1830 het Beagle Kanaal ontdekt met kleine sloepen, als hij de kust in kaart aan het brengen is. Pas de volgende reis in 1833/34, waarbij ook Darwin aan boord is, gaat hij met de Beagle door het kanaal. Het Beagle Kanaal lijkt een beetje op het Caledonian Kanaal met onder andere Loch Ness in Schotland. Een smalle doorgang tussen hoge bergen. De oostelijke kant is nog tamelijk breed en naar het westen toe wordt het steeds smaller.
Kalkoengier, er zijn er veel hier
Het Beagle kanaal is ook de grens tussen Chili en Argentinië. Ten zuiden van het kanaal is Chili en ten noorden half Chili en half Argentinië. In 1977 dreigde er zelfs oorlog uit te breken tussen beide landen om drie onbewoonde eilandjes. De Paus heeft (God zij dank) bemiddeld en voor de landen de landsgrens getrokken, die tot op heden gerespecteerd is. De situatie in het kanaal is hierdoor wel gevoelig en procedures moeten strikt nageleefd worden. Dat geldt ook voor zeiljachten. Je kunt dus niet zomaar van de ene naar de andere kant zonder officieel uit- en in te klaren. Voor Argentinië is dat in Ushuaia, voor Chili is dat Puerto Williams. De Petit Prince vertelde ons dat het stuk Vuurland aan de oostelijke kant van het Beagle kanaal daardoor bijna niet aangedaan wordt: er is altijd een omweg nodig via Ushuaia van meer dan 55 mijl. Wij maken van de gelegenheid gebruik om op weg naar Ushuaia deze baaien te verkennen.
Bij de ingang van het kanaal worden we opgewacht door een escorte dolfijnen (ik denk Austral) die zeer opgetogen zijn. Een uur lang springen en duiken ze rond de boot. Ze slaan hard op het water met hun achtervin, maken koprollen, je kunt het zo gek niet bedenken. Wat een welkom!
Dan worden we opgeroepen door de Chileense kustwacht: “Het schip ten noorden van Isla Pitcon wilt u zich bekend maken etc. etc.”. Vervolgens meldt de Argentijnse Prefectura zich met dezelfde vragen: we zijn gesignaleerd!
Wandeling op Staten Eiland: woeste natuur!

Om 01.00 uur varen we op de radar de buitenbaai van Cambaceres in, na 21 uur varen. Eerst slapen!
Met hoog water de volgende morgen varen we de rustige binnenbaai in door een smalle doorgang met zandbanken. De kelp aan beide zijden is zeer behulpzaam voor het varen. We ankeren in een prachtige baai: anker en een lijn naar een dikke boom op de kant.
Vanuit deze baai lopen we 4 kilometer naar Puerto Harberton, waar het oudste huis van Vuurland staat. Iets meer dan 125 jaar oud, maar als je verder niets hebt, is het al een bezienswaardigheid. Het is een dagtrip vanuit Ushuaia met een catamaran.
Puerto Harberton met de Estancia op de rechteroever
De Estancia Harberton is gesticht door de familie Bridges. De oudste, Thomas, was eerst missionaris in Ushuaia. Toen hij merkte dat de bekering van de “wilden” meer kwaad deed dan goed, onder andere door het contact met infectieziekten, vroeg hij de regering om land om een beschermde plek te bieden voor de Yamana indianen. Hij kreeg 20.000 hectare aan de rand van het Beagle Kanaal. Hij verliet daarbij de missie en werd schapenboer.
Voor de indianen was het kwaad echter al geschied. Ziekten als de mazelen velden velen. Toen er steeds meer estancias en schapen kwamen, werd het weinige gras voor de voeten van de Guanaco's weggevreten door de schapen. De indianen namen daarop soms een schaap, maar dat kwam hen duur te staan. Sommige estancias betaalden een Engelse Pond per gedode Indiaan en vuurwapens deden de rest.
Camping Rio Varela, onderdeel van Harberton
Van de 15 stammen indianen die duizenden jaren in dit onherbergzame gebied leefden, is niets meer over. Thomas Bridges heeft een woordenboek Yamana/Engels opgetekend en daaruit blijkt hoe ontwikkeld deze indianen waren, ook al droegen ze geen kleding van betekenis en hadden ze zeer primitieve onderkomens die goed pasten bij hun trekkende manier van leven. Voor de eerste blanken waren het wilden van het laagste soort, Darwin schrijft daar in 1834 indringend over. Het is natuurlijk de bril van zijn tijd om zo naar de “primitieve” volken te kijken tijdens al die ontdekkingsreizen. Misschien ook een vrijbrief om het land als “niet bewoond” te zien, zodat het zonder enig hartzeer ingenomen kon worden. Maar ik vind het opvallend dat hij met zoveel passie schrijft over het aanpassingsvermogen van de dieren die hij tegenkomt en met zoveel afschuw over de indianen.
Comerson(Tonina) dolfijn

Een van de nakomelingen van Thomas Bridges is getrouwd met Nathalie Goodall, een Amerikaanse biologe. Zij heeft zich toegelegd heeft op onderzoek naar walvissen, dolfijnen en zeeleeuwen. Honderden skeletten heeft ze de afgelopen 50 jaar verzameld en het kleine, bijzondere museum op de Estancia Harberton is zeer de moeite waard. Mevr. Goodall is 78 en werkt nog iedere dag met een team van jonge biologen. Wij ontmoeten haar als ze een prachtige Tonina dolfijn aan het ontleden zijn, helaas gesneuveld in een visnet. Als ze hoort dat we regelmatig dolfijnen zien, worden we onmiddellijk gestrikt met een stapeltje formulieren om in te vullen bij iedere dolfijn of walvis die we tegen komen. Ook onze filmpjes wil ze graag hebben. Wat een energie!
De den Osse vlag op 55 graden zuid!
Uitzicht van Cambaceres baai: Bergen en sneeuw

Het wordt tijd om weer verder te gaan. We moeten even omschakelen. Na alle etappes hiervoor waar het doel steeds was om hier te komen en grote afstanden afgelegd moesten worden. Nu “zijn” we er en iedere dag moet ik er mijzelf wel even eraan herinneren dat het echt is wat we zien. De bergen, de sneeuw, de natuur, de volgende ankerplaats op slechts een paar mijl varen, de ene nog mooier dan de andere.
We gaan over op een ander ritme en richting Ushuaia.

Aalscholver met blauwe ogen

1 opmerking:

  1. Fijn. Weer een bericht van jullie. Mooi, die verhalen.
    We smullen van hetgeen door jullie beleefd en geschreven.
    Het is er frisjes. Laten we maar zeggen, je blijft er helder door met
    die lage temperatuur. Zo kan je veel opnemen om later weer
    door te vertellen. Blijf berichten sturen. We leven zeker nu met
    jullie mee. Liefs, groetjes, L/E.

    BeantwoordenVerwijderen