Panorama van Puerto Hoppner, Tara links in de hoek |
Met de lijnen naar de kant roeien is nog een kunst op zich |
veilig tussen de lijnen |
Terwijl ik de meerlijnen naar de kant
vaar zijn er om ons heen 3 zeeleeuwen aan het dineren. De ene na de
andere reusachtige vis wordt door het mannetje naar boven gebracht en
met veel geweld in stukken gebeten. Ze zijn erg nieuwsgierig en komen
dicht bij onze bijbootje. Ik vond zwemmen tussen deze beesten minder
eng dan dit. Maar ze laten het bootje met rust.
We kunnen het bijna niet geloven dat we
er zijn, maar één blik naar buiten zegt genoeg. Eigenlijk zijn we
best trots op onszelf. We hebben een van de lastigste stukken op onze
reis zonder problemen weten te voltooien: champagne dus!
Omdat het hoogzomer is, zijn de dagen
erg lang en is het bijna tot 23.30 licht buiten. De volgende dagen
verkennen we de baai waarin we liggen, vullen jerrycans bij de
waterval en klimmen een stuk de berg op om foto's te maken. In het
water liggen enorme oerwouden aan waterplanten, kelp genoemd. De
stengels zijn erg lang en sterk, de bladeren en bloemknoppen
gigantisch. Ze zijn een voedingsbodem en leefomgeving voor talloze
waterdieren.
Voor het ankeren en de schroef zijn ze minder fijn, maar
het zijn goede boodschappers voor ondieptes. De stilte in de baai is
opvallend na al het zeilen en de onbeschutte ankerplaatsen van de
laatste maand. Als de zon schijnt kunnen we in de kuip zitten lezen,
of gewoon genieten van de omgeving. Achter ons is een Franse boot
gekomen met een jong gezin, de Petit Prince. Het zijn leuke mensen en
we vieren onze aankomst met hen als we bijgeslapen zijn. Zij varen al
twee jaar in deze omgeving en wij hangen aan hun lippen om verhalen
en tips op te slaan. Zij komen net terug van twee maanden Falklands
en het diner aan boord van de Petit Prince met lamsbout is
overheerlijk en erg gezellig.
Lijkt een beetje op Edelweiss, toch Staten Eiland |
Als de stormen buiten even stilvallen
vertrekken we de 16e om 4.00 uur beiden richting Beagle kanaal. Het
is erg belangrijk om door Straat le Maire te varen met stroom en wind
in dezelfde richting, dit op straffe van reusachtige golven. We
hebben geluk, de Straat ligt erbij als een pas gemaaid grasveld en de
motor draait meer uren dan ons lief is. Na de passage van de Straat
varen we nog uren aan de onbeschutte kant van Vuurland voor we het
Beagle Kanaal invaren. De eerste eeuwen na de ontdekking van de Kaap
Hoorn route voeren alle schepen buitenom. Het is Fitzroy op de Beagle
die in 1830 het Beagle Kanaal ontdekt met kleine sloepen, als hij de
kust in kaart aan het brengen is. Pas de volgende reis in 1833/34,
waarbij ook Darwin aan boord is, gaat hij met de Beagle door het
kanaal. Het Beagle Kanaal lijkt een beetje op het Caledonian Kanaal
met onder andere Loch Ness in Schotland. Een smalle doorgang tussen
hoge bergen. De oostelijke kant is nog tamelijk breed en naar het
westen toe wordt het steeds smaller.
Kalkoengier, er zijn er veel hier |
Bij de ingang van het kanaal worden we
opgewacht door een escorte dolfijnen (ik denk Austral) die zeer
opgetogen zijn. Een uur lang springen en duiken ze rond de boot. Ze
slaan hard op het water met hun achtervin, maken koprollen, je kunt
het zo gek niet bedenken. Wat een welkom!
Dan worden we opgeroepen door de
Chileense kustwacht: “Het schip ten noorden van Isla Pitcon wilt u
zich bekend maken etc. etc.”. Vervolgens meldt de Argentijnse
Prefectura zich met dezelfde vragen: we zijn gesignaleerd!
Om 01.00 uur varen we op de radar de
buitenbaai van Cambaceres in, na 21 uur varen. Eerst slapen!
Met hoog water de volgende morgen varen
we de rustige binnenbaai in door een smalle doorgang met zandbanken.
De kelp aan beide zijden is zeer behulpzaam voor het varen. We
ankeren in een prachtige baai: anker en een lijn naar een dikke boom
op de kant.
Vanuit deze baai lopen we 4 kilometer
naar Puerto Harberton, waar het oudste huis van Vuurland staat. Iets
meer dan 125 jaar oud, maar als je verder niets hebt, is het al een
bezienswaardigheid. Het is een dagtrip vanuit Ushuaia met een
catamaran.
De Estancia Harberton is gesticht door de familie Bridges.
De oudste, Thomas, was eerst missionaris in Ushuaia. Toen hij
merkte dat de bekering van de “wilden” meer kwaad deed dan goed,
onder andere door het contact met infectieziekten, vroeg hij de
regering om land om een beschermde plek te bieden voor de Yamana
indianen. Hij kreeg 20.000 hectare aan de rand van het Beagle Kanaal.
Hij verliet daarbij de missie en werd schapenboer.
Puerto Harberton met de Estancia op de rechteroever |
Voor de indianen was het kwaad echter
al geschied. Ziekten als de mazelen velden velen. Toen er steeds meer
estancias en schapen kwamen, werd het weinige gras voor de voeten van
de Guanaco's weggevreten door de schapen. De indianen namen daarop
soms een schaap, maar dat kwam hen duur te staan. Sommige estancias
betaalden een Engelse Pond per gedode Indiaan en vuurwapens deden de
rest.
Camping Rio Varela, onderdeel van Harberton |
Van de 15 stammen indianen die
duizenden jaren in dit onherbergzame gebied leefden, is niets meer
over. Thomas Bridges heeft een woordenboek Yamana/Engels opgetekend
en daaruit blijkt hoe ontwikkeld deze indianen waren, ook al droegen
ze geen kleding van betekenis en hadden ze zeer primitieve
onderkomens die goed pasten bij hun trekkende manier van leven. Voor
de eerste blanken waren het wilden van het laagste soort, Darwin
schrijft daar in 1834 indringend over. Het is natuurlijk de bril van
zijn tijd om zo naar de “primitieve” volken te kijken tijdens al
die ontdekkingsreizen. Misschien ook een vrijbrief om het land als
“niet bewoond” te zien, zodat het zonder enig hartzeer ingenomen
kon worden. Maar ik vind het opvallend dat hij met zoveel passie
schrijft over het aanpassingsvermogen van de dieren die hij tegenkomt
en met zoveel afschuw over de indianen.
Een van de nakomelingen van Thomas
Bridges is getrouwd met Nathalie Goodall, een Amerikaanse biologe.
Zij heeft zich toegelegd heeft op onderzoek naar walvissen, dolfijnen
en zeeleeuwen. Honderden skeletten heeft ze de afgelopen 50 jaar
verzameld en het kleine, bijzondere museum op de Estancia Harberton
is zeer de moeite waard. Mevr. Goodall is 78 en werkt nog iedere dag
met een team van jonge biologen. Wij ontmoeten haar als ze een
prachtige Tonina dolfijn aan het ontleden zijn, helaas gesneuveld in
een visnet. Als ze hoort dat we regelmatig dolfijnen zien, worden we
onmiddellijk gestrikt met een stapeltje formulieren om in te vullen
bij iedere dolfijn of walvis die we tegen komen. Ook onze filmpjes
wil ze graag hebben. Wat een energie!
De den Osse vlag op 55 graden zuid! |
Het wordt tijd om weer verder te gaan.
We moeten even omschakelen. Na alle etappes hiervoor waar het doel
steeds was om hier te komen en grote afstanden afgelegd moesten
worden. Nu “zijn” we er en iedere dag moet ik er mijzelf wel even
eraan herinneren dat het echt is wat we zien. De bergen, de sneeuw,
de natuur, de volgende ankerplaats op slechts een paar mijl varen, de
ene nog mooier dan de andere.
We gaan over op een ander ritme en
richting Ushuaia.
Fijn. Weer een bericht van jullie. Mooi, die verhalen.
BeantwoordenVerwijderenWe smullen van hetgeen door jullie beleefd en geschreven.
Het is er frisjes. Laten we maar zeggen, je blijft er helder door met
die lage temperatuur. Zo kan je veel opnemen om later weer
door te vertellen. Blijf berichten sturen. We leven zeker nu met
jullie mee. Liefs, groetjes, L/E.