Onze laatste haven
stop op Honshu wordt Akita. Door verschillende zeilers genoemd als
een erg fijne marina. Wij komen aan als het kantoor gesloten is, dus
geen welkoms-comiteetje, maar dat maken ze de dagen erna ruimschoots
goed. We mogen de auto van de haven gebruiken voor de was,
boodschappen en wat sightseeing. Wat een heerlijkheid! Alles gaat 10
x zo snel als je het in één keer kunt combineren. Ons tripje maken
we naar Kakunodate, een stadje uit vervlogen jaren in het binnenland.
Hier zijn prachtige samoerai villa's, nog grotendeels intact en te
bezoeken. Het stadje zelf ligt heel strategisch, aan drie kanten
omgeven door bergen. Er is wat gevochten tussen de verschillende
clans in vroeger eeuwen. De samoerai behoorden tot de elite van
samenleving, na de heersers waaraan zij trouw zwoeren. Ze leverden
strijdkrachten en hun families stonden in hoog aanzien. De huizen
zijn een manier om dat te bekrachtigen.
Vaak is het een complex van gebouwen, met verschillende ingangen afhankelijk van rang en stand, omgeven door mooie tuinen. Als wij door de straat lopen doet het ons denken aan Wassenaar, maar dan met houten gebouwen. Sommige villa's zijn open en laten nog veel zien van luister waarin geleefd werd. In de omgeving werd rijst verbouwd en de mooie rijstpakhuizen staan naast de woonhuizen. In de wintertijd, als de sneeuw meters dik lag, konden ze zo toch bij de voorraden komen. We lunchen met de plaatselijke noodles in een 250 jaar oud schoolgebouwtje, midden in de samoerai-wijk. Het platform van de meester wordt nu ingenomen door de kassa, de schoolboeken en houtsnede-blokken liggen nog ter inzage. Wat jammer dat we het Japans niet kunnen lezen.
Vaak is het een complex van gebouwen, met verschillende ingangen afhankelijk van rang en stand, omgeven door mooie tuinen. Als wij door de straat lopen doet het ons denken aan Wassenaar, maar dan met houten gebouwen. Sommige villa's zijn open en laten nog veel zien van luister waarin geleefd werd. In de omgeving werd rijst verbouwd en de mooie rijstpakhuizen staan naast de woonhuizen. In de wintertijd, als de sneeuw meters dik lag, konden ze zo toch bij de voorraden komen. We lunchen met de plaatselijke noodles in een 250 jaar oud schoolgebouwtje, midden in de samoerai-wijk. Het platform van de meester wordt nu ingenomen door de kassa, de schoolboeken en houtsnede-blokken liggen nog ter inzage. Wat jammer dat we het Japans niet kunnen lezen.
Enorme storbuien
maken een eind aan de pret, de auto is droog en we rijden over de
binnenwegen terug naar Akita.
Roel is nog steeds
bezorgd om de vibratie van de schroefas, al is het met de nieuwe
motorsteunen wel een stuk minder. We willen nog een keer op de kant
voor we naar Alaska gaan, maar dat is minder eenvoudig dan gedacht.
Het lijkt wel mogelijk op Hokkaido, het laatste Japanse eiland wat we
aandoen, dus we vertrekken richting Hakodate aan de zuidkust. Onderweg vangen we een 5 kilo Yellow Tail! Dat is nog eens leuk aankomen en samen eten.
Hokkaido is pas eind
18e eeuw ingelijfd bij Japan. Voorheen werd het bewoond
door de Ainu. Van dit volk zijn er nog maar weinig over, het bekende
verhaal van kolonisatie. Hokkaido is wel 20% van het grondoppervlak
van Japan, maar er woont maar 5% van de bevolking. Hokkaido is enorm
groen, de zomerhitte van de zuidelijke eilanden komt hier niet, de
regen ruimschoots. Er zijn veel boerenbedrijven, melkveehouderijen en
landbouw.
Hakodate heeft een
rechtstreekse treinverbinding met Tokio en het is een bruisend
stadje. Het was een van de eerste open havens na het einde van de
afzondering van Japan. Door zijn ligging erg geschikt voor handel met
Rusland en China, gevolgd door de US en Europa. De bouw dateert ook
uit die tijd, dus rode bakstenen pakhuizen en Europees aandoende
huizen. We lopen een stuk door de oude stad. Een Boeddhistische
tempel, Episcopaalse kerk, Russisch orthodoxe kerk, Katholieke kerk,
ze staan op een paar honderd meter van elkaar. De Engelse ambassade
is ook een mooi gebouw uit die tijd, nu met Engelse theetuin en
souvenirs.
Via het
zeilersnetwerk hebben we contact met Mizuno san en zijn vrouw. Hij
regelt allerlei zaken voor de buitenlandse zeilers, de douane,
kustwacht en hand en spandiensten. Geweldige en bijzonder aardige
mensen bovendien. Hier ontmoeten we ook weer 3 boten met
Alaska-zeilers, iedereen is op weg naar Kushiro voor de laatste
etappe. Het is gezellig, samen eten, op pad en plannen maken. Akira
San uit Tannowa doet een single handed omzeiling van Honshu en is ook
in Hakodate. Hij is geweldig gezelschap en trakteert ons op een
Shabushabu eet feestje aan boord van een van de boten. Zelf zeilt hij
in een kleine 21 voeter, maar is al drie keer Japan omgezeild. We
lopen en fietsen in de omgeving, thermaal bad, prachtige parken, met
de kabelbaan omhoog voor het in Japan beroemde nachtgezicht op
Hakodate. Het is inderdaad erg mooi en gelukkig treffen we een
heldere avond.
Lang blijven we helaas niet in Hakodate, we varen door naar het ongezellige Muroran. Hier kunnen we wel het water uit, al zijn we in gewicht iets meer dan ze normaal tillen. Mizuno san heeft Toshi san, een bevriende zeiler in Muroran, gevraagd of we op zijn bok mogen staan. Iedereen heeft hier zijn eigen bok en zonder dat mag je het water niet uit. Wat een geluk voor ons. De inklapbare schroef heeft inderdaad speling en we besluiten de reserve vaste schroef erop te zetten. Jammer van het klapeffect, dat scheelt snelheid met zeilen, maar wel veiliger voor de vele te verwachten motoruren.
Lang blijven we helaas niet in Hakodate, we varen door naar het ongezellige Muroran. Hier kunnen we wel het water uit, al zijn we in gewicht iets meer dan ze normaal tillen. Mizuno san heeft Toshi san, een bevriende zeiler in Muroran, gevraagd of we op zijn bok mogen staan. Iedereen heeft hier zijn eigen bok en zonder dat mag je het water niet uit. Wat een geluk voor ons. De inklapbare schroef heeft inderdaad speling en we besluiten de reserve vaste schroef erop te zetten. Jammer van het klapeffect, dat scheelt snelheid met zeilen, maar wel veiliger voor de vele te verwachten motoruren.
Verder ziet Tara er
goed uit aan de onderkant. Nog afspuiten om de slijmerige aangroei er
af te halen en ze kan weer het water in. We nodigen Toshi san en
zijn vrouw Ayako uit voor een etentje als bedankje.
We gaan naar het plaatselijke yakitori restaurantje, vrienden van Ayako. We eten weer van alles voor het eerst: stokjes met krokant kippenvel, spiermaag en gegrilde darm. Soms is het lekker, soms is het even wennen. De sfeer is geweldig. Toshi san vertelt over zijn boot Fuji, een 45 voet tweemaster van 40 jaar oud. Over twee jaar hoopt hij zijn wereld omzeiling te beginnen. We vragen Ayako of ze mee gaat, maar ze denkt er niet over. Zij blijft hier om voor haar en zijn ouders te zorgen en heeft zo haar eigen werk en hobby's. Ze zegt “het is zijn droom dus hij moet dat vooral gaan doen, ik kom wel op bezoek”. Bij het afrekenen komt er weer een aapje uit de mouw. Wij mogen bij hoog en bij laag niet betalen. Het blijft lastig om goed te bedanken in Japan. Gelukkig hebben we voor Toshi san's verjaardag een kruik oude jenever en klompjes meegenomen, dat wordt zeer op prijs gesteld. Later gaan we op de Fuji kijken. Hij heeft al 20 jaar aan het schip gewerkt. Alles is van hout en zo mooi gemaakt. Hij heeft zelfs met de hand alle zeilen gemaakt, volgens oud principe. Wat een doorzettingsvermogen! De volgende morgen brengt hij 5 kilo meel en 5 kilo melkpoeder uit zijn bakkerij voor ons mee, voor onderweg! Goede reis.
We gaan naar het plaatselijke yakitori restaurantje, vrienden van Ayako. We eten weer van alles voor het eerst: stokjes met krokant kippenvel, spiermaag en gegrilde darm. Soms is het lekker, soms is het even wennen. De sfeer is geweldig. Toshi san vertelt over zijn boot Fuji, een 45 voet tweemaster van 40 jaar oud. Over twee jaar hoopt hij zijn wereld omzeiling te beginnen. We vragen Ayako of ze mee gaat, maar ze denkt er niet over. Zij blijft hier om voor haar en zijn ouders te zorgen en heeft zo haar eigen werk en hobby's. Ze zegt “het is zijn droom dus hij moet dat vooral gaan doen, ik kom wel op bezoek”. Bij het afrekenen komt er weer een aapje uit de mouw. Wij mogen bij hoog en bij laag niet betalen. Het blijft lastig om goed te bedanken in Japan. Gelukkig hebben we voor Toshi san's verjaardag een kruik oude jenever en klompjes meegenomen, dat wordt zeer op prijs gesteld. Later gaan we op de Fuji kijken. Hij heeft al 20 jaar aan het schip gewerkt. Alles is van hout en zo mooi gemaakt. Hij heeft zelfs met de hand alle zeilen gemaakt, volgens oud principe. Wat een doorzettingsvermogen! De volgende morgen brengt hij 5 kilo meel en 5 kilo melkpoeder uit zijn bakkerij voor ons mee, voor onderweg! Goede reis.
Het weer zit helaas
niet mee. Er komt een tyfoon langs de oostkust van Japan, dus we
blijven een paar dagen in Muroran. We huren een auto en gaan naar de
Azu san vulkaan. De afgelopen honderden jaren verschillende keren
uitgebarsten, de laatste keer in 2000. Bij een van de uitbarstingen
halverwege 1900 is er een nieuwe berg ontstaan, in zo'n 20 jaar
groeide hij tot de huidige vorm. Het is nog maar een puber, er komt
nog stoom uit al zijn poriën. Het is moeilijk om steen voor te
stellen al levend materiaal, maar het is het wel, als je maar de tijd
hebt. Over miljoenen jaren is de berg grind en zand in een rivier. We
lopen naar de Azu krater ruim 900 traptreden op en dus ook neer, onze
zondagtraining. We krijgen er mooie uitzichten bij over de Pacific en
het landschap eromheen. Oer!
Noboribetsu is een
dorp van thermale bronnen. Voor wie het nog niet weet, dat is een
favoriet onderdeel van al onze Japanse uitstapjes. Hier maken we
eerst wandelingen naar de nabijgelegen vulkaan meren. De een nog
mooier dan de ander.
Dan naar Hell Valley, wit en geel van de zwavel. Het borrelt, stoomt en stinkt dat het een lieve lust is. Geweldig is het om zo dicht op de natuur hier rond te lopen. We zijn natuurlijk niet alleen, maar met een beetje moeite (lees: het lange wandelpad) hebben we toch het gevoel dat wij iets unieks meemaken.
Dan naar Hell Valley, wit en geel van de zwavel. Het borrelt, stoomt en stinkt dat het een lieve lust is. Geweldig is het om zo dicht op de natuur hier rond te lopen. We zijn natuurlijk niet alleen, maar met een beetje moeite (lees: het lange wandelpad) hebben we toch het gevoel dat wij iets unieks meemaken.
Het thermale bad
heet Tengoku Onsen, de Hemelse Onsen. Na de hel vallei een
toepasselijke afsluiting. Het is inderdaad een prachtig bad. Met
zeker 15 verschillende baden met verschillende temperaturen en
samenstelling water. Goed voor de bloeddoorstroming, huid, exceem,
ontspanning, spieren en zo voort. Dat is het allemaal. De buitenbaden
kijken uit op een mooie bosachtige Japanse tuin, je hoort de vogels
en het stromende water. Kortom, niet even naar het bad, maar uren
genieten.
Er zit een adempauze
in het weer, we varen uit voor de laatste Japanse etappe: 170 mijl
naar Kushiro. Misschien is er komend weekend een goed weerbericht,
maar iedere dag veranderen de lange termijn weerplaatjes. Stabiel is
het zeker niet.
Vandaag keihard
gewerkt in Kushiro, de was, uitklaren, diesel, boodschappen en nog
tig andere dingen. De weerplaatjes zien er inderdaad goed uit en we
varen op dit moment uit de pieren van Kushiro op weg naar de
Aleoeten.
We houden jullie op
de hoogte als de sailmail vebinding het toelaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten